Hein Tunnissen |
Beurs
Als je dichtbij de grens met Duitsland woont zoals wij, dan
ben je waarschijnlijk eerder geneigd een dagje uit te trekken voor een bezoek
aan die enorme slotcarbeurs in Oberhausen, dan wanneer je in Zoetermeer woont.
Of Purmerend. Kijk, wij draaien de motor richting de Autobahn in tien minuutjes
lekker warm en dan gaat ook meteen voor dik 150 kilometer kaarsrecht asfalt het
gas vol er op. Het is het mooiste stuk Autobahn dat Duitsland kent, maar je
moet wel bereid zijn om een beetje mee te doen, want er wordt onwaarschijnlijk
hard gereden. Ik herinner me dat ik op weg was naar Maastricht en dat ik (met
240 km per uur op cruise control) voorbij werd gereden alsof ik stil stond.
Allemachtig nog-es-an-toe!
Wij doen dat maar af en toe, zo’n beurs want je moet
behoorlijk uitkijken dat je niet wordt aangetast door het Börsevirus.
Uiteindelijk komt het erop neer dat je thuis constateert dat je een hoop zooi
hebt gekocht waarvan je dan denkt: Wat moet ik hier mee? Van de andere kant,
als je voor honderd euro benzine wegsproeit op de Autobahn, dan is het
natuurlijk redelijk stom om weer naar huis te kachelen zonder ook maar één leuk
autootje te hebben gekocht. Zodoende vonden wij het behoorlijk grappig, Marcus
Aurelius en ik, dat er bij ons om de hoek een modelautobeurs werd georganiseerd
in het Valthermondse ‘Brughuus’, toegang gratis! Die naam Brughuus doet
natuurlijk al het ergste vermoeden. Verschaald bier, tafels met namaak Perzische
kleedjes met ranzige vlekken en een niet te missen interieurlucht die het
midden houdt tussen put en riool. Waarschijnlijk hangt er in het toilet boven de
wastafel ook nog zo’n gele dildobanaanzeep, die een kleiachtig aroma verspreidt
die maakt dat je vrouw ’s avonds zegt “Zou jij je niet eens gaan douchen en
vergeet daarbij je piemel niet!” Op de bar natuurlijk een blauwglazen pinda
automaat die een handjevol uitkotst als je je muntje doordraait.
Zo’n café, waar gisteren nog de overbuurman ten grave werd
gedragen en waar nu alle tafels tegen elkaar zijn gezet voor de modelauto’s
vanaf 1917. Natuurlijk hoopten wij tegen de verkoper te botsen die ook nog een
paar slotcars had meegebracht en die dus bereid was om ze voor een paar stuiver
van de hand te doen. Omstreeks 11 uur was ik te TE en bij een gezellig bakkie
steggelden wij nog even of wij met de Audi sportscar van Marcus zouden gaan,
dan wel met mijn al warmgedraaide riant afgeveerde benzinelimousine. Zes
minuten later stonden wij voor het Brughuus, waar het al een drukte van belang
was. Er was duidelijk sprake van twee groepen. Met de pette op één oor
herkenden wij de boeren die hun slag kwamen slaan bij de landbouwwerktuigen,
bij voorkeur de groengele van John Deere. De andere groep op de sokken werd
gevormd door de truckers die op zoek waren naar Daf, Scania of Volvo. Mercedes
of MAN zijn hier niet zo in trek, laat staan de Magnum van Renault. Wij
besloten dicht bij elkaar te blijven.
Een jaar of twee geleden waren wij zo ook in Houten. Die
beurs wordt door de Scalectrix-jongens georganiseerd en ik moet zeggen dat het
begrip ‘internationale allure’ wel degelijk opgeld deed. Veel Britse verkopers
met een onverstaanbaar grappig accent, Duitsers en zelfs een Zweed met een hele
leuke verzameling Avant Slot. De beurs zelf kon je in drie stukken hakken: een
paar procent 24-klasse, 60 procent nieuw of bijna nieuwe moderne modellen en de
rest antiek. Inclusief kapot. Dit alles uitgestald op oude cafétafels, zodat je
bij een bezoek van drie uur toch minstens 02.50 uur krom voorover staat om de
uitgestelde waar op ooghoogte te kunnen zien. Een ook veel toegepaste methode
is het op de hurken voor de tafel zitten, maar daarmee is de kans om door de
voort schuifelende massa omvergeduwd te worden wel heel erg groot. Terwijl ik
ernstig stond te twijfelen over de aankoop van een prachtige wit met rode
Citroën DS (YES!) van SCX (OH NO!!), kwam er een man in een rolstoel naast mij
staan, die een beetje moest lachen om mijn knipmessenstudiestand. Heb ik geen
last van, kraste hij olijk!
Zijn humeur deed een beetje denken aan het bijzonder
praktische bordje dat ik ooit van mijn vader leende en nooit teruggaf: ‘Arts
maakt visite’ of aan de krukken die mijn broer na een wintersportvakantie
steevast in de auto liet liggen. Zowel liggend in de auto als hulpmiddel buiten
de auto bleken zij meer waard dan het statiegeld. Ik zie m nog pinkelend de
Heineken Music Hall ingaan, terwijl wij nog zeker anderhalf uur in de rij
moesten staan. Zo erg was het in Valthermond gelukkig niet. Gewoon voor de deur
parkeren en meteen doorlopen. Geen slotcar naar ‘t zin gevonden, maar wel heel
goed begrepen dat er nog ontzettend veel modellen zijn die prachtige, leuke en
goed rijdende slotcars op zouden kunnen leveren.
Wij kunnen eigenlijk alleen kiezen tussen Ferrari en
Porsche, uit een paar Fordjes, een Mclaren en een Jaguar. Wat een treurige
armoe! Dat was het enige dat ik kon bedenken toen ik daar in Valthermond rond
schuifelde. Uit nijd bijna een roestige Ford
Taunus 12M gekocht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten