zaterdag 28 januari 2017

Pech

Hein Tunnissen
Pech
De mooiste momenten van een slotcar-wedstrijd zijn de situaties waarin twee of drie coureurs gelijk op gaan. Dat gaat natuurlijk nooit helemaal precies, want je ziet dan bijvoorbeeld dat de coureur die in een bocht wat laat liggen, dat verlies op het rechte eind weer goed maakt. Of door net na de bocht net iets sneller te accelereren, waardoor de twee bolides bijna naast elkaar voortdenderen. Soms gaat dat zo hard en zo mooi gelijk op, dat het net lijkt op een onzichtbare hand de auto’s voortduwt. De kenner van het slotcarracen weet nu dat de eigenlijke strijd zich niet meer op de baan afspeelt, maar in de hoofden van de beide coureurs. Wie heeft de zenuwen het beste onder controle? Wie durft die bocht het scherpst aan te snijden; wie heeft de gevoeligste wijsvinger?
Je weet het niet! Iedereen houdt de adem in, want het onvermijdelijke moment lijkt al daar te zijn als één van beide coureurs (Is het overmoed? Is het zelfoverschatting? Speelt een technisch mankement hem parten?) het slot uitvliegt en zijn bolide nog even compleet en in al zijn schoonheid over de baan ziet vliegen totdat het keiharde wegdek het kevlar uiteen laat spatten. De volmaakte crash met levensechte buitelingen als realistische toegift.
Sinds wij Groep C-wedstrijden rijden zien wij dit soort lollige tafereeltjes om de haverklap. Het is inderdaad een klasse apart, die wat ouderwetse bolides. Tijdens zo’n wedstrijd kan er van alles gebeuren. Meegemaakt: motor geeft halverwege de race compleet de geest. Eigen ogen gezien: band loopt van de velg en de woedende coureur rijdt uit nijd nog zeker drie ronden door alsof er niks aan de hand is. De Exorcist: op de meest vreemde plekken springt de bolide een tikje omhoog en uit het slot om met de geleider net naast het slot te blijven staan. Toppunt van verbazing: Auto wint tweede heat en kan zes minuten later in de derde heat geen deuk in een pakje boter slaan.
Het resultaat is dat wij, ondanks de spanning die echt te snijden is, soms moeten glimlachen om die dolle taferelen. Maar je zit wel in de wedstrijd en het is dus echt oliedom om dan achterom te kijken om te zien hoe het afloopt. Een ander hoogst merkwaardig fenomeen is dat er allemaal verschillende auto’s aan de start komen, iets wat je begrijpelijkerwijs bij een Moslerwedstrijd niet hebt. Alphons rijdt bijvoorbeeld in een Porsche 962 die hij in de kleur van de lingerie van zijn vrouw heeft gespoten. Een of andere zeer onbestemde kleur roze die mij helemaal van mijn à propos brengt. Ik rijd daarom die wedstrijden altijd met een zonnebril op. John Anonymus rijdt ook in een soortgelijke Porsche maar dan met wat uitdrukkingen van Blaupunkt er op. Hij kan lezen en schrijven met die kar en omdat hij er niet echt een band mee heeft is het voor hem de dood of de gladiolen. Markus die net als ik een Toyota 87C heeft rijdt om hem moverende redenen ook met een of andere Porsche, maar dan in de lievelingskleur van mijn vrouw. Ik negeer hem daarom, totdat het niet meer kan.
Zo was er een gedenkwaardige heat. Die begon met een valse start van Alphons en Paul. Opmerkelijk want Paul is een slowstarter die meestal eerst de snelle jongens laat vertrekken. Hoe dan ook, na circa drie ronden lag het hele veld weer bijelkaar en toen gebeurde het. Markus en ik schoven full speed door de bocht pal voor de tunnel, waarbij ik de binnenbocht had. Vermoedelijk had ik daarom iets harder ingeremd, waardoor ik - logisch is logisch – ook weer iets sneller op het gas kon. Daarbij geholpen door mijn razendsnelle Slot.It Oxygen SCP-controller, zodat ik de auto even zag driften voordat de banden weer hun volle grip hadden. Maar toen was het al te laat. Toen was het al gebeurd! Mijn linkerachterspatbord tikte net even tegen het portier van Markus’ bolide die daarop tollend de tunnel invloog. Wij allen hoorden een enorme Zwitserse vloek waar wij wel een beetje van schrokken. Onze coureur (er waren die avond geen baancommissarissen - dom genoeg hadden wij én Joshua én Mike die avond vrijgegeven) liep zo vlug mogelijk om de baan, maar van raceauto’s op volle snelheid valt natuurlijk niet te winnen. Juist toen hij zijn auto wilde oppakken (hij kon er net bij) spoot Paul met zijn bolide vol op de achterkant die daardoor wegkaatste als een biljartbal. Opnieuw klonk die bijzondere kreet uit de Alpen! Zo vlug als het ging liep onze held weer een stukje verder en weer zag hij het veld aan komen stormen. Ditmaal was het Alphons die de klap uitdeelde.

