zondag 25 oktober 2015

Racekist-3

Hein Tunnissen
Racekist-3
In de loop der jaren heb ik ontdekt dat persoonlijke kwesties in een racekist bij elkaar kunnen komen. Neem bijvoorbeeld mijn afschuw voor graffiti. Afgezien van het amateuristische gepruts vind ik het ronduit lelijk. Natuurlijk kun je twisten over de schoonheid van architectuur, maar graffiti maakt het ontwerp in ieder geval niet beter. Zo ook met stickers. Veel racekisten worden door de eigenaars opgefleurd met stickers. De randjes laten los en worden vies, ze zitten net scheef of nog erger met een vouw erin of een platgeduwde blaas. Vreselijk! Die stickers moeten kennelijk een link leggen met de werkelijkheid van het circuit. Een grotere misvatting is nauwelijks denkbaar!
Maar omdat ik niet van die smeerlapperij houd, wil dat niet zeggen dat een ander niet zijn hele kist vol mag kliederen. Tant pis! Evenmin kan ik hier verordonneren (hoewel ik het wel graag zou doen!) dat er eens wat meer opgeruimd moet worden. Juist door die half openstaande bakjes en laatjes, kun je goed zien dat de hele meuk er in is gedonderd en dan ook nog vooral alles door elkaar. Onderdelen en gereedschap, brokstukken die goed voor de prullenbak zijn, alles ligt door en op elkaar. Niet erg inspirerend. In mijn verhalen die ik voor de bouwnijverheid schreef, hamerde ik altijd op netheid. Een nette bouwplaats spaart geld, verhoogt de kwaliteit, is veiliger en maakt ook dat het werk op tijd af komt. Geen speld tussen te krijgen en voor de slotracerij geldt exact hetzelfde. De eigenaar met een racekist vol meuk, wordt nooit een winnaar.
Ondertussen moet ik wel toegeven dat mijn tic om op te ruimen aan het ziekelijke grenst. Ik begin bijvoorbeeld altijd met het openzetten van de Kliko en als ik mijn schuur opruim, koppel ik om te beginnen mijn aanhanger achter de auto. Die neiging heb ik al sinds mijn jongste jaren. Toen riep mijn moeder soms vertwijfeld: ‘Ga vlug kijken, Hein ruimt de garage op!’ Weliswaar had zij gelijk met haar opvatting dat je niet alles hoeft weg te smijten om een opgeruimd huis te bezitten, maar zij gaf mij ook wel gelijk in mijn overtuiging dat heel veel zooi tegen beter weten in wordt bewaard. Voor ooit, voor je weet maar nooit; ‘t kan nog wel eens van pas komen.
In principe is daar niks op tegen, mits je het zo opruimt dat je weet waar je het kunt vinden als je het nodig heb. Ik had ooit een vriend die zei dat je alle verhuisdozen die je een jaar later nog niet had uitgepakt, rustig ongezien kon wegsmijten. In de loop der tijd heb ik ervaren dat dit inderdaad zo is. Kennelijk is het belang van de inhoud verdwenen, kennelijk is de waarde uiteindelijk toch wat minder groot dan gedacht tijdens het inpakken. Het zorgzame gedrag van vrouwen (die daarbij hormonaal gestuurd worden zodat zij niet helemaal toerekeningsvatbaar zijn) komt extreem tot uitdrukking bij het bewaren van kleding. Soms worden er speciale zakken gekocht waarmee de kleding vacuüm opgeborgen kan worden, zodat er veel ruimte overblijft voor nog meer vacuüm getrokken kleding. Iedere vrouw weet natuurlijk dat die kleding nooit meer uit dat graf komt, omdat haar figuur dat niet toestaat.
Zo is het ook met racekisten die soms meer op een vuilnisbak lijken dan op de goed geoliede winkel van Klaas Bos, waar je op elk gewenst moment het juiste onderdeel tevoorschijn kunt toveren. Zie de moderne garage waar de magazijnmeester voor iedere auto die voor een grote beurt binnenkomt precies de juiste onderdelen voor de monteur klaar zet. Dat die man geen uren gaat zoeken waar hij wat heeft opgeborgen, moge duidelijk zijn. Iedereen die vindt dat de slotcarracerij niks meer te maken heeft met een kinderlijk spelletje, zal zich wat volwassener moeten gedragen om de beoogde en nagestreefde professionaliteit te bereiken. Tenzij je natuurlijk liever een amateur met racekist bent.

zondag 18 oktober 2015

Racekist-2

Hein Tunnissen
Racekist-2
Zoals vrouwen hele middagen wegkletsen achter een pot thee, zo kunnen mannen gezellig met elkaar zitten keuvelen achter de geborgenheid van hun racekist. Gaandeweg bouwde ik met Marcus Aurelius in korte tijd een vriendschappelijke band op, die vooral te danken was aan al die kapotte autootjes of aan die autootjes die wij sneller dan het geluid wensten te laten gaan. Min of meer gedempt mompelend overlegden wij hoe dat zou kunnen of spraken elkaar moed in als een project volledig dreigde te mislukken, hetgeen meestal verband hield met een afgebroken onderdeel. In between was er dan nog ruimte voor meer familiaire zaken (“Zijn jouw kinderen al de deur uit?”) of meer intiemere ontboezemingen zoals de geestelijke gesteldheid van een echtgenote vanwege een kat die al drie weken de hort op was, de reden waarom zij zelf ook op stap dreigde te gaan. Lastig voor mannen, die vrouwenlogica!
Tijdens die gesprekken, en dat is beroepsdeformatie, hield ik nog allerlei andere zaken in de gaten. Want je moet altijd kritisch blijven naar de inrichting van je racekist. Werkt dit in de praktijk, heb ik wel alles bij me of moet ik niet steeds heel veel rommelen voordat ik dat tangetje te pakken heb? Thuisgekomen zette ik vaak mijn racekist meteen op de werkbank in de schuur om op zaterdagmiddag wat ideetjes ter verbetering uit te werken. Zulks natuurlijk alleen als de klussenpot van mijn vrouw bijna leeg was.
Eén van mijn grote overwinningen op mijn kist is de catacombe die ik heb gemaakt voor mijn verzameling Moslers. Het zijn er vier en afgezien van de kleuren zijn alleen de kapjes hetzelfde. De bergruimte is precies afgestemd op hun vorm en dankzij enige vindingrijkheid van mijn kant zitten ze geweldig mooi in hun verpakking. Al flikkert die hele kist van de tafel, met mijn Moslers gebeurt helemaal niks! Kijk, now we’re talking!
Maar een racekist is meer dan een garage met een handvat. Minstens zo belangrijk is de resterende ruimte voor alle kleine onderdeeltjes die nodig zijn om een beetje behoorlijk te kunnen racen. Ook hier verzameldrift. Ik ken iemand die altijd een slag groter en een slag kleiner koopt. Dus hij wil een pignon tien en dan doet hij er meteen 9 en 11 bij. Nu werpt u tegen dat zulke kleine tandwieltjes het verschil niet maken, maar als ik daar tegenover zet dat er tientallen onderdeeltjes zijn met allemaal verschillende specificaties, dan moge duidelijk zijn dat het al snel uit de klauw loopt. Dat is dan ook meteen het nadeel van deze sport: het loopt geheid uit de klauw!
Bij mij was het een zaak van de frisse adem. Dat moet ik toelichten. Op een dag gaf ik mijn vrouw een zoen en dacht: Wat een lekkere frisse meid! Bleek dat ze tijdens het shoppen toevallig op een frissnoepje was gestuit volgens het principe één plus één gratis! Meteen gekocht en meteen verkocht, want ze waren lekker. Voor mij had dit grote gevolgen, want ik begon als een bezetene de blikjes te verzamelen waarin die snoepjes te koop werden aangeboden. Extreem geschikt voor het opbergen van kleine onderdeeltjes. Iedereen van mijn gezin die door mij met zo’n blikje werd gesignaleerd, kreeg een 24-uurs bewaking om te voorkomen dat het blikje achteloos weggegooid zou worden. Door volhardend te zijn en regelmatig complimentjes te maken (Wat ruik je toch lekker fris!) had ik in no time een gros blikjes voor van alles en nog voor de racebaan. Want dat werd in ons huis wel de staande uitdrukking van deze eeuw: “Voor de racebaan!”
Er is wel een opvoedkundig aspect dat niet uit het oog verloren mag worden. Mijn kinderen hebben spelenderwijs geleerd dat opruimen bijzonder praktisch is. Valt hun Iphone uit elkaar, komen ze meteen bedelen om een nieuw schroefje. Is hun bril in zes stukken, dan vermoeden ze dat de racekist wel de materialen bevat om de brokstukken te lijmen, sterker dan het origineel! Mijn vrouw maakt het helemaal bont: die denkt soms dat de inhoud van mijn racekist een soort Haarlemmerolie is waarmee zelfs een kapotte teenslipper gerepareerd kan worden. Nou nee, ik heb natuurlijk wel mijn trots als slotcarracer!
(Wordt vervolgd)

zondag 11 oktober 2015

Racekist

Hein Tunnissen
Racekist
Welbeschouwd is het praktisch onmogelijk een goede slotracer te zijn (of dat te willen worden) zonder in het bezit te zijn van een racekist, niet te verwarren met de vroeger bij jongens zo populaire zeepkist, die dan, zo wilde de traditie, des zondags na de kerkgang door een pijprokende vader in wit overhemd met mouwophouders en stropdas in elkaar werd gejast op basis van het oude onderstel van de kinderwagen. Nee, de racekist is een box die alle geheimen herbergt van de eigenaar, besloten in speciaal gereedschap en natuurlijk de automobielen zelf. Nu is er één probleem: is de kist eenmaal daar, dan gaat het verzamelen als vanzelf.
Kunnen de autootjes eerst nog ruimhartig opgeborgen worden volgens het systeem in iedere lade of bakje een auto, al snel slaat de flatneurose toe en moeten de autootjes op hun zijkant per lade worden gestapeld. Ook dat is grappig, want waar de automobilist in de 1:1-wereld bijna panisch is over krasjes en deukjes in de zijkant, zo laconiek zet de slotracer zijn auto’s gewoon op de portieren en wielkasten. Het schoonhouden van de banden ligt hieraan ten grondslag en wij, van Amazingslotcarracing te TE, zagen dit fenomeen voor het eerst op grote schaal en consequent doorgevoerd worden door Buurman & Buurman uit Delfzijl. Weer wat geleerd!
Een bepaald soort kist is erg populair onder slotracers en dat is de kist die je als een soort Berlijnse Muur tegenover je op tafel kunt zetten, waarbij je dan zelf het genoegen hebt achter een kast te zitten om de laden en bakjes naar believen te openen of te sluiten. Of om die halfopen te laten staan. Een raar fenomeen dat we terugzien bij hengelaars die altijd tijdens het gevis de klep van de kofferbak open laten staan. Mogelijk is het een soort bijgeloof en vergroot het de kans op winnen.
Zelf vond ik al vrij snel nadat ik door de ballotage van Amazingslotcarracing was gerold dat het tijd werd voor een kist. Niet gehinderd door enige kennis, rommelde ik wat door onze schuur en vond daar nog een aluminiumkoffer zoals die ooit door fotografen werd gebruikt om hun objectieven, paramenders en andere attributen in op te bergen. Maar toen ik nog eens goed keek zag ik dat het aluminium bestond uit hardboard met een pseudolaagje metaal, maar de hoeken waren versterkt zoals dat hoorde bij zo’n dure kist die ik overigens van mijn zwager Kees uit Castricum kreeg.
Ik stortte mij op één van de leukste projecten van de slotracerij: de inrichting van de kist. Om kort te gaan, het werd een enorm geknutsel en het leidde tot een fenomenale zoektocht naar passende assortimentsdozen en nog slimmere oplossingen voor het opbergen van de auto’s. De eerste klap was een daalder waard, want ik vond ook nog de wijnkist terug waarin de flessen Bourgogne hadden gezeten waarmee ik mijn vrouw definitief tot het krijgen van kinderen (2) heb verleid. Na wat gefiguurzaag stonden de eerste auto’s in hun garage, waarbij meteen opviel dat er geen sprake is van door de EU gestandaardiseerde afmetingen. Schaal één op circa tweeëndertig.
Op de club merkte ik wel dat mijn clubgenoten met toenemende nieuwsgierigheid in mijn kist probeerden te gluren, vooral omdat ik een apart, uitneembaar wit bakje had gemaakt waarin ik kon knutselen, zodat ik niet elke vijf, zes minuten als een halve randdebiel over de vloer hoefde te kruipen om dat gevallen schroefje terug te vinden. Daarbij kocht ik bij Action een hoofdledlamp op batterijtjes om mijn gepruts te verlichten, want de gezellige verlichting van onze Racebaanvertrekken heeft niet precies de allure van een tandartslamp, terwijl de precisie die wel vereist. Het was een goede hint, want een paar weken later stonden er vier fijne halogeenleeslampjes op tafel. Voor ieder lid één. Dat was precies op tijd want mijn kinderen hadden mijn hoofdledlamp al gejat (zij: geleend pap!), zodat ik op vrijdagavond vooral op de tast moest werken.
(Wordt vervolgd)

