zondag 27 augustus 2017

Rijrichting

Hein Tunnissen
Rijrichting
Zij die een gloeilamp (huh?) in een fitting kunnen schroeven of een ledlamp vast kunnen klikken, kunnen meestal ook wel uit het hoofd een hotelschakeling tekenen. Zo’n rare grap waar niemand bij stilstaat: de lamp die je boven aan de trap hebt aangemaakt, beneden in de gang uitmaken. En dat oneindig vaak, in willekeurige volgorde. Elektra blijft dus boeiend, maar is soms ook verrekte lastig. Denkend aan die hotelschakeling geef ik u de volgende sudoku:
‘Hoe kan een auto op een analoog circuit een wissel passeren? Kan hij dan alleen maar rechtdoor rijden, waarbij de wissel wordt genegeerd of moet hij na de wissel verder rijden op een andere track en hoe weet de controller dat dan?’
Het is een lastige kwestie omdat de fabrikant onder de wissel allerlei dunne draadjes heeft aangebracht die de stroom van de ene track naar de andere moeten brengen of waarmee zogenaamde deadspots worden omzeild.  Ninco-wissels bijvoorbeeld zitten vol met deadspots, om gek van te worden. Hoe dan ook, het is een lastige kwestie omdat je vroeger helemaal niet over dit soort kwesties hoefde na te denken. De stroom op track één, was na een rondje rijden nog steeds de stroom op track één, en bij een viersporenbaan had je dit dus vier keer naast elkaar. Alles strikt gescheiden, alles keurig overzichtelijk. Bij een wedstrijdje rijd je dan twee of vier heats, waarbij je je controller per heat in de juiste aansluiting klikt. Simple comme bonjour!
Wij te TE doen niet anders, waarbij iedereen mooi op een rijtje staat in de dezelfde volgorde als de stopcontactjes. Ordelijke mannen, dociele sukkels! Maar haal je het nu in je botte harses om op diezelfde baan digitaal te gaan racen, dan wordt het een heel ander verhaal. Je hebt dan namelijk te maken met òf Ninco, òf Scalectrix Digitaal òf Carrera òf Slot.It, of een combinatie hiervan.
Iedereen die ooit in Italië is geweest, weet dat je de stekker van je scheerapparaat niet zomaar uit het stopcontact moet trekken, maar dat je met de andere droge (!) hand dit inbouwstopcontact pal naast het wasbekken moet tegenhouden. Er zijn namelijk twee mogelijkheden: of je trekt een stuk muur met dat stopcontact de badkamer in, of je trekt dat hele stopcontact inclusief twee meter bedrading rechtstreeks los van de meterkast zes verdiepingen lager. In het laatste geval is kortstondige elektrocutie waarschijnlijk; in het eerste geval houd je er op zijn minst een gekneusde voet aan over vanwege die klont steen die meekomt. In Spanje kan iemand exact hetzelfde overkomen, met dat verschil dat er geen spanning op het stopcontact staat. Gewoon niet aangesloten. In principe is dat dus wel veiliger.
Slot.It Italië en Ninco Spanje. Die twee verbinden is natuurlijk de goden verzoeken. Ooit las ik op een slotcar-website de vragen van belangstellenden en ik moest op een bepaald moment zo verschrikkelijk hard lachen dat mijn vrouw mij korzelig vroeg of ik me niet zo verschrikkelijk wilde aanstellen. Zij wist niet waarover het ging, maar toen ik het haar had uitgelegd (zo goed en zo kwaad als dat ging), moest zij zelf ook zó hard lachen, dat de buren er beslist iets van gedacht moeten hebben. Onze bed sprong namelijk gewoon op vier poten door de slaapkamer!
Enfin. De vraag was: “Ik heb mijn slotracebaan aangesloten op de transformator (rood) door de pennetjes in de gaatjes bij het startstukdeel te duwen. Het regelaartje heb ik met het driepolige stekkertje in de aansluiting daarnaast geduwd. Nu rijdt de auto achteruit! HOE KAN DAT?” Ik heb die beste man meteen een mailtje gestuurd dat hij de pennetjes van de transformator moest omdraaien. Ten overvloede schreef ik nog: ‘Plus en min, hè?’ Maar dat bleek hij wel goed te hebben gedaan.
De vraag van vandaag: Wat is er dan wel fout gegaan bij deze slotcarracer? Het antwoord zal ik zelf maar geven, want dit verzint u niet. De auto stond verkeerd om! Stomtoevallig boven op de witte pijl op de baan die aangeeft wat de rijrichting is. Op die website stonden nog tal van andere grappige vragen en opmerkingen die mijn vrouw en ik samen hebben liggen lezen, wat wel een beetje jammer was want we hadden eigenlijk hele andere plannen. Maar daar is niets meer van gekomen.