We hebben het die avond helemaal uitgepraat. De schade was te overzien, te meer wij geen verplichtingen kennen ten aanzien van spoilers, sleepogen en -haken, brandblusser naast de bijrijdersstoel of intacte koplampglazen. Kortom, Markus had gewoon pech. Eén heat later scheurde hij met Alphons over de finish. Hij verloor met éénduizendste seconde verschil. Gewoon pech dus.

zaterdag 21 januari 2017

Liebe Gäste!

Hein Tunnissen
Liebe Gäste!
“Een hobby mag wat kosten!” Deze zin is geen constatering van een weldenkend mens, maar een uitspraak van een slimme vos die begrijpt dat zijn hobby eigenlijk te veel kost. En daar een excuus voor zoekt. Het kan mij niks schelen, maar ik zou de variant ‘mag wat tijd kosten’ eraan toe willen voegen. Een hobby mag wat tijd kosten. Veel vrouwen zullen dit beamen of hartgrondig met mij eens zijn. Hij, de man, kan wat hun betreft nooit genoeg tijd aan zijn hobby besteden. Hele weekenden weg, heerlijk! “Opzouten, sukkel!”
Maar zo bedoel ik het niet. Volgende week bijvoorbeeld, rijd ik met Marcus Aurelius en mogelijk ook met John Anonymus naar Best. Ooit een Brabants gat, maar tegenwoordig een best leuke plaats (vandaar de naam, natuurlijk) met een leuk verenigingsleven. Dat gaat in die contreien allemaal veel gemakkelijker dan bij ons, denk ik wel eens. Potje bier op tafel en meteen dikke mik! Richt je en passant een clubje op en het zou Brabant niet zijn als het dan niet meteen verschrikkelijk uit de hand gaat lopen. Ik spreek hier met ontzag over SRC Eindhoven dat vanaf donderdag 26 januari een internationale Slot.It Oxygen 6-uurs wedstrijd organiseert. En niet alleen dat: ze regelen ook nog het vervoer en logies voor de deelnemers. Maar het allermooiste is dat ze nog tot het laatste moment aan het buffelen waren om de baan op tijd klaar te krijgen. Een beetje zoals de Britten zo mooi zeggen: “As we speak!”
Om onze waardering te uiten gaat dus een forse delegatie van Amazingslotcarracing te TE naar Best, hetgeen neerkomt op zes uur heen en weer kachelen. Praten wij nog niet eens over die zes uur dat de wedstrijd duurt! Dit alles natuurlijk in goed overleg met onze vrouwen, die ons alles gunnen en ons zeker zullen missen. Maar zij begrijpen het wel. En anders ons wel! Enfin, dat de hobby met dit bezoekje wat tijd gaat kosten, is evident.