zondag 4 oktober 2015

Reliant

Hein Tunnissen
Reliant
Mijn werk bestaat voor een groot deel uit het lezen van kranten. Dat maakt mensen wel eens jaloers. Dat is vreemd want steeds minder mensen lezen kranten, dus waarom jaloers op iets dat je toch al niet doet of wilt? Enfin, wat veel mensen niet weten is dat mijn vak soms nog veel leuker is door het bijwonen van zittingen van de Rechtbank. Wat je daar al niet hoort! Uiteindelijk moet ik daar een verhaaltje over schrijven natuurlijk en die gaan dan over niet met name genoemde figuren, bijvoorbeeld J.P. te Z. Dit ter bescherming, want tot er recht is gesproken ben je hooguit verdacht. Zo ook in onze club Amazingslotcarracing te TE. Iemand, verder niet aan te duiden dan met F. te M. trok een vergelijking tussen de legendarische automobielen van onze sport en het voertuig van Mr. Bean, de Reliant.
Je had zijn uitspraak, gewoon terloops gedaan, als denigrerend op kunnen vatten, maar ik denk dat het meer om de theorie ging. De wetenschappelijke kant van de driewieler wat de slotracecar natuurlijk is, maar je bent wel stapelgek als je dat zo definieert want dan is de lol er natuurlijk wel vanaf. Daar komt bij dat Reliant het voertuig de naam ‘Robin’ heeft meegegeven en een stommere naam is werkelijk niet denkbaar. Als je ouders je Robin noemen, dan zou ik maar een touw gaan zoeken. Johnny Cash zong met ‘A boy named Sue, how do you do?’, de Amerikaanse variant.
Maar goed, de avond was een eind op streek, alles was gezellig en leuk. Er werden wat autootjes opgetuned en er was wat vriendelijke discussie over de functie van de voortrein en de perikelen die je daarmee kunt hebben als slotracer. Komt F. dus binnenvallen met die vergelijking  van de Reliant, de Britse driewieler die volkomen terecht door het team van TopGear zó genadeloos is afgebrand, dat daags daarna de verkoop van dit idiote voertuig volledig tot stilstand kwam en sterker nog, de producenten van de grootste komiek van het eiland zich genoodzaakt zagen Bean himself in een Mini te plaatsen omdat er anders niemand meer naar de serie zou durven te kijken.
Kennelijk niet op de hoogte van dit leed aan de andere kant van het Kanaal, deed F. uit M. nog een extra duit in het zakje door nogmaals de naam Reliant hardop de noemen en daarbij te wijzen op het overhangen van het karretje in de bochten dankzij het ontbreken van een ondersteunend linker- of rechtervoorwiel. Aan de wat korzelige reactie van onze CEO Marcus Aurelius was wel te merken dat de boodschap luid en duidelijk was overgekomen en dat hij het gesar nu eigenlijk wel voldoende achtte. F., je hebt je punt gemaakt! Nu graag weer even terug naar de werkelijkheid. De overige twee leden hielden de adem is. Was hier een royement op handen?
Het liep met een sisser af, want de Reliant bleek alleen maar opgevoerd te worden om aan te tonen dat ook slotcars, hoe laag bij de grond ook, de neiging hebben in bochten wat over te hellen en dus steun zoeken op een voor- of achterwiel aan de linker- dan wel aan de rechterzijde. In theorie althans. Kijk, en dat is natuurlijk wel weer het mooie van zo’n mannensport: iedereen mag zeggen wat hij vindt zonder meteen bikkelhard tegengesproken te worden of zelfs verguisd. Iets wat vrouwen onderling wel altijd doen. Mannen branden elkaar niet af, zeker niet als zij verbroederd zijn in de sport.
Toen de lucht weer wat was opgeklaard en iedereen een achter een lekker glas Fanta zat, concludeerden wij dat de steun vóór verbeterd kan worden door de achterste vering van NSR-wagens losser dan wel juist wat strakker af te stellen en dat het heel zinnig kan zijn gelijktijdig de vooras wat op te tillen voor iets meer R-effect. Dat doet dan wel even denken aan InterToys, maar die gedachte moet vooral gezien worden als het slaan van een piketpaaltje. Het uitspreken van de R-naam was een kwestie van het uitzetten van de denkrichting zei F. opgelucht, toen alles helder was. Hij was even een verdachte, maar daarna gewoon weer onze Fokko uit Musselkanaal!