zondag 28 augustus 2016

Maurizio

Hein Tunnissen
Maurizio
Af en toe schrijf ik voor een directeur of manager een toespraak. Voordat het zo ver is, hebben we een goed gesprek van een uur of twee of langer. Want ik moet wel een beeld hebben van het beleid, ’s mans ideeën en vooral de koers die hij nastreeft. Een toespraak waarin niks wordt gezegd is niet mijn ding. Vaak zeg ik tegen zo’n directeur vooraf dat het geen reclametekst gaat worden; dat verhaal kan hij beter over laten aan zijn afdeling Communicatie of Sales. Het gemopper negeer ik.
Een beetje ronddolend over Slotforum International viel het me op dat Maurizio Ferrari weer druk in de weer was met het corrigeren van allerlei onzin op de website van Slot.It en dat hij weer allerlei updates had aan te kondigen met betrekking tot de software die Slot.It over de wereld verspreidt. Ik kreeg wel een beetje medelijden met de man, zo druk als die het had! Met name de VS zat hem op zijn huid en dat was niet verwonderlijk want het bleek dat de drivers van Slot.It voor de Telemetrybox nog maar net tot het niveau van Windows 7 reikten, terwijl de Amerikanen al lang en massaal waren overgestapt naar Windows 10. De installatieproblemen waren dan ook niet van de lucht. Daar kwam nog bij dat de website van Slot.It nog het meest doet denken aan die leuke Nijntjes-boekjes met primaire kleuren, waar je weliswaar doorheen kunt bladeren maar waar je ook nergens op kunt klikken. En dat doet een Windows 10-heavy user nou eenmaal.
Persoonlijk vond ik het een beetje schandalig dat slechts één man was vrijgemaakt om dat hele ongeduldige continent te woord te staan, die nota bene overdag ook nog werd lastig gevallen door Europa, in casu figuren zoals ik. Nu had Maurizio wel geluk, want er was net een update beschikbaar gekomen die inderdaad feilloos werkte, mits je de moeite nam gedurende die installatie het daarbij geleverde handboek van 64 pagina’s nauwgezet te volgen.
Het viel mij meteen op dat die installatie drie keer onderbroken moest worden voor een herstart van de computer. Dit vreemde verschijnsel uit het Windows XP-tijdperk geeft toch wel te denken over de techniek achter de software. Amerikanen kunnen zich zoiets niet eens meer voorstellen. In Nederland ligt dat anders, omdat hier nog een hele horde ambtenaren voortkachelt met een XP-computer, omdat de Nederlandse overheid Microsoft miljoenen betaalde voor een paar jaar extra nazorg.
Het overkomt Italianen niet vaak, maar ik had het echt te doen met die Maurizio. Waarom het zo kwam, weet ik niet meer, maar ik besloot hem te Googlen. “Bestaat niet!”, dacht ik toen ik las dat hij de president-directeur van Slot.It is. Maar het bleek echt waar. Een elektronica-specialist die samen met een kompaan Galileo Engineering oprichtte bij wijze van servicebedrijf voor de Italiaanse speelgoedindustrie. Ik vat het maar even samen. Al doende groeide de specialisatie autootjes uit tot Slot.It. Alles ‘Made in China’ en dus vooral ‘Logistics’.
Een beetje lachwekkend is het wel. Schrijf je een briefje naar klantencontact van Slot.It, dan  krijg je antwoord van de CEO! Die legt dan bijvoorbeeld het verschil uit tussen EVO-2 en EVO-4 of hij kondigt aan dat er updates onderweg zijn. Het trieste van dit verhaal is dat de fouten (ieder bedrijf maakt fouten, ieder mens maakt fouten) weliswaar tot op directieniveau doordringen, maar dat diezelfde directie geen tijd heeft om maatregelen te nemen om verbeteringen te bereiken. Stel je voor: het dak lekt als een gieter en Maurizio rent voortdurend met pannetjes en blikjes rond om het lekwater op te vangen. Voor de beleidsbeslissing ‘repareer het dak!’ is geen tijd. En dat is dus de reden waarom directeuren zich niet met Sales of met Communicatie moeten bemoeien, want dan verliezen zij de rode draad uit het oog.
In een soort catalogus toont Slot.It zijn producten. Hulde, want een enkele keer staat er ook een afbeelding tussen die duidelijk is bedoeld als uitleg. Moderne opvatting: één tekening zegt meer dan 100 woorden. Maar van de andere kant roept die catalogus meer dan 1000 vragen op. Kijk eens naar alle mogelijkheden voor motoren. Is het nu werkelijk zo dat een Flat-6 open beter is dan een gesloten can? En als dat niet zo is, waarom zou ik dan moeten kiezen voor het één en waarom niet voor het ander? En waarom verkoopt men eigenlijk die non-keuze?  De Flat-6 RS heeft zelfs een ‘different opening case’. Nergens antwoord op waarom. Zelf bezat ik een oranje krachtbron, die nog harder rookte dan ik zelf ooit deed. Maar ik weet niet eens of het nu een MX06, MS06, MF06, MN06 of MY06 is. Want dat staat er niet op!
Slotcarracen? Er valt nog een wereld te winnen! Maar of dat met een Ferrari gaat lukken, betwijfel ik.

zaterdag 20 augustus 2016

Spiegels

Hein Tunnissen
Spiegels
De echte freaks onder ons rijden niet met hun auto’s, maar zij zetten die thuis voorzichtig in een vitrine. Met een juiste uitgekiende belichting geeft dat in de woonkamer precies dat warme gezellige dat de meeste echtparen zeggen na te streven als zij denken aan ‘thuis’. Des avonds leest zij met opgetrokken benen de seksverhalen in Margriet en onderwijl kijkt hij naar zijn nieuwe Ferrari. Of Ferrari ’s. Binnen dit principe zijn er zelfs vogels die meteen inschrijven op elk nieuw modelletje dat nog ooit uitgebracht zal gaan worden. Hoewel ik dat fenomeen wel kan billijken, want vaak is de voorpret nog leuker dan de eindeloze tandeloze tijd die volgt na het uitpakken. Het moge duidelijk zijn dat mijn sarcasme voortkomt uit lichte ergernis, want auto’s sparen is niks anders dan dwangneurose.
Wat het nog erger maakt, is de MINT-status die wordt nagestreefd. In advertenties lees je dan bijvoorbeeld dat de aangeboden auto Mint is op enkele rondjes na. Om te testen, ja-ja-ja! Of: alleen uit de doos geweest voor de foto’s, ja-ja-ja! Voor mij en mijn vrinden is het hebben van auto’s niks anders dan een mogelijkheid om te racen. Daar is het ding voor bedoeld en begrijpelijk kost dat af en toe een spiegel of een spoiler. Een opmerkelijk fenomeen is bijvoorbeeld dat ik tijdens een wedstrijd soms zó gefocust ben op mijn eigen karretje dat ik niet zie dat mijn buurman naast de baan ligt, totdat ik er bovenop knal. Dat is dus het gevolg van een behoorlijk versmalde blik, mogelijk zelfs tunnelvisie.
Maar als gelijkgestemden kunnen we dat wel van elkaar hebben en ik heb in al die jaren dat ik die baan van Amazingslotcarracing te TE onveilig maak, nog nooit van iemand een verwijtend geluid gehoord of zelfs maar een zucht van spijt. Welnee, we zoeken met zijn allen het spiegeltje op en dat wordt door de eigenaar onder het genot van een drankje weer oersolide aan de carrosserie bevestigd met behulp van een druppeltje slimme lijm. Want onze kennis van lijmen en vooral van de verkrijgbare lijmsoorten is gigantisch. Laatst nog. Op woensdagavond adverteerde het zieltogende bedrijf Blokker met een lijm die uithardt onder invloed van UV-licht. Hetzelfde principe gebruikt uw tandarts als hij dat gat in uw kies dichtsmeert. Piep-piep en het is weer gefikst! En dus zat op vrijdagavond na die woensdagavond een clublid vrolijk voor tandarts te spelen. Hopla! En het mooie is dat hij die lijmkit niet eens zelf had hoeven kopen. Hij had gewoon zijn vrouw naar Blokker gestuurd!
Daar hebben de overige clubleden dan een mateloze bewondering voor; namelijk dat je de zaken zó goed voor elkaar hebt. Ik zal niet verhelen dat ik blij ben dat ik niet helemaal gestoord ben door het dwangneurotische verzamelen. Want als ik bij mijn vrouw al zou opperen om een bijzonder mooi gepoetst autootje bij wijze van uitzondering gedurende één weekend  op de schoorsteenmantel te plaatsen, dat dan de kans groot is dat mijn kinderen later in mijn nieuwe appartementje tegen mij zeggen: “Dat was ook niet echt slim van je, pap!” Laat staan dat ik een mooie vitrinekast met verlichting voor mijn auto’s koop om die naast haar vitrinekast met handgeblazen glazen herdertjes uit Zwitserland te zetten. Nee, dan kun je nog beter je smartphone met datingsite-afspraken laten slingeren.
Behalve spiegels rossen wij er ook om de haverklap spoilers af. Je krijgt een tik in de bocht, auto schiet uit het slot, slaat over de kop en knalt keihard tegen de boarding aan. Oei, een Max Verstappentje, roepen wij dan vergevingsgezind. Hoewel er nauwelijks sprake is van een crash, blijkt toch vaak de spoiler op de baan te blijven liggen als de auto wordt opgepakt. Omdat wij geen verplichting kennen tot het voeren van een spoiler of zelfs maar een coureur achter het ruitje, kan de eigenaar de spoiler gewoon in zijn broekzak steken en vrolijk verder racen. Is er dan weer een gezellige pauze met een glaasje limonade, dan komt de lijmdoos weer tevoorschijn en wordt het gewraakte onderdeel weer teruggeplaatst. Er zijn zelfs raddraaiers onder ons die het hele lijmproces achterwege laten en de spoiler simpel weg terugdrukken in die ieniemienie-sleufjes. Ik heb weer een andere methode, geleerd van Fokko. Die gaf mij een uiterst elastische afdichtring (oliefilter oid) en daar snijd ik dan een klein stukje van af bij wijze van voetje. Effe lijmen en je hebt een spoiler die alle richtingen in kan buigen. Als riet! Eeuwig bijna mint!