Een aardige bijkomstigheid is wel dat we tijd zat hebben om over onze hobby te praten, wat staande langs de track toch altijd een beetje hachelijk is, om dát woord nog maar eens in de goede context te gebruiken. Eén seconde van onoplettendheid en je mag aan Tineke gaan vragen waar zij stoffer en blik heeft opgeborgen. En dat wil je natuurlijk niet.
Nu zal de oplettende lezer zich onmiddellijk afvragen waarom ik, terecht de bekendste kankerpit van Nederland als het om Ninco gaat, vrijwillig naar Best rijd om daar naar een zesspoors Hobbelmaarlaan te bekijken in de vorm van Suzuka Circuit. Gelukkig bevind ik mij in goed gezelschap want ook Paul van den Hurk, de CEO van SRC Eindhoven, zit ernstig in zijn maag met dat opgerekte kinderspeelgoed. Zijn verklaring: onvermijdelijk wil je internationaal mee kunnen doen en dat is natuurlijk een stevig argument.  De leden van SRC Eindhoven rijden om de haverklap in het buitenland op Nincobanen met minder allure, hoewel dit mijn eigen invulling is. Wij kunnen er zelf trouwens ook wat van, want twee van onze leden rijden eigenlijk nooit meer thuis. Zij verkeren vrijwel ieder weekend in de Heimat, in de wereld van Carrera. In eerste instantie nog een beetje schuchter net over de grens bij Ter Apel, maar die tijd hebben ze gehad. Frankfurt am Main, München, Regensburg, Freiburg, Nürnberg en Hamburg liggen feitelijk allemaal op weekendafstand. Kost natuurlijk wel wat benzine, maar zij zien dat als training!
Lang voordat ik begon met slotracen, speelde ik aan de Maas. Mijn vader was in de uiterwaard geboren, dus zo gek was dat nog niet. Soms ging mijn opa ook mee, maar die wilde altijd vissen. Hij gooide dan zijn simmetje over de Maas naar de andere oever. Daar zat de meeste vis wist hij. De visser tegenover hem gooide zijn simmetje bij mijn opa voor de voeten omdat in zijn ogen daar de meeste vis zat. Het duurt niet lang meer of de Duitsers komen bij ons slotracen omdat wij in hun ogen veel mooiere racebanen hebben dan die Strecken van dat eeuwige Carrera. Ze moeten wel natuurlijk flink betalen voor die mooie banen van ons. Maar ze kunnen comfortabel overnachten in Hotel ‘Het Wapen van Tweede Exloërmond’ en ze kunnen ’s avonds ook nog lekker uit eten gaan bij Chinees-Indisch restaurant Tong Ah, waar ze om die reden een heerlijke vette haring serveren. Matjes, zeggen de Duitsers als ze maatjes bedoelen. Die Duitse belangstelling ist selbstverständlich sehr gut voor onze clubkas; dat weten die liebe Gäste natuurlijk. Ook dat ze nooit van ons kunnen winnen, maar dat vindt niemand erg. Een hobby mag wat kosten!



zaterdag 14 januari 2017

Ouwe Meuk

Hein Tunnissen
Ouwe Meuk
Het was zaterdagmiddag en een of andere afspraak die wij hadden, ging om een of andere reden plotsklaps niet door. Dus tijd over! Niks te doen! Hoera! Wat een luxe! Mijn vrouw en ik stapten ginnegappend in de auto en besloten een rondje rond te rommelen. Bij de eerste vintagehal (brocante, antiek, tweede ronde, oude zooi) stonk het dermate muf naar zwarte schimmel dat we feestelijk bedankten. Bij de tweede outlet voor afgedankte spulletjes was het niet veel beter, maar het rook er wel een stuk frisser. Ik zocht nog even naar een design bureaulamp, maar de meesten waren elektrocutie-klaar. Wat dan ‘Getest’, betekent laat zich raden! Op weg naar de derde rommelmarkt wisten we al dat we qua vrijetijdsbesteding een verkeerde keuze hadden gemaakt, maar er was toch nog een klein voorvalletje dat die slome zaterdagmiddag wel weer erg leuk maakte. Gelijktijdig ook wat triest stemde.
Kijk, het zit namelijk zo. Hier in het noorden probeert iedereen het hoofd boven water te houden door het (vermeende) succes van een ander één op één te kopiëren. Zo stikt het hier in de woonwijken van de gediplomeerde en ISO-gecertificeerde teennagelknipperijen en even zo vrolijk rochelt het hier van de duurzame houtzagerijen en de tweedehands goederenmarkten. Zeg maar indoorkofferbakverkoop van de firma Ouwe Meuk. Hier alleen al in het dorp hebben we er zes, verdeeld over twaalf hallen en in de regio zijn er opgeteld al gauw enige tientallen. Ze zijn onveranderlijk chaotisch, zompig en onwaarschijnlijk duur. Tja, antiek is nu eenmaal duur hè?
Wat dan wel weer grappig is, want in heel veel gevallen zijn Action, Marskramer, de Blokker en HEMA stukken goedkoper en beter. Daarbij stinkt het er niet zo. Maar niet zo leuk natuurlijk. Zo trof ik bij het verlaten van de derde sjoek op de grond een flink uitgescheurde kartonnen doos met wat rechte baanstukken, twee auto’s, twee knijpertjes en vooral veel bochten aan. Van het merk Polistil en daarom zal nu wel menig oud jongenshart sneller gaan kloppen. Toen ik een baanstuk oppakte, boog het meteen 90 graden door, dus kennelijk had het zijn beste tijd gehad. De beide autootjes waren van een onbestemd merk, mogelijk Ferrari, maar ik sluit niet uit dat het Ford Anglia’s waren zonder dakje.
Kennelijk was vader Jos ooit op een van de autootjes gaan staan, want de beide asjes zaten volledige krom in hun lagertjes geklemd en toen ik goed keek zag ik ook dat de bandjes een beetje dwars uitstaken zoals je vroeger wel zag als de Turkse familie met de Mercedes Benz 200D (koelkast & wasmachine op de imperiaal) de straat uit reed op weg naar Ankara. Het andere autootje was er zo mogelijk nog erger aan toe. Je hoefde niet gestudeerd te hebben om meteen te zien dat er een naaldhak dwars door de motorkap was gegaan, waarna die vermoedelijk met nogal wat geweld was teruggetrokken. Ik stelde me meteen een huiskamer voor waar een jongetje met betraand gezicht naar zijn autootje zat te kijken, terwijl zijn moeder met overslaande stem kijft: “Ruim je rommel dan toch ook op! Ik had wel dood kunnen zijn!” Waarna de vader de andere auto een ferme schop geeft zodat de bolide tegen de hete kolenkachel smakt. Als ik ‘m goed bekijk, zie ik dat het voorspatbord inderdaad flink gesmolten is. Krijst die moeder weer: “Waarom doe je dat nou?”, zonder te willen begrijpen dat hij haar alleen maar wilde helpen.
Enfin, in de zestiger jaren, de glorietijd van de slotcar, gingen ouders nog niet zo liefdevol met hun kroost om. De essentie van zo’n doos was dan ook vooral dat het speelgoed de kinderen zelf voor een paar uur opruimde, zodat de ouders zich even ter ruste konden leggen. (…) Zo’n doos trof ik nu dus aan. Vermoedelijk vijftig jaar oud en later onverwacht opgedoken van onder een stapel oude koffers, de afgedankte kinderwagen en nog wat oude skai keukenstoelen met de waarde van brandhout. De vraagprijs was 45 euro. Zegge: vijfenveertig euro, waarmee maar weer eens bewezen is dat antiek zijn waarde behoudt. Ook dat sommigen de waarde niet kennen, want ik zag op Marktplaats een Polistilbaan compleet, in de originele doos, twee leuke autootjes, trafo, zelfs de piepschuim binnendoos nog heel. Onvoorstelbaar. Iemand bood tien euro vijftig, wat vrij logisch is want je moet van MP altijd ietsje meer bieden dan de vraagprijs. Keurig dus!
Mooie prijs, lijkt mij, voor die oude meuk! Voor de verzamelaar, voor de liefhebber, zegt de verkoper slim! Correct, want het rijdt voor geen meter! Het is antiek!



zondag 8 januari 2017

Techport

Hein Tunnissen
Techport
Omdat mijn vrouw en ik helemaal in de ban van techniek als beste studierichting zijn, kostte het ons weinig moeite onze kinderen op de stoep van het technasium te smijten en tijdens het wegrijden nog te roepen: “Doe je best, anders zwaait er wat!” Dit laatste bleek ik verkeerd begrepen te hebben, want mijn vrouw zei gewoon: “Hè, zwaai nou even!”, maar dat verstond ik dus kennelijk niet goed. Enfin, onze bloedjes worden toptechneuten die wij quasi achteloos op de achterbank mee naar Delft nemen (Kijk jongens, de TU!) of voor wie wij bijna onmerkbaar op de Randweg Eindhoven wat langer dan nodig de voet van het gaspedaal lichten om hen een blik op de Campus TUE te gunnen. Ze vinden het allemaal best, onze snotneusjes!
Gelukkig begrijpen zij wel dat wij helemaal gelijk hebben en ze doen dan ook echt flink hun best. Niet alles lukt en niet alles is even gemakkelijk, zodat wij soms moeten helpen. Hoera! Het belangrijkste vak van het techanisum is O&O, wat staat voor onderzoek en ontwerpen. Het is een vak dat een grote mate van zelfstandigheid vereist, zodat de docent onbekommerd zes weken uit zijn neus kan gaan zitten vreten. Maar het schort aan het samenwerken in groepjes, want er zijn altijd van die leerlingen die het gedrag van de docent gaan na-apen. Ruzie in de hut en dat moeten wij dan weer sussen. Dat gaat het beste door het werk van de dwarse leerlingen over te nemen.
Op zoek naar een oplossing voor één van de vele technasium-opdrachten die ik nog voor Kerstmis af moet hebben, stuitte ik bij toeval op Techport. Dat blijkt een soort samenwerkingsverband in de regio Haarlem-IJmond te zijn, waarbij kleine techneutjes samen aan een project werken. In dit geval de bouw van een elektrische auto, een slotcar. Dit alles onder toeziend oog van de mannen van Slipstream Slotracing in Cruquius, onder de rook van Haarlem. Ik citeer: de doelgroep is 6-8 jaar, met een maximum van 18 leerlingen, die meedoen aan de Slotcar Challenge. Ontwerpen, nadenken, bouwen en racen!
Pak een zakdoek en lees mee: De Slot Car Challenge is een programma waarbij leerlingen intensief samenwerken aan de bouw van een elektrisch aangedreven slot car. Als team nemen ze het op tegen de teams van klasgenoten in een spannende racecompetitie op de indrukwekkende modelracebaan bij Slipstream Slotracing.
Vooral bij dat ‘elektrisch aangedreven’ kreeg ik het even stevig te kwaad. Ik schoot gewoon vol. Als dit niet over slotcarracen in zijn mooiste vorm gaat, dan weet ik het ook niet meer. Wij van Amazingslotcarracing te TE doen alles, maar dan ook werkelijk alles om kinderen voor techniek te laten kiezen in plaats van Latijn, maar dat je dit zelfs op kon pakken via een TechPortal met medewerking van de provincie en zelfs Tata Steel, dat onderstreept toch wel dat wij gewoon hele domme Drentse boeren zijn. Die lui praten net zo gemakkelijk over lesbrieven, werkbladen, gastlessen, competenties en bedrijfsbezoeken als wij over een pignon! En ze pakken het niet kinderachtig aan: Win een mountainbike met de snelste rondetijd!
Lees nog even mee: “Samenwerken krijgt tijdens de wedstrijden vorm doordat de leerlingen de rol als teamleider, coureur, monteur en baanofficial vervullen. Zo wordt duidelijk wat de leerlingen leuk vinden en waarin ze goed zijn. Ze ontdekken hun talenten, leren overleggen, luisteren en leren zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. De leerlingen bouwen de slotcar op, stellen de auto af en moeten tijdens de race een pitstop maken om de banden te wisselen. Het team dat de taken het best verdeeld (verdeelt, red) en onder hoogspanning de zenuwen beheerst, wint. Vooral voor jongens is dit een echte uitdaging. De ervaring leert namelijk dat meisjes meestal met de hoofdprijs naar huis gaan!”
Is dit niet wonderschoon? Daar waar de meesten onder ons denken dat het over pakweg 15-20 jaar wel afgelopen is met de slotcarracerij, blijkt stiekem dat een hele nieuwe generatie zich aan het warmlopen is om de lauwerkrans van ons over te nemen. En niet alleen dat: het zijn juist de jonge vrouwen die hier hun slag slaan en de mannen naar huis sturen. Dat is toch wat!
De website (techportal.nl/doeprogramma/challenges/slot-car-challenge/) zegt: De leerlingen krijgen bij binnenkomst uitleg hoe een slotcar in elkaar zit. Ze leren ook hoe ze met zo’n snelle racewagen behendig over de baan kunnen rijden. Na een korte oefenperiode start de competitie. Elke challenge is er een winnend team. Aan het einde van het schooljaar worden de zes snelste teams uitgenodigd voor de finale. De coureur die dit schooljaar de snelste rondetijd neerzet, wint een mooie Kawasaki mountainbike!

Blog opgedragen aan Robin van de Zedde, de jongste oud-coureur van Amazingslotcarracing.


zondag 1 januari 2017

Facebook

Hein Tunnissen
Facebook
Ik moet Paul van den Hurk eens bellen! U kent hem? Ik niet, althans nooit ontmoet. Hij is de founding father van SRC Eindhoven, een springlevende club die ooit achter zijn huis begon, later naar Best verhuisde en nu sinds enige tijd naar weer een andere locatie is overgegaan. Het lijkt het bedrijfsleven wel, want als ik zijn Facebook-pagina goed interpreteer hebben ze zonder slag of stoot Fastlane in Everdingen overgenomen. In ieder geval de 6-spoors Carrerabaan van die club. Die komt in die nieuwe ruimte naast de 6-spoors Slot.It Oxygen Nincobaan die de club al had. Reken er nog een toiletgroepje bij, wat ruimte om wat sleuteltafels weer te zetten, en een flinke enigszins verhoogde hoek voor de wedstrijdleiding om alles in goede banen te leiden en je hebt het over een flinke supermarkt. Niks benauwd gedoe: 350 vierkante meter! Schrijft Roel Bozon over die Carrerabaan: “Een mooie opstap naar een houten baan te zijner tijd!”
Ik denk dat die opmerking in Everdingen als een beste dreun is vervaren. Komen er een paar gabbers uit Eindhoven op een zaterdagmiddag je hele baan opvouwen en inpakken, zegt een of ander typje opgewekt bij wijze van compliment dat het een leuk opstapje is! Met andere woorden; het is nog even behelpen, maar het komt goed! Zo erg zal het toch wel niet zijn? Ik denk dat ze in Eindhoven (Lees: Best) heel blij mogen zijn, want tot nu toe hadden ze niks anders dan Ninco, de bandenvreter. Ofwel Ninco de Hobbelmaarlaan. Wel gebouwd volgens de opzet van het Japanse Suzuka, een baan met een viaduct en een lekker lang recht stuk. Geen slechte keuze als je het mij vraagt, zeker niet als de ruimte die je tot je beschikking hebt een pijpenla is.
Maar het allermooiste van die baan is toch wel de mogelijkheid om digitaal te rijden, met Slot.It Oxygen. ‘Bridging the gap’ zeggen de Italianen niet zonder trots, want met het systeem kun je echt alle kanten op. Het past ook op Carrerabanen en het zou me niks verbazen als onze Hurk ook die oude baan uit Everdingen ombouwt tot een hypermoderne digitale slotracebaan.
Op de Facebook-pagina van Paul kun je het allemaal zo’n beetje volgen. Weinig tekst, veel foto’s. Ik heb bijvoorbeeld nog geen idee waar ze nu ergens aan het timmeren en knutselen zijn. Wel weer in Best (Lees: Eindhoven), geloof ik. Ergens lees ik: vijftig meter verderop. De ruimte wordt gehuurd! Aha! Daar kun je uit afleiden dat die luitjes alle vertrouwen in de toekomst hebben en dus helemaal niks doemdenken over onze sport! Gewoon een flinke club, twee dikke banen en rustgevend laminaat op de vloer. Dat alleen al! Dat je het lef hebt om tweehonderd pak laminaat te kopen voor een gehuurde ruimte! Enig idee hoeveel doorsnee woonkamers je daarmee vol kunt leggen?
Ik houd daar wel van, de zaken een beetje flink aanpakken. Maar goed, daarom wilde ik niet bellen. Ik wil er vooral naar toe en ik hoop dat er dan iemand is die mij wat kan vertellen over dat Oxygen-systeem. Kijk, dat je zelf het wiel uit moeten, dat is me onderhand wel duidelijk. Maar ik verbaas me er altijd over dat ervaring, goed of fout, niet wordt gedeeld! Voor een beter begrip: ik bouw een Fleischmannbaan (The best you can get!) om naar een digitale variant met Ninco-baanwissels. Het is niet anders, want Fleischmann is nooit verder gekomen dan zo’n volstrekt belachelijke chicane. Of nog erger: een kruising! Ik zal u niet vervelen over het aanpassen van die wissels en nog minder over de kunst om Fleischmann aan Ninco te koppelen.
Wel gaat het om de vraag wáár je die wissels plaatst en waarom dáár? Ik ben benieuwd of SRC Eindhoven daarover heeft nagedacht. Of dat men later tot de conclusie is gekomen dat een bepaalde plek minder gunstig is dan indertijd gedacht. Het zou zelfs zomaar kunnen dat een bepaalde wissel in de wedstrijd uiteindelijk nauwelijks wordt gebruikt, omdat de wissel de heren coureurs weinig voordeel biedt. Kan zomaar. Wie zal het zeggen?
Bij mij begon de digitalisering toen ik mijn controller draadloos maakte. Je weet niet wat je overkomt als coureur zijnde. Ineens is er geen enkele noodzaak meer om tussen de anderen te staan. Je kunt gewoon anywhere staan. Daarbij is tegenwoordig alles draadloos, waarom onze racerij dan niet? Kortom, ik ga die Van de Hurk eens mooi uitwringen. En dan wil ik ook weten waarom zij nog steeds zestiger jaren-banaanstekkers gebruiken. Misschien zit daar ook wel een hele diepe & mooie gedachte achter. Heel hard lachen kan altijd nog!