zondag 19 juli 2015

Life delen



Hein Tunnissen

Life delen
Onze Marcus Aurelius, ook zwaar aangetast door het F-virus, kocht aldus bij Klaas Bos een motormount van Slot-It plus een dikke motor, een zogenaamde longcan. Dat is een motor type beschuitbus. De Markus in hem wil namelijk wel winnen. Helaas vergat hij dat het kapje deze innovatie niet toestond. “Gewoon achterbank eruit zagen”, opperden Bassie en Adriaan. Lachen! Moet je voorstellen: sommigen kopen die oude Ford Lotussen op rommelmarkten om ze opgepoetst en blinkend in de vitrine te zetten, anderen zagen gewoon het achterbankje er uit! Het is me wel een stel hoor, onze Bassie en Adriaan!
Goed, ik steek er een beetje de draak mee, maar ik moet me wel haasten om te zeggen dat het verdomd slimme knapen zijn die heel goed weten wat zij doen. Er is bijvoorbeeld een mal gemaakt om de motormount van Slot-It zuiver haaks in het uitgezaagde (alweer!) gat van de bodemplaat te krijgen. Want dat bleek in het begin wel het allermoeilijkst, de beide assen precies parallel krijgen. De eerste exemplaren hadden wat dat betreft wel wat weg van een parallellepipedum en reden dus navenant. Ofwel als een krab over het strand, vooral dwars uit.
Alle begin is moeilijk en alleen de volhouders zullen scoren! Zo ook hier. Nu wordt de bodemplaat in tweeën gezaagd, waarbij in het voorste deel de eigenlijke uitsparing komt. Min of meer passend, want eenmaal in de mal wordt de naad tussen motormount en bodemplaat volgegoten met een tweecomponentenlijm (geheim recept), waarbij een vinger volstaat om het geheel op zijn plaats te houden tot na uitharding. Dat kost circa één glas bier. Vergeet daarbij niet dat het om een FORD Lotus gaat en dat vooral die eerste ondernemer nog steeds bezig is het wiel uit te vinden, waarmee ik maar wil zeggen dat enig doorzettingsvermogen noodzakelijk is. Kijk, een terugroepactie is natuurlijk heel vervelend, maar ten overstaan van je kornuiten op de racebaan je banden alle kanten op zien vliegeren, is natuurlijk veel afgrijselijker.
Om het allemaal draaglijk te maken, delen Bassie & Adriaan hun kennis, zodat wij medeverantwoordelijk worden voor mislukkingen. Kijk, dat is slim! En dus ouwehoeren wij ook gezellig over de vraag of je nu bij Klaas Bos een offset motormount 0,5 of 0,75 mm moet kopen voor dat taaie rotplestic van Fleischmann dat wel uit bruinkool lijkt te zijn gestookt. Gelukkig biedt ook hier weer het life delen de oplossing. Zo hebben wij wetenschappelijk en dus proefondervindelijk vastgesteld dat de kleur van de autootjes er geen ene donder toe doet. De groene rijden net zo hard als de oranje brikjes. Doe er uw voordeel mee!
Eén dezer dagen ben ik ook aan de beurt om onder het toeziend oog van Bassie & Adriaan een auto uit het antiquariaat aan stukken te zagen en ik heb mij vast voorgenomen de ultieme Fleischmann te maken die ook visueel historisch onverantwoord is. Hij zal namelijk lichtblauw worden gespoten met als enige kenmerk het cijfer acht, de auto waarmee Michel Vaillant in het decennium waarin Fleischmann als kinderspeelgoed furore maakte, triomfen vierde. Dat die oude Fleischmann desondanks volhardde in groen, oranje (Jawohl, für die Holländer!) of Brits blauw en kennelijk niet één Lotus de Franse lichtblauwe kleur wilde meegeven, is vermoedelijk nog te danken aan de diepe vernedering in die treinwagon in het bos bij Compiègne na de Eerste Wereldoorlog. Dat kan bijna niet anders! Ik verheug me nu al op dit toekomstige rechtzetten van die historische wraak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten