zondag 4 februari 2018

Serieus

Hein Tunnissen
Serieus
Tijdmeting bij slotcarracing wordt vaak verward met het tellen van ronden. Als je hoort: ‘De tijdmeting werkt niet!’, gaat het vrijwel altijd om het systeem dat de rondjes telt. De eigenlijke tijdmeting is namelijk een afgeleide van die rondenteller. De computer of wat dan ook, zet de chronometer aan op het moment dat de auto’s voor de eerste maal over de sensoren van de rondenteller schieten. Worden die sensoren voor de tweede maal gepasseerd, dan noteert de software één ronde met de daarbij behorende tijd. Simpel!
Het kan natuurlijk ook anders. Bijvoorbeeld door de tijdmeting meteen in te schakelen als de lichten uit zijn. In dat geval loopt de klok dus onafhankelijk van het moment waarop de auto’s de sensoren passeren. Voor dat systeem is ook wat te zeggen, want het is aldus vrij eenvoudig te bepalen of een auto een valse start maakt: de sensor wordt gepasseerd voordat de lichten uit zijn. De twee systemen tegenover elkaar doen een beetje denken aan de baby die één jaar wordt. Wij zeggen één jaar na de geboorte, maar er zijn ook hele volksstammen die zich dan vertwijfeld afvragen waar die 9 maanden zwangerschap zijn gebleven! Velen zien dit tweede systeem als het meest zuivere als het bijvoorbeeld gaat om het bepalen van baanrecords.
Ik heb met mijn baan voor het eerste systeem gekozen. Waarom? Omdat je dan gemakkelijk kunt trainen in het rijden van snelle rondjes: als de je startlijn passeert, begint een nieuwe ronde. Een evident nadeel is dat de snelste starter het systeem in gang zet. Of niet! In 2005, maar ook in 2008 dreigden F1-coureurs in staking te gaan. Dat betekent gewoon niet rijden na het startschot. Ja, en dan kun je als FIA hoog en laag springen; er gebeurt gewoon niks! Gelukkig zijn dit soort belachelijke praktijken bij het slotcarracen nog nooit vertoond! En dat is maar goed ook. Wel zouden de coureurs van de kleine autootjes eens wat vaker met elkaar van gedachten moeten wisselen over wat wenselijk is. Er zijn tal van onderwerpen die voor discussie vatbaar zijn.
Let wel, ik pleit hier niet voor een overkoepelend orgaan dat gaat beslissen wat wij zouden moeten doen op, rond en vooral onder de baan. In tegendeel, maar het zou toch niet zo gek zijn om voor een bepaald systeem te kiezen en dat in te voeren als standaard. Hoe kom ik hier op? Om de simpele reden dat ik mijn baan twee uitrustingsniveaus geef: analoog en digitaal. In een paar gevallen kunnen onderdelen samengaan (ook analoog kan met een lege tank te kampen krijgen), maar in veel situaties moeten voorzieningen dubbel uitgevoerd worden. En dan begint al bij de rondenteller. Worden er nu F1-races gereden, dan vraagt de werkelijkheid om een opwarmronde. De hele meute auto’s blijft keurig in de juiste volgorde rijden en start na die ronde als de lichten uitgaan. Wil je dit nabootsen, dan zullen de auto’s vóór de sensoren opgesteld moeten worden, anders gaat ronde één wel heel erg lang duren!
Om die opwarmronde desgewenst te kunnen rijden, heb ik de startlijn vrijwel aan het begin van het rechte eind gemaakt. Dat geeft de mogelijkheid om de auto’s in slagorde vóór de SF-lijn op te stellen, want daar zitten dus die sensoren. Als de auto’s hun opwarmrondje hebben beëindigd, volgt meteen de eerste realistische boobytrap, namelijk het op de juiste plaats stoppen. En dat valt niet mee, kun je bij ons bijna bij iedere wedstrijd zien. Waarbij ik het moedwillig vingertje breken maar even buiten beschouwing laat. Langzaam rijden met een slotcar is om den drommel niet eenvoudig en ik weet nog dat ik mij enorm verkneukelde toen ik in Best zag hoe daar de opwarmronde werd gereden, waarbij iedere coureur nadrukkelijk werd bevolen voldoende afstand te houden. Lachen!
Digitaal is een ander verhaal omdat de opwarmronde geprogrammeerd kan worden door eenvoudig aan te vinken dat de eerste ronde de opwarmronde is. Simple comme bonjour! Maar hoe het ook zij, de boel moet wel feilloos werken en ook het aanbrengen van de sensoren moet met de nodige precisie gebeuren. Exact op één lijn heeft mijn voorkeur. Ik kreeg dat voor elkaar met mijn laserwaterpasje. Het instrumentje is eigenlijk bedoeld voor het afzetten van een lijn op een muur, maar komt ook uitstekend van pas om de SF-lijn haarscherp te bepalen. Die had ik na wat passen en meten fijn te pakken. Bij de start is die precisie niet echt van belang; bij de finish des te meer. Als de tijdmeting op een duizendste van een seconde nauwkeurig is, dan moet je dus het verschil tussen twee auto’s kunnen bepalen. De eerste neus is winnaar, de tweede de eerste van de verliezers. Ook als ze exact met een haarafwijking naast elkaar finishen. Tja, je neemt je sport serieus of niet!




  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten