zondag 27 december 2015

Kanniewaarzijn

Hein Tunnissen
Kanniewaarzijn
Ik viel van mijn geloof af toen mijn vader mij op 5 december 1960 meenam naar de garage waar ineens een spiksplinternieuwe Citroën DS stond. Diepzwart met gele leren banken. Ik was verbijsterd dat een mens zoiets zomaar aan Sinterklaas durfde te vragen! Hoe moest dat nou met die auto op dat dak en door die schoorsteen? Ik keek mijn  vader aan en hij wist meteen dat hij mijn geloof definitief om zeep had geholpen. Kanniewaarzijn! In de jaren daarna volgden er nog meer DS-en, tot ik er zelf eentje had. Het fenomeen DS 23 Pallas liep toen al op zijn laatste benen.
Ik moest daar laatst aan denken toen ik de homologatielijst van Frank Slot uit mijn hoofd aan het leren was om mij niet te vergissen bij de aankoop van een volslagen achterhaalde slotcar voor de CCR. Ooit een geprezen koning, tegenwoordig een armzalige sloeber die aan de kant wordt getoeterd. Voor de Classic Cup Race heb je een auto nodig die wordt vermeld in die ho-mo-lo-ga-tie-lijst, anders kun je het schudden. Het zijn allemaal achterhaalde wrakken met een vormgeving die volslagen uit de tijd is. Ten tijde van de DS bijvoorbeeld werd gedacht dat energie bij een botsing het best geabsorbeerd kon worden door de hele auto in losse onderdelen uit elkaar te laten spatten. Een finaal doormidden gebroken DS was dan ook de technische overwinning op een wisse dood!
Maar het ergste is nog dat die auto’s voor geen meter rijden. Alles rammelt, ze schakelen als een reumatisch konijn, de wegligging is nog beroerder dan die van de klapschaats en ze zijn zo verdomde krap dat je je af kunt vragen hoe een gezin ooit via de RN in Zuid-Frankrijk terecht kon komen. Mijn vrouw was de jongste van het gezin en dus de aap. Die reed 1.200 km (!) bij mama op schoot in een Renault 4 GTL, waar behalve papa nog drie kinderen inzaten, proviand voor twee weken, de tent en  beddengoed, kleding en de spullen om op zaterdagavond de schoenen te poetsen.
Net zo goed als we van de diesel af moeten, zo moeten we ook de benzinemotor en die oude brikjes af. Wat geweest is, is geweest. Waarom geen elektrieke race met de allernieuwste modellen van Scalextric? Hoe pijnlijk is dan een crash? Waarom geen race waarbij modellen van NSR het opnemen tegen die van Slot-It? Waarom geen race met Duitse Slotcars, n’importe quoi welk merk dan ook? Of waarom geen Renault Mégane-race of een knetterende wedstrijd met die typische rallyauto’s als die van Subaru of Citroën?.
Wat homologatielijst!? De historie draagt de feiten en de mogelijkheden aan! Ik weet nog dat ik op het puntje van onze tv-stoel (1980) naar de verrichtingen van de Audi Quattro zat te kijken, een auto die maling leek te hebben aan gladheid, Hard Gras en aan haakse bochten in het bijzonder. Naar ik me heb laten vertellen gedragen de slotcar-modellen met deze ingenieuze brainwave zich precies hetzelfde en iets vergelijkbaars hoorde ik op de kindertjesbeurs in Houten waar een Brit een Citroën DS had omgebouwd naar voorwielaandrijving en uit ’s mans enthousiasme maakte ik op dat je in de bocht juist grof gas moest geven om daar ten volle van te profiteren. Amazing! Want zo reed ik mijn oude DS ook. Vóór de bocht voet van het gas en dan in de bocht vol erop! Nu heb ik een auto die zelf tussen de lijntjes blijft, zelfstandig inhaalt of remt in het rijtje sukkelaars op de A1. Ook met slotcars moeten we vooruit. Innovatie, nieuwe inzichten, misschien wel elektrisch op accu’s?
Ik heb me al eerder laten ontvallen dat er maar één auto in de CCR is die mij nog kan bekoren en dat is de Renault A310. Jan Lammers had zo’n ding en volgens de folklore reed hij op de Aalsmeerderdijk richting Amstelveen beslist meer dan 260 km per uur. Dat is fotografisch nooit bewezen, maar onze Jan die kon er wat van! Leo in Drachten heeft net als ik ook zo’n hele mooie A310 en hij reed daarmee vooraan in de Classic Cup. Kostte wel meer dan een jaar sleutelen om dat lijk zo ver te krijgen. Ik hou van Leo, maar een beetje gek is hij natuurlijk wel. Een lijk dat hoort in de kast!

