zondag 25 maart 2018

Tweedehands

Hein Tunnissen

Tweedehands
Door ervaring wijs geworden kan ik beginnende slotcarracers niet anders dan aanraden om toch vooral op Marktplaats veel oude meuk te kopen. Eenmaal in huis, schroef je dat autootje voorzichtig open en kijk je heel kritisch wat de vorige eigenaar allemaal heeft bedacht om het voertuig sneller te maken (vermoedelijk) of beter uitgebalanceerd. Soms doe je echt verrassende ontdekkingen.
Zo maak ik mezelf regelmatig boos over de bevestiging van het kapje. Volstrekt uit de tijd en absoluut niet opgewassen tegen dat in- en uit elkaar schroeven. De van fabriekswege (nou ja – China) gemonteerde quasi Parkertjes kunnen beter meteen de prullenbak in. Metrische schroeven van messing zijn wel het minste. In onze club zijn een paar vogels die dat plastic busje waar dat messing schroefje in moet, meteen voorzien van een drupje secondelijm en dat laten drogen terwijl zij het schroefje heftig heen en weer draaien. Dat schijnt de schroefdraad in het busje ten goede te komen. Ach, so!
Tegen de tijd dat je je autootje perfect gebalanceerd hebt en er qua kleine onbeduidende onderdeeltjes minstens nog een keer de aanschafprijs aan hebt uitgegeven, breekt één van die plestic busjes af. Of de rand verbrokkelt helemaal zodat je messingschroefje onverwacht je collega-coureurs flink hindert door in de gleuf te rollen en daar iedere voorbijkomende schoen te blokkeren. Nu kun je ook met twee of drie schroefjes rijden, maar je weet dat het moment aanstaande is waarop de hele kap als een afgeworpen ruiter door de tent vliegt en je de poeplap echt kunt gaan trekken. Een simpel wit kapje kost minstens de helft van een complete nieuwe auto en een second hand voertuig geeft je eigenlijk alleen maar reden om weer allerlei nieuwe onderdeeltjes te gaan kopen voor dit ‘projectje’. Het eind van het liedje is steevast dat de hele berg rommel in een Tupperware doosje belandt. Voor ooit!
Ik beschrijf dit probleem nogal uitgebreid om a) mijn ergernis over dit stomme gedoe te ventileren en om b) duidelijk te maken dat ik bijzonder opgelucht was op internet te lezen dat ik niet de enige ben die zich behoorlijk opwind over dit amateuristische gedoe. En als je dan wat rondsnuffelt, ontdek je al gauw dat er meerdere hele slimme oplossingen zijn voor dit probleem. Zo ken ik iemand die nieuwe busjes in een kapje maakt van een bepaald onderdeeltje van een wegwerpspuit. Hoe briljant! Afval wordt product!
Enfin, ooit kocht ik in een opwelling een Renault Clio van NSR met ING-livery. Omdat het een NSR-autootje is weet je dat de verhoudingen helemaal zoek zijn, want naast een Megane van Ninco, denk je werkelijk met een olifant te maken te hebben. Grappig is wel dat dit Cliootje van meet af aan reed als de duivel en toen ik de rubberbandjes door schuim verving, brak de hel helemaal los. Niet mijn verdienste, maar die van de vorige eigenaar.
Watskeburt? Hij demonteerde de voorwielen en de vooras (dit is te volgen lijkt mij) en nam vervolgens twee messing bushings van NSR waar hij een messing buisje tussen soldeerde. De vooras van NSR past precies in dat messing buisje. Het is vrij eenvoudig om dit zo op te schrijven, maar als je je realiseert dat dat stukje buis precies recht afgezaagd moet worden en dat de lengte van het buisje precies de juiste maat moet hebben en dat het soldeertin niet per ongeluk naar binnen mag vloeien daar waar het buisje de bushing raakt (2x) en dat dan de heleboel volkomen strokend moet zijn, dan begrijp je dat je dit niet in een weekendje voor elkaar bokst. Trek er maar rustig een week met de caravan op uit naar een bejaardencamping met tafeltje-dek-je service, want anders gaat het je niet lukken. En te hopen valt dan, dat je niet zo’n verschrikkelijke buurman hebt, die iedere tien minuten komt vragen “Gaat het, buur?”
Een heidens karwei en waarom? Dat zal ik je zeggen: Dankzij die starre vooras rijdt die Clio warempel als een Renault met voorwielaandrijving. Heel gek, maar iedereen begint te lachen als je met dat ding begint te spelen. Voor de bocht even van het gas af en dan weer vol erop door de bocht. Autootje hangt een tikje over, maar daar is het steunend voorwieltje dat op de hoek is geplaatst, dat de Clio prachtig overeind houdt. Normaal gesproken slaat het hele ding met die rijtechniek zes keer over de kop om met een klap op de grond te donderen. Nu niet! Ik verklap nog meer: de motor ligt in AW-positie met tandwielen van NSR en heeft 28.000 toeren. Het geheel fluisterstil. Moraal van het verhaal: bij een autootje secondhand gekocht, krijg je soms een levensles.   

