zondag 18 oktober 2015

Racekist-2

Hein Tunnissen
Racekist-2
Zoals vrouwen hele middagen wegkletsen achter een pot thee, zo kunnen mannen gezellig met elkaar zitten keuvelen achter de geborgenheid van hun racekist. Gaandeweg bouwde ik met Marcus Aurelius in korte tijd een vriendschappelijke band op, die vooral te danken was aan al die kapotte autootjes of aan die autootjes die wij sneller dan het geluid wensten te laten gaan. Min of meer gedempt mompelend overlegden wij hoe dat zou kunnen of spraken elkaar moed in als een project volledig dreigde te mislukken, hetgeen meestal verband hield met een afgebroken onderdeel. In between was er dan nog ruimte voor meer familiaire zaken (“Zijn jouw kinderen al de deur uit?”) of meer intiemere ontboezemingen zoals de geestelijke gesteldheid van een echtgenote vanwege een kat die al drie weken de hort op was, de reden waarom zij zelf ook op stap dreigde te gaan. Lastig voor mannen, die vrouwenlogica!
Tijdens die gesprekken, en dat is beroepsdeformatie, hield ik nog allerlei andere zaken in de gaten. Want je moet altijd kritisch blijven naar de inrichting van je racekist. Werkt dit in de praktijk, heb ik wel alles bij me of moet ik niet steeds heel veel rommelen voordat ik dat tangetje te pakken heb? Thuisgekomen zette ik vaak mijn racekist meteen op de werkbank in de schuur om op zaterdagmiddag wat ideetjes ter verbetering uit te werken. Zulks natuurlijk alleen als de klussenpot van mijn vrouw bijna leeg was.
Eén van mijn grote overwinningen op mijn kist is de catacombe die ik heb gemaakt voor mijn verzameling Moslers. Het zijn er vier en afgezien van de kleuren zijn alleen de kapjes hetzelfde. De bergruimte is precies afgestemd op hun vorm en dankzij enige vindingrijkheid van mijn kant zitten ze geweldig mooi in hun verpakking. Al flikkert die hele kist van de tafel, met mijn Moslers gebeurt helemaal niks! Kijk, now we’re talking!
Maar een racekist is meer dan een garage met een handvat. Minstens zo belangrijk is de resterende ruimte voor alle kleine onderdeeltjes die nodig zijn om een beetje behoorlijk te kunnen racen. Ook hier verzameldrift. Ik ken iemand die altijd een slag groter en een slag kleiner koopt. Dus hij wil een pignon tien en dan doet hij er meteen 9 en 11 bij. Nu werpt u tegen dat zulke kleine tandwieltjes het verschil niet maken, maar als ik daar tegenover zet dat er tientallen onderdeeltjes zijn met allemaal verschillende specificaties, dan moge duidelijk zijn dat het al snel uit de klauw loopt. Dat is dan ook meteen het nadeel van deze sport: het loopt geheid uit de klauw!
Bij mij was het een zaak van de frisse adem. Dat moet ik toelichten. Op een dag gaf ik mijn vrouw een zoen en dacht: Wat een lekkere frisse meid! Bleek dat ze tijdens het shoppen toevallig op een frissnoepje was gestuit volgens het principe één plus één gratis! Meteen gekocht en meteen verkocht, want ze waren lekker. Voor mij had dit grote gevolgen, want ik begon als een bezetene de blikjes te verzamelen waarin die snoepjes te koop werden aangeboden. Extreem geschikt voor het opbergen van kleine onderdeeltjes. Iedereen van mijn gezin die door mij met zo’n blikje werd gesignaleerd, kreeg een 24-uurs bewaking om te voorkomen dat het blikje achteloos weggegooid zou worden. Door volhardend te zijn en regelmatig complimentjes te maken (Wat ruik je toch lekker fris!) had ik in no time een gros blikjes voor van alles en nog voor de racebaan. Want dat werd in ons huis wel de staande uitdrukking van deze eeuw: “Voor de racebaan!”
Er is wel een opvoedkundig aspect dat niet uit het oog verloren mag worden. Mijn kinderen hebben spelenderwijs geleerd dat opruimen bijzonder praktisch is. Valt hun Iphone uit elkaar, komen ze meteen bedelen om een nieuw schroefje. Is hun bril in zes stukken, dan vermoeden ze dat de racekist wel de materialen bevat om de brokstukken te lijmen, sterker dan het origineel! Mijn vrouw maakt het helemaal bont: die denkt soms dat de inhoud van mijn racekist een soort Haarlemmerolie is waarmee zelfs een kapotte teenslipper gerepareerd kan worden. Nou nee, ik heb natuurlijk wel mijn trots als slotcarracer!
(Wordt vervolgd)

2 opmerkingen:

  1. Dat je die teenslipper wel had kunnen maken met behulp van de inhoud van de racekist is duidelijk, in dit geval onbreekt alleen de wil. Er zijn grenzen!

    BeantwoordenVerwijderen