Hein Tunnissen |
Kano
Ik heb een wat oudere vriend (Dat klinkt ook raar!) die
nogal fanatiek is met roeien. Niet zo’n oude stalen sloep, maar van die
schepies die je bijvoorbeeld bij The Head of The River ziet, de klassieke
roeiwedstrijd van Ouderkerk a/d Amstel naar Amsterdam. En hiermee verklap ik
een nieuwtje want wellicht is dit jaar (17 en 18 maart) de finish voor het
eerst in Amsterdam! Kijk es aan! Hoe dan ook, die oudere vriend van mij vindt
dat geroei erg leuk en op een dag, toen ik eens attent naar zijn hobby wilde
informeren, versprak ik mij door te zeggen: “Hoe is het met de kano?”
Om de dodelijke kracht van deze ontzettend stomme opmerking
weer te geven, moet u zich even afvragen wat er door u heen zou gaan als iemand
bij u informeert of de treintjes nog wel netjes langs het perronnetje wil
blijven staan, terwijl u overtuigd slotcarracer bent. Dan is zo’n vraag niet
fijn! Treinen is van een heel andere orde van grootte dan slotcars. Ik hoef dit
niet toe te lichten en volsta met een simpele verwijzing naar het programma
‘Rail Away’ van de EO. Drie tot vier keer per week zo’n suf treintje op
primetime! Kan niet missen dus!
Enige tijd geleden kwam mijn vrouw, die denkt dat ik alles
kan, triomfantelijk met een grote doos binnen die zij met een bijzonder
tevreden glimlach op tafel zette. Ik had direct gealarmeerd moet zijn door haar
opmerking ‘Daar zeg ik zo meteen iets meer over!’, maar gek genoeg bleef ik
gewoon met onze kinderen kletsen over koetjes en kalfjes, hetgeen een scherpe
vertaling is van een hoop gezeik over hun eigen elektrische sportwagen voor de
Shell Eco Marathon op Ubbo Emmius in Staka. Toen wij dat min of meer afgerond
hadden, kwam zij inderdaad terug om de inhoud te onthullen. Het bleek een
trein! Rail toch gauw away!, wat moet ik daar mee? Repareren, sprak zij
fijntjes, want hij doet het niet. Ik wist meteen dat zij dus elders de keiharde
toezegging had gedaan dat die hoop roest weer rijdend retourtje zou komen en
dus zuchtte ik diep. Liefde is soms een beproeving.
Een paar dagen later (er was niemand thuis) gooide ik die
hele doos ondersteboven op het laminaat in de kinderkamer (!) en begon met de moed
der wanhoop die rails aan elkaar te plakken. Uiteindelijk werd het een soort
ovaal met twee wissels die toegang gaven tot een soort extra halve omloop. Op
dat zijspoor voor simpele zielen kun je dus bijvoorbeeld een deeltje van de
trein achterlaten.
Ik zag veel roest en veel rammelende contacten onderling. De
locomotief kraakte, maar knapte zienderogen op toen ik er een halve bus WD40 in
leeg had gespoten. Met een blokje van Fleischmann -für Gleis- kraste ik de
oxidatie zo goed mogelijk weg, wat toch nog een heidens karwei was. Niet lang
daarna reed het treintje vrolijk in het rond. Eén van de wissels bleek definitief
kapot, gelet op de hoeveelheid veertjes en afgebroken onderdelen in de doos.
Maar dat mocht de pret niet drukken. Door rond te tuffen op halfgas leek het
sprekend op Rail Away en het zou me eigenlijk niks verbazen als die depressieve
kijkers van de EO in feite naar een modelspoorbaan zitten te kijken waar ze een
wisselend decor achter houden.
Na tien of elf rondjes testen begon ik een beetje duizelig
te worden en ik besloot uit mijn slotcarlab een chronometer te halen zodat ik
eens een rondetijd kon klokken. Met een gehalveerde trein, want ik wist van
mijn vriend HJ te MM dat lange treinen in bochten snel ontsporen, wat ook
alweer zo’n dom dingetje is. Nee, dan Alphons P.! Die bewees dat een caravan
achter een slotcar de wegligging van de laatste opmerkelijk verbetert. Bij
treinen doen wagons dat kennelijk niet, zodat je terecht echt grote vraagtekens
achter deze uitvinding mag zetten. Hoe dan ook, ik zette de locomotief met
kolentender en twee rijtuigen van Wagon Lits op de baan en bepaalde het
start-finish punt. Eerst met rijdende start. Ik liet die hoeveelheid schroot
goed op gang komen en drukte op het juiste moment de knop in. Na exact 7,2
seconden denderde de boel over de finish. Niet echt indrukwekkend als je
bedenkt dat een beetje slotcar 48 meter in die tijd af kan leggen (staande
start - kwalificatietijd).
Tegen de tijd dat mijn vrouw thuiskwam, had ik de hele zooi
weer in de doos opgeborgen en het bleek nog verrekte lastig te zijn om die
wagons weer op de juiste manier in het piepschuim te persen zodat het er ook
nog een beetje uitzag. Het werkt weer, zei ik ongeïnteresseerd. “Fijn schat, ik
had al gezegd dat je het wel voor elkaar zou boksen. Ik zei: Hein maakt die
trein weer piekfijn!”
Het was toen dat ik een enorme hekel aan mijn voornaam kreeg.
Dan nog liever Jan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten