zondag 25 juni 2017

Sjompen

Hein Tunnissen
Sjompen
Mijn Mosler kreeg ik van mijn vrouw, maar die deed net of het een cadeautje van Sinterklaas was. “Ik weet van niks!”, en daar trok ze een gezicht bij of ik haar zwager ben. Enfin, we hadden dat jaar een pakjesavond zonder Piet Z, want er was toch niemand meer die erin geloofde en wat moet je dan met zo’n sukkel met roodgestifte lippen, een malle pofbroek en plestic ringen in de oren die er dus helemaal niet echt doorheen geslagen zijn, zoals je vroeger in de tijd van de slavernij nog weleens zag.
Daarom zat het autootje mooi verpakt in een vitrineboxje met daaromheen bubbeltjes plestic (Dank u Klaas!) en daaromheen weer een doosje dat ik herkende als de giftbox die mijn vrouw een paar maanden eerder ten tijde van haar verjaardag van mij had gekregen en daaromheen weer een Sinterklaasinpakpapiertje, dat kennelijk hoog mode was, want alle cadeautjes op, onder en rond de tafel zaten in zo’n camouflage. Nu was het inderdaad zo, dat ik niet meteen wist wat er in de surprise (!) zat, maar toen ik het gewicht voelde, wist ik direct dat ik een auto te pakken had. Omdat ik m zelf had besteld om Sinterklaas wat te ontlasten, wist ik ook dat het precies de auto was die ik wilde.
Nu ben ik me er wel eentje! Want eigenlijk kan het me geen fluit schelen hoe dat ding eruitziet, hoewel ik diep onder de lakens nog wel eens toe wil geven dat ik bijvoorbeeld zo’n blauwe Mosler van Heer Fokko erg mooi vind of anders wel één van de zes Gulf Moslers van Markus, die hij in een gulle bui kocht om de club met enige snelheid in het zadel te helpen. Daarnaast heb ik een gele die ik kocht van ene Bianca in Groningen, die later plotsklaps een man bleek te zijn. Jaja, dat is me er ook al eentje, die Teun! Dan is er nog een grasgroene die uit de Grootspoor-collectie komt. Maar hoe je het ook went of keert, het is niet de livery of de kleur die het ´m doet.
Hooguit heeft die kleur een functie als een oud Afrikaans masker zoals je die wel in het Afrikamuseum in Berg en Dal aantreft met als enige bedoeling angst aanjagen. Markus heeft de zijne aldus zwart gespoten met een lichtroze lichtgevende hanekam over het midden. Niet echt het strakke Zwitserse spuitwerk dat wij van hem gewend zijn, maar het effect is er niet minder om: dat dingt spuit zo meedogenloos hard over de baan (alles onder die NSR-kap is van Slot.It) dat je de neiging krijgt effe opzij te gaan als hij komt aandenderen, want natuurlijk helemaal niet kan met een slotcar! Je wordt er gewoon bang van!
In de loop der jaren hebben wij het finetunen van Moslers tot een grote kunst verheven en in onze clubje ligt dan ook altijd het Mosler-virus op de loer, omdat wij eigenlijk van mening zijn dat er geen auto is die zo afschuwelijk hard kan blèren als dat strijkijzer van NSR. Wij vinden het eigenlijk een schande om langzaam te rijden met een Mosler, als dat al mogelijk is. Regels kennen wij niet, in dit geval. Je fantaseert er maar lekker op los en je gaat je gang maar. Zo heeft Alphons een muisgrijze silvershadow, die lawaai maakt als een gecastreerde haan in een hok met geile kippen en dus rijdt als de duivel. Doet nog het meeste denken aan de rode Mosler van Raymond die altijd een spoor van messingvijlsel achterliet, zo venijnig ging dat mannetje op het gas. Eén avond rijden en er zat geen tandwiel meer in. Wel lachen, natuurlijk!
Zo hadden we ook een periode dat we eerst de sterkste motoren uitzochten die de markt maar te bieden had (Apache!), om daarna het vooronder helemaal vol met lood te gooien om dat geweld nog een beetje in toom te kunnen houden. Wel zeiden wij tegen elkaar alsof we een groot geheim doorgaven: een stille Mosler, is een snelle Mosler! En dat is nog steeds zo, hoewel deze claim vooral voor de AW-versie geldt. Net iets kritischer in de afstelling (22,371° tov achteras) en vooral beter in balans met die motor een stukje verder naar voren dan de SW-uitvoering die toch vooral voor de thuisbanen is bedoeld.
Inmiddels zijn we er een beetje vanaf, van die grote motoren. Een enkeling weet nog van geen ophouden, maar de anderen experimenteren vooral met tandwielen, banden en EVO één tot en met vijf. Daarnaast wordt er flink gedremeld en geboord. Maar een Mosler met licht bijvoorbeeld, heb ik nog nooit gezien en dat spreekt boekdelen.  Dankzij die hang naar snelheid doet die kap er gewoon niet toe. Staan wij met zijn vieren aan de start dan is dat een prachtige verzameling sjompen, nog net niet haveloos. Daarom is iedereen ook altijd heel blij als de lichten uitgaan, want dan doet dat er niet meer toe. Je ziet er niks van, als je ze ziet vliegen!


zondag 18 juni 2017

Emoties

Hein Tunnissen
Emoties
Bij veel sporten, zo niet de meesten, doe je je ding als het zo uitkomt en dat was het dan. Hoe anders is dat bij slotcarracen! Je hebt niet alleen de spanning van de wedstrijd of een nieuw autootje, maar ook de niet aflatende moederlijke zorg voor het wagenpark, want het valt om den drommel niet mee alles tiptop and Spic and Span te houden. Dat vergt doorzettingsvermogen en toewijding! Maar ook technisch inzicht dat aan vernuft grenst, arendsogen om het kleinste ongerechtigheidje te bespeuren, een riante portie geduld en vooral veel, heel veel analytisch vermogen. Dat je er meer dan handig voor moet zijn, hoeft geen betoog. Nee, een echte slotcarracer word je niet zomaar.
Je kunt eigenlijk wel stellen dat wij uit heel apart hout zijn gesneden. In de voetballerij is het vooral bier uit plestic bekers en hard schreeuwen, iets dat wij gewoon niet kennen. Verlies je de wedstrijd dan ga je gezellig een biertje drinken uit een mooi fris, voorgespoeld glas en discussieer je met je maten over de mooiste momenten van die dag. Die prachtige beheerste drift, een volmaakte paniekstop, of een weergaloze start nadat de lichten zijn uitgegaan. Heb ik het nog niet over het gezellige knutselen in het honk, met links en rechts een maat die ook al vrindelijk in zichzelf zit te brommen over dat vermaledijde tandwieltje dat steeds loskomt als het motortje wat warmer wordt. Lastig dingetje!
Slotcarracen, je moet er natuurlijk wel gek van zijn! Daarom was ik dan ook vreselijk verbaasd toen ik ontdekte dat er luitjes zijn die het gefröbel uitbesteden. Die een opdrachtje uitzetten omdat zij een nieuwe auto wensen. Ik dacht eerst dat ik een klap van de molen had gehad, toen ik het las. Het is dan ook lastig om iets heel doms te verzinnen dat op hetzelfde neerkomt. Ik noem een slagroomtaart zonder slagroom, ik noem een huwelijk zonder huwelijksnacht. Het lekkerste laat je dus achterwege! Ik wil hier op deze plaats niemand echt beledigen, maar hoe stom kun je zijn? De diepe bevrediging schuilt namelijk in de inspanning die je moet leveren. Ik zal proberen mij nader te verklaren. Tijdens een wedstrijd te TE komt het regelmatig voor dat één onzer diep teleurgesteld is over de prestaties van zijn bolide. Er is dan bijvoorbeeld weer zo’n gekke wedstrijdregel in het leven geroepen als: Iedere auto mag, mits van Slot.It! Verder een leuke club, daar niet van.
Goed, dan heb je nog een of ander rood lijk uit Milaan in de kist en daar moet je het dan die wedstrijd mee doen. Lichten uit en daar kruipt je auto naar de eerste bocht. Toe maar! Je lacht nog, maar jij weet dat je binnen een paar minuten door het hele veld wordt gelapt. Lekker dan! Dapper kachel je voort en in je hoofd ontstaat een gemeen plan: eenmaal thuis zal er net zo lang worden gesleuteld, totdat er een helse machine is ontstaan. Het plan wordt in gedachte verder uitgebroed, terwijl ondertussen de kornuiten worden lastiggevallen met een onbegrijpelijke uitleg over het falen.
Een halve week later staan de eerste oorlogskreten op onze Facebook-pagina: Begin maar vast bang te worden, want nou rijdt ie zo hard dat ik er zelf bang van begin te worden. Toe maar!  Dat blijkt later wat tegen te vallen, maar er is duidelijk een positief begin. Maar dan, na zes weken, is het autootje wel okiedokie oké! Met een dikke grijns rijdt de eigenaar iedereen vlot naar de Filistijnen en hem vallen veel schouderklopjes ten deel. Goed gedaan, jochie! Hoe bevredigend wil je het hebben? Allemachtig, wat een fijn autootje!

Zo herinner ik me nog een Classic Race van Sir Franco Slot in Drachten. Aan de start verscheen een lichtblauwe Renault A310 Gitanes, waarvan je gewoon bij voorbaat wist dat die geen deuk in een pakje boter kon slaan naast die idiote Amerikaanse lijpbakken. Ho, ho, dat verliep even anders. Die Renault reed als een speer. Strak en even snel in de bochten als op het rechte stuk. Ik complimenteerde de eigenaar nadien voor dit ongelooflijke mooie stukje slotcarracetechniek. Hij begon, door emoties overvallen, nog net niet te huilen en hij kon nog net stamelen dat hij er meer dan een half jaar mee bezig was geweest. Toe maar! Nadat hij zich had vermand, vertelde hij mij zijn grootste probleem ooit: er miste nog een spoiler! De uitspraak van Klaas Bos gedachtig: ‘Alles is te koop!’, klopte ik hem vriendelijk op de schouder: “Dat krijg jij dan ook nog wel voor elkaar!” Kijk, dat is nu echt de kameraadschappelijke kant van slotcarracen. Opbeurende woorden waar je niks aan hebt!

zondag 11 juni 2017

Brainwave

Hein Tunnissen
Brainwave
Een goede vriend van ons deed zijn Ford weg. Op Facebook schreef hij met flink wat gevoel voor drama dat hij 170.000 km in de stoel van de Mondeo had gezeten en zelfs lief en leed had gedeeld. Toe maar! Nu was het allemaal niet zo erg als het leek, want de Mondeo had hem behoorlijk wat kopzorg bezocht. Het ding trilde als een vibrator en het allerergste was nog dat na iedere reparatie het euvel weer de kop op stak! Geluk bij een ongeluk: hij kreeg er bij inruil nog een beste prijs voor. Ik maakte uit zijn verslag op dat dit behoorlijk onverwacht was! Hoezee!
Een andere vriend, maar dan aan de andere kant van het land, deed ook zijn Ford weg en die kwam bij mij terecht. Eigenlijk wilde ik dat ding helemaal niet hebben, maar ik zag nog wel enkele wedstrijdklassen in het verschiet waar ik met mijn Mosler mooi zou kunnen opzouten. Nu weet ik van deze vriend dat hij een beetje prutsen niet uit de weg gaat en zo ook in dit geval. Op mijn vraag ‘Rijdt het ding een beetje?’ antwoordde hij; “Het is niet slecht, maar het is ook geen wonder!” Het gespreksonderwerp was een Slot.It Ford GT40. Sommige leden onze club hebben ook zo’n dingetje, maar ze laten ‘m meestal in de kist of nog erger, hij blijft veilig thuis achter glas. Kan moeder de vrouw er nog eens naar kijken als ze zin heeft!
Hoe dan ook, de donkergroene GT40 leek me heel iets anders dan een donkerblauwe Mondeo en daarom leek me de aanschaf van deze Ford mij wel verantwoord. Komt bij dat ik direct geprikkeld raak als een auto niet echt wil rijden! Kom jongens, wat stelt zo’n ding nou helemaal voor? Er zijn een paar voorwaarden, maar als je die respecteert, komt de overwinning vanzelf. Mijn Ford GT40 arriveerde op een dinsdag en tijdens de lunch draaide ik een paar rondjes. Het stelde inderdaad geen fuck voor. Anders gezegd; deze Slot.It is beslist geen NSR. Vooral dat overbodige gezwiep met de kont irriteerde me mateloos. Klein autootje, nog kleinere prestaties.
De leden die de GT40 laten verstoffen, begon ik steeds beter te begrijpen. Ik sloot me bij hen aan. Tot het onvermijdelijk moment kwam van een Classic Cupje. Leuk idee, maar na een kwartiertje testen, haakte ik af. Nee jongens, met dit ding doe ik niet mee! Omdat de jongens dat gewoon gezeik vonden, kreeg ik natuurlijk meteen een auto van Alphons P. met als enige verzoek de periscoop er niet af te rijden. Dat is gelukt!
Enige tijd later tunede ik een heel ander autootje en terwijl ik me zat af te vragen wat ik er nog aan zou kunnen doen, zag ik het ineens! Brainwave, out of the blue! De GT40 had een inline motormount, in plaats van de fabrieksmatige sidewinder-opstelling. Die auto was volkomen uit balans en vandaar dat die kont zo idioot slingerde. Theorie versus praktijk; wat was dit spannend! Op een geschikt moment draaide ik de Ford uit elkaar, monteerde ik een sidewinder-opstelling en die vervolmaakte ik met NSR-tandwielen! Oei, oei, oei! Terwijl ik de zaak in elkaar prutste, probeerde ik in te schatten hoever het pignon op de as gedrukt moest worden. Passen, fout, nog ietsje meer. Ik drukte de motor uit de steunen en ineens had ik een long can in de hand. Hele motor lag in twee stukken in mijn hand. Danku Slot.It!
Goede raad was duur en daarom perste ik de boel gewoon weer flink in elkaar met een flats secondelijm op de naad, zodat me die grap in ieder geval niet tijdens de wedstrijd kon overkomen. Na nog wat heen en weer gehannes, zat het vermaledijde tandwieltje precies goed en kon ik de verschillende onderdelen op de achteras goed op elkaar af gaan stellen. Het kwam helemaal goed en dat is een godswonder want veel ruimte om te experimenteren heb je niet met zo’n sidewinder. Voordat je het weet steekt er een wiel voor de helft uit de wielkast.
Gelukkig kon ik me beheersen (de secondelijm moest toch nog drogen) zodat ik ook maar meteen de stroomafnemers van koperdraad verving door die hele platte gladde RVS-geleiders van NSR. Ja, ja, dat is wel andere koek. Tot slot pleurde ik er nog wat lood in. Wat onder de vooras en wat in het midden van de bolide. Strikt noodzakelijk leek me dat niet, maar mijn ervaring is wel dat je in de wedstrijd erg blij bent met een met lood uitgebalanceerde bolide. Je neemt dan toch net iets meer risico omdat je verwacht dat je daarmee de wedstrijd wint. Meestal is het tegendeel het geval, maar het lood schuift het moment wat op.
De testrit in Barcelona was boven verwachting. Als een raket met de wegligging van een trein! Snel als de duivel en een bochtengedrag om van te dromen. Wereld Ford, hoewel dat een contradictio in terminis is. Niet gedacht dat ik dat het nog eens zou zeggen: “Wat een geweldige wagen, die Ford!”

Opgedragen aan HJ en Tavecbor



zondag 4 juni 2017

Delfzijl

Hein Tunnissen
Delfzijl
Gelukkig zijn wij niet van die mannen die de F1 een warm hart toedragen omdat Max Verstappen ineens in zo’n bolide zit te karten. God nee! Wij mogen ons liefhebbers uit de vorige eeuw noemen en wij gedenken ieder jaar op 4 mei in stilte alle doden die deze prachtige sport heeft geëist. Betrokkenheid en passie, dat is ons adagium! In ons midden, zou je kunnen zeggen, is Ayrton Senna dan ook nog springlevend. Soms wordt één van ons met hem vergeleken en diens avond kan dan niet meer stuk, kan ik u verzekeren!
Het was nog winter, de regen sloeg gemeen hard tegen de ruiten en er dreigde sneeuw. Wij dronken ter club gezellig een kopje koffie en keuvelden wat. Zei er iemand plots: “Ja, nog even en dan begint het weer!” Hoewel Kerst nog moest komen, begrepen wij allen wat spreker bedoelde. Van het één kwam het ander en wij besloten tot een verre reis in maart als de F1 in Melbourne van start zou gaan. Voor velen een ongekend spannende wedstrijd omdat alles nog open ligt en de teams van elkaar niet weten waar zij staan. Want dat zij in Barcelona tijdens de testdagen het achterste van hun tong laten zien, is wel zeer onwaarschijnlijk.
Voor het gemak vergaten we even dat Melbourne altijd behoorlijk vroeg Nederlandse tijd wordt verreden, zodat (lang verhaal kort) het feest niet doorging. Maar toen de laatste schimpscheuten wel waren verstomd, maakten wij een nieuw plan voor een gezellige middag met de club ten huize van JB Good, en zijn buurman Alphons P. Omdat alle andere clubleden van hun vrouw of vriendin (Nou ja, zeg!) niet mee mochten, reden Markus en ik op een zondagochtend richting het verre Delfzijl. In zijn cabrio met het dakje in de kofferbak. Omdat wij niet aan het slotracen waren reden wij lekker rustig door het Groninger landschap en zagen her en der een ingestorte of gestutte boerderij of een rijtje scheef weggezakte huizen.  Gottegottegot!
In Delfzijl scheen de zon weer en wij reden een keurige nette wijk in met veel parkeerruimte. Wij pleurden daarom de cabrio gewoon recht voor de deur en deden er enigszins argwanend het dekseltje op. Je weet maar nooit. De gastheer schonk een voortreffelijk kopje koffie en deed daar naar goed clubgebruik een flink stuk taart bij, zodat wij er stil van waren. Daarna togen wij naar boven. In de verte glom de Eemshaven, wij roken het zilt van de wadden en door het dakraam zagen wij een vliegende deur passeren. Voor ons lag de baan. Drie sporen, donkergrijs, glad en matglanzend. Prachtig, aan alles gedacht! Pitstraat, EHBO en parasols voor de coureurs in de brandende zon door het dakraam! Als gasten mochten wij de Slotfire testen en daarbij golden simpele regels: Markus kreeg de snelste baan, ik de veiligste en Alphons P voor straf de supergladde derde baan waar nooit op wordt gereden, wat wel logisch is als je meestal met zijn tweetjes bent.
Het was een enorm succes. Ik reed er lekker op los en ik trachtte in ieder geval mijn kompanen te laten leven door in de bochten of wat sneller te zijn of juist wat langzamer zoals bij ritsen soms gewenst is. Vanwege de leut komen op een Slotfire de sporen in de bochten naar elkaar toen en John heeft twee van dit soort probleemgevalletjes ingebouwd. Helemaal links, waarbij eigenlijk wordt bepaald wie als eerste het lange rechte eind bereikt en dan aan gene zijde als je nog vol door de bocht komt stomen na dat rechte eind. Hoewel het niet helemaal de bedoeling was, reed Markus maar meteen een uiterst scherp baanrecord. Godzijdank heeft de eigenaar dit ten koste van veel nachtrust en een vracht nieuwe onderdelen van Klaas Bos nog weer iets scherper weten te stellen, zodat die frustratie niet meer als een donderwolk boven ons clubje hangt.
Tegen tweeën begaven wij ons naar de televisiekamer, waar wij gevieren de verrichtingen van onze collega’s in Barcelona aanschouwden. Ook daar van die problemen in de bocht, precies zoals bij de Slotfire. Beetje duwen en wringen, het hoort er allemaal bij. Na afloop dronken wij ook nog wat bubbels, John werkte zijn Excel-bestand bij zodat alle uitslagen sinds 1937 weer mooi in het gelid stonden. Wij feliciteerden hem met dit mooie overzicht, zetten onze paraaf erop voor Gezien! en namen afscheid. Maar niet nadat wij Alphons nog hadden geroemd en geholpen met zijn nieuwe baan die toen in het verfstadium verkeerde. Nog twee delen te gaan. Wat een geweldige zondag: beetje F1-optocht kijken, racen op een Slotfire en filosoferen over de bouw van een nieuwe baan, met name over wat er allemaal fout kan gaan en wat je beter anders had kunnen doen. Over niet al te lange tijd reizen wij wederom af naar Delfzijl. Alphons, we bellen nog!