zondag 14 augustus 2016

Manual

Hein Tunnissen
Manual
Of je nou een keuken- of slaapkamerapparaat voor je vrouw koopt, een garage-apparaat van Bosch voor jezelf; er zit altijd een gebruiksaanwijzing bij. ‘Dit is het snoer, aan het uiteinde zit een stekker.’ Of er wordt minutieus uit de doeken gedaan waar de batterijen in moeten en nog meer exact hoe! Wat voor vrouwen inderdaad raadzaam is. En dat vaak in meerdere talen. Of dát zinnig is, weet ik niet maar het komt in ieder geval zorgzaam over. Precies zoals de mededeling hoe je het apparaat moet opruimen, nadat het is overleden na 4000 uur MTBF (Mean Time Before Failure). Dit laatste natuurlijk in het kader van ‘duurzaamheid’ die door de fabrikant als belangrijke poot onder zijn bedrijfsbeleid wordt nagestreefd.
Gisteren kocht ik een slotcar van Europese fabrikant van bijna 70 euro. Om iets explicieter te zijn van NSR. Wat valt dan op? Je krijgt een of andere plastic box (de pitbox zeker, hahahaha!) en een auto die met een schroef aan de bodem is vastgezet. C’est tout! Nu kun je natuurlijk tegenwerpen dat er geen snoer en stekker aan zit of dat er batterijen achter een klepje gestopt moeten worden, zodat een Manual volstrekt overbodig is. Ik denk daar anders over. Sterker nog: ik vind dat fabrikanten als Slot-It en NSR een uiterst zwakke marketing en after sales hebben en dat hun beider websites een absolute aanfluiting zijn. Informatie nul!
Ik schets een realistisch voorbeeld. Van uw vrouw kreeg u als dank voor bewezen diensten een leuk autootje van NSR, haar aangepraat door Klaas Bos die het beste met u en zijn portemonnee voor heeft. Klaas weet natuurlijk niet (en uw vrouw nog veel minder) dat u een Nincobaantje heeft van twaalf meter dat nog harder golft dan de Rijksweg A12 ter hoogte van Gouda. Tien tegen één dat uw nieuwe auto een zwart plastic chassis met een scharlaken rode motormount in een AW-opstelling heeft. Dat laatste is niet zo belangrijk; voor hetzelfde geld had Klaas voor uw vrouw een SW-constructie achter het cadeaupapier gestopt. Wel aannemelijk is dat die tandwielconstructie behoorlijk gemiddeld ofwel riant doorsnee is. Hout, plastic, Scalextric, Ninco  of Fleischmann het hobbelt er wel over.  Na drie rondjes bekruipt u het gevoel: het valt mij toch wel wat tegen, die dure NSR. Daarom gaat u op zoek naar de handleiding. Huh? Welk chassis heb ik nodig voor mijn golfbaan?
In die handleiding had om te beginnen moeten staan: “Gefeliciteerd met uw aankoop! Wij zijn blij dat u voor NSR heeft gekozen. In deze Manual leest u meer over uw nieuwe auto en hoe u nog meer plezier kunt hebben van dit kwaliteitsproduct!”, waarna een opsomming volgt van de geleverde materialen. Want het is toch compleet ziek dat je als een halve randdebiel de tandjes van je pinion moet gaan tellen of aan de hand van een kleurtje via internet moet vaststellen wat voor kroonwiel je nou eigenlijk hebt? Je zult maar kleurenblind zijn!
Waarom geen lijstje met gebruikte onderdelen inclusief de bestelnummers?! Waarom staat dat nergens? Of waarom is er nergens een verwijzing naar een website waar je kunt zien welke mogelijkheden er zijn om jouw nieuwe auto meer aan te passen (tunen!) aan de baan waarop je rijdt? Want laten we wel wezen, een houten clubbaan is volstrekt iets anders dan een thuisbaan. En veel slotcarracers zullen beamen dat eigenlijk niet één baan gelijk is aan een andere. Iedere baan vereist zijn eigen setup.
Marketing is de kunst om de koper charmant aan de hand te nemen en hem of haar naar een tweede of derde aankoop te begeleiden, zodanig dat koper denkt dat hij daartoe volledig zelfstandig heeft besloten. After Sales is de kunst die ervoor zorgt dat een koper volstrekt tevreden is met zijn aankoop en stiekem alweer plannen maakt om nog zo´n leuk autootje te kopen.
In de praktijk is het vrijwel altijd andersom. Je denkt eerder ´Wat een absolute sof!´ Zo heb ik twee clubgenoten zien martelen met een Black Arrow die werd gekocht omdat een derde clublid al zo´n auto had en dat voertuig ging als de brandweer. “Ik ook! Ik ook! Ik ook!”, dachten toen die andere clubleden, hoewel zij wisten dat de setup heel moeilijk is en vooral uiterst nauwgezet uitgevoerd moet worden. De twee nieuwkomers wisten niet (of wensten niet meer te weten) dat die eerste Black Arrow ten koste van anderhalve vakantieperiode en daarna nog heel veel nachtrust tot topprestaties was opgeschroefd. Heel moeilijk, maar het kan dankzij een speciale website met uitgebreide aanwijzingen. NSR komt niet veel verder dan bij iedere technische scheet trots te verkondigen dat die is ontworpen door de triple world champion die het bedrijf kennelijk in vaste dienst heeft genomen. Daarom is het gewoon gênant dat Moslers recht uit hun pitbox zo verschrikkelijk beroerd presteren. Diep onder NN*)!
*) Norm Ninco

zaterdag 6 augustus 2016

Kees

Hein Tunnissen
Kees
Je zou willen dat je ‘m had, zo’n zwager als Kees. Onbaatzuchtig en altijd iets in de kofferbak ‘waar jij nog wel wat aan zult hebben’. Het is dat wij een grote schuur hebben, althans voor Randstad-begrippen, want anders waren wij nog niet jarig met Kees. Of met Kees’ oog dat op rommelmarkten altijd op iets viel dat de moeite waard was. Hij had een bijpassende aankooptechniek. Zo schopte hij ooit tegen een leger plunjezak. “Zit zeker niks in, 5 euro?” Dramatische gebaren van de verkoper maar Kees werd teruggehaald en hij kreeg zijn plunjezak, barstens vol legergoederen, voor 5 euro. Zo bracht hij voor mij ooit een alukoffer mee. Die bouwde ik om tot racekist, maar omdat bij raceclubs de knutseltafeltjes altijd veel te smal en veel te krap zijn, werkt die kist van mij daar niet. Thuis wel natuurlijk, maar mijn werkbank is gerelateerd aan mijn schuur. Dus boven modaal.
Afijn, hoewel ik alleen al ter nagedachtenis van Kees die koffer nooit meer kwijt wil, moet ik toch wat anders wil ik aan die kleuterschoolbankjes nog wat zinnigs kunnen doen. De echte slotracekist, beter gezegd de naäapkist, is dus een Poly Butler. Van ABS, vijf bakken links, drie bakjes rechts en een klep die als smeerput dienst doet. Ik zag ‘m bij toeval op Marktplaats. Kist met inhoud en Slot.It-regelaar voor 225 euro. Geen geld! Ik heb P.N. niet gemaild, want dit was echt een riante aanbieding voor een enthousiaste instapper. Mijn Poly Butler werd aangeboden door Memphis, die er -zo bleek na wat over en weer mailen- drie onder zijn bureau had staan. Hij stopte ook al! We werden het eens, mits hij die verschrikkelijke stickers zou verwijderen. Later kwam ik terug op die eis, want dat kon ik zelf eigenlijk ook wel. Het was in feite een soort Kees-aanpak: Zeggen dat het niks is en stilletjes hopen dat de verkoper dat dan gaat beamen. Maar Memphis gaf geen krimp.
Nu heb ik dus twee kisten. Een lievelingskist en een kist om er helemaal bij te horen, afgezien dan van die stickers want die weiger ik pertinent. Vieze zooi! Met die twee kisten lijkt een probleem opgelost, namelijk ‘Wat neem ik mee en kan ik alles wel meenemen?’. Laatst onthulde Alphons P het gebruik van een voormalig viskistje als racekist tijdens een Classic Cup-wedstrijd. ‘Breng een kleine kist mee’, zo vroeg de organisatie dringend, ‘want we hebben geen ruimte voor die grote kisten.’ Ik begreep dat onmiddellijk, want dit knelpunt doet zich vrijwel overal voor. Van de andere kant moet je ook eerlijk zijn, omdat je altijd veel te veel meeneemt. Geen gruwelijker gedachte dan thuis een auto die het verschil had kunnen maken.
Een andere kwestie is de maat. Wij kennen het verschijnsel van de 24-klasse en deze coureurs hebben een racekist die in driedimensionale richting zeker zes keer zo groot is als de peuters van 32. Meestal blijven die kisten, sommigen zeggen container, noodgedwongen op de grond staan. Bij ons te TE wordt anders vrijwel al het daglicht weggenomen.
Zelf houd ik meer van een leuke mix. Zo had ik laatst een accent op de avond gelegd met verschillende Moslers, dat werd aangevuld met wat gooi- en smijtwerk (Megane, Clio, R5 Turbo, A110 en A310) op allerlei banden. Leuk spul om de avond af te sluiten als het allemaal niet meer zo heel serieus is. Het gekke is natuurlijk dat je voor zo’n keuze helemaal geen twee kisten hoeft te hebben.  Een opmerking overigens, die ik inhoudelijk wel vind passen bij de wat bekrompen opmerking van mijn vrouw, namelijk dat je aan twee auto’s wel genoeg hebt. We hebben daar wel eens kortstondig over gediscussieerd, maar al gauw bleek dat dit een puntje binnen ons huwelijk is waarover wij het niet snel eens zullen worden.
Maar laatst had ik haar toch mooi te pakken. Ik zei: “Je moet het meer zien als Kees. Die vroeg zich ook nooit af of hij nog wel iets nodig had of dat iets echt wel nodig was. Kees huldigde het standpunt dat hij altijd nog wel iemand anders gelukkig kon maken als hij er zelf niks aan had. Of niks mee wilde.” En tegen dat onbaatzuchtige aspect kon ook mijn vrouw niet op, want juist daarom heeft Kees een heel bijzonder plekje in haar hart. “Stel je voor”, zei ik, “dat de Mosler van Fokko of Markus door een ongelukje stuk gaat of niet gerepareerd kan worden. Wat is er mooier dan: “Hé vriend, pak er maar eentje van mij!” Racen tegen je eigen auto! Amazing!