zondag 18 maart 2018

Mit Senf

Hein Tunnissen

Mit Senf
Markus Goetz, de CEO van Amazingslotcarracing te TE, en ik hebben min of meer besloten om de komende tijd op tournee te gaan. We gaan zeer beslist een kijkje nemen in Leeuwarden, bij Mini Race Club Leeuwarden, juist omdat daar sprake is van een vergelijkbare situatie als te TE. Ook daar een particuliere ruimte met een clubbaan die is aangepast aan de vorm van die ruimte. Dat is uitermate interessant, te meer ze in Leeuwarden achteraf de conclusie hebben getrokken dat het beter had gekund. Kijk, daar steek je wat van op!
Verder gaan we naar Zwaanshoek, naar Slipstream. Deze club heeft op de website (applaus, met een bijgewerkte agenda tot en met december 2018!) een fotoalbum staan dat als verslag fungeert van de bouw van een rallybaan. Wat mij bijzonder intrigeerde was de foto met de wissels klaar voor montage en later de inbouw van die wissels. Er is één foto waarop dat goed is te zien. Ik dacht in eerste instantie dat ze het zo ingewikkeld hadden gemaakt dat je twee kanten op zou kunnen rijden, maar dat blijkt niet het geval. Erik legde mij per email uit dat die extra geleiders bedoeld zijn om het wisselen van baan soepeler te laten verlopen. Aha!, hier begrijp ik de ballen van en dat gaan we dus bekijken. Want Markus is van de houten banen, maar ik heb hem wel een beetje besmet met het digitaal virus.
En dan is er natuurlijk nog Racing Unlimited in Marrum. Wat mij betreft is dat de inlossing van een belofte die ik deed toen ik de nog twee resterende leden ontmoette in Drachten. Maar we willen ook graag de baan zien, juist omdat die wat korter is. Is lengte wel zo belangrijk? Tot slot is daar ook nog SRC Fastlane in Everdingen. Ook die nieuwe baan heeft een paar dingetjes waar wij nodig naar moeten kijken om hun waarde goed in te kunnen schatten. Bijvoorbeeld de keuze voor een zes- of een vierspoorsbaan. Die afweging is voor ons, vlakbij de grens met Duitsland, een hele belangrijke. Want hoe briljant onze nieuwe baan straks ook is, wij rekenen niet op een file slotcarracers vanaf Hoogeveen richting TE. Terwijl wij wel weten dat onze Duitse buren er hun hand niet voor omdraaien om dik 150 km heen (en ook weer terug) te blazen om een avond te racen. Mits de baan aan hun standaard voldoet natuurlijk.
En er zijn meer randvoorwaarden waar je goed over na moet denken, voordat je een baan gaat bouwen, want meestal is er geen weg meer terug. Ik noem even mijn eigen baan, straks een dependance van AS Racing te TE. Het gaat om een kopie van de Fleischmannbaan in Drachten met verbeteringen. Natuurlijk kun je overal over twisten, maar een feit is dat de pijpenlade die ondergrondse ‘De Bunker’ eigenlijk is, heel weinig ruimte biedt om met de positie van de baan te spelen. Mijn onderkomen is iets vierkanter en daardoor kon ik dat wel. Op één plek is de doorgang krap, ontegenzeglijk, maar op alle andere plaatsen is er veel mee ruimte rond de baan dan in Drachten. Nu is het gekke dat het voor mij meteen logisch was dat je als coureur veel beter diagonaal aan de andere kant van de baan kunt staan. Het zicht is veel beter en er is eigenlijk nauwelijks sprake van dode hoeken waar je je bolide gewoon in het niks ziet verdwijnen. Ik denk dat ik een beetje geluk heb gehad, maar ik heb dat ook een beetje afgedwongen. In Drachten is het zoals het is.
Met behulp van een heleboel rollen behangpapier (Winnie the Pooh, Sneuwitje en de zeven homo’s, Bruintje Beer etc) heb ik de baan ‘nagebouwd’ en vervolgens ben ik met dat hele plakkaat ducttape  gaan schuiven, totdat ik de ideale positie had. Uiteindelijk ligt de baan enigszins schuin in de ruimte, met maximale ruimte rondom. Het kostte mij zeker een dag om die positie te vinden, maar ik heb er zeker geen spijt van. Zo zien wij onze tournee eigenlijk ook. Wat de Rolling Stones dit jaar kunnen met hun No Filter Tour, kunnen wij natuurlijk ook. En wij zijn bepaald een stuk jonger!
De afgelopen maanden is er door de leden van AS Racing ongeremd gefantaseerd over die nieuwe baan. Dat is een goede zaak. Het weerspiegelt de passie, het weerspiegelt de betrokkenheid. Grappig is wel dat niemand vroeg: “Wat is eigenlijk het budget?” Dat bracht mij op het idee om het gedachtengoed en de wensen van de leden eens per enquête te inventariseren. Om aldus wat meer structuur in de aanloop (veel verder zijn we nog niet) te krijgen en om te kunnen bepalen waar wij de accenten moeten leggen. De lat ligt wel hoog: wij eisen straks het predicaat ‘Beste internationale baan van Nederland’ op. En dat gaat allicht wat verder dan een smakelijk broodje croquette oder Bockwürste mit Senf.   

zaterdag 10 maart 2018

Berlusconi

Hein Tunnissen

Berlusconi
Zoals sommigen van u wel weten, ben ik drukdoende met de bouw van een viersporenbaan die zowel analoog als digitaal kan worden gebruikt. Het begint al lekker op te schieten, hoewel ik vrees dat ik qua digitaal nog wel een paar maanden geduld moeten hebben, want Slot.it bevoorraadt de wereld bar slecht. Ik vertel u over een stommiteit. Op Slotcar Forum International onthult Maurizio Ferrari de komst van een nieuwe chip, type C. Helemaal in zijn kinderlijke stijl, vertelt hij enthousiast over het nieuwe stukje elektronica waarmee het slotcarracen nog leuker moet worden. Prima!, zeg ik dan!
Het betreft evenwel een vooraankondiging, want chip type C is nog niet leverbaar. Nu zijn Italianen echt geen domme jongens, maar dit is toch wel een kapitale blunder van het type Berlusconi. Om een auto te chippen tik je 30 euro af. Vervolgens kun je die auto pairen met je controller en de baan (wissels, magneten) wordt functioneel, zodat je bijvoorbeeld met vier auto’s op één track kunt rijden. Ik dacht als C even duur is als type B, koop ik geen type B meer. Ik wacht wel op C. Zo ook de leveranciers die dolgelukkig zijn als zij kunnen melden: type B, out of stock. Allicht, die gaan die oude meuk niet meer inkopen natuurlijk. Kortom, de markt zit zo vast als een huis dankzij onze Ferrari. De normale route was geweest: eerst 20.000 van die dingen in China laten maken en als die zijn aangekomen, de spanning nog een beetje opvoeren door een vooraankondiging met bijvoorbeeld de toevoeging ‘over drie weken leverbaar’.
En waarom zit me dit nou zo dwars? Omdat ik had bedacht dat ik minstens vier gechipte autootjes moet hebben en even zoveel digitale controllers om daadwerkelijk digitaal te kunnen racen. Je hebt werkelijk geen fuck aan zo’n baan als niet aan die twee voorwaarden is voldaan.
Op een avond, de baan was weliswaar nog niet klaar, maar ik kon op alle tracks rijden, zocht ik in mijn kist naar een auto die zich meteen senang voelt als je ‘m op de baan zet. Lekker rond knetteren, beetje ondeugend in de bocht met af en toe een wieltje in de lucht, maar ook vergevingsgezind. Ik kwam uit bij de Renault Megane ProRace van Ninco. De eerste kocht ik jaren geleden ergens in de buurt van Eindhoven. Kocht is een groot woord, ik kreeg ‘m eigenlijk. Naarmate de tijd verstreek kreeg ik meer plezier in het autootje, want ik scoorde met mijn verbeteringen. Stiller, sneller, gebalanceerd, maar wel zo brutaal als de beulen. De tweede vond ik bij Rob Cevat die een bescheiden prijs vroeg vanwege wat secondelijm op de achteruit. Belangrijker is dat hij de bevestiging van de kap verbeterde door overzet-alubusjes, want die plestic zooi van Ninco brokkelt af onder je handen. Het enige echte zwakke punt! Nummer drie en vier vond ik bij Tinte-Ring, bijna mint, maar ook getuned en dat is zeker niet slecht gebeurd.
Natuurlijk, het zijn simpele auto’s maar ze hebben een mooie vlakke bodemplaat waar je die print met chip uitstekend op kunt vastzetten. Dubbelzijdige tape, vooruit of achteruit schuiven tot de perfecte balans is gevonden. Daarna gaatje boren voor de sensor. Klaar! Ik denk dat ik maar een novene start om af te smeken dat die verrekte chips nog ooit komen. En als dat zo is, gaat het weer als met de olijven: iedereen krijgt er drie! Binnen zes seconden uitverkocht. Ik voorzie hier een kleine ramp! Sterker nog, ik hoop dat ik bij leven nog meemaak dat ik dit systeem volledig aan de praat krijg. Als ik op Facebook zie dat het hele team van Slot.It in een of andere sportzaal vooral bezig is met de revival van Monza voor slotcars, dan vrees ik het ergste.
De Ninco Megane is een grappig autootje omdat je er lekker mee kunt rondscheuren en omdat een crash vrijwel nooit fataal is. Net als in het echt rolt hij gezellig om-en-om en later zal blijken dat de auto nog geen schrammetje heeft. Zelfs de ruitenwisser lijkt onkwetsbaar en ook de spiegels zijn onverwoestbaar. Dat maakt het voor gasten natuurlijk veel leuker. Want eigenlijk is er geen zak aan als je meteen in de eerste bocht al op je muil gaat. Ik zie mijn baan niet echt als een dingetje om Oxigen te promoten (zie hierboven), maar ik vind het wel leuk om vrinden en kornuiten wegwijs te maken in de digitale wereld. Het is een aanpak die voortkomt uit mijn opvatting dat digitaal racen stukken leuker is dan analoog rondtoeren. Over eventuele verschillen tussen de auto’s maak ik mij geen zorgen. Als een heat is geëindigd worden de controllers onderling gewisseld. Iedere controller heeft zijn eigen kleur, bij iedere controller hoort een auto.
Vervolgens rijdt eenieder met zijn auto naar de startlijn, waarna er wordt gestart voor heat twee. Etcetera. Digitaal rijden komt niet uit de startblokken omdat het verhaal erachter veel te vaag is en de aanloopkosten extreem. En als je niet zeker weet of de fabrikant de laatste bouwstenen nog kan leveren, begin je er al helemaal niet aan. Dat is begrijpelijk, maar ook verrekte jammer! Italiaans dus!