Wat ik wil zeggen is dit: niet iedereen heeft verstand van elektriciteit en velen beginnen al misselijk te worden als het issue ‘gelijkstroom of wisselstroom’ te berde wordt gebracht. Laat staan het ontwerp van een hotelschakeling voor een woonkamer met vier deuren en evenzoveel schakelaars. Met die mensen zal ik het dan ook niet hebben over mijn vermetele poging om Ninco-wissels in een Fleischmannbaan in te bouwen op basis van aanwijzingen van Slot.It. Na zes dagen onder mijn tafel met draadjes te hebben zitten prutsen kan ik nu alléén en waarschijnlijk voor eeuwig alléén, met één regelaar op alle vier de tracks rijden, zowel linksom als rechtsom. In Rome wordt dit wonder met aandacht bestudeerd! 

zondag 20 augustus 2017

Muzak

Hein Tunnissen
Muzak
Ieder mens heeft weleens last van een zoemend oor. Een flinke klap op dat oor of pijnlijk diep wroeten met een wattenstaafje geeft vaak de gewenste opluchting. Dat zoemen of suizen treedt bij mij vaak op als ik te TE aan de racetafel sta. Ineens, zonder enige waarschuwing vooraf, begint het suizebollen. Gek genoeg meestal in één oor en dan ook nog het rechter. Op een nacht, toen ik naar huis reed na weer een bijzonder gezellige avond, nam ik mij voor om een week later het probleem te analyseren. Want gek genoeg heb ik er thuis nooit last van en ergens anders eigenlijk ook niet. Het is dus niet echt een leeftijd-dingetje.
In mijn smartphone noteerde ik suizebollen, want dat is wel een leeftijdgebonden manco: na een week nog weten dat je iets moet doen, maar absoluut niet wat! Mijn vrouw heeft er verschrikkelijk veel last van en kennelijk is het besmettelijk, want ik begin het ook te bespeuren. Enfin, die vrijdag, twiedeletwiet in mijn broekzak en dat was het alarm ‘suizebollen’! Grappig genoeg was het fenomeen al begonnen. Ik startte maar eens met de vraag ‘Waarom alleen rechts?’ De gaskachel kon het niet zijn want die ruischt vooral in het linkeroor. Daarbij heeft Marcus Aurelius besloten die kachel uit te schakelen sinds Kamp voor Sein Kampf naar Grunn afreisde. Een helpende hand en dus nobele daad, zo kunnen we wel stellen.
Maar wat was er dan rechts? Door intensief te luisteren meende ik eerst dat het de ACD-regelaar van Alphons was, maar die reutelde eigenlijk meer dan het ruisen waar het mij om te doen was. Ik (draadloze Slot.It) deed een flinke stap opzij en hoorde Muzak! Ik weet niet of u dit verschijnsel kent, maar Muzak is iets verschrikkelijks. Althans, in de vorm die wij thans nu kennen. Het is negeer-muziek, het is muziek die je voortdurend doet afvragen ‘Hoor ik nou wat?’, het is muziek waarvan je eigenlijk niet weet waar je ‘m hoort. Zoals kauwgom zonder smaak of het vlees van plofkippen zonder een dikke fledder saus. Iedere vorm van dynamiek is weggecomponeerd en het neuzelt dus maar door.
Marcus Aurelius heeft ooit een soort van Action-audioinstallatie gekocht waarbij de kwaliteit vooral schuilt in de vormgeving van de boxjes en het front van het eigenlijke apparaat waarop die dingen moeten worden aangesloten. Met een wat blauwig gekleurd display. Nu is dat beslist een verstandige aankoop geweest want dat ding doet het al zo lang als ik daar over de vloer kom, maar hij heeft ‘m ooit afgestemd op een of andere non-descripte zender met muzak die je nergens anders kunt ontvangen. Toen ik dat eenmaal had begrepen, was het geruisch meteen over. Godzijdank! Eerlijk gezegd was er nadien niet de gelegenheid om er verder op in te gaan, maar hij heeft mij later nog weleens verteld in welke uithoek van Westerwolde deze Quasimodo Radio Luxemburg van het Grunninger platteland is gevestigd.
Persoonlijk word ik er helemaal gestoord van. Ik ben meer als de Stig die bij zo’n slordige 285 kmh ontspannen naar Symphonie nr 3 van Brahms of naar de wat minder populaire werken van Vivaldi luistert. Of ik zou kiezen voor een stevige rockopera of voor lekkere Boogie Woogie, gespeeld door het Rob Hoeke Boogie Woogie Quartet. Mijn auto bijvoorbeeld heb ik dan ook vooral uitgekozen vanwege het af fabriek ingebouwde Cabasse Auditorium (made by Bose). Good Lord, wat een sound! Hoe dan ook: met muziek rijd je beter, met muzak word je seniel met oorsuizingen.
Om te voorkomen dat mijn kompanen straks aan de door mij gebouwde Fleischmann 4-sporenracebaan ook last van hun oren krijgen, heb ik onverwijld op de computer het programma Spotify geïnstalleerd. Het geluid naar keuze van deze ultramoderne Jukebox wordt weergegeven via een dikke Quad Amplifier die het geluid naar bijpassende boxen stuurt. Wat heb ik gedaan? In de rommelbox met losse Fleischmannbaanbrokstukken vond ik nog wat kombochten. Door er vier aan elkaar te klikken krijg je al bijna een speaker! Is dat niet grappig? Het gat binnenin heb ik opgevuld met een ronde schijf van 20mm watervast multiplex waarin Model 8 van Bose past. Dat is de befaamde plafondspeaker van dit merk. Vooral bedoeld om in winkelcentra royaal en zonder enige terughoudendheid muzak over de hoofden uit te strooien. Bij mij dus niet! Dat wordt eerder Carrerarock van Kraftwerk met ‘Fahren, fahren, fahren auf der Autobahn’.




zondag 13 augustus 2017

Massa

Hein Tunnissen
Massa
Af en toe kijk ik nog weleens op de website van Fleischmann Paradijs. Meestal wip ik dan ook even aan bij Fleischmann-Zutphen. Gewoon effe koekeloeren. Beide webshops hebben nog steeds heel veel materiaal en onderdelen van het roemruchte merk, dat nu alleen nog bestaat dankzij de elektrische trein. Ik blader door de verschillende webpagina’s met de nodige scepsis: ‘Wie wil dit nog?’
Maar als je dan de reacties leest van die tevreden klanten, dan krijg je toch het gevoel dat slotracen nog niet helemaal morsdood is. Van de andere kant is ook wel duidelijk dat de verkoop geen topinkomen oplevert, hoewel de prijzen soms best wel pittig zijn. Beide websites richten zich op de massa, de tapijtracer, maar is dat niet de hond in de pot? Mij doet het vooral denken aan Post.NL dat - met dank aan email en Messenger - gestaag op de afgrond afstevent en daarom de prijzen van de postzegels verhóógt.  Zelf zou ik dan meer de neiging hebben die prijzen juist te verlagen, zodat de consument eerder redeneert ‘Ach kom, laat ik nog eens een verjaardagskaartje sturen!’ in plaats van die valse Facebook-groet ‘Proficiat!’ of het synoniem ‘Gefeliciflapstaart!’
Op Marktplaats verschuilen zich een paar mannen die het economische verhaal een stuk beter begrepen hebben. Rob, Ralf, Sytze en Martin vragen hele redelijke prijzen voor hun racebaanartikelen waaruit je kunt afleiden dat zij ook wel begrijpen dat het geen booming business is. Of wordt. Neem nu Martin! Die bood onlangs de lange bochten (3112) van Fleischmann aan voor zeven vijftig pro stück! Je wilt niet weten hoeveel de grote jongens daarvoor vragen! Dat gaat in de richting van verdubbeling. De verdediging luidt dat het een zeldzaam baandeel betreft. Ach ja, al die duizenden jonge kinderen die een vier- of zesspoorsbaan onder de eettafel willen uitleggen moeten natuurlijk allemaal die 3112 hebben, want die zat nooit in de dozen! Flauwekul natuurlijk! De waarheid is dat de markt vrijwel is opgedroogd. Voor degenen die zonodig een wat grotere baan willen aanleggen: er zijn er nog zat!
Ik weet dat omdat ik sinds enige weken het tapijtracecircuit volledig ben ontstegen. Had ik eerst een tweespoorsbaan van Fleischmann onder het dakbeschot van bescheiden afmetingen (rechte eind 10 meter), sinds kort beschik ik over de grootste particuliere slotracebaan van Nederland. Niet mijn woorden, maar een uitspraak van een gast die zowat steil achteroversloeg bij het zien van die baan. Het is een kopie van De Bunker in Drachten (Fleischmann) en ik heb er de fouten uitgehaald, maar dat beweer ik dan weer zelf. Het aardige van het verhaal is dat het mijn tweede baan is en dankzij mijn eerste geknutsel is de tweede procenten beter. Kan dat dan? Ja! Natuurlijk is ieder baandeel gelijk en eigenlijk ook even oud, waar je het ook koopt. Maar de ondergrond en de manier van op elkaar aansluiten, maken het verschil. Neem nu het rechte eind van Drachten. Dankzij die enorme hoeveelheid delen 3100 kost het geen enkele moeite om er een bocht in te leggen. Of omdat stuk racebaan als een ruggengraat te laten slingeren, terwijl het toch de bedoeling is dat juist dit deel van die racebaan snaarstrak is. En het aardige is dat je dat hóórt! Sinds een paar jaar luister ik dan ook vooral naar banen. Zo hoorde ik, maar niet van horen zeggen, dat de baan van SRC Eindhoven één van de betere Nincobanen is. Het geheim wil ik wel verklappen: er moet massa zijn om de vibraties op te vangen. Hoe meer massa, hoe minder trillingen, hoe beter de baan.
Terwijl ik nog aan het bouwen was, sprak één van mijn oplettende FB-toeschouwers bewonderend: “Veel lijm!” En inderdaad onder de racetafel lagen overal witte druppels weggelekte houtlijm. Tientallen. Die steek ik straks wel weg, geen zorg daarover! Het punt is dus dat mijn slotracebaan vol en vet is gelijmd en daardoor een enorme massa heeft. Houten scheepsschragen met daarop 12 mm spaanplaat, waar dan weer 10 mm gipsvezelplaat op ligt. Het geheel staat op een vloer van B52-beton. Niks beweegt! En daarom beweegt het autootje zo mooi!  

