zaterdag 25 maart 2017

Toeval

Hein Tunnissen
Toeval
In de wedstrijd leer je spelenderwijs (huh?) dat winnen uiteindelijk niet om snelheid draait. Je moet natuurlijk wel een beetje opschieten nadat de lichten zijn uitgegaan, maar ‘haastige spoed, is zelden goed!’, doet hier zeker opgeld. Daarom is het wel grappig allerlei dappere tuningsverhalen door te spitten op de vraag wat de auteur cq bedenker van al dat slims nu eigenlijk wil bereiken. Het antwoord is: snelheid. De weg daarnaartoe is hobbelig en vraagt om ontzettend veel doorzettingsvermogen. Bijvoorbeeld het polijsten van die verschrikkelijke bushings met behulp van secondenlijm en tandpasta (Zie YouTube) of het egaliseren & polijsten van plestic velgen en chassis, waar op de gekste plekken nog fabricagebobbeltjes opzitten die uw bolide degraderen tot een niet vooruit te branden, maar wel springende geit. Met een scherp mesje, een Dremel en een stukje schuurpapier kun je zo een avond helemaal weg knutselen. De winst? Ik schat die uiteindelijk op minder dan 0,01 procent.
Ooit kocht ik de snelheidsmeter van Tamiya. Een grappig instrument dat na inschakeling en na een tiental seconden op een klein display de snelheid van het voertuig op de rollenbank weergeeft. Of die correct is, weet ik natuurlijk ook niet, maar je kunt wel voor en na tunen zien wat je hebt bereikt. Of niet! Mijn Moslers rijden volgens Tamiya zeker 48 km/u en er is zelfs eentje bij die vlot doorkachelt naar 52 km/u, waarbij eenmaal op temperatuur en na wat flink rondrazen op mijn Fleischmannbaan die snelheid nog eens met twee kilometer stijgt. Doet een beetje denken aan mijn auto die in Bottrop de sporen krijgt en dan 150 km verderop bij de afslag Stadskanaal inderdaad 248 km/u rijdt. Een aanloop die je een beetje kunt vergelijken met het lange rechte eind van de Carrerabaan van SRC Eindhoven en daar zijn er maar heel weinig van. Kortom, testen met koude motor en je krijgt een idee van wat je autootje vermag.
Sinds wij van Amazingslotcarracing te TE fanatiek wedstrijden rijden, weten wij als geen ander dat de-slotten funest is, als je aspiraties hebt om op het schavot te geraken en dat betrouwbaarheid in alle opzichten je het verst brengt. Bij mij duurde het even voordat het kwartje viel, want in de jaren vóór het wedstrijdvirus was alles erop gericht nog sneller te gaan dan de clubavond daarvoor. Smeren, slijpen, polijsten, gefrunnik met tandwielen, nagellak op de voorbanden of nog liever: helemaal geen voorbanden, en gewichtsvermindering waar maar mogelijk. Vloog je er dan een keer met een fraaie bocht uit, dan was dat lachen, met name omdat je blijk gaf van de drift om tot het gaatje te gaan. Goed zo!
Waardeloze tactiek! Ik heb iets beter bedacht. Uitgaande van een Mosler, koop je er nog een standaard chassis bij, motormount naar smaak en een standaard setje assen, lagers en banden. Bezuinig niet op de schoen: koop de geleider die qua diepte maximaal bij de baan past. Plak juist achter en een beetje onder de vooras een flink stuk lood. Akkoord, wat experimenteren is op zijn plaats, maar doe vooral niet te zuinig. Is er nu een wedstrijd, schroef dan dit chassis onder de kap. Wil je lekker rauschen met je vrinden en een beetje indruk maken op de wijven, pak dan die andere!
Simpel en succes verzekerd!  Je kunt het geluk verder nog een handje helpen door je afstelling van de controller. Bij de ene gaat dat beter dan bij de andere, maar kies ergens een stand tussen progressief-dynamisch en conservatief-parlementair. Kort door de bocht ergens tussen linksom en rechtsom. Sinds ik mijn controller wat meer in de ouwelullenstand heb gezet, verlopen de wedstrijden een stuk slechter voor mijn maten. Gewoon festina lente, haast je langzaam.

Een andere methode om een wedstrijd te winnen of de snelste auto te bouwen van de club, is de kwestie van geluk. Je rommelt wat in de oude onderdelen, en na enig volhardend geknutsel staat er een bijna nieuwe auto dan wel een mooi gereviseerd exemplaar. Zet die eens op de Tamiya en als je dan dat geluk hebt, staat er ineens een kei snel autootje op de rollenbank te bonken. Is mij meerdere malen overkomen. Mijn BMW Mclaren F1 GTR, dus een volslagen doorsnee slotcar waarmee je zelfs een boswandeling kunt gaan maken, rijdt best aardig als je de kinderen thuislaat. Maar mijn vrouw raakt er niet opgewonden van! Omdat ik niks beter te doen had, prutste ik maar es wat. Nieuwe bushings, andere motor, nieuw EVO 6 motormount met bijpassende tandwieltjes, nieuwe assen, lichtmetalen velgen met schuimbanden van ScaleAuto, lichtsetje van Slot.It, zerogrips vóór van NSR en maar meteen een nieuw setje spiegels. Rijden als een kogel. Maar waarom? Geen idee. Toeval waarschijnlijk. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten