zondag 15 maart 2015

Banden



Hein Tunnissen

Banden
Het was vrijdagavond en ik reed fluitend naar TE. Buiten floot de wind nog harder. Door niks en niemand gehinderd knetterde ik in zes met dik 120 over de Drentse Mondenweg en verbaasde ik mij opnieuw over de fenomenale wegligging van mijn auto en vooral de techniek. Een venijnige rukwind wordt, nog voordat ik die aan het stuur voel, door de auto zelf gecorrigeerd. Dat is toch geweldig! Soms zie je bordjes ‘Zachte berm’ langs de weg en ik moet me dan altijd beheersen om niet even met één voorwiel te gaan voelen of dat ook echt zo is. Doe je dat met een auto zonder computer, dan hap je waarschijnlijk nog voordat je met je ogen hebt kunnen knipperen in je stuur, tol je drie keer in het rond, om op kop en uitgeteld in de sloot te belanden. Logisch, want drie wielen hebben maximale grip, terwijl het vierde wiel in de blub wordt geremd. Nog erger wordt het als je wel kunt corrigeren en het modderwiel komt weer op het wegdek. Je schiet subiet de weg over om aan de andere kant in de sloot te duiken.
Mijn auto doet dat niet. Die rijdt beter dan ik en hij reageert binnen één duizendste milliseconde om mijn fout of overmoed te compenseren. Mijn dealer zei altijd: “Heel mooi, maar ga niet rijden met de gedachte dat het weer goed komt.” Wijs man, die dealer! Enfin, eenmaal langs de slotracebaan waar ik gelukkig wat harder mocht rijden dan die armzalige 120 km per uur, besloot ik de theorie van het slippen en de bocht uitvliegen overboord te gooien en wat praktischer te werk te gaan. Ik reed met het onderstel van een Ninco Lamborghini Murcielago en ik was verre van tevreden over die pizza. Ik probeerde NSR-bandjes. Waardeloze pasta! Een grotere stuiterbal moest nog uitgevonden worden en de acceleratie was super pet. Vlug de pits is voor siliconen bandjes. Tikje beter, maar nog steeds een rammelende Italiaanse brik. Dan maar Ortmann-bandjes geprobeerd. Vanaf de eerste meters was ik werkelijk verbijsterd en ik niet alleen. Van achter de grote tafel zat Markus geïnteresseerd te kijken wat deze praktijkproef zou opleveren: hoongelach!
De Ortmannen maakten hun reputatie niet waar en hierbij moet ik vlug verklaren dat de grip op onze racebaan die avond uitstekend te noemen was. Opnieuw in de pits monteerde ik vol rubber sloffen die ik, alvorens ik mij op het rechte stuk waagde, nog sleep met behulp van een stukje schuurpapier. Zoals ik al bijna wist: het was helemaal niks. Als een dronken lor over de Drentse Mondenweg met zijwind. Geen porem en ik kwam geen bocht behoorlijk door. Dat was geen driften meer; dat was zachte berm-angst! Het grappige van dit alles is, dat deze praktijkproef wel een stuk leuker is dan het lezen van een bandentest op internet.
Omdat de Lamborghini een product is uit mijn rommelkist met de meest uiteenlopende onderdelen (waardeloos, maar zonde om weg te gooien), is de Lambo uitgerust met plestic velgen. Dat is natuurlijk lachwekkend, want het doet denken aan een Fiat Vlaflip met LM-velgen die bij nader inzien bestaan uit plestic wieldoppen van Halfords. Maar ik had ze mooi glad geschuurd en daarom kon ik er zonder enig probleem een stel schuimbandjes op Slot-It opleggen. Sodeknetter, wat reed dat ding ineens hard. Moraal van dit verhaal: niet te veel theoretiseren. Want op een dag komt het goed. Nu nog een deksel voor dat stomme chassis!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten