zondag 24 september 2017

Vangrails

Hein Tunnissen
Vangrails
In de tijd van de zure regen (in Polen stierven hele bossen uit, heremetijd!) werkte ik in Den Haag en op een dag zat ik in een vergadering waar die regen ter sprake kwam. Als ik me goed herinner, was iedereen er een beetje stil van. Alsof de klimaatproblematiek als een donderwolk (met zure regen) boven onze vergadertafel hing. Even verderop hoorden wij een zestal secretaressen schateren van het lachen; die hadden kennelijk geen weet van deze milieukwestie en anders kon het hen blijkbaar geen bal schelen. Eén onzer opperde, out of the blue, de mogelijkheid dat die zure regen weleens de vangrails in Nederland zou kunnen aantasten en dat dan het aflekkende regenwater de grond zou vervuilen met zink (Zn – 30)! Onze voorzitter barstte daarop uit in een homerisch gelach en vroeg de verschrikte man in kwestie of hij vroeger als kleine jongen wellicht een scheikundedoos had gehad? Dat bleek niet het geval. Collega had de mogelijkheid slechts geopperd omdat TNO de zaak aan het doorrekenen was, op jaarbasis welteverstaan. En het zag er niet goed uit. Nu lachte niemand meer, want met zijn achten waren wij eigenlijk wel verantwoordelijk voor het milieu in Nederland, althans zo voelden wij dat.
Met het naar de bodem afdruipende zink bleek het uiteindelijk dik mee te vallen en opgelucht smeten wij allen het vuistdikke TNO-rapport in de sarcofaaglade van onze bureaus.  Maar omdat ik als journalist nooit iets echt weggooi, diepte ik het weer op toen het moment van ‘vangrails langs de racebaan plaatsen’ was aangebroken. Wat wist ik eigenlijk van vangrails? De angst van iedere motorrijder, de redder van de automobilist. En dat ze verzinkt zijn. Slechts een paar mu, maar toch! Als slotcarracer moet je van veel markten thuis zijn!
Nu heeft de firma Fleischmann bij leven veel goede dingen gedaan, zoals het fabriceren van vangrails die bijzonder goed lijken op de exemplaren langs de Autobahn. Eerst waren die van te hard plastic, en dus braken ze om de haverklap af. Daarbij leken ze verdacht veel op Oostenrijkse koeienhekjes. Dus men kwam met rollen vangrail van zacht en soepel plastic. Van dat oprollen kreeg ik bijkans zelfmoordneigingen, om eerlijk te zijn. Had je het ene uiteinde vastgezet, dan vloog dat weer los als je het andere uiteinde probeerde vast te prutsen. Daarbij leek de rol in de verste verte niet op die mooie en duurzaam verzinkte vangrail uit de BRD. Later begreep ik dat juist het Fleischmann-achtje met chicane bijzonder veel baat bij die zelfontspannende vangrail had. Hoe dan ook, ik besloot om de vangrails grondig te verbeteren. Allereerst benaderde ik de heer M. Pool met de vraag of bij hem wellicht vangrails de aanbieding van de week vormden. Dat was meteen het geval.
Nauwelijks een dag later kreeg ik een pakket vangrails dat zeer zorgvuldig in allerlei plastic zakken was verpakt, die op hun beurt weer helemaal waren omwikkeld met de meest gemeen plakkende tape die je maar kunt voorstellen. Maar met een Stanley tapijtmes bleek het klusje toch nog binnen een kwartiertje geklaard. Bedankt Martin! Zorgzaam als je bent! Om te kunnen komen tot deze pakketkunst waren alle stukjes strak opgerold en dat bleek een voorkeurshouding van het materiaal. Ik schatte meteen in dat het onmogelijk was om die vangrails effectief te spuiten met een spuitbus zilverkleurige verf van Action. Wat te doen? Ik wachtte tot mijn vrouw voor enige boodschappen het pand had verlaten, greep toen haar grote spaghettipan en liet die voor driekwart vol met water stromen.
Ik wist meteen dat ik twee, misschien wel drie vliegen in één klap zou slaan, want het kinderspeelgoed van weleer zat nog helemaal vol met aangekoekte vliegenstront, kleverige snoekjes, stukjes uitgehoeste lolly en wat WD40-sporen. De stukken die daar naar roken, kwamen kennelijk van mijn eigen oude baan. Dat spul fungeert namelijk een beetje als mijn handtekening; ik spuit het overal op. En vrijwel altijd met succes.

Afijn, het zag eruit als een lekkere pan spaghetti en toen het water eenmaal aan de kook was, gingen alle slierten er net als echte spaghetti eens lekker relaxt bijliggen. Een beetje wraakzuchtig liet ik het water nog vijf minuten flink doorkoken, maar strikt noodzakelijk was dat niet.  Met de pan onder de arm rende ik naar de schuur waar ik een oud steigerdeel op bokjes had klaar staan waarop ik de slierten mooi kon uitleggen. Strak en recht. Na afkoeling had ik bijna twaalf meter snaarstrakke schone Duitse vangrails. Afkoelen en spuiten maar! Jaja, het Souterrain kan nog wel iets van mij leren!

zondag 17 september 2017

Putten

Hein Tunnissen
Putten
Laatst hoorde ik van iemand dat de jongens van ‘De Bunker’ in Drachten eigenlijk vooral een motorclub vormen. Beetje mooi weer-rijders dus, want van oktober-november tot eind april gaat de motor in het vet en rijden de heren dus verder als slotraceclub. Dat was voor mij welkome informatie, want toen begreep ik meteen waarom die jongens eind april al met het zomerreces beginnen als het om de slotracerij gaat. Ik vond die lange lentevakantie, overlopend in een hele grote zomervakantie en uitlopend in een hele grote herfstvakantie wel een beetje overdreven. Toen ze dan ook de huur niet meer konden ophoesten, vond ik dat wel zielig, maar ik dacht ook meteen: wie wil er nou lid zijn van een club die zeker de helft van het jaar gesloten is?
Het blijkt dat Klaas Bos zich het lot van die Friese knapen heeft aangetrokken, want hij heeft de heropening van zijn winkel precies aan de vooravond van het seizoen 2017-2018 gepland. Wat is het idee? De mannetjes van ‘Die Bunker’ zetten op zaterdagochtend 7 oktober allemaal de helm op de kop of trekken die over de oren en dan rijden ze in optocht naar Putten. Dat is een niet al te grote afstand, dus dat moet lukken. Ik vind het een prachtig idee: de combinatie van twee liefhebberijen op één dag en een leuk ritje van Drachten naar Putten. Is, afhankelijk van de gekozen route iets meer of iets minder dan 130 kilometer. Moet kunnen. Want dat rijden wij op vrijdagavond namelijk al met een slotcar!  Kunnen ze op zondag mooi de warmgedraaide motor oppoetsen en volsmeren met zuurvrije vaseline voor de winterslaap. Niet vergeten de accu aan de druppelaar te hangen!
Wij, de vrienden van Amazingslotcarracing te TE hebben voor dit soort gedoe een speciaal VW-busje in stemmig diepzwart. Eigenlijk is het een stretched keverlimo. Daarmee kunnen we dus lekker naar Putten tuffen en onderwijl babbelen we dan wat over zaken die ons zoal interesseren, maar meestal over slotcars. Ik denk ook dat er dan in Ermelo nog een tussenstopje wordt gemaakt om wat poen te pinnen. Er zijn er namelijk onder ons die met de bankpas niet helemaal te vertrouwen zijn (zegt hun vrouw) en dat is natuurlijk een dingetje waar die Klaas Bos in ruil voor een zak patat handig gebruik van maakt. Maar goed, die wijven hebben daar wel punt!
Je koopt tien kleine zakjes met feestkorting en je rekent zomaar €84,50 af. Dan moet je nog die nieuwe auto hebben, want daarmee spaar je de porto uit, zes setjes Scaleauto schuimbandjes want anders kun je niet rijden, laat staan een beetje meekomen en als je dan toch aan het tjoenen bent, moeten er ook nog maar een paar rechte asjes bij inclusief die poepdure world champion naaldlagers van NSR, zodat je uiteindelijk met rode wangen bijna €300 hebt betaald voor je zak patat en dan laat ik de kwestie van de kosten van het carpoolen nog maar even buiten beschouwing.
Nu staat daar wel heel wat tegenover. Natuurlijk een leuke & gezellige clubdag en de ontmoeting van talloze gelijkgestemden, sommige zelfs BN-er! JeeWee van Capelleveen zit in een apart hoekje exemplaren van zijn nieuwe Racebaanboek te signeren, die hij daarna gratis weggeeft. Now we’re talking! Fleischmannparadijs en Fleischmann Zutphen hebben buiten op de stoep een kraampje ingericht met allemaal vintage. Deze antiekmarkt geeft de feestelijke heropening van de moderne slotcarzaak nog meer glans.
Noorderling Fokko Zoutman geeft ’s middags twee workshops. De volgorde is nog niet helemaal duidelijk, maar de onderwerpen wel. Hij zal zeker uitgebreid spreken over de al dan niet beleefde omgang met Duitsers in relatie tot slotcarracen in Duitsland op Carrerabanen en hij zal een boekje opendoen over alle nadelen van auto’s op een Scaleauto-chassis, namelijk het gebrek aan handleidingen en de bittere noodzaak om ieder chassis om de zes weken weer helemaal recht te trekken met een richtbank dankzij talloze loslopende bouten en moeren.
Wat ook zeker aardig is, is de kunst van het herkennen, want ongetwijfeld staat er straks een onopvallend autootje met Fries kenteken in een zijstraat wat verderop geparkeerd waaruit een capuchon met zonnebril stapt ter spionage. Herkennen wij daar de eigenaar van Slotracing2Go? En horen wij daar achterin, achter die stellingkast een onvervalst Brabants accent? Mogelijk de charmante eigenaresse van SRHW.com uit Oirschot? Als dat zo is, dan zal die boomlange Tom Peters ook wel ergens staan, want dat is een netwerker in optima forma.
Het is niet aan mij om alles te verklappen, maar ik raad eenieder dringend aan zaterdag 7 oktober vrij te houden. Zeg desnoods tegen je vrouw dat je moet overwerken en dat het echt niet anders kan. In zekere zin is dat nog waar ook! Zeker voor Alphons P., want die demonstreert zijn mobiele 3-spoorsdemobaan op accu’s! Een primeur! CU!

    

zondag 10 september 2017

Spijkertje

Hein Tunnissen
Spijkertje
In het leven van een slotcarracer leven een paar vragen die in feite dat leven domineren: Waarom rijdt een slotcar goed en wat moet ik doen om mijn slotcar beter te laten rijden? Een goed verstaander begrijpt hieruit meteen dat goed en beter natuurlijk synoniem zijn met hard en harder, maar ook linken aan wegligging en rijgedrag. Een stuiterkont is niet bepaald een wenselijk type, terwijl ook een staartglijder niet echt op applaus hoeft te rekenen. Nu geef ik even een voorbeeld van hoe secuur iemand te werk moet gaan om de status ‘goed’ te bereiken. Het uitgangspunt is een nagelnieuwe slotcar: Verwijder de banden en kijk de velgjes na op plestic spikkels die soms achterblijven. Verwijder die. Verwijder ook de motormount en kijk die ook na op van die spikkels. Hetzelfde doen we met het chassis.
Ik bedoel: als zo’n ding van tachtig euro al niet rijdt vanwege een paar achtergebleven plestic hutseflutjes, wat is dit dan in godsnaam voor een sport? Zwijg ik nog maar over de controle van de assen (Zijn ze recht?), het vastlijmen van de lagers met hotmelt, het nauwkeurig afstellen van de tandwielen en de achteras en het onmiddellijk vervangen van de geleideschoen die af fabriek echt recht de prullenbak in kan, inclusief de slepers die minstens zo waardeloos zijn. Opgeteld is dit de standaard donderpreek op internet om uw slotcar ‘goed’ te laten rijden.
Wij, de professionals van Amazingslotcarracing te TE, hanteren de eenvoudige vuistregel ‘een stille kar is een goeie kar’, hetgeen meestal wel waar is. Heb je bijvoorbeeld een leuke Ninco, dat blijkt dat ding op de baan een klereherrie te maken dat je moet vrezen dat ieder moment de tandwielen door het dak naar buiten zullen komen. Maar dat valt mee. Slechts een enkele keer vliegt zo’n product in de hens, maar in de vitrine is dat voor zover wij weten nog nooit gebeurd.
Een dingetje dat veel meer onze aandacht zou moeten hebben dan dat braampjes-gedoe is het gegeven binnenwiel versus buitenwiel. Het laatste draait of moet sneller draaien dan het binnenwiel om wringen te voorkomen. Zo is het in het echt, zo is het op onze baan. Aannemelijk is nu dat naarmate de grip beter is, het fenomeen zich des te ernstiger zal voor doen. Op internet hebben wij vaak gelezen over de zero-grip banden voor, maar als dat een oplossing is, dan is het de vraag hoe het achterop gaat, waar wij alles, maar dan ook werkelijk alles doen om de band met de baan te doen verkleven. Max-grip bij voorkeur.
Bij grote auto’s draaien de aangedreven voorwielen onafhankelijk van elkaar. Als het buitenwiel sneller wil draaien, ga je gang! Bij aangedreven achterwielen zag je vroeger altijd een differentieel, een mechaniekje om dat mogelijk te maken. Er waren zelfs slotcars die dat hadden, maar zij die zich deze techniek nog weten te herinneren, weten ook dat de tandwieltjes in het bolletje oneindig kwetsbaar waren. Geen oplossing dus. Wij te TE gingen echter niet bij de pakken neerzitten en vroegen een expert zijn visie te geven op onafhankelijk draaiende voorwielen, juist omdat het probleem zich daar nog ernstiger lijkt voor te doen.
Zo kon het gebeuren dat wij allen gezellig rond de tafel zaten met koffie, koek, koekjes, muffins, cup cakes, speculaas, donuts, marshmallows en een flinke bak M&M’s voor een echte & gezellige workshop. Nodig een holle as dia drie millimeter (Krikke), secondelijm van Pattex, één wattenstaafje van Kruidvat, WD40 (Action) of een of andere niet geparfumeerde olie (Aldi) en een paar kleine spijkertjes (C. van der Meulen’s IJzerhandel, Amsterdam) met zo’n mooi koppie. Sommige spijkerkoppen hebben een leuk profiel dat soms zelfs een beetje doet denken aan de wielmoer van zo’n oude groene MG. Heel geschikt dus, meteen een pond kopen!
Na de inleiding zaten wij even later allemaal een eigen auto van de vooras te ontdoen, waarbij onze docent kritisch toekeek of wij geen materiaal verspilden. Wat ogenschijnlijk nutteloos lijkt, kan later nog altijd van pas komen. Dus voorzichtig zijn met weggooien!  Wij waren in onze nopjes: de investering die wij hadden gedaan voor deze cursus bracht zijn geld wel op! Nadien zaagden wij allemaal een voorasje op maat, waarbij wij heel goed op moesten letten het asje niet te knakken of allerlei braampjes naar binnen te duwen. Om te voorkomen dat de secondelijm alles aan alles plakt, moet er met het wattenstaafje royaal WD40 of olie opgebracht worden waar geen lijm mag komen. Vergeet de naaf niet! Vergeet de lager niet! Nadat het eerste wiel is bevestigd, kan het tweede erop worden geschoven. Is het tweede spijkertje eenmaal in het asje gelijmd dat zit de boel mooi vast. De wieltjes draaien nu onafhankelijk. Waar wij ooit met 14 seconden begonnen, rijden wij nu tegen de zes aan. Mooi met een Hollands Spijkertje!
 


zondag 3 september 2017

Krant

Hein Tunnissen
Krant
Wij, de vrienden van Amazingslotcarracing te TE, hadden enige tijd geleden een erg leuk en informatief stuk (‘artikel’) in het Dagblad van het Noorden, meestal aangeduid met DvhN. Wij waren er bijzonder tevreden over, ook al omdat de fotograaf bijzonder goed zijn best had gedaan en een paar prachtige platen had gemaakt van de buiken van de mannen achter de racetafel met een controller in de knuist alsof het een wijwaterkwast betrof, benevens een qua toonzetting goed uitgebalanceerd verhaal waarin werd gepoogd uit te leggen dat deze sport inderdaad een sport is, helemaal niet kinderachtig en op ons niveau om den drommel niet eenvoudig.
Zo zien wij dat namelijk zelf ook! Tot weken later werden wij te pas en te onpas op straten en pleinen aangesproken, waarbij de jasjetrekker of schouderklopper aan dat verhaal refereerde. Waarbij wij meestal moesten constateren dat men, helaas, nauwelijks een letter gelezen had, maar vooral naar onze kekke Ferrari’s had gekeken die op de foto’s waren afgebeeld. Nu is het inderdaad wel zo dat een krantenfotograaf al snel de neiging heeft om de camera met het onderwerp-in-beweging mee te trekken, zodat het object (wielrenner, raceauto, dressuurpaard etc.) scherp wordt afgebeeld, tegen een wat wazige achtergrond. Precies andersom dan de mens normaal gesproken ervaart, maar dat is nu eenmaal de krantenaanpak.
Het gevolg was onbedoeld, dat niemand zag dat het weiland op de achtergrond in werkelijkheid gewoon een stuk groen goedkoop karpet van Kwantumhallen is, dat daar vooral ligt om alle rommel onder de racetafel te verhullen. Exact, zoals decor in het theater dat doet. Nee, dat wij door deze publicatie nog lang geen BN’ers waren, werd ons steeds meer duidelijk. Maar veel erger is dat die luitjes daar in Eindhoven (Lees: Best) keer op keer kans zien om volle zalen te trekken en de kolommen van de courant te halen. Ditmaal het Eindhovens Dagblad, in de volksmond ED. Nu is dit een krant van zeer geringe importantie met nauwelijks meer dan 100 betalende lezers, maar toch wederom een verhaal, photo’s daarbij, vermelding op de website en Facebook met al die overdreven likes. Paul voor en Paul na! Wat een stelletje hielenlikkers!
Meer nuchter beschouwd moeten wij constateren dat het met zo’n prachtige ruimte en twee magnifieke banen natuurlijk helemaal niet zo’n kunst is om een beetje PR te bedrijven zodat je in die krant komt. Dat verhaal van PSV kennen die Eindhovenaren onderhand wel: huilen met de pet op. En wat nog veel erger is: ze kunnen niet tegen hun verlies. Dat raakt meteen aan de kern van het verhaal over de testdag in Best: beheersing, beheersing en nog eens beheersing! Ik ga hier verder niet uitleggen wat daarmee wordt bedoeld, maar de winnaars onder ons begrijpen dit wel.
Zo hadden wij laatst een race waarbij het ons ons zo godsgruwelijk tegenzat, dat wij elkaar al met Mclaren begonnen aan te spreken. Vlak voor de race demonstreerde ik een leuke gadget op mijn controller met een auto, die -let wel- tot dat moment meer dan fantastisch reed. De truc is dat je de trigger vol intrekt, nadat je de remknop hebt ingedrukt. Op het moment dat de lampen uitgaan, laat je die knop los en de auto raast naar voren. Kijk maar, riep ik nog vol bravoure!
Bengs! Vol in de muur, hele schoen krom, as krom, voortrein ontzet en de motor uit zijn veren geslingerd. Niet echt de conditie om een endurance te beginnen. Tenzij je een ramp wilt zien.
Later mochten wij de reserveauto inzetten (van de vrouw een onzer, weinig kilometers dus) en omdat wij op dat moment al meer dan 36 rondes achter lagen, besloten wij tot de harde aanval, namelijk het uit de baan rijden van de tegenstander, door in de bocht er even de schouder tegenaan te zetten. De tegenstander gaf geen krimp en wist zich moeiteloos te beheersen. Iedere bocht bleef hij even een stukje achter ons rijden, om ons meteen daarna soepel te passeren. Over beheersing gesproken! Nee, hard rijden met een slotcar is geen kunst, maar beheerst rijden, daar gaat het om. Maar zoiets lezen die analfabeten natuurlijk toch niet in het DvhN.
Enige dagen na de Beste Testdag was ik op bezoek bij een slotcarracer in ruste. Waar ik het aan te danken had weet ik niet, maar ik mocht mee het Walhalla in en wat daar niet allemaal stond! Niet te kort! Ik vind persoonlijk dat die inktkoelies van De Limburger daar weleens een verhaaltje over mogen schrijven. Want je moet niet alleen weten wanneer je je moet beheersen, je moet vooral ook goed weten wanneer je moet stoppen. Met of zonder remknop.