zondag 25 december 2016

Aftunen

Hein Tunnissen
Aftunen
Sinds kort hebben wij, de vrienden van Amazingslotcarracing, een besloten Facebook-pagina om tussen de bedrijven door van alles naar elkaar te kunnen toeteren. Lief en leed, maar ook verstandige dingen om de sport naar een hoger niveau te tillen. Zo was er laatst een lid dat de zaken wel heel erg serieus opvat, zo aardig om een tooltje te posten, waarmee je de effecten cq resultaten van een ander tandwieltje kunt bekijken. Wat je met een simpele computer al niet kunt doen! Het kwam mij echt verrekte goed uit, want ik had een week eerder besloten om de hele meuk tandwielen en alle verheven gedachten die ik daarover heb ontwikkeld, in de prullenbak te gooien. Waarom?
Kijk, ik rijd sinds jaar en dag met de Slot.It haardrogercontroller die door menigeen wordt verguisd en daarom is vervangen door een nog veel duurdere controller die ‘dus’ veel beter is. Moge zo zijn, ik lig er niet wakker van. Natuurlijk is er wel wat met die Slot.It aan de hand en dat wil ik hier wel verklappen. Dat is het gevoel op het gas. De meeste controllers hebben een veersysteem waarbij een of andere yoghurtflessenschraper over een weerstand krast, om aldus meer of minder spanning naar het torretje te voeren. Resultaat: harder of zachter. Omdat het een volslagen mechanisch systeem is, is er ook een voelbare weerstand. Dat heeft zo zijn nadelen, maar er is ook een voordeel: de agressie valt mee. En dat is nu net de kwestie bij de haardroger: de gashandle maakt geen mechanisch contact. Een magneetje schuift op een hele korte afstand langs een sensor en je voelt dus niks.
Sinds wij iedere avond minstens één wedstrijd rijden, moest ik daarom hard omschakelen. Net als in de F1 is een wedstrijd rijden heel iets anders dan kwalificeren. Ik reed mijn eerste wedstrijd met een Mosler in kwalificatiestand. Waardeloos! Nog erger was dat de haardroger ook in die stand stond. Pas tegen de tijd dat ik de vierde heat reed, had ik de knoppen op mijn SCP-1.1 zover teruggedraaid dat de Mosler een beetje begon te presteren. Met name bij het uitkomen van de bochten was de agressie veel te groot. Nog weer een paar wedstrijden later, kwam ik tot de conclusie dat ik nog een stap moest zetten. De tandwielen. Even pratend over Slot.It: er is inderdaad een enorm verschil tussen een geel, een groen, een zwart of een blauw kroonwiel. Dat zijn de kleuren die ik links en recht heb ingezet en mijn conclusie is nu dat tijdens de wedstrijd er maar één kleur van toepassing is. De gele.
Mentaal vergt dat een enorme omschakeling. Uren, avonden, weekenden bezig geweest met allerlei theorietjes over welke combi tandwielen nou het beste is, in combinatie met welke motor en met welke banden, welke vering (zacht, middel of hard) en hoeveel slagen je de metrische schroeven van je kapje terug moet draaien om de juiste speling te krijgen tussen chassis en kap. Om gek van te worden eigenlijk! Tegelijkertijd verlost de standaard-combinatie van Slot.It je van een enorme hoop gezeik en gepruts, omdat in de wedstrijd natuurlijk de snelheid wel belangrijk is, maar in het slot blijven gewoon doorslaggevend is.
Ik noem onze Zwitserse maestro Markus Goetz, CEO van onze club. Als hij de zaak onder controle heeft, staat hij wiebelend van het ene been op het andere, het hoofd dertig graden gekanteld en de controller op borsthoogte stoïcijns zijn rondjes te draaien. Waarbij hij dus in no time gruwelijk op ons uitloopt. Ronde na ronde. Je ziet gewoon: alles is in balans. Maar laatst ging het mis. In zeker drie heats kreeg hij de slag niet te pakken en vloog zijn zwarte bolide om de haverklap uit het slot. Op een bepaald moment was de auto zelfs niet meer van plan verder te rijden. Ja, ja, dat was voor ons wel een gniffel-momentje! Zelf merkte ik dat ik (met beduidend lagere snelheid in het bochtige deel van ons circuit) in no time op hem begon in te lopen.
In de wedstrijd ligt de rondetijd te TE op 8,7 tot 9,1 seconden. Vlieg je eruit dat kost je dat al gauw het dubbele, reken maar op 20 seconden. De zorgvuldig opgebouwde voorsprong smelt dus als sneeuw voor de zon. Daarmee is snelheid niet alles, want het risico van uitvliegen neemt exponentieel toe. Onze Zwitser die nog niet bang is voor de duivel en zijn mallemoer, werd toch wel een beetje penuwachtig en deed er een schepje bovenop. En hoppa! Daar lag hij weer op zijn dakje! Moraal van het verhaal: met dat tooltje ga ik mijn auto aftunen en wedstrijden winnen. Zeker en vast!


zondag 18 december 2016

Manipuleren

Hein Tunnissen
Manipuleren
De Mosler-competitie die wij in clubverband rijden, is ongekend spannend. Vooral voor mij want ik moet het om de haverklap opnemen tegen mijn eigen auto’s. Dat zit zo. Ooit toen ik begon met dat hele slotcarrace-gedoe, kreeg ik kennis aan JeeWee van Capelleveen die mij op een vriendelijke wijze te verstaan gaf dat de Mosler de enige auto was. Altijd tuk om wat te leren, knoopte ik dat goed in mijn oren en begon een kleine verzameling van het aanbevolen type. Omdat onze hoogleraar niks had gezegd over de setup, besloot ik zelf tot een eenvoudige verdeling: AW, SW en Inline.
In de tijd die volgde, zocht ik naar verschillende setups die bij verschillende banen zouden passen. Mijn thuisbaan van pakweg 50 meter, exclusief pitstraat, fabrikaat Fleischmann, is toch wel heel andere koek dan de MDF-baan van Amazingslotcarracing te TE. Daar heb je gewoon heel ander materiaal voor nodig. Mijn anglewinder rijdt thuis de sterren van de hemel, maar presteert bij de club maar heel matig. Omdat andere leden kennelijk nog nooit van Jee Wee hebben gehoord, hebben zij andere voorkeuren. De één heeft een Porsche van Fly, de andere is juist dolgelukkig met een of ander Fordje van Scaleauto. Allemaal leuk, maar je schiet er natuurlijk geen f*ck mee op als je wordt uitgenodigd voor een Mosler-wedstrijd. Kijk, en dan ben ik niet te beroerd om effe een Moslertje uit te lenen, zodat ik ronde na rond kan zien hoe mijn auto’s presteren als zij achter een andere controller hangen. Zeer leerzaam.
Zo ben ik tot de conclusie gekomen dat de Inline-Mosler veel beter presteert, dan ik dacht. Die auto leende ik uit aan collega Paul, die er met zijn Slot.It SCP 1.0 volkomen op zijn gemak zijn rondjes meedraaide. Maar zijn tempo lag zo laag, dat ik er zeker vijf uitvliegers aan heb te danken, want dan lette ik meer op zijnmijn Inline Mosler, dan op mijn eigen SW waarmee ik op dat moment in de wedstrijd zat. Hoe kan dat?, vroeg ik mij vertwijfeld af.  Daar kwam nog bij dat ik mij zeker wist te herinneren dat Markus op een avond toen wij met zijn tweetjes wat langs het circuit stonden te dollen ongevraagd zei: ‘Die rijdt ook goed!’ en een goed verstaander weet dan dat hij daarmee een zeer fors compliment uitdeelt. Ik herinner me dat nog zo goed omdat ik die week het kapje had overgespoten in fris rood en toen ook dacht ’Hij gaat als een speer en dat kan niet aan de verf liggen!’.
Maar bij Paul ging hij dus niet. Om de vergelijking met een rollator te trekken, is niet fair maar gezapig mag ik het toch wel noemen. Enfin! Een week later, Paul was afwezig voor een wedstrijd in BRD, trok ik meteen die Mosler uit de kist om te weten waarom dat ding zo sukkelde. Wat dus helemaal niet zo bleek te zijn. Sterker nog, hij ging als een raket en ik durf er wat onder te verwedden dat het mijn best uitgebalanceerde Mosler is. Zelfs punten beter dan de AW die in bepaalde kringen toch geldt als het onverslaanbare Monster.
Toen bekroop mij een hele gemene gedachte. Sinds een jaar of wat heb ik ook twee Audi’s R18 TDI van NSR. Eén met licht, de andere zonder. Ook die Audi’s hebben het aureool tot de snelste auto’s van de slotcarracerij te behoren, wat ik niet onderschrijf. Aardige LMP’s, maar gruwelijke kwispelaars in welke setup dan ook. Doen nog het meeste denken aan de oude VW-kever die ook nogal graag wilde uitbreken vanwege die boxermotor helemaal achter de achterwielen. Bijna verveeld rondtoerend met die snelle Inline-Mosler van NSR, bedacht ik kwaadaardig dat ik (natuurlijk zonder iemand iets te zeggen) de setup van de Mosler zomaar kon kopiëren naar de Audi. Zou dat wat zijn? De uitdrukking zegt ‘Never change a winning horse’, maar over klonen heb ik in negatieve zin nog nooit iets gehoord, anders dan bij het schaap Dolly.
Thuisgekomen dook ik achter mijn kleine slotcarracewerkbankje en inventariseerde mijn spulletjes. Ik had geluk! Exact een half uur later stonden er twee NSR-chassis naast elkaar. Met dezelfde motormount qua kleur (lees: stijfheid) en hetzelfde chassis qua idem. Twee inlinemotoren, zelfde tandwielen. Een beetje zenuwachtig zette ik de Audi op de baan. U gelooft het niet! Ik ook niet, maar het is wel waar! Die Audi van NSR is weliswaar door mij genetisch gemanipuleerd, maar wat een bloedstollend monster! De les is dat je moet eerst kijken om het te zien (Vrij naar JC: Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren)!