zondag 20 december 2015

Houder

Hein Tunnissen
Houder
Laatst hadden wij te TE een vrij ernstig ongeluk langs de baan. Het was niet erg druk die avond en dat leidde er toe dat de coureurs soms hun controller even aan het trekhaakje lieten hangen om wat te consumeren of hun handen te wassen. Maar zoals dat gaat met ongelukken; de verrassing is altijd totaal en het gaat zo snel dat je verstand geen signalen meer kan uitzenden om iets te doen. Je ziet het gebeuren en dan is het dus al gebeurd! Hopeloos die situatie.
Wat was het geval? Komt uit het niets zomaar een hond de berm inrennen. Enthousiast zoals jonge honden dat kunnen zijn, met veel misbaar, zinloze sprongen en vooral veel staartgewapper. Niemand kan het navertellen, maar een feit is dat even later een controller over de grond stuiterde en dat er een knopje afvloog. Daarmee was een kwart van het manuele dashboard van de onfortuinlijk coureur naar de Filistijnen. Ik hoor het u zeggen: alles valt te repareren, maar in dit geval waren de druiven wel heel erg zuur want de controller was juist gerepareerd met een knopje dat nota bene helemaal vanuit China was ingevlogen! Aloi Baba maakt iedereen blij, maar dat was dus wel van heel korte duur.
Ik hoor het de eigenaar nog zeggen, tussen twee snikken door: ‘Het is gelukkig niet zo’n heel belangrijk knopje!’ Dat haal je de koekoek! Wat is dat nou weer voor rare vrouwentaal? Vrouwen vinden knopjes niet belangrijk. Die zetten bijvoorbeeld altijd het mistachterlicht aan als zij de achterruitverwarming willen opstoken. Nee, knopjes zijn typisch een mannending en dus per definitie heel belangrijk. Het moet dan ook een redelijk belachelijk gezicht zijn geweest dat alle aanwezige leden (2) van Amazingslotcarracing te TE plat over de vloer tijgerden op zoek naar dat vermaledijde knopje. Het werd uiteindelijk gevonden door een vrouw die wijselijk het tijgeren achterwege liet en vooral haar verstand gebruikte. Ook weer zoiets stoms!
Nadien hebben wij de situatie in het werkoverleg nog uitvoerig besproken en ik nam mij zelf voor een standaard te gaan maken om mijn regelaar in op te kunnen bergen als ik het racen even zou willen onderbreken. Een pauzehouder dus. Met behulp van een 3D-programma heb ik van mijn regelaar (SCP-01 met Live Timing Box) een uitslagje gemaakt dat ik met behulp van carbonpapier op triplex heb overgebracht, waarna ik dat volledig in stijl van de ouderwetse Fleischmanbaan, wij schrijven 1964, met de figuurzaag uit dat triplex heb geknisperd, waarna ik de delen met een of andere superlijm van Pattex tot een solide geheel in elkaar heb gezet.
De bedoeling is nu dat ik ergens een of andere zware voet met stang op de kop tik om die houder te bevestigen. Omdat ik toch bezig was, maakte ik onder de houder een XLR-aansluiting met kabel zodat ik mijn regelaar niet aan de baan hoef vast te klikken, maar rustig een stukje verderop kan gaan staan als mij dat belieft. Ik vind het een wonderbaarlijk goede oplossing voor een overal voorkomend probleem. Het is toch eigenlijk te gek dat die fabrikanten van die peperdure regelaars niet zelf iets aanbieden waarin je die regelaar naast de racebaan veilig kunt opbergen. Met voet, met zuignap, met tafelklem of met een standaard die je op tafel kunt zetten als daar ruimte voor is.
Nee, op dat heldere idee komen ze niet, die slotsukkels. Ze zien liever dat die regelaars allemaal kapotvallen of dat iemand er zogenaamd per ongeluk op gaat staan, zodat de scherven in het rond vliegen of dat een hond er per ongeluk een Spoetnik van maakt door er met zijn staart tegen aan te zwiepen. Want je kunt er op wachten: de Chinezen springen in dit gat. Ik zag bij Action al een soort holster waar je heel praktisch je regelaar in kunt hangen, maar de kans bestaat dan dat je het snoer vergeet zodat je aan het eind van de avond de hele racebaan van de schragen trekt. Dat idee moet dus nog even terug naar de tekentafel, Tsjang Kai-Sjek!

