zondag 5 juni 2016

Wetenschap

Hein Tunnissen
Wetenschap
Laatst probeerde ik een nieuw en enthousiast clublid wegwijs te maken in de knarsende wereld van tandwielen en toerentallen. Het was ook een beetje uit hobby moet ik toegeven, want de vraag betrof een Ninco-model; toch wel een beetje de Moskvitsj (Moskovski Zavod Malolitrazjnych Avtomobilej) onder de West-Europese slotcars. Veel lawaai, loslopende bouten en moeren en vooral hemeltergende resonantie die de ruiten van ons clubpaleis doet rammelen alsof men in Tweede Mond nog nooit van stopverf heeft gehoord. Het punt is natuurlijk dat het een bijna ongekende uitdaging is die Ninco een beetje op snelheid te krijgen, zodanig dat medecoureurs ietwat verbaasd de wenkbrauwen fronsen. Want het blijft natuurlijk kinderspeelgoed waar vooral stukjes vanaf breken.
Hoe dan ook, de prikkel is er en de oplichtersfirma NSR doet er alles aan om iedere Ninco om te bouwen naar een NSR, exclusief de kap dan. Wil je daar mee rijden? Zelf weten! Nu geldt dit verhaal evenzeer door maffiadochter Slot.It die zich niet geneert om hele kits aan te bieden waarmee je dan je miskoop om kunt vormen tot een soort hybride voertuig, half Spaans, half Italiaans. Meestal levert dat niet meer op dan een flink gat in de portemonnee, maar soms ook voldoening. Zo heb ik ooit een hippie, zo stoned als een garnaal, de motor van zijn Puck SkyHunter zien reviseren op het strand van Texel. Steeds meer onderdelen en schroefjes verdwenen onder het zand, maar ik weet nog dat ik niets meer te zeggen had toen dat gekke ding na zes dagen open lucht, zeewater en vooral veel zand na één trap vrolijk knetterend richting Beverwijk pufte. Niets is onmogelijk!
In die wetenschap, althans ik klamp mij vast aan die buitenaardse ervaring, moet het dus ook mogelijk zijn een Ninco over de veertig km per uur te krijgen, schaal Tamiya. En het is mij trouwens ook echt gelukt, met inderdaad een leuk setje NSR-tandwieltjes voor Ninco AW. Staat zelfs enigszins triomfantelijk op de verpakking. Kroonwiel 36 met een pinion 14 is in mijn ogen echt wel het maximum dat chassis en body kunnen verdragen. Het kinderlijke gepruts van Ninco is daarmee ook goed aangetoond want de motor vast monteren op een chassis uit één stuk hard krom plastic is toch wel typisch een MZMA-aanpak. De volgende stap is dus dat chassis -vergelijkbaar met wat wij allemaal doen met die oude Fleischmannen- in stukken zagen en een motormount van Slot.It in offset set up monteren. Al dan niet meteen paar leuke veertjes ertussen in een poging om van die afgrijselijke rammel af te komen.
Enfin, al pratende (nou ja, Whatsapp!) kwam ik tot de conclusie dat mijn verhaal ook van alle kanten rammelde, omdat natuurlijk alles met alles samenhangt. Hoe ervaar je ons circuit te TE? Vooral als bochtig of vind je juist dat die bochten niets anders dan het middel zijn om de rechte einden te verbinden? En hoe zit het met de geleideschoen? Rijd je met origineel, met een kiel van Slot-It of toch liever met zo’n scherp mes van Scaleauto? En de voorwielen? Maken die een touché of leunt de auto in de bochten flink op de vooras, links of rechts al naar gelang? En hoe rijd je op onze baan? Met tactiek of met de duvel op de hielen en god-zegen-de-greep?
Eigenlijk is dit in kort bestek waarom leken verwonderd zijn over de charme van het slotracen, omdat zij het niet begrijpen! Omdat zij zich niet kunnen voorstellen dat een bepaalde setup voor een baan als de onze enorm veel hoofdbrekens met zich meebrengt. En dan laat ik de banden nog maar even buiten beschouwing! Van JeeWee van Capelleveen, hoogleraar slotcarracen, leerde ik de simpele zin: “Rijd je eigen race!” die ik vertaal naar “Stick to the plan!” Dat geldt zeker voor de setup, de banden en de versnellingsbak. Maar hoe moet je dat een nieuwkomer duidelijk maken? Ik weet wel zeker dat ik menig clubavondje voor mezelf behoorlijk versjteert heb door van mijn plan af te wijken. Dan ga je zoeken, dan ga je dwalen tot je het spoor volledig bijster bent. Een mooi voorbeeld is plaklood. Marcus Aurelius en ik kregen jaren geleden een bevlieging met plaklood. Steeds meer lood. Voor, achter! Tot we over de grens gingen. Auto bleef gewoon stilstaan! Dat was balen, zeg! Al het lood er een beetje bozig uit gesloopt en zie: zo goed had de auto nog nooit gereden!

3 opmerkingen:

  1. Met lood in de schoenen moet ik bekennen de ballen verstand te hebben van tandwielen. In een willekeurige andere hobby, die ik hier niet zal noemen, staat in de gebruiksaanwijzing precies of er een tandwiel met 7 of 8 tanden gebruikt moet worden voor een realistische snelheid. Dat heb ik in de gebruiksaanwijzing van mijn bolides nergens kunnen lezen. Dan rijd ik naar Klaas Bos te P. en vraag ik wat hij me adviseert. Vaak zegt hij: dat zou ik niet doen, en rijd ik ter onverrichter zake terug naar huis. Uiteraard plannen we wel altijd een tussenstop bij het Boshuis in Drie of bij restaurant DHeerdt in P., want de niet uitgegeven euro's branden in de zak en daar weten deze uitspanningen wel raad mee!
    Inmiddels neem ik mijn bolides mee naar Marc S, die er op deskundige wijze racemonsters van weet te maken. Met uitzondering dan van de Ninco's, die dergelijke protserige velgmaten hebben dat daar de snelle bandjes van Marc B niet onder passen, het standaard Ninco schoeisel heeft dan te weinig grip en het smeren van de banden met olie zou een zeer langdurig verblijf in de kelder van Marc op kunnen leveren, op water en brood. Hachelijk is het!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat moeten we aan Marc S. zelf vragen. Vaak ziet dat op lood plakken en smeren. De rest is geheim.....

    BeantwoordenVerwijderen