zaterdag 10 december 2016

Paans benauwd

Hein Tunnissen
Paans benauwd
Soms denk ik weleens: ik lijk wel gek om zoveel geld aan die slotcars uit te geven en dan heb ik het bijvoorbeeld over een paar nieuwe softbandjes van Scaleauto voor net geen tientje. Ik had ook een motor van Ninco kunnen noemen of een nieuw lichtgewicht lexan interieurtje van NSR. Maar als ik dan naar de tweedehands handel kijk, valt het allemaal nogal mee. Te koop op MP van Carrera: 61 digitale auto’s voor €2.770,- en dat komt dan neer op circa 45 euro per stuk. Geen onredelijke prijs, gelet op de nieuwstaat volgens verkoper.
Kun je je afvragen wat een mens met 61 auto’s van het merk Carrera moet? Niks kennelijk, want de meeste zijn (zie advertentie) alleen maar getest. Als klap op de vuurpijl schrijft verkoper dan ook nog dat hij er maar vijf keer mee heeft gespeeld. Ik veronderstel dat verkoper Paans hiermee ook zijn racebaan bedoelt, die voor €1.200,- te koop staat. Laten we nou eens voor het gemak aannemen dat de vraagprijs inderdaad de helft is van de aankoopprijs, dan kom ik voor autootjes en baan vlot op €8.000 euro. Gedeeld door vijf is het wel een hele dure hobby, sodeknetter, € 1.600,- per keer. De verkoper gaat zelf uit van een nieuwprijs die nog eens €4.000 hoger ligt en dan wordt het helemaal absurd: met de racebaan spelen kost dan zo’n €2.400 per keer.
De Nederlandse Belastingdienst, die u altijd zo leuk afzeikt met een door u te betalen marktconform rentepercentage van 4,8 procent op het moment dat je bij de bank al moet betalen voor het gebruik van een spaarrekening en die zonder blikken of blozen 70 miljoen euro voor eigen gebruik uit de staatskas rooft, zou er bijna van gaan blozen. Nu weet ik ook wel dat het gewoon verdomd lastig is te bepalen in hoeveel tijd je een slotcar van Carrera moet afschrijven, maar dit gaat wel erg ver. Paans had ook vijf keer lekker op vakantie kunnen gaan.
Hier zit dus iets achter. Hier is wat aan de hand. Daarom tik ik fluks een briefje: Beste Paans, mag ik komen kijken? (Blub, sprong in de tijd) Nee! Want hij schrijft kort en krachtig: Geen zin in! Later blijkt dat hij denkt dat het om een interview gaat en dat is niet zo: Je moet daarvoor wel wat te vertellen hebben, Paans!
Goed kan niet schelen, want zonder hem gesproken te hebben kan ik Paans rustig indelen in de categorie dwangmatige verzamelaars. Vermoedelijk is hij dus nu een Kenau van een vrouw tegen het lijf gelopen die bloedeloos sommeert: “Weg met die handel, verkopen en babykamer timmeren!”  Het verzamelen van auto’s is onder ons een bekend verschijnsel zoals er ook slotcarracers zijn die liever knutselen dan racen. Die stoppen hun hele ziel en zaligheid in de bouw van tribunes, pitstraten aanpalende bebouwing en natuurgetrouwe kopieën van de natuur met bergen, watervallen en soms, voor het plezier van het mannelijk oog, langs de track een heus zwembad met zonnedek voor topless zonnende dames.
Daarnaast heb je natuurlijk de racers en de rallyrijders. Deze laatste categorie combineert vaak de hobby modelbouw met het rijden, wat niet zo raar is want om een beetje leuke rally te kunnen rijden moet er wel wat geknutseld worden. Vooral Nincobanen zijn dan bijzonder in trek omdat je de baandelen moeiteloos kunt vervormen, vol kunt smeren met pindakaas en meel (modderige sneeuw) of vrij eenvoudig kunt suggereren dat je in ruig terrein rijdt, off road dus, vanwege de fabrieksklare staat van het plestic asphalt van dit product. Met een beetje föhn van Bosch of Black & Decker maak je er in no time een berg onbegaanbaar terrein van waarvoor je werkelijk een dikke Landrover met flink wat bodemspeling nodig hebt.
Maar wat zou het mooi zijn als we elkaar binnen onze sport eens wat meer zouden kunnen vinden! Ik noem als voorbeeld de voorgenomen bouw van twee spiksplinternieuwe racebanen te TE ten behoeve van de raceclub Amazingslotcarracing. Wat zou het mooi zijn als knutselaars pur sang ons daarbij zouden willen helpen! Krijgen wij (iedereen eigenlijk) een mooie racebaan met passende bebouwing en zij hebben een project van allure waarmee zij eer kunnen inleggen. Ik zou wel ergens een streep willen trekken qua realiteit. Kijk op www.grootspoor.com onder Scenery, Figuren, pagina 9. En kijk vooral niet op pagina 29. Onwaarschijnlijk gênant! Slotcarracen? Vieze oude mannetjes-sport!




zondag 4 december 2016

Project

Hein Tunnissen
Project
Gisteravond weer een wonder gezien. Een vrachtwagen om mee te racen, waarmee je dus ook echt kunt racen! Natuurlijk was de eigenaar, in alle bescheidenheid, nog niet helemaal tevreden over het resultaat. Dat kan natuurlijk ook niet als je een NSR Mosler naar de kroon steekt, terwijl je van plan was die helemaal plat te rijden.
De grappen waren natuurlijk niet van de lucht. “Wat vinden jullie van mijn Fly, opgebouwd uit Slot.It-onderdelen?”,  of: “Mijn Ninco is op de spiegels na helemaal NSR. Leuk hè?” Iets vergelijkbaars was er natuurlijk ook aan de hand met deze snelle vrachtwagen. Vraag me nou niet om het merk of de leverancier. Laten we zeggen dat het een DAF uit de stal van Scalextric was. Ooit, natuurlijk. Want met satanisch genoegen sloopte de eigenaar het hele binnenwerk eruit en monteerde daarvoor in de plaats een chassis van Plafit, waarmee het zwaartepunt in theorie onder de baan komt te liggen. Nu is de montage en vooral het afmonteren van zo’n stukje techniek geen kattendrek en je bent dan ook echt niet in een half uurtje klaar.
Allereerst gaat het hele door de fabrikant voorgemonteerde chassis ganz aus einander. Vanwege alle schroefjes en raar gevormde plaatjes waaruit zo’n chassis is opgebouwd, beginnen enkele van onze clubleden alléén al bij het idee spontaan te zweten. Maar wij zeggen: trouwen is enger! Nodig: een grote keukentafel, een flinke lamp erboven, een pot koffie en de vrouw naar de tweejaarlijkse Bingoavond van de Parochieraad. Alle losgeschroefde plaatjes moeten met een zoetvijl rondom worden ontdaan van braampjes en oneffenheden. Daarna is het tijd om de lagers na te lopen. Kunnen de assen er wel moeiteloos in ronddraaien? Als alles zo onder het kritisch oog is doorgegaan, is het tijd voor de reconstructie. Inderdaad, het valt niet mee om alles weer op zijn plek te krijgen, te meer er tijdens het schuren zeker al een paar schroefjes van de tafel zijn gerold, of met het ijzervijlsel in de prullenbak zijn beland.
Zet alles los vast, want nadat het chassis compleet is, moet het worden gericht. Trek hier zeker anderhalf uur voor uit en wees vooral niet te snel tevreden. Is dat wel het geval, dan kunt u zich gaan storten op het monteren en uitrichten van de lagers en assen. Zo mogelijk is dit nog veel lastiger! Gelukkig is er een prima hulpmiddel voor dat nog het meest lijkt op het staketsel dat je soms wel eens uit iemands arm of been ziet steken na een vervelende breuk. Met behulp van een digitale schuifmaat en heel veel geduld, prutst u net zo lang tot de driehoek (hoh) links-vooras, center draaipunt schoen, rechts-vooras volmaakt gelijk is. Desgewenst kunt u de stelling a2 + b2 = c2 van Pythagoras (Samos, 500 v Chr.) inzetten, al dan niet met van een grafische rekenmachine zoals die tegenwoordig verplicht is op havo en vwo. Zet wel het rode lampje uit als u voor het raam zit!
Is de vooras eenmaal recht gesteld ten opzichte van het chassis, dan is het vrij eenvoudig om met behulp van het eerder genoemde staketsel van assen en doorvoerblokjes met afstelschroeven de achteras precies parallel te monteren aan de vooras, zodanig natuurlijk dat de achteras ook weer precies haaks op het chassis staat, hetgeen u desgewenst weer kunt controleren met eerder genoemde stelling van Pythagoras (driehoek rechterachterwiel, linkervoorwiel, linker achterwiel) waarna u dit nog een keer uitvoert voor de driehoek linkerachterwiel, rechtervoorwiel, rechterachterwiel. Maar strikt noodzakelijk is dat niet. Het moet echter wel zo zijn dat de c2 van de ene driehoek exact gelijk is aan de c2 van de andere driehoek. Deze zijde, ook wel de schuine zijde of hypothenusa genoemd wat niet zo vreemd is als je in Griekenland bent geboren, hoort op zijn beurt weer exact parallel te lopen met de denkbeeldige diagonaal van het chassis, allicht corresponderend met de driehoek die u aan het controleren bent.

Als u denkt dat het allemaal klopt, kunt u de rest van de onderdelen gaan inbouwen. De motor komt meestal achterin en ligt soms dwars, maar meestal onder een kleine hoek met de achteras. Als u denkt dat dit niet correct is, dan kunt u proberen om met behulp van een flinke waterpomptang de zaak wat te fatsoeneren totdat de motor mooi strokend met de achteras ligt. U heeft er nu een sidewinder van gemaakt. Pas nu het kapje op het chassis en kijk of de vier wielen mooi in de daarvoor bestemde uitsparingen vallen. Als dat niet zo is, kunt uw twee dingen doen. Of u slijpt de wielkasten zo ver op met behulp van een Dremel dat ze wel passen, of u begint weer van voor af aan.  U legt dan dit project terzijde en wacht geduldig tot er weer een Bingoavond is.

zondag 27 november 2016

Koekenpan

Hein Tunnissen
Koekenpan

Omdat ik jaren achtereen de enige milieujournalist van Nederland was, was ik ook als enige niet verbaasd over de verontrusting die chemiereus Dupont in Dordrecht over de omwonenden deed uitwaaien. Chemische fabrieken en mensen gaan niet zo goed samen. Dat weet iedereen wel en zeker de overheid, maar men hoopt altijd op een beetje sympathie. DuPont maakt in Dord onder andere polytetrafluoretheen (PTFE), ook wel bekend als Teflon en nog meer van de Tefal-koekenpan! De niet aanbakpan! De zonder boter-pan! Zie hier de sympathie die alles glad wreef!

PFTE is een plastic met een laag wrijvingscoëfficient en dankzij de ruimtevaart werd het waanzinnig populair, vergelijkbaar met Gore-Tex als het om isolerende eigenschappen gaat. Toen ik las over Dordrecht, moest ik meteen aan slotcarracing denken, dat onderhand ook weleens een innovatieve oppepper uit de Lage Landen kan gebruiken. Teflon is een Dupont-uitvinding en dus kan het niet echt ingewikkeld zijn om onze non-frictielagers (“Hear, hear!”) van Slot.It en de ultrageharde kampioensassen van NSR in Dordrecht van een laagje Teflon te laten voorzien. Zo ook de tandwielen. Het materiaal is slijtvast en het maakt dat alles veel soepeler loopt. Beter dan olie of vet, zeggen velen.

Ook beter voor het milieu zeg ik dan, want de hoeveelheid olie en vet die slotcarracers door het jaar heen de bermen van de circuits in slingeren, is bepaald verontrustend. Vooral ook omdat iedereen er zo laconiek over doet!

Slotcarracen heeft twee facetten: grip en geen grip. Onder de achterbanden grip en verder nergens. Hadden we vroeger de bekende hardplestic lagers van Fleischmann in bijvoorbeeld de Ford Lotus, later kwamen Scalextric, NSR en vooral Slot.It met verbeteringen van die ronde geleiders, die beslist een sprong voorwaarts genoemd mochten worden. Daarna volgden de non-frictielagers die min of meer te vergelijken zijn met de zichzelf instellende lagers in uw hybride auto. De kwestie is natuurlijk dat alles exact op één lijn gebracht moet worden en moet blijven voor een zo soepel mogelijke loop. Die valt nog verder te verbeteren door de lagers te bekleden met Teflon.

Het idee is overigens niet nieuw want bij de gespecialiseerde lagerzaak, zijn vrijwel alle voorkomende lagers te vervangen door lagers met een laagje PFTE, die niet gesmeerd hoeven te worden en de weerstand drastisch terugbrengen. Alleen de lagers die wij gebruiken, hebben ze dan natuurlijk weer net niet! Zul je altijd zien! Daarom de stoute schoenen aangetrokken en Dupont gebeld. Dat werd een beetje een teleurstelling, want ook na lang en stevig aandringen, bleek men niet bereid een productielijn voor kleine lagertjes op te zetten of desnoods in een klein tuinhuisje achter de fabriek slotracers op zaterdag de gelegenheid te geven de eigen lagers in een bad met Teflon te dopen. Dat viel me wel verschrikkelijk tegen van die vieze vervuilers! Wel Dord helemaal onder de Teflon smeren, maar niet onze lagertjes willen behandelen!

Gelukkig brengt ook hier Google uitkomst. Het is niet gemakkelijk verkrijgbaar, maar er zijn leveranciers van vloeibare Teflon die je dus kunt verspuiten. Ik heb het geprobeerd en ik moet zeggen dat het resultaat geweldig is. Maar het valt om de drommel niet meer om dat spul precies in dat lagertje te prutsen. Omdat ik te laat had bedacht dat een paar plestic handschoenen nuttig zouden kunnen zijn, was ik tijdens het eten zes dagen op mijn vrouw aangewezen. Auto van opa, hap! Auto van Oom Henk, hap! De hele familie stak een beetje de draak met mij, want ik kon nog geen lepel meer vasthouden, zo glad was ik! We aten ook verdacht veel stamppot met voor mij speciaal een vijvertje met visjes.

Tegen de tijd dat ik weer kon typen, las ik een mailtje van Umpfi’s SlotBox: “Häufig Zusätze sind Silikon und TFT (Teflon). TFT beschichtete Lager benötigen z. B. überhaupt kein Schmiermittel. Gibt man einem TFT-Lager trotzdem etwas Öl, dann werden TFT-Lager extrem leichtgänging (leichtgängig, red.). Die Lagerflächen gleiten wie nasses Eis aufeinander. Gegen solche High-Performance-Schmiermittel sieht Nähmaschinenöl ganz schön alt aus!”

Helemaal tevreden, want met mijn uitglijder heb ik de sport toch maar weer mooi een dienst bewezen. En nog gelijk gekregen ook! Made in Germany, da’s nogal glad!


DryFluid Gear Lube 10 ml, € 16,90

zondag 20 november 2016

Reclame

Hein Tunnissen
Reclame

Hoe vaak hoor je mensen, vooral vrouwen, niet zeggen: “Oh, maar dat wist ik helemaal niet!” Ik heb het al duizenden keren gehoord, maar ik weet nog steeds niet of die zin dan als een verwijt of als een excuus is bedoeld. Wellicht maakt dat ook niet zo heel veel uit, maar het is wel een dingetje waar wij als slotcarracers eens over na moeten denken. In de echte wereld is het heel eenvoudig: je maakt reclame totdat de ergernis als snot uit de ogen van de consument komt en zie: Het product wordt vroeg of laat gekocht. Je moet het er gewoon meedogenloos instampen.

Je kunt ook andere dingen verzinnen, bijvoorbeeld door een markt of festiviteit te bezoeken en dan het product in zijn geheel onder te dompelen in leuke kittige jonge meisjes met korte rokjes & lange benen die folders uitdelen en de consument vooral bekoorlijk toelachen. Dat systeem is gebaseerd op het snelle geheugen dat wordt gevoed door een onwaarschijnlijke combinatie. Die gemakkelijk te onthouden is. Pak melk kopen? Verbindt het pak melk in gedachte met de schoen van je vrouw. Sta je nu voor de kassa en zie je dan de schoen van de caissière, dan weet je meteen: Verrek, melk!

Veel slotcarracers maken zich diepe zorgen over de vergrijzing, het uitsterven van de sport, het overlijden van Ninco en de financiële zorgen van de penningmeester die jaarlijks structureel een enorm gat moet wegpoetsen, omdat er te weinig leden zijn. Onze energierekening is fors, vergeleken met tal van andere sporten. Ik heb me laten vertellen dan bandenwarmers voor de 24-klasse soms wel 1000 Watt wegslobberen. Per stuk! Wordt dan de wedstrijd wegens een haperend koffiezetapparaat (Dank je de koekoek!) tien minuten uitgesteld, dan is dat geheid financieel een enorme tegenvaller.

Nu hoeven we dit soort gedoe publiekelijk niet allemaal breed uit te meten, laat staan uit te venten, maar we moeten ons wel realiseren dat ‘het-niet-weten’, ons de kop gaat kosten. Ik zeg reclame! Zet als club een advertentie in het plaatselijke blaadje, hang advertenties op in de Supermarkt, organiseer een open dag en hang posters in het dorp op, bel de regionale radio en zeg dat je een leuk item hebt, of doe zoals Alphons P en reis stad en ommeland af met een opvouwbare baan en zes accu’s. Bezoek braderieën, maak een stand, doe een demo, zet een workshop op, organiseer een lezing voor de plattelandsvrouwen en verkoop je baan voor een middag aan het plaatselijke bedrijfsleven als uitje.

Wij, van Amazingslotcarracing te TE, krijgen zo binnenkort een hele zwik oude sukkeltjes op bezoek die lekker komen racen. Voor dat doel hebben wij een nog een paar flutcars van Carrera, Fly en Ninco die wel een peut kunnen hebben. De middag begint met koffiekoek en een korte uitleg. Zo moet je bijvoorbeeld niet vergeten uit te leggen wat de rijrichting is en die ook controleren. Er zijn altijd van die seniele typjes die het verschil tussen de voor- en de achterkant (Ninco!) niet zien, zodat het dáár dus al fout gaat.

Een ander belangrijk punt is de inzet van regelbare trafo’s. Wij schroeven de spanning direct met 25 procent terug, zodat de wedstrijd overzichtelijk begint en ook na de eerste bocht nog steeds is. Tijdens de wedstrijd zelf kun je dan de coureurs een beetje bij elkaar houden door de spanning wat te verhogen of te verlagen, al naar gelang. Hoe senieler, hoe eenvoudiger dat is. Maar wel met een bijzonder leuk effect, want zelfs de grootste klojo komt daarmee moeiteloos over de streep. Is dat belangrijk? Wel zeker, want we willen er nieuwe clubleden aan overhouden. En wij hebben het wel meegemaakt (en andere clubs natuurlijk ook) dat een nieuwkomer door de geroutineerde clubleden binnen een half uur op 162 ronden werd gezet en dat kan (het hoeft niet, natuurlijk), dan voor hem de reden zijn om nooit weer terug te keren.

Het is ook erg handig als één clublid zich bijzonder behulpzaam naar de gasten opstelt en voortdurend zegt dat de slotcar in kwestie nog niet goed is afgesteld en dat dit soms (“Geen zorgen!”) wel een half jaar prutsen kan vergen, voordat er sprake is van een bolide die top presteert op de clubbaan en dan ook alleen op de clubbaan. Desnoods schroeft hij het hele ding ter plekke uit elkaar om vervolgens te roepen: “Volgende week zullen we hem eens prachtig af gaan stellen! Tot dan, vriend!”                                                                                                                                        

                                                                                     

zondag 13 november 2016

Vliegen

Hein Tunnissen
Vliegen

Tijdens een feestje moest ik iemand uitleggen waarom slotracen leuk is. Ik had me er vanaf kunnen maken met een gestameld: ‘Ja, uh, uh, gewoon leuk. Cool!!’ of nog meer van dat soort onzinnige trendytaal (“Absoluut!”), maar ik koos voor de wat langere toelichting. Te beginnen met de film Pat Garrett & Billy The Kid. De laatste kennen we natuurlijk allemaal uit de prachtige strips van Morris, het gelijknamige album dus. Pat is een echte outlaw die vermoedelijk net zo vlug met de colts is als Billy en daarom als sheriff wordt aangesteld. Opdracht: Kill Billy.

In de film zien we Pat met glanzende ster, we herinneren ons dat nog allemaal als de dag van gisteren, met wat geboefte op de veranda voor een vervallen ranch zitten, als de camera naar een paar vliegen boven de tafel zwenkt die zich daar bijzonder irritant ophouden. De hand van Garrett flitst door de lucht en als de vuist zich opent, ontsnappen er vier vliegen. Zegt de held: “Vroeger zou ik ze alle vijf hebben gehad!”

Het lijkt een wat onbenullige scene, maar we moeten daar veel meer achter zoeken omdat hij namelijk volledig van toepassing is op slotcarracen: Reactievermogen dat wordt aangewend op een beweging die sneller is dan onze ogen via de hersenen, onze hand kunnen aansturen. Dat is de fascinatie. Vliegen zijn dankzij hun typische ogen zo snel dat een mens in feite machteloos staat. Een vlieg doodslaan is gewoon een gelukstreffer. De crux is namelijk dat een vlieg tijd anders ervaart dan u.

Laatst had ik in die zin ontzettend veel plezier van de trainingen die ik mijzelf te TE opleg. Ik neem een bepaalde slotcar, stel vast in welke bocht het tricky is en leg me daar dan volledig op toe. De rest van het circuit interesseert me die avond eigenlijk geen ene pindabal. Ik gebruik de baan meer als aanloop naar het probleem. In slowmotion: de auto komt met ca 245-283 km/u aanstuiven, de schoen zoekt de zijkant van het slot, ik rem een fractietje later dan noodzakelijk en met een tikje drift nog net door de bocht. Het verschil tussen een fractie en een fractietje is niet te meten en geestelijk niet meer te bevatten. Qua tijd liggen die zó dicht bij elkaar dat de aansturing van de hand de hersenen overslaat en dus rechtstreeks via de ruggengraat loopt. We praten hier over duizendsten van een millieseconden in reactietijd. Een fractie later is dus een uitvlieger.

Dat je snel reageren kunt leren, heb ik ook ervaren. Tegen het eind van de middag als de voedertijd van onze kinderen in zicht komt en zij luid knorrend door het huis beginnen te stommelen, kook ik vaak in afwachting van mijn vrouw. Ik heb de keuken voor mij alleen en heb er lol in om alles snel, goed en efficiënt te doen. Soms mislukt dat tot mijn grote plezier. Zo veegde ik laatst een flinke berg groenteafval met een snelle zwieper van mijn arm in de vullisbak, toen ik het schilmesje weg zag zweven. De hand die de vullisbak schuin hield, was kansloos, dus ik had alleen de zwiephand. Nog voordat het mesje in de bak belandde, had ik het te pakken. Bij het handvat en dus geen druppeltje bloed! Kijk! Dat leer je dus van slotracen.

Ofwel je zit aan tafel en je gebaart wat. Klets, glas valt om, wijnfles staat een pirouette te wankelen. Wat te doen? Mes en vork rustig neerleggen, glas opvangen (geen druppel gemorst!), fles afremmen en neerzetten. Niks aan de handa! Niet-slotracers raken in paniek, slaan het glas tegen de vloer en de fles helemaal omver die eenmaal op het laminaat, doorschuift tot tegen de radiator en daar in stukken uiteenbarst. De schuimende wijn komt merendeels tegen het hagelwitte stucwerk tot stilstand. Zegt je vrouw: “Wat doe je nou?”
Enfin, mijn fascinatie voor de F1 is ook reactiesnelheid. Er komt een tijd dat de auto te snel is en de mens altijd te laat is met zijn reactie. Hooguit mensen als Alonso die hun hersenen kunnen splitten, zullen dan overleven. Zij reserveren gewoon een deel van hun breinrekenkracht voor het rijden en met het resterende deel voeren zij een vrolijk gesprek met de mecanicien over de slijtage van de banden. Opdracht: rijdt een slotracewedstrijd en vertel ondertussen aan je maten een leuke anekdote, voorgevallen tijdens je laatste vakantie. Niet leuk? Doe mee aan een slotracewedstrijd en bel ondertussen je vrouw (but don’t try this at home!).

                                                                                                        

zondag 6 november 2016

Tijdwaarneming

Hein Tunnissen
Tijdwaarneming
Sinds wij ‘onze’ vierspoorsracebaan van MDF hebben opgeleukt, links en rechts van een nieuwe boarding hebben voorzien en de bermen en uitloopstroken op sommige plaatsen wat hebben opgerekt vanwege de 24-ers, is er wat loos met onze tijdmeting. Althans bij baan twee. Vrij regelmatig slaat de schoen van één onzer bolides onverwacht keihard tegen het plestic huis van de sensoren, die links en rechts van het spoor, ondergronds dus, zijn verstopt. Het huis komt dan kennelijk wat omhoog of verschuift een ietsiepietsie en: ‘Bengs!’ 
Nu zijn die infraroodsensoren voor veel clubs een zorg. Zo kun je bijvoorbeeld bij ons ook niet ongestraft met een rode schoen rond janken, want dan loop je de kans dat de sensoren jouw voorbij stuivende auto missen qua tijdwaarneming. Heel erg vervelend! Je kunt dan ofwel een stukje tape over de schoen plakken of hem wat bijkleuren met een watervaste zwarte Edding 300 Permanent Marker.
In de ban van mijn nieuwe 4-spoors Fleischmannracebaan, overwoog ik dat mij zulks niet mocht overkomen. En sensoren recht en haaks in een baandeel 3100 inbouwen is geen sinecure, zeker omdat je het 4 keer moet doen en je wilt natuurlijk dat die start-finishlijn kaarsrecht en strokend is. Het kan toch niet zo zijn dat door wat slordig knutselwerk in baan drie de finish een fractie eerder wordt bereikt? Terwijl ik hierover nog aan het nadenken was, kwam de oplossing gewoon aanwaaien. Wat bleek? Slot.It Oxygen heeft die sensoren à bout portant het raam uitgegooid en ze vervangen door magneten. Op het printplaatje in de slotcar zit een piepklein stopcontactje waarop je een Hall-sensor (bijgeleverd) kunt aansluiten. Die detecteert iedere magneet onder de baan, mits met de zuidpool naar boven. Gewoon tegen het plestic plakken. Met een handvol magneten verdeel je je baan in sectoren, markeer je de in- en uitgang van de pitstraat en geef je aan waar de SF-lijn is.
Nu is macaroni niet mijn favoriete eten, laat staan kartonpizza, maar dit is een briljant Italiaans stukje engineering! Niks kan stuk, niemand kan er met de vingers aanzitten en het is erg simpel om de zaak strak uit te lijnen. Geen draadjes, geen slecht soldeerwerk, geen haarscheurtjes of andere ellende. Slot.It, I LOVE YOU! Zou de Hall-sensor stuk gaan, dan is die voor een paar cent te vervangen, dankzij het ieniemienie-stopcontactje!
Omdat ik niet van half werk houd, contacteerde ik de firma via email met de vraag welke magneten het best gebruikt kunnen worden. Die van Slot.It natuurlijk; ik had het zelf kunnen bedenken! Grappig is dat wel, want de magneten die we dus net met overtuiging uit de auto’s hebben gesloopt (in Drachten heeft dat tot een bestuurscrisis geleid, als ik goed geïnformeerd ben), plakken we nu onder de baan! In theorie zou je daar op een strategisch punt kortstondig profijt van kunnen hebben, maar erg waarschijnlijk is dat niet (Slot.IT grapje!).
Onder een proefbaan die ik heb aangelegd, heb ik flink wat magneten geplakt die ik aan de bovenzijde heb gemarkeerd met gekleurde zelfklevende stippen, zodat ik kan zien waar zij zitten. Met de software van Slot.It plus een Telemetrybox, kun je vervolgens de baan in sectoren verdelen. Een klein LEDje flitst aan als je een sector inrijdt (magneet met stip!). Eerder had ik dat systeem ook, maar dan met deadstrips. Een gepruts waarbij je onder een baandeel moet gaan solderen en op twee plaatsen met enkele centimeters tussenruimte de sporen moet doorslijpen, zodat er een klein stukje stroomloos is. Dat werkt inderdaad, maar handig is het niet. Ik ben al verscheidene keren precies op zo’n dood stukje tot stilstand gekomen. Onnodig te zeggen dat natuurlijk weer Ninco-baandelen af fabriek deadstrips hebben, die je voor het Oxigen-systeem weer moet gaan herstellen. “Todavía ir en bicicleta!!!” *)
Over de doden en MDF-banen niets dan goeds, maar hier ligt toch wel lekker een kwaliteitspuntje verschil. Een magneetje onder een MDF-baan plakken zodat het op dezelfde manier werkt, is toch andere koek. Het kan wel natuurlijk, maar het blijft een vreemde gedachte, op een houten baan met magneten rijden!

*)  Ga toch fietsen!

zondag 30 oktober 2016

Paul

Hein Tunnissen
Paul
De kwestie van de ledenafbraak speelt ook bij ons; het valt niet te ontkennen. Wat dat betreft lopen wij mooi in de pas met het land van Frau Merkel, want ook daar is het ledental een bron van zorg. Lange tijd stabiel, maar als er iemand de controller in de wilgen hangt, is het ook daar meteen raak. Een verlies van tien procent of meer is dan snel genoteerd. Omdat wij als kleine zelfstandigen niet echt een branchevereniging hebben of  een echte Federatie, ontwikkelen wij geen overkoepelend beleid ten aanzien van het uitsterven. Een dingetje dat onvermijdelijk is als het vergrijzen zichtbaar wordt. Hetgeen natuurlijk een vrij kleurloos eufemisme is.
Nu kreeg ik laatst een Nieuwsbrief van Scalextric (waarop ik mij ooit in een moment van zwakte heb geabonneerd) waarin de fabrikant het slotcarracen nieuwe stijl aankondigt. De bedoeling is dat je een bolide koopt die in hele kleine onderdelen wordt aangeleverd, die je vervolgens thuis in elkaar moet gaan zitten prutsen, waarna het feest (Build, Race and Destroy) kan beginnen. Wat wil het geval? Het is de bedoeling om zo hard mogelijk beng-beng met de overige coureurs te doen, zodat natuurlijk zijn slotcar in duizend stukken uit elkaar spat. “Wat ben je toch stil!”, zei mijn vrouw een halve dag later. “Wat koeckt gij toch somber ende lachen niet!” Haar plechtstatig geïmproviseerde oud-Nederlands was wel goed gevonden, want ik had werkelijk even een geestelijk remmertje nodig alvorens wat zinnigs te kunnen zeggen. “Ze hebben een soort Fred Flintstone-slotcar uitgevonden, om de sport te redden. Ik ben gewoon helemaal van slag en ik moet die Britse spleetogen van repliek dienen: ‘Dat is even godslasterlijk als zeggen dat Freddy Mercury qua zang en uitstraling op Gert Timmermans en zijn Ik heb eerbied voor jouw grijze haren!, lijkt. Ga toch weg, zeg!”
Hic et nunc wil ik meteen publiekelijk op het schavot gaan staan om de rotte tomaten en eieren in ontvangst te nemen, omdat mijn visie voor Verbetering & Groei is gestoeld op Technologische Innovatie. Vindt u dat ook? Kom naast mij staan! Vindt u dat niet, bekogel ons met argumenten of draag een beter idee aan. Maar ik zeg u dit: de eerste de beste slotraceclub met beng-beng-autootjes van Scalextric zal ik in deze blog tot het Vagevuur achtervolgen. Er zijn grenzen!
Van de andere kant kan ik de paniek wel begrijpen. Toen ik te TE mijn opwachting maakte, werd ik geïntroduceerd door Paul. Hij traceerde mij en mijn afwijking op Markplaats waar ik een advertentie ‘Gevraagd’ had gezet voor Fleischmann-baandelen. Niet veel later zaten we te mijnent aan de wijvenkoffie over de Sport te praten en zo kwam van het één het ander. Hij bekeek ook nog mijn baan (“Mooi!”, of woorden van gelijke strekking), waarna hij weer vertrok in zijn spierwitte Peugeot 308 CC. “Mooi!”, riep ik nog of woorden gelijke strekking en ik dacht: “Die is gek!”, want Paul rijdt namelijk altijd gesloten. Enfin, we reden een clubavond samen en ik herinner me die avond als een gruwel. Het leek wel de Jaap Edenbaan tijdens vriezend weer! Ik geloof dat ik niet één bocht wist te ronden zonder schade.
Daarna verdween Paul in de verte. Had de club net dat euforische gevoel van een nieuw lid, stapte hij er weer uit. Zonder boe of bah, nota bene! In de jaren daarna spraken we nog wel eens over Paul, zoals oude besjes wel vaker zinloos over het verleden zitten te murmelen. Dat spreken over de vertrokken leden werd langzamerhand een dingetje in onze club. Raymond bracht zijn vriendje mee, die zich meteen helemaal senang voelde. Het leukste dat hij ooit had gedaan, tot hij werd teruggefloten. Wij meer dan verbaasd. Erik kwam en had het enorm naar zijn zin, mits het hard ging. Vriendin ernstig ziek, nooit meer teruggezien! Toen kwam Patrick, een ontzettend vrolijke snuiter die ons het idee gaf dat hij echt zijn hobby had gevonden. Helaas niet te combineren met werk, vrouw en kind. Exit onze Jumbo.
Nadenkend streken wij ons over de kin, krabden ons eens achter de oren en legden wij met een routineus gebaar ons al dunnende haar in de plooi. Werd daar aangebeld? Jawel! “Hallo, ik ben Paul!” Terug op het nest! Met een nieuwe kist en nieuwe ideeën. Hij gaat met zijn Plafit-32 chassis de strijd aan het de plestic mobielen. Interessant en helemaal niet gek. En nu is hij opgenomen voor twee maanden. Het heeft ons met een schok wakker gemaakt. Wij hebben namelijk niet eens een Commissie van In-en Uitgeleide, laat staan een Pot Lief & Leed. Wat zijn wij toch ontzettend onnozele sukkels. Geen wonder dat die jongeren hun middelvinger opsteken!

Fredy Mercury voor Paul de Vries. Aangeboden door de leden van Amazingslotcarracing te TE
I'm In Love With My Car"

The machine of a dream, such a clean machine,
With the pistons a pumpin', and the hubcaps all gleam.
When I'm holding your wheel,
All I hear is your gear,
When my hand's on your grease gun,
Oh it's like a disease son,
I'm in love with my car, gotta feel for my automobile,
Get a grip on my boy racer rollbar,
Such a thrill when your radials squeal.

Told my girl I just had to forget her,
Rather buy me a new carburettor,
So she made tracks sayin' ths is the end now,
Cars don't talk back they're just four wheeled friends now,

When I'm holding your wheel,
All I hear is your gear,
When I'm cruisin' in overdrive,
Don't have to listen to no run of the mill talk jive,
I'm in love with my car, gotta feel for my automobile,
I'm in love with my car, string back gloves in my automolove!



zondag 23 oktober 2016

Asphalt

Hein Tunnissen
Asphalt
Eerder in mijn leven had ik onwrikbaar in mijn kop zitten dat er ‘n pitstraat aan mijn tweebaans Fleischmannracebaan toegevoegd moest worden. Slotcarracers die gebruik maken van het programma PCLapCounter zullen dat onmiddellijk begrijpen, want wat is er mooier dan een analoge benzinemeter op je digitale scherm? Tijd om te tanken! Nog mooier is het dat de coureur met de fluwelen handschoen, méér rondjes kan rijden dan de agressieveling. Hoe realistisch!
En als je je dan afvraagt hoe dat moet, dan spring je achter je PC en dan Google je de antwoorden bij elkaar. Nu is Fleischmann wel de meest Spartaanse racebaan ooit, met alleen wat van die idiote kindergadgets zoals een looping (Hou me vast!), een chicane (Hoe dom wil je het hebben?) of een starre wissel om elkaar plat te rijden (De leegloop is hiermee wel  verklaard)!, en een paar bochtjes. Net voldoende voor een zesspoorsbaan. Nee, en dat moet je Ninco nageven met die tienspoorstrack, echt verheffend is het niet.
Wat wel echt des Jean Fleischmanns is, is die ongelooflijke kwaliteit plestic. Ninco en evenknie nog erger Polistil doen denken aan een zompige veenbodem. En dat maakt dan toch het verschil. Maar aan die oersterke Fleischmann baandelen kun je wel prachtig een Polistil-pitstraat knopen. Heb ik gedaan en het werkt geweldig. Je moet in die pitstraat met je Mosler natuurlijk wel met een aangepaste snelheid rijden, want anders vliegen de stukken asphalt je om de oren.
Wil je nu de omslag naar Oxygen van Slot.It maken, dan kom je er natuurlijk niet met zo’n lullig Polistilpitstraatje. Dan zijn er intelligente wissels nodig en die levert Ninco gelukkig. Maar Slot-It zou Slot-It niet zijn als zij niet zou adviseren om die hele elektronica-zooi van Ninco er direct uit te slopen en die te vervangen door de chippies van Slot-It-itself. Allicht! Nu moet ik mij wel haasten te zeggen dat de levering van die wissels inmiddels aan een zijden draadje hangt, want de Spaanse slotcar-gigant is op sterven na dood en aangezien het MKB tegenwoordig vanuit Duitsland wordt bevoorraad, is het geen vetpot. Maar ook hier geldt: internet hoera! In Europa is nog van alles te vinden.
Op een regenachtige en winderige avond, het was herfst en wij hadden net een grote pan wintersoep van Unox soldaat gemaakt, zette ik mij achter mijn werkbank om het grote wonder te voltrekken, namelijk het mechanisch en elektrisch koppelen van twee verschillende merken racebanen. En wat flikt die stomme Ninco dan weer? Die baandelen zijn van PE en dat kunststof valt niet te lijmen. Ik had nog een leuk tubetje plesticlijm van Bison en wie schetst mijn verbazing dat na een nacht klemmen en drogen de twee delen van elkaar vielen alsof ik de lijm vergeten was! Niet normaal! Daarop tweecomponentenlijm geprobeerd en zelfs de te lijmen vlakken zorgvuldig opgeschuurd. Zelfde laken een pak!
Nu kun je je afvragen of dat lijmen wel zo nodig is. Sterker nog, als je vier of vijf soorten lijm hebt geprobeerd net zoals ik, begin je aan iets anders te denken. Ninco heeft daarvoor baanklemmetjes, ook wel clips genoemd. Dat past natuurlijk ook helemaal bij dit kinderspeelgoed dat je iedere avond van je moeder weer moet opruimen. Lijm is dan inderdaad wat onhandig. Kwestie is wel dat de zaak een beetje stevig en vooral ook recht aan elkaar gezet moet worden, wil een Mosler met een dikke 260 km/u niet uit de wissel vliegen. En helaas, dat is bij Ninco een ander verhaal. Wat zijn die delen krom! Als een kattenrug!
Nu heb ik eens een wedstrijd op zo’n Nincobaan gereden en daarom heb wel enig verstand van het rijcomfort op zo’n bospad, maar nu ik een paar wissels in handen had waarvan ik het meest waardevolle al in de vuilnisbak had gedonderd, bekeek ik dat staaltje wegenbouw toch even anders. Eerst dacht ik nog ik de aansluitpennen van het Fleischmann-baanstuk naast de gaatjes van de Ninco-wissel had geduwd, maar dat bleek niet zo te zijn. Er lag gewoon een valse kat met een hoge rug op mijn werkbank.
Er is evenwel een eenvoudige methode om de delen te rechten. Verwarm de oven van uw vrouw voor op 50 graden. Of 180 als u weinig tijd hebt. Sloop uit een Bose basreflexbox de luidspeaker en prepareer de magneet vrij. Leg uw baandeel op de vlakke bakplaat voor zandtaartkoekjes en klem de track vast met de magneet. Controleer toespoor, vlucht en camber. Schuif in de oven en schenk een biertje in. Klaar na 15 minuten afkoelen. Beter dan Fleischmann. Hahahahaha!

zaterdag 15 oktober 2016

Amzingslotcaracing

Hein Tunnissen
Amzingslotcaracing
                                                        
Vroeger, toen ik nog knap en straatarm was, had ik een enorme bril op mijn fok vanwege bijziendheid. Die werd met het jaar erger, zodat ze ten lange leste in de kazerne van Breda zeiden: ‘Ga jij thuis maar lekker toepen!’ Het feit dat ik zonder bril betrekkelijk weinig zag, maakte dat ik mijzelf leerde kijken met mijn geheugen. Ik zoek nooit naar iets, maar ik scan mijn geheugen. Inmiddels zijn mijn ogen alweer zo’n 30 jaar geleden gelaserd, maar het trucje pas ik nog steeds toe. Ik heb mijn kinderen zelfs geleerd om nooit te zoeken, maar om op te ruimen en na te denken. Omdat het nogal luie donders zijn, pikten ze dit vrij gemakkelijk op.

Een vriendin die ik eens bezat, was wat harderleers. Zij maakte overal opruimstapeltjes, bij voorkeur op de trap “op weg naar boven”. Daardoor was ik menigmaal sneller beneden. Enfin, ooit heb ik op deze plek wat afgekankerd over de enorme zooi die slotcarracers in hun racekist maken. Nee, die kist is heilig en daar mag niemand aan komen. Het ligt echter andersom: het is namelijk de vraag of iemand er aan wil komen, aan die bende dus.

Enige tijd geleden was Marcus Aurelius jarig. We hebben die dag in gepaste feestelijkheid doorgebracht, de jarige alle ruimte geboden om ons te tracteren en hem die avond iedere wedstrijd laten winnen, zonder dat er meteen sprake was van opvallende matchfixing. Maar wat was nu het mooiste? Hij kreeg van zijn vrouw en ook een beetje van zijn kinderen (naar draagkracht) een gereedschapswagen in zwart-rood, zijnde de clubkleuren. De kar staat sindsdien naast onze racebaan, precies in de hoek waar ik ooit met een Audi R18 TDI het stucwerk verpletterde.

Onze CEO was me een slag voor, want terwijl ik onder het taart eten een beetje op mijn lip zat te bijten (“Let toch eens wat beter op je woorden, denk toch eens na voordat je wat opschrijft!”) deed hij mij uitgebreid verslag van de rampzalige rotzooi die zijn kinderen plus aanhang en de daar weer bijbehorende vriendenschare van zijn gereedschap maken. In de hele schuur (anderhalf voetbalveld, om de Randstad een idee te geven) geen hamer meer te vinden. Het woord hamer staat hier voor gereedschap überhaupt en als Marcus Aurelius dit woord bezigt, dan weet je dat er een stevige emotie opspeelt.

Ik mompelde tussendoor nog zoiets van was-nie-zo-bedoeld, maar het leek hem niet te deren, zodat ik daarna begon te denken dat mij mijn gekanker als breekijzer had gebruikt om die knetterdure gereedschapswagen bij zijn vrouw af te dwingen, want ik dan wel weer een grappige gedachte vond. Natuurlijk duurde het een paar weken voordat alles in de laden en laadjes een definitief plekje had gekregen en het bleek ook om de drommel niet mee te vallen de gerepareerde slotcars boven op het parkeerdek van de kar net zó kunstzinnig uit te stallen als de dealer dat voor de etalageruit van de showroom doet. Mooi rijtje occasies en oldtimers, het valt nog niet mee!

Soms zitten we wel eens naar het geheel te kijken en dan mijmeren we wat over andere slotcarclubs, waarbij natuurlijk de vraag of zij ook zo’n mooie & goed gevulde gereedschapswagen bezitten pregnant is. Wij denken van niet, maar zekerheid heb je natuurlijk nooit in zo’n dorp dat is dichtgeplakt met kranten. Wat overigens niet wil zeggen dat wij niet over grenzen kijken. Zo kon het gebeuren dat Joshua zijn geliefde uitnodigde om een dagje door te brengen in het kinderpretpark Walibi. Kennelijk bij wijze van oefening voor het geval dat. Verstandig! Maar mogelijk kwam de uitnodiging voor de verre reis ook van de andere kant en moet dan dus opgevat worden als een duidelijke hint. Hoe dan ook, zo lang er geen kleine jongetjes zijn, is het één of het ander niet echt belangrijk voor onze club. Wel dat zij terugkwamen en het was toen al ruim na zessen. Wat brachten zij mee? Een zwart bordje, uitgevoerd als een kentekenplaat met ingestanste letters in rood: Amazingslotcarracing. Exact passend op één van de bredere laden van de gereedschapswagen. Alsof het er voor gemaakt was! En de rode kleur van het één, is precies de rode kleur van het ander.

Helemaal mooi werd het toen onze held verhaalde dat dit eigenlijk al het tweede bordje was, want het eerste was een beetje misgegaan. Ze bleken daar in Outback Walibi nog niet zo goed te kunnen spellen, althans er werden zomaar fouten gemaakt in de beroemde naam van onze vriendenclub: Amzingslotcaracing.

“Afdeling PR, snotverdrie, in de benen!”


zaterdag 8 oktober 2016

Double Touch

Hein Tunnissen
Double Touch

Laatst zat ik met mijn zoon in de auto. Omdat hij (14) niet mocht rijden, begon hij het handschoenenvakje, de automatische bekerhouders en het kleine geheime opbergvakje daartussen te slopen. Hij: “Inspecteren!, hebben wij hier geen hamer?” Ik wees op de middenconsole en omdat hij kennelijk niet wist dat zich direct onder het leren armkussen nog een ondiep vak zat, klapte ik dat open. Tot zijn niet geringe verbazing (“Cool!”) lagen daar zelfs twee hamers om de ruiten in te slaan. Ik vreesde het ergste. Niet veel later ontdekte hij dat het handschoenenvakje koeling, een stopcontact en een bijzonder handig lampje heeft. Analoog aan de koelkast-grap zei ik: “Er zijn natuurlijk altijd mensen die bang zijn dat het lampje niet uitgaat als ze het klepje sluiten.” Hij keek mij meewarig aan, greep zijn telefoon en maakte een filmpje. Vol trots liet hij resultaat van klepje-open, klepje-dicht, zien. Het lampje ging warempel uit!

Waarom vertel ik dit? Omdat zijn generatie heel anders met techniek omgaat en die helemaal naar haar hand zet. Ik bedoel: mijn vrouw maakt privé een leuk dansje, ik maak er een filmpje van en dat is het dan wel. Maar als je op YouTube kijkt, blijkt al snel dat je van de gekste dingen leuke filmpjes kunt maken. Zelfs een 38-minuten durende documentaire over de 24-uurs slotcarrace Le Mans op een waanzinnig uitgebreid nagebouwd digitaal circuit met Slot.It Oxygen, dat voor de gelegenheid is uitgelegd in een sportzaal. Het lange eind is zelfs zo lang, dat je gedurende vier of vijf seconden de regelaar helemaal ingedrukt moet houden. Onvoorstelbaar. En dit alles in Henley-in-Arden, in hartje Engeland.

Helemaal gaaf wordt het als het licht uitgaat en de coureurs die op een verhoging staan, de tracks alleen nog kunnen volgen dankzij het licht van de koplampen van hun auto’s. Wij, de helden van Amazingslotcarracing te TE, hebben dat ook wel eens tien minuten of hooguit een kwartiertje gedaan en ik moet zeggen dat het een fenomenale ervaring was. Natuurlijk is de duisternis een forse handicap, maar precies zoals in een echte auto ga je je als vanzelf beter concentreren. Dat klopt inderdaad, want ik wil op mijn thuisbaan nog wel eens de lichten doven om dat te beleven. Het valt me elke keer weer op dat ik juist de lastigste bochten van mijn circuit ‘Zolder’ dan met het grootste gemak neem. Maar om daar dan een filmpje van te maken, komt dan gek genoeg weer niet in mij op.

Dankzij de Chromecast zag ik de Frans-Engelse wedstrijd op onze breedbeeldbuis en tot mijn verbazing liepen de winnaars in oranje shirts. Dutch Touch Slotracing pakte daar zomaar de overwinning! Iedereen van de sokken gereden: Italianen, Spanjaarden, Duitsers, Fransen en Britten lagen mijlen ver achter op die gasten. Ik dacht meteen: Amazing!

Youtube is ook geweldig als het om instructiefilmpjes gaat. Ook op het gebied van slotcarracen. Op die filmpjes komen meestal echte freaks in actie die de gekste dingen verzinnen om hun slotcar te tjoenen. Zoals de man die een oud asje van een scherp geslepen punt voorziet en de andere kant vierkant vijlt, zodat het in de boormachine kan worden geklemd. Een wat weigerachtig lagertje vult hij met super glue, waarna hij de lager heen en weer beweegt over het langzaam ronddraaiende asje. Na een paar minuten maakt hij de boel schoon, waarna hij het asje insmeert met tandpasta. Opnieuw schuift hij het lagertje over de as, ditmaal om te polijsten. Niet veel later zien we duidelijk dat het asje van Slot.It moeiteloos door het lagertje van Slot.It schuift. Volgens mij was dat eerder ook het geval, maar het kan zijn dat the point mij is ontgaan. Het is evenwel een geweldige truc, die afgezien van een vernield asje, betrekkelijk weinig kost.
Ik denk dat de guys van Dutch Touch zo ook hun kleine geheimpjes hebben om hun auto’s moeiteloos op het Le Mans-circuit te laten rond razen. Volgens de overlevering hebben zij de moeder aller races al tweemaal overwonnen. Ik kan me dan wel voorstellen, dat je niet meteen het geheim dat daaraan ten grondslag ligt gaat verklappen. Het kan ook zijn dat ze gewoon al te oud zijn en bij het woord filmpje eerder aan porno denken dan aan een leuk informatief YouTube-je. Mijn verlichte, gekoelde handschoenenvakje met stopcontact staat inmiddels online, vrees ik.

(Facebook: Double Touch Slotracing)



zondag 2 oktober 2016

Voorvaderen

Hein Tunnissen
Voorvaderen
De verovering van de huiskamer door de tapijttegel had natuurlijk de doorsnee tapijtracer aan het denken moeten zetten, maar dat is voor zover wij konden nagaan niet gebeurd. De situatie is helder: Vader Jos speelt met de racebaan van zijn zoon Max, totdat de moeder binnenkomt. Zij knipt hard met onverbiddelijk met haar vingers en roept net iets te schel: “Opruimen, want ik ga de soep opscheppen!” Onze voorvaderen deden dat braaf, want anders na de zondagse soep geen seks natuurlijk!
Het was een ander tijdperk en het heeft de slotcarracerij geen goed gedaan. Er waren bijvoorbeeld veel quasi-technische voorvaderen die bij Philips werkten. Ik weet dit omdat ik ooit bij wijze van vakantiebaantje bij dochter Gründig werd aangesteld als producttester. Omdat ik een verwoed elektronicus was, verwachtte ik er veel van. De test bestond uit het op een werkbank laten ploffen van radiocassettespelers. Op achtereenvolgens drie verschillende zijden. Daarna de stekker in het stopcontact. De meeste spelers kwamen moeiteloos door deze test.
Na drie weken bam-bam-bam was ik behoorlijk mat en dus begrijp ik wel dat de racevoorvaderen geen zin meer hadden op zondagmiddag iets te verzinnen voor die racebaan, laat staan dat zij de knippende vingers van die vrouw in schort durfden te weerstaan. Jammer, want een baandeel recht (nou ja!) van Ninco heeft precies de lengte van een tapijttegel! Zij hadden dus zo maar die baan in de vloer kunnen doen verzinken. Heden ten dage kan dat ook met laminaat. Wij hebben toevallig zo’n zelfbouwvloer waarbij de breedte van één Fleischmann deel 3100 niet alleen exact de breedte heeft van zo’n strook nepvloer, maar ook de dikte! Het kostte  mij minder dan een uurtje om met een bovenfrees van Bosch de bochten uit te pielen in onze L-vormige woonkamer. Volgens mijn Max, die door ons meestal Rick wordt genoemd, is het net de Hockenheimring.
Het grappige is nu dat moeder met schort het ontzettend leuk vindt, zo’n indoorbaantje*). Ze doet er wat badinerend over, maar het is even zo vrolijk 46 strekkende meter, zodat het op schaal ook in die zin aardig overeenstemt met de Duitse racebaan. Je moet dus inventief zijn en ballen hebben. Heren, wees toch niet zo bang voor je vrouw!
Die inventiviteit gold ook een beetje voor die baandelen. Voor Amazingslotcarracing bijvoorbeeld, ben ik de baan van SRC De Bunker aan het naäpen. Maar na 40-50 jaar zijn die baandelen wel wat aangetast door een roetige aanslag en soms zelfs wat roest. Nu kreeg ik van Ralph, een allervriendelijkste verkoper in Alkmaar, een Handleiding ‘Baandelen poetsen’. De allergruwelijkste tip vond ik nog wel het opwrijven van de staven met zo’n grijs Reinigingsblokje van Prorail. Hachelijk! Maar afgezien daarvan, ik vrees dat ik gewoon niet lang genoeg meer leef om het op die manier voor elkaar te krijgen!! Een viersporenbaan is pakweg viermaal 45 meter en ik ben Gekke Gerrit niet! Wat te doen?
In mijn schuur vond ik een plestik afvalbak van Curver. Vervolgens reed ik met mijn kleine Max naar de Aldi, waar ons slimme ventje 5 liter-jerrycans met schoonmaakazijn ontdekte. We kochten er vijf. Kosten 7,50 euro. Daarna snorden wij door naar Brezan alwaar wij in het schap Commandant 3 vonden. Drie knaken! In de afvalbak passen 36 baandelen 3100 en die laat ik daar een nachtje weken. De volgende ochtend poets ik de blubber met een schuursponsje (Action, 10 stuks, € 0,15) en een likje Commandant 3 weg. Als sneeuw voor de zon. Vervolgens met schoon water afspoelen, afdrogen met een badstof handdoek en wat opwrijven, zoals het poleren van glazen. Niet met de hand natuurlijk, maar met behulp van de oude boenmachine Fam 1300 die ik kennelijk daartoe heb bewaard. Tot slot wrijf ik verliefd de boel nog een beetje na met een mooie witte katoenen lap, gedrenkt in WD40. Als nieuw! Een nadeel is er wel: die kinderachtige witte streepjes die Fleischmann op het wegdek heeft aangebracht, zijn niet tegen dit geweld opgewassen: markering ontbreekt!
Conclusie: die hele slotcarracerij is een verstoft sprookje uit een ver verleden. De wereld zag er toen volstrekt anders uit; er zelfs was nog nauwelijks televisie. Tegen de tijd dat die kwam, inclusief beelden van een bijna verongelukte Niki Lauda, begreep iedereen wel dat het een heel tam tijdverdrijf was. Kortom, we moeten meer met onze tijd meegaan. Alle moderne middelen inzetten en vooral het besef tot ons laten doordringen dat het een hele technische sport is voor inventieve mannen die zich niet met een vingerknip laten inpakken. Weg met de voorvaderen!

*) Onze robotstofzuiger houdt ook de baan prachtig schoon! Toets-memo-F1!

donderdag 22 september 2016

Mijmeren

Hein Tunnissen
Mijmeren
Zoals vrouwen tijdens de seks nog wel eens over allerlei huishoudelijke plichtplegingen of de Belastingdienst willen mijmeren, zo zouden mannen eens wat vaker tijdens het gedoe aan hun racebaan of kapotte slotcar moeten denken. Dat is niet oneerbiedig; want uiteindelijk komt het beide partijen behoorlijk ten goede. Weer een foutje van de Schepper opgelost! Nadien zal blijken dat uw vrouw veel meer waardering voor U, uw racebaan en uw slotcars in het bijzonder heeft. Die zijn dan wel snel, maar zorgen technisch gesproken voor een aangename vertraging!
Eenvoudig trucje, geweldig resultaat! Daar houd ik van! Al doende heb ik enorm veel problemen met mijn racebaan opgelost of heb ik stommiteiten van Slot-It uit de weg geruimd door er gewoon op mijn gemak over na te denken. Tijd zat! Een vriend van mij die een wat minder gelukkig huwelijk heeft, draait het precies om. Die denkt tijdens het wielrennen aan seks en dat heeft al veel onbegrepen valpartijen opgeleverd. Vandaar dat ik durf te beweren dat je de link ook niet moet leggen als je staat te racen, hoezeer het testosteron ook borrelt.
Testosteron is de drijfveer van het leven, laten we wel wezen. Soms lastig, soms een uitkomst. Ik zou daar gebruik van willen maken bij het oppeppen van onze sport. Ik denk aan een eenvoudige website zoals Slotcarforum International, maar dan meer als laboratorium en dus meer van deze tijd. Geen forum om allerlei domme vragen te stellen, maar een verzamelplaats voor intellect. Vindingrijkheid, genialiteit, noest doorzettingsvermogen, top inzicht of gewoon extreem onderlegd op het gebied van natuurkunde, mechanica en elektrotechniek. Een soort ‘Mijn vader is de beste!’, maar dan wat volwassener en via internet. Heb je een idee met de overtuiging dat het super is, publiceer het op dat Forum!
Nee, nou niet zeuren! Want racen is ook niks anders dan bewijzen dat jouw set-up de beste is, dat jouw slotcar het snelste is of op de meest onwaarschijnlijke plekken de meeste grip te pakken krijgt. Professor Van Capelleveen heeft ooit ergens geschreven dat hij eenmaal in spaghetti-land aanbeland, de verleiding niet kon weerstaan om in een achterafstraatje, onttrokken aan het oog van valse toeristen, een klein obscuur winkeltje binnen te sluipen om aldaar alles te kopen voor de snelste Mosler allertijden.  Voor iets meer dan het drievoudige van de normale prijs kocht hij een zak vol meuk om een oranje Mosler te kunnen bouwen. Waarbij die rat van een verkoper hem ook nog wijs had gemaakt dat die kleur ook heel belangrijk was. Enfin, daarna nooit meer iets over die superlichte, razendsnelle hoofdpijnveroorzakende Mosler gehoord, zodat wij moeten aannemen dat het ding tijdens de maidentrip de ruimte is ingeslingerd.
De liefde van de prof voor de Mosler deel ik, maar ik denk dat de verbeteringen van NSR, meer te maken hebben met verbetering van de balans van NSR, dan met de slotcar itself. Inmiddels heb ik ook het bewijs daarvoor geleverd. Eén van mijn Moslers is klassiek. SW, wit met blauwe kap en standaard uitgerust met een zwarte bodemplaat. Heel erg gemiddeld dus. Golft net zo vrolijk over een Nincobaan als dat hij een roffel produceert op een Fleischmann Autobahn, of als een scheermes rondraast over onze houten MDF-baan van Amazingslotcarracing te TE. Omdat ik de combinatie van kleuren niet zo mooi vond (Ach ja!) kocht ik bij Klaas Bos in de uitverkoop voor 4 euro (!) een nieuw blauw chassis. Super soft en dus vooral bedoeld voor Parijs-Roubaix op een Nincobaan. Dit nu blijkt volstrekte onzin. Dat perzikzachte chassis blaast mijn roodzilveren Mosler AW met ultrahard, ultralight ultrageel chassis compleet van de harde tracks! Hoe zinnig is het eigenlijk om het chassis een stuk (0,02 gram) lichter te maken, als alles erop is gericht het zwaartepunt omlaag te brengen?
Ik verwacht één dezer dagen een dissertatie over dit onderwerp van de heer Van Capelleveen in Nature, maar ik heb al begrepen dat de studie en het daarbij behorende onderzoek meer tijd vergen dan gedacht. Daarom alvast de gedachte van een website als denktank. Graag wijs ik in dit verband op een bijdrage uit Australië van een slotcarracer uit de outback, die een geweldige bijdrage leverde aan het draadloze racen. Nee, op dat idee waren die macaronimannen zelf nog niet gekomen. Die denken werkelijk dat de limiet wel is bereikt met de lancering van nonfrictie-lagertjes en LM-velgen on air! Mijn opvatting is dat we het zelf moeten doen. Koppen bij elkaar met als doel de Duitsers van de troon te stoten. Niet alleen op de Autobahn, want ook op de tracks zijn zij heer en meester. Daar moet een eind aan komen! Dat kan als wij de overtuiging gezamenlijk dragen: Wir schaffen das!
www.slotforum.com  Zoeksleutel: LiPo battery inside SCP 1.1. controller