zondag 7 januari 2018

Fly

Hein Tunnissen
Fly
Eén van de meest bijzondere auto’s in mijn zeer bescheiden collectie wrakken, is een Fly Panoz LMP-1 Roadster-S. Natuurlijk omdat het een Fly is, maar ook omdat het autootje een gewaagd staaltje technisch vernuft bevat. Niet dat het werkt; zo is het nou ook weer niet. Veel lawaai op de baan, doorslaande wielen en een ongelooflijke wiebelkont in de bocht. Niet te kort! Nee, ik kocht die auto omdat de motor voorin ligt! Wablief? Voorin en vanuit die positie met een soort cardan de achteras aandrijft. Hoe mooi kan het zijn?
De Panoz etcetera is ontworpen door de Amerikaanse sportwagenfabrikant Panoz Motor Sports Group, eigendom van Donald Panoz. Opgericht door Daniël Panoz, zijn zoon, in 1989 met als doel ‘betere auto’s te gaan maken’. Wel prettig natuurlijk dat je dan een vader hebt die meteen de poeplap trekt en een paar miljoen dollar in dat projectje douwt. Bij wijze van investering. Of het ook een wijze investering was, laat ik even in het midden.
Nu hebben Amerikanen een andere opvatting over auto’s dat wij in Europa. Zo vinden zij dat zij een ruim land hebben en daarom houden zij van een wijds uitzicht. In de Panoz zit je als coureur zowat op de achteras, zodat je als coureur een fantastisch wijds uitzicht over de ellenlange motorkap hebt. Kijk, en dat brengt mij bij de crux van dit verhaal: achterin is geen plaats voor de motor. Niet in het echt, niet bij een slotcar, zelfs als je de twee beentjes van het manneke afzaagt. Op dit punt aangekomen, meldde de firma Fly zich bij Panoz: “Mogen wij uw auto als slotcar nabouwen, want wij kunnen ook de motor voorin leggen, net als u! En verder kan dat niemand!” Hetgeen echt waar is.
Om dit kunstje voor elkaar te krijgen begon de firma Fly met het doorzagen van de vooras. Onafhankelijke wielophanging alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Daardoor ontstond ruimte om een motor, geen longcan, inline te plaatsen. De motor zelf wordt met behulp van een strak gewonden veer aan de cardanas gekoppeld. Omdat het mannetje links zit en de as precies in het midden van de wagen naar de achteras kachelt, is het probleem van het bijzondere ontwerp moeiteloos opgelost. Zelfs zonder het originele ontwerp geweld aan te doen. Andere fabrikanten krijgen dat niet voor elkaar.
Nu even een zijsprong. Onlangs was het nagelnieuwe vliegdekschip HMS Queen Elizabeth in het nieuws. Of eigenlijk twee keer. Eerst bij de te waterlating en later bij de watermaking. Waarmee is bedoeld dat dit peperdure schip water maakte door langs de schroefas te lekken. Reparatie kost miljoenen, wat vrij veel is voor een schip van 3,3 miljard euro. De Britten weten nu dat een schroefas met een aanzienlijke lengte beter dan haarfijn moet worden uitgelijnd. En zoiets geldt natuurlijk ook voor zo’n cardanas in de Fly. De schaal is weliswaar anders, maar het principe is hetzelfde. Een nuchtere constatering is dat een Fly met een normale configuratie al niet vooruit te branden is, laat staan een bolide met een as die bijna langer is dan de wagen zelf.
Toen ik de Panoz van een volkomen gefrustreerde slotcarracer overnam (hij had ‘m gewoon in een envelop gepropt), wist ik al dat mij niets dan ellende te wachten stond. Een Fly hoort namelijk in een vitrine te staan en maandelijks afgestoft te worden, tot het moment dat de fabrikant op de website ‘Uitverkocht’ meldt! De ware liefhebber weet dan: ik heb een collectors item! Gelukkig was ik dat moment voor en het kostte mij weinig moeite de eigenaar te bewegen mij het wrak te verkopen. Tien euro inclusief verzendkosten; ik vond het een goede deal.

Die afgebroken spiegels gooide ik meteen weg. Dat stomme sentiment om daar om te treuren heb ik echt niet! Op mijn Fleischmannbaan ging het niet eens zo heel erg slecht, zo lang ik de regelaar niet vol indrukte. Mijn DS200 Pro ging evenwel in slaapstand alvorens ik de finish bereikte, zodat ik een slecht zicht op mijn rondetijden kreeg. Enfin, mijn finest hour kwam een paar uur later. Ik had het autootje opengeschroefd en keek naar de ronddraaiende cardan, terwijl het chassis op de testbank stond te schudden. Door de draaiende beweging en mogelijk ook door de middelpuntvliedende kracht werd de veer alsmaar dikker. Aha! Slecht uitgelijnd, waardeloze koppeling! Net the Queen Elizabeth! Fluks verving ik de veer door een lange hardmetalen spanveerstift uit mijn ME-Bouwdoos 1200 (Mechanical Engineering) van Philips. Het paste prachtig. Op de testbank draaide eerste het pignon tot moes, daarna brandde de motor door. Inderdaad, een Fly hoort in de vitrine.  

6 opmerkingen:

  1. Ik heb de Corvette van Fly, deze is technisch identiek geconstrueerd door Fly en hoort net als de Panoz in de vitrine. Voor al het andere is het model van de Corvette ook ongeschikt. Misschien kan je ermee gooien, zoals vroeger op racebaanweblogdinges: do Fly fly?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ach, het was een Dodge Viper, geen Corvette. Het heeft mij geïnspireerd tot “Fly is flut”. Hachelijk?

    https://frank194.blogspot.nl/2006/11/15-de-fly-viper.html

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ook ik heb 2 project Fly's waar onder de Panoz en een Viper-body. Beide projecten heb ik naar achter geschoven en gedemonteerd in een kist liggen.
    Voor de Classic cup heb ik 3 functionerende Fly's. Deze staan afwisselend rijklaar in de racekoffer of in de vitrine. Hachelijk?, zeker niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mag ik eens zien hoe jij met die Viper-body de baan onveilig maakt. Zeker project slotcar als zweeftrein!?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Thank for providing good information for site,Thanks for your sharing.

    หนังตลก

    BeantwoordenVerwijderen