zondag 6 augustus 2017

Held

Hein Tunnissen
Held
Voor mij ligt een klein boekje, de catalogus van de firma Slot.It. Het boekje telt 75 pagina’s en heeft een handzaam formaat. Daarmee ben ik wel positief genoeg geweest over dit Italiaanse bijbeltje dat veel slotcarracers in hun racekist koesteren. Wat meteen opvalt is dat Nederland geen distributor heeft. Kennelijk zijn wij afhankelijk van een buurland, zeer waarschijnlijk Duitsland, hoewel het boekje in het Engels is geschreven. Nu kun je zeggen: ‘Wat doet dat er nou toe?’, maar een beetje vreemd is het wel. Nog vreemder is dat op negentig procent van de producten geen fatsoenlijke code staat waaraan je het product kunt herkennen als het al een half jaar in je kist heeft gelegen. Welke SCP-cartridge (€65) is dit in godsnaam?
Laatst had ik zo’n kwestie. Een slotcar viel enorm tegen en ik besloot dat er een kleinere motor in moest. Gelukkig had ik nog een NSR (staat er op), type Shark (staat er op) van 22,5k (staat er warempel ook al op!). Dat is handig! Bij de firma Slot.It is dat niet zo. Ze rusten alle motoren uit met een oranje of een rode dop en succes ermee! Ik heb al eens geprobeerd om het aantal omwentelingen per minuut (onbelast, 12 volt) te tellen, maar dat mislukte.
Gelukkig is het in het duurdere segment een stukje beter gesteld. De Flat-6 kun je krijgen in een gele, oranje of zwarte jas met tekst! Hoera! Ook de Boxer heeft zo’n bestickering. Wat dan wel weer een puntje is: de beschrijving of de toelichting faalt volledig en daarmee wordt duidelijk waarom het zo’n klein handzaam boekje is: nul tekst. Ik bedoel er moet een reden zijn waarom je een gesloten can koopt, eentje met twee gaten of juist met een langgerekte koelsleuf, de GT Racing. Nu hoopt Slot.It natuurlijk dat ik, door twijfel overmand, alle Flat 6-uitvoeringen die voor handen zijn koop en dan proefondervindelijk ga vaststellen welk motortje het beste voldoet. Dat het een achterlijk duur merk is, wist ik al, maar dit gaat mijn vrouw toch echt te ver. “Dit zijn honderd procent China-producten!”, roept zij, “een centenkwestie!”
Sinds wij echter wedstrijden rijden die wat langer duren, weten wij ook dat de motoren dan wat korter leven. Kennelijk is die koeling een puntje om rekening mee te houden. En wat staat er dan in die beschrijving? Flat-6RS 25K 25.000 rpm 240g*cm @12V – different opening case. Ja, dat zie ik ook wel. En ik begrijp ook dat er een verband is tussen 25k en 25.000 rpm. Bij sommige motoren staat ook nog ‘No Pinion’, maar het grappige is dat niet één van die Boxers of Flats een pinion heeft! Daarbij: ik ben niet blind! Ook zo grappig om te weten is dat de oranje Flat-6 S in gesloten uitvoering kennelijk de winnaar (mijn conclusie, iets anders kan ik niet verzinnen) heeft opgeleverd: European Group C Championship 2013-2014 Motor. Of iedereen heeft toen verplicht met zo’n motortje gereden, dan kan natuurlijk ook nog het geval zijn. Ik vraag me dan meteen af: Waarom die? En niet de andere, precies dezelfde met langgerekte koelsleuf, waar ter aanbeveling dan wel weer bij staat: No Pinion. Dit model vermeldt “Double Side – open en closed”. Prima, maar waarom is dat? Moet de gesloten zijde naar de baan gekeerd zijn, of juist onder het kapje liggen zodat de hete luchten gemakkelijker kunnen opstijgen? Of is dat juist onverstandig vanwege naar binnen klauterende marters? Je weet het niet en je komt het ook niet te weten. Dat is hinderlijk.
Verdomd hinderlijk zelfs, want je wilt je goeie geld het liefst meteen in één keer goed uitgeven. Dat soms het kwartje toch valt, blijkt als je de moeite neemt om de Slot.It website te exploreren. Onder het chapiter Instructions, FAQ, vind je een toelichting op de Wheel Product Codes, zodat je gemakkelijk bandjes kunt kiezen en bestellen. Inderdaad, zoiets bedoel ik met productinformatie. Daarbij is het dan wel eeuwig zonde dat wij onze wielen steevast bij de Spaanse concurrent kopen die dit systeempje al een halve eeuw eerder op de rails had.

Onderhand mag u denken dat ik een ongelooflijke azijnpisser ben, maar dat is meestal niet zo. Ik wil alleen even expliciet maken dat Maurizio Ferrari niet mijn dikke vriend is (Dear Maurizio, Thank You Maurizio, Great Job, Maurizio!) waarvoor velen op Slotcar Forum hem houden. Ik zou graag zien dat de zaak 180 graden kantelde en dat de toon meer die van ‘Dear Customer’ zou zijn. Sommigen onder ons geven per maand rustig meer dan duizend euro uit aan hun piele autootjes en aanverwante zaken. Best, maar de meesten doen dan niet en kunnen dat niet. Dan is vijftien euro ex verzendkosten best een flink bedrag. Vooral als je geen idee hebt wat je koopt en waarom je dat doet. Het is wel de praktijk en degene die dit eerlijk aan zijn vrouw durft op te biechten, is wat mij betreft de held van de dag! Degene die dit aan mijn vrouw durft te klikken, kijk ik nooit meer aan!