zaterdag 3 maart 2018

Dienstbaar

Hein Tunnissen

Dienstbaar
Dankzij Facebook las ik een column van Slipstreams Herman Joey. Whats in a name? De heer Joey legde nog maar eens het probleem van de marshalls op tafel. Ik dacht: nu gaat het gebeuren, maar niks daarvan. Ging uit als een nachtkaars want de ruzies komen meestal weer goed met een borrel en wat gelach aan de bar. Gemiste kans!
Ik vertel even over mijn eigen leven. Er zijn bijzonder relaxte dagen, maar er zijn ook weken dat het knettert van de spanning. Dan kijk ik bijvoorbeeld non-stop 12 uur op mijn scherm om teksten van anderen te redigeren. Dagen achtereen en ik mag niks missen! Van die concentratieboog word je hondsmoe en dan ben ik blij als het vrijdagavond is en ik een potje kan racen met mijn slotcarretjes. Lekker, effe niks aan de kop.
Nog meer over mijn eigen leven, dat ooit in Brabant begon. Dat is relevant, want Brabanders houden van het leven en doen hun best om er wat van te maken. Lekker eten, potje bier en flink relativeren. Als ik mijzelf dan ook de vraag stel: ‘Wil ik dit wel?’, dan rolt meestal het antwoord er direct achteraan: ‘Nee, dat wil ik niet!’ Mijn vrouw die van boven de grote rivieren is (één koekje bij de thee en vlug de trommel weer dicht) moest wel even wennen aan het idee dat ik ons leven vooral leuk wil maken. Dat van haar, dat van onze kinderen en ook het mijne.
Goed, dat gezegd hebbende voer ik even een voorbeeldje op. Op een kruising gebeurt een klein ongelukje en één van de chauffeurs begint de toegesnelde agenten op een onwaarschijnlijke manier de mantel uit te vegen. De man raast en tiert en dreigt zelfs met geweld. De omstanders spreken er schande van en vinden dat de ruziemaker zich bijzonder onfatsoenlijk gedraagt. De term is dus: ‘Wat een lul!’
Toen wij nog een klein en onbeduidend clubje waren, gingen wij op een dag naar een veel grotere club om eens een beetje mee te rijden met de grote jongens. De consequentie van die grenzeloze gastvrijheid is natuurlijk dat je nog geen tijd hebt om je boterham op te eten, want je moet marshallen. Twee van onze leden kregen in die functie zo ongenadig onder uit de zak van de gastheren (niet snel genoeg, verkeerde baan, auto verkeerd om), dat wij er op de terugweg nog helemaal stil van waren. Of eigenlijk niet, want iedereen schreeuwde in die Volkswagenclubbus om het hardst door elkaar van bozigheid, opwinding en verontwaardiging.
Wat ik miste in die column van de heer Herman is de eindconclusie: iedere coureur die scheldt of schreeuwt, wordt onmiddellijk gediskwalificeerd. Ik ben niet van de regels, maar ik houd wel van fatsoen. En dat tomeloze gekanker op mensen die jouw spelletje mogelijk maken, dat moet eens afgelopen zijn.  Het meest gruwelijke is nog dat die ongecontroleerde agressie wordt gebagatelliseerd met zinnetje als ‘Ja, hij is nogal fanatiek!’. Of er wordt beweerd dat de adrenaline zo opspeelt dat het daarom niet erg is.
Allemaal larie! Zo’n schreeuwlelijk ontbeert iedere vorm van zelfbeheersing en je mag ook wel zeggen dat zijn opvoeding gaten vertoont waar je een olifant doorheen kunt jagen. Niet fijn, dus. Regels in de slotcarracerij, ik houd er niet van. Ik vind ze veelal vergezocht en vaak in strijd met het doel: heel hard (racen) of heel beweeglijk zijn zonder verlies van controle (rally). Naarmate je fatsoenlijker met elkaar omgaat, heb je minder regels nodig. En heb je meer plezier. En dat is toch de kern van de zaak.
Uit de Formule 1 kun je verschillende dingen opmaken. Kijk naar de start met 22 coureurs stijf van de adrenaline en een hartslag rond de 180. Voor twee is het minder dan drie seconden later volledig afgelopen, auto’s zijn wrakken, blij dat we nog leven. Er valt geen onvertogen woord, er gaat niemand met een ander op de vuist. Het kan dus wel! En laten we wel wezen, die hoeveelheid adrenaline is alleen maar toegenomen, de hartslag ruim boven 220 slagen per minuut. Secundo: F1-bolides worden na de wedstrijd gekeurd, want we vertrouwen elkaar. Heel anders dan in de argwanende slotcarwereld waar ieder autootje voor de wedstrijd minutieus moet worden gecontroleerd. Doe dat toch achteraf en begin dan met de nummers één, twee en drie. Spaart reusachtig veel tijd en als nummer twee zich niet aan de regels heeft gehouden (79,5 gram in plaats van 80) dan volgt automatisch diskwalificatie. De rest kunnen jullie zelf wel bedenken, zelfs dat marshalls aardige en bereidwillige mensen zijn. Dienstbaar zelfs! En de kleurenblinde seniele variant die niet meer tot vier of zes kan tellen, moet gewoon een vrijstelling krijgen. Zeker geen verbaal pak slaag!