zondag 13 december 2015

Uitlijnen

Hein Tunnissen
Uitlijnen
Als je als slotcarraceadept (in stukjes: slot car race adept) op internet wat rondsnuffelt, dan kom je de grappigste zaken tegen. Ook veel copy-paste natuurlijk, want niks is gemakkelijker dan de tekst van een ander overnemen. Je ziet dat nog weleens als het gaat over het raceklaar maken van een nieuwe auto. Krijg je weer dat gezeur over het opschuren van de plestic velgjes (braampjes!!!!) of de controle op het vrij draaien van de wielen want bij sommige fabrikanten schuren de bandjes soms tegen het kapje en dat kost natuurlijk onnoemelijk veel snelheid. Maar het kan ook anders. Zo zag ik een leuk filmpje op YouTube over het uitlijnen en monteren van de lagers voor de achteras. De bedenker van deze truc mompelde dat het allemaal geen zak uitmaakt, maar dat alle kleine beetjes die geen zak uitmaken, toch het verschil op de baan veroorzaken.
Ik geloofde hem niet meteen, maar uiteindelijk wel. De basis van zijn gedachte was dat de lagers strak op één lijn moeten liggen en in die positie ook onwrikbaar gefixeerd moeten worden. Met andere woorden: af fabriek is het een grote schots-en-scheve-bende en is het eigenlijk nog een godswonder dat het hele vehicle nog van zijn plaats komt. Überhaupt! Het werd een festijn met vijltjes, secondelijm en geduld. Om te demonstreren dat er wat was bereikt hield onze freak het chassis in verticaal en met de andere hand hield hij juist boven het hoogste lager een asje. Even mikken en floep! Het asje kukelde zonder enige vermindering van snelheid door lager één en meteen daarna door lager twee om met zacht gerinkel op het tafelblad te vallen. Ik dacht subiet: “Amazing!”
Sterker nog: tot dan toe had ik (lekker koud biertje in de hand) het gepruts op mijn tabletje wat vergoelijkend gadegeslagen en dacht ik er het mijne van. Stapelgek dus. Dit nu moet ik haastig corrigeren en wel met het schaamrood op de kaken. Dat asje namelijk draaide zo ongeveer in het luchtledige, zo soepel! Ging die gek, nadat de wieltjes waren gemonteerd, die as ook nog smeren!
Ik moet toegeven: ik heb gewoon niet de tijd om mijn autootjes zo fijn op te tunen, maar ik denk dat het verschil zó groot is dat je met een Ninco vlot een Mosler de achterlichten laat zien.
Mijn optunen is vooral een kwestie van goed luisteren. Een kunst die ik inmiddels redelijk versta. Het begon met een oud knarretje van Slot-It. Het torretje kwam gewoon niet lekker op toeren. Ik ontdekte dat thuis al en ik besloot er op de club nog even naar te kijken. Iedereen was het met mij eens: dat was nie goe! Dat nog nauwelijks gedacht hebbend, begint me dat ding toch een partij te roken! Niet te kort! Of ik een donut draaide, maar dan met de wielen vrij boven de grond. De professionals onder ons weten al dat dit de beroemde oranje motor van Slot.It is, eigenlijk gewoon een prullenbakje. Het schijnt dat een enkeling om 8 euro uit te sparen er zich aan gewaagd heeft die motor te reviseren. Met matig succes.
Ik heb een beter plan. Spuit met een injectiespuit zoals je die soms wel in een portiek vindt, 4 cc trichloorethyleen in het motortje. Een nacht laten soppen en dan de volgende dag zes uur vol gas laten draaien op 14,5 volt. Als de motor het nog doet, rookt hij nooit meer! Als de motor het niet meer doet, geldt hetzelfde. Kortom, altijd succes. Kleine dingetjes, groot succes! Je kunt bijvoorbeeld achteloos op de club zeggen: “Tja! En toen heb ik de motor opgeblazen!” Alweer succes! Je kunt het beter niet tegen je vrouw zeggen. Die ziet het heroïsche er niet van in en denkt direct weer  aan de poen: “Wat een stomme streek ……..*)!”
*)  Vul hier uw naam in

zondag 6 december 2015

Drachten

Hein Tunnissen
Drachten
Zondag 22 november begon steenkoud en donkere regenwolken joegen gezwind langs het zwerk boven het Friese landschap. Sinterklaas en zijn ongure roetvogels hielden op de A7 het verkeer verschrikkelijk op, maar desondanks bereikten wij tijdig de veilige bunker in Drachten voor de allerlaatste race ooit, want de club zou aan het eind van de dag de poorten naar de Hades voorgoed sluiten. Dachten wij, maar het viel alleszins mee omdat eigenaar Harrie, ook lid, de club de laatste maanden huur heeft geschonken, zodat het seizoen afgemaakt kan worden. Leo vanachter de bar: “Als de R uit de maand verdwijnt, is het afgelopen! Dat betekent dus april 2016.”
Wij van Amazingslotcarracing te TE waren niet op volle oorlogssterkte aanwezig tijdens deze laatste Classic Cuprace© van Heer Slot, maar we hebben ons kostelijk vermaakt. Fokko keek enige tijd een beetje sip, want er werden twee bandjes uit zijn kist gepikt, maar hij was uiteindelijk toch happy omdat hij een medaille mee naar huis kon nemen. Ik liep de hele dag te grijnzen (ik sloeg met mijn Fleischmann Lotus (eigendom Fokko) geen deuk in een pakje boter), omdat ik na de officiële training nog net even kans zag met mijn Renault Clio van NSR in ING-livery te rijden en dat ding, zwaar geprepareerd, gaat werkelijk als de brandweer. Yes! Maar toen het ding in één van de verkeerd aangelegde bochten (Drachten grossiert erin) op zijn kant ging, kwam onvermijdelijk de vraag bij het zien van de onderkant: “Wat zijn dit voor bandjes?” En met een grijns van oor tot oor brulde ik: Sillies!!
Rumoer alom, het hele kippenhok sloeg op tilt. Kakelen als wijven en dan ook nog als hele domme! Inderdaad kwam één van de coureurs mij vertellen dat die bandjes olie achterlaten op de baan, waardoor de grip verloren gaat. Voor eeuwig, voor goed! Ik antwoordde: Het zou fijn zijn als iemand eens een argument of een redenering op tafel zou kunnen leggen voor dit soort gelul! Hoeveel olie zit er in zo’n band? Beetje boos gingen de kipjes weer eitjes leggen en ik nam, wraakzuchtig als ik ben, mijn superautootje mee terug naar mijn kist en ik wist toen al wat ik nu ga schrijven:
Van masturberen krijg je ruggenmergtering! Ook zo’n verhaal uit de sixties en net zo stompzinnig als de boosdoener dat Zwarte Piet stoute kindertjes mee naar Spanje neemt! Slotcarracers beoefenen een sport uit een vervlogen tijdperk, waar op de keper beschouwd geen zak aan was tot Scalextric besloot de snelheid van de autootjes meer dan te verdubbelen. Maar kennelijk is de denkwijze onder slotcarracers nog steeds die van 1960. Net als de export van kinderen naar Spanje, was die verschrikkelijke ruggenmergtering een dreigement van ouders die geen antwoord hadden op al die rukkende jongetjes onder de dekens van AaBee. Precies zo zijn er slotcarracers die het oliefilm-verhaal zonder enige redenering, zonder enige wetenschappelijk onderbouwing telkens weer rondtoeteren.
Van de andere kant is die reactie juist dáár in Drachten natuurlijk wel weer meer dan fantastisch, want die baan (Weet u het nog?) werd bereden met kilo’s magneten en volgesmeerd met een of ander godswonderlijk mengsel van in terpentijn opgeloste Parmaplak, Pindakaas en Pattex Montagekit zodat het plestic asfalt je tegemoet glom. En als je het waagde er een hand op te leggen dan moest die met een soldeerlamp worden losgebrand. Grip noemen ze dat in Friesland. Weinig begrip was de oogst, want hoeveel vergaderingen waren er eigenlijk nodig voordat die schijtenbroekjes de magneet uit hun karretjes durfden te halen? Dat mag ik - met enig sarcasme - toch ook wel ‘een historisch moment’ noemen.
Olie op de baan! Door Sillies! In tegenstelling tot wat ik verwachtte werd mijn Amerikaanse Slotforum-vriend behoorlijk boos. Hij had verwacht dat deze heksenachtervolging met brandstapel inmiddels wel achterhaald zou zijn. “THERE IS NO OIL IN THOSE TYRES! Zelfs een condoom (zelfde materiaal, red) heeft enig glijmiddel nodig omdat het er niet in zit. Sterker nog: siliconen wordt er door aangetast! Fuck them all! Nice word, Hain: Rukkenmerktierincgk!”

zondag 29 november 2015

Breinstudie

Hein Tunnissen
Breinstudie
Slotcarracen is psychologie. Sinds deze breinstudie zwaar onder druk staat wegens de tomeloze onzin die studenten uit het hoofd (dáár begint het al) moeten leren, kan ik dat wel zeggen zonder meteen iedereen tegen me in het harnas te jagen. Een laboratorium-onderzoekje dat ik zelf uitvoerde om ooit nog eens te promoveren, bracht de stelling ‘Slotcarracen is psychologie’ onverbiddelijk aan het licht. U kunt deze proeve ook zelf uitvoeren. Ik gebruikte er een Live Timing Box van Slot-It voor, maar het kan ook zonder. Met die LTB namelijk kan ik de data van een rit met een bepaalde slotcar gemakkelijk op de PC opslaan en later analyseren. Anders is het natuurlijk geen wetenschap, nog afgezien dat je wat stuf moet hebben voor de voetnoten en verwijzingen!
Na vele ritten en enige tientallen avonden studie, vanzelfsprekend in de vrije tijd, kwam ik tot de conclusie dat de beste auto niet altijd de beste is. U vindt dit vreemd en zelfs een tikje idioot? Helaas, niet alles is zo logisch als het lijkt en al zeker niet in de warrige wereld van de psychologie. Voor het gemak gaan we even uit van een auto-voorraad van 20 stuks. Op een avond op de club gaat u een stukje rijden en u ziet dat uw kompanen er flink op los scheuren. Automatisch neemt u uit uw kist de auto waarmee u het prettigste (lees: het hardst) rijdt. Maar als u de meuk niet kunt bijbenen, is uw beste auto vanaf dat moment niet meer uw beste auto. U neemt schielijk een andere uit de racekist.
Laten we nu even aannemen dat die tweede auto het stukken beter doet en daarmee wordt nummer twee als vanzelf nummer één. Aan het eind van de avond bent uw geweldig tevreden en vooral over u zelf, zodanig dat u een week later meteen weer met die auto begint. “Oh, oh, oh, wat is dit toch een fijne auto! Hij wordt ook steeds beter, lijkt het wel!” Dus, de fijnste auto is de beste auto en de beste auto wordt almaar beter omdat u ‘m beter in de vingers krijgt. Met andere woorden: de kwaliteit van de auto zit vooral tussen de oren en veel minder tussen de lagers. Het is ook behoorlijk menselijk om dan ook steeds meteen die beste auto te pakken.  Maar daarvoor hoef je natuurlijk geen psychologie te hebben gestudeerd; u wist dit ook!
Het aardige van het menselijke brein is echter dat wij bepaalde dingen niet willen zien. Ik ontdekte bijvoorbeeld dankzij de LTB dat een auto die ik helemaal niet zo fijn vind rijden, veel beter rijdt dan mijn fijnste auto en in drie van de vier sectoren van mijn racebaan veel harder rijdt dan mijn beste auto die ik dus eigenlijk het fijnste vind om te rijden. Uit de analyse van de cijfers (Telemetry by Slot.It) bleek ten overvloede ook nog dat mijn niet zo fijne auto veel beter (lees: later) remde dan de auto waarvan ik dacht dat het mijn fijnste auto was, maar die uiteindelijk dus helemaal niet zo fijn bleek te zijn. Dat is toch raar? Je wordt door je eigen brein gewoon in het ootje genomen. Of moet ik zeggen in het autootje genomen?
Gelukkig werkt het ook de andere kant op, want als het even niet gaat en er is een andere auto voor handen die het plotsklaps ook heel goed blijkt te doen, dan vergeet het brein op slag de capaciteiten van de fijnste auto, die daardoor geluidloos & roemloos naar de bodem van racekist wegzakt. Anders dan met een opgebroken relatie overleeft het brein dit verlies moeiteloos.
Dat brengt mij tot de volgende stelling voor mijn proefschrift:  Slotcarracen lijkt niet wat het is!

zaterdag 21 november 2015

Hulpstukjes

Hein Tunnissen
Hulpstukjes

Eén van de lastigste keuzes die een fanatieke slotcarracer bij leven moet maken is die van de regelaar ofwel de controller. Er zitten zoveel haken en ogen aan, dat heel vaak pas in de praktijk blijkt of je de juiste keuze hebt gemaakt. In jouw ogen dus. Want wat de één fijn vindt, is voor de ander een gruwel. Tis net seks! Zo rijdt Marcus Aurelius met een regelaar van DS en hij is helemaal in zijn nopjes met dat ding. Van de andere kant heeft Fokko zijn ACD Pro op Marktplaats gezet. Kennelijk niet helemaal tevreden of moet ik zeggen: helemaal niet tevreden?!
We beginnen natuurlijk allemaal met een duimduwertje en van lieverlede stappen we dan over op de pistoolgreep met trekhaak. Zeg maar van Fleischmann naar Parma en dan met een flinke zwaai naar een echte controller van pakweg 100 euro (of nog veel meer) en dan heb je eigenlijk nog maar een aardige middenmoter. Zoals ik. Ik kocht een haardroger, een zogenaamde feun van Slot-It. Een regiment knoppen en een dikke handleiding die je, Slot-It beweert het keer op keer, echt door moet lezen wil je überhaupt kunnen begrijpen wat het ding kan. Of niet!
In de tijd dat ik ‘m heb, heb ik flink wat geoefend en ik durf wel te zeggen dat ik mijn SCP-1 aardig in de vingers heb, hoewel je daarmee voorzichtig moet zijn want het gebeurt toch nogal eens dat ik al rijdende aan de knopjes pruts en dat gaat geheid mis. Of je mist een bocht (ai, ai, ai) zonder te remmen of je draait de verkeerde kant op. Ook beng! Het verneukeratieve van die feun is dat hij constant met de volle spanning werkt. Ondertussen zitten er wel mooi gadgets op zoals de remknop. Baf, stilstand! Of de truc van de ghostrider, waarmee je een auto lekker kunt laten inlopen en jij jezelf vol. Met bier of Fanta naar verkiezing.
En wat nog veel mooier is, je kunt er nog leuke dingetjes bijkopen die speciaal voor die regelaar zijn gemaakt. Zoals de lifetimerbox die je aan de regelaar kunt klikken. Met behulp van een oortje hóór je de rijtijden, die je ook kunt vastleggen in een bestand. Makkelijk voor later! Ook kun je een MP3-speler aansluiten zodat je naar je favoriete muziek kunt luisteren. Leuk bedacht van die Italianen, maar of je het ook echt nodig hebt? Dacht het niet!
Zo lag ik op een zondagochtend in bed, wakker wegens veel te grote hitte want mijn vrouw had die middag het winterdekbed over de sponde gesmeten en de temperatuur van de buitenlucht was er wat mij betreft nog niet helemaal naar. Dus las ik op de tablet de krant en dartelde ik wat over Marktplaats. Stomtoevallig trof ik daar de advertentie van JW van Capelleveen, hoogleraar slotcarracen, die kennelijk uit gekeken was op de hulpstukjes voor de SCP-1. Ik bedacht mij geen seconde en tikte een briefje. Een paar uur later, de hoogleraar is blijkbaar ook matineus, hadden wij een dealtje.
In afwachting van het pakje haalde ik de manual alvast binnen en naar goed gebruik kreeg ik een digitaal pak papier van 78 A-viertjes, met de voetgebeden, grappen en de grollen om toch vooral die manuale te lezen. Die grapjes zijn alleen al een reden om de tekst te consumeren. Echt ingewikkeld is het trouwens niet.
Na een paar uurtjes lezen, vóór en achteruit bladeren wist ik het wel. En had ik ook mijn stelling voor deze week te pakken: ‘Het succes van iedere regelaar is gering als het handboek ongelezen blijft.’ Goedbeschouwd kan ik eigenlijk ook wel hoogleraar worden!

zondag 15 november 2015

Audi

Hein Tunnissen
Audi

Sinds het gelazer in Wolfsburg met chocoladeletters in de kranten staat (11.000.000 auto’s terug) loopt het bij ons ook niet meer zo lekker. Rookten en ronkten wij er vroeger lekker op los, nu hebben we steeds het gevoel dat er wat mis is met het autootje. Van de andere kant zit daar ook een voordeeltje aan, want het is nu vrij eenvoudig om de fabrikant de schuld te geven. Ik bedoel: slotcarracers zijn soms net mensen die het niet leuk vinden keer op keer uit het bochtje te vliegen. Het menselijke aspect is dat zij naar een oorzaak zoeken die buiten hun eigen ikje valt. “Kan ik niks aan doen; is de software zeker!”
Bij mijn Audi’s R18 TDI (ook van dat sjoemelconcern), merk ik bijvoorbeeld een sterk stijgend olieverbruik. Een andere manier van om de tuin te leiden. De zuigers van de motoren die in de R18 zijn geplaatst, blijken daar maar wat rond te zwabberen omdat de olieschrapende zuigerveer veel te smal is. Derhalve weinig weerstand, weinig benzine, gunstige testwaarden. In de USA zijn ze des duivels, maar hier doet Pon of de neus bloedt. De oplossing is revisie met nieuwe overmaatzuigers en een veel grotere olieschraapveer en dan is het ineens een heel andere motor. Wat kalmer, wat bedaagder, wat minder agressief en wat duurder in gebruik. Beetje Skoda, zeg maar!
Het grappige is dat ik onder druk van de communis opinio ben gaan sleutelen om tot een oplossing te komen. Dat is nogal nodig, want wij hebben sinds het gelazer bij VW begon voortdurend last van doorrijders, dat wil zeggen dat onze bolides juist voor de bocht besluiten niet te gehoorzamen en dus gewoon strak rechtdoor rijden. Met alle gevolgen van dien. Ik merkte het op, Fokko had er in hoge mate last van (zelfs met zijn peperdure F1-bolide die als gevolg daarvan werkelijk neuzen vrat) en ook Markus. En die riep zelfs steeds: “Heej!”, waarbij hij dapper zijn Duitse Zwitserleven-accent probeerde de verbloemen. Wat overigens niet nodig is want sinds wij in de couranten lezen dat Blatter in de lawinebaan van de Zwitserse justitie staat, kunnen wij weer alles van hem hebben. Daarbij klinkt zijn ‘Heej’ vooral als ‘Hei-di’ wat onze plattelands racebaan toch net wat berglandschap geeft. Hoe dan ook, de doorrijders zijn zeer waarschijnlijk te wijten aan olie op de baan van die gemanipuleerde motoren uit de Heimat.
Eerst dachten wij dat dit niet kon omdat vrijwel al onze auto’s in Italië zijn geassembleerd, maar sinds wij weten dat in heel Europa de software wordt gekieteld ten faveure van de cijfers weten wij wel beter. In mijn Audi 18 TDI die nu nog op de brug staat voor de noodzakelijke preparatie heb ik alvast een lichtmetalen Renault-motor met turbo gelegd en dat scheelt een stuk. Dat besluit heeft zelfs twee voordelen. Het eerste is vooral een imago-kwestie, omdat echte mannen nu eenmaal ongestaafd en ongefundeerd aannemen dat een Audi-motor verdammt noch mal, beter is dan Mein Gott ein Fransoos. Het andere voordeel is dat Renault vanuit die underdogpositie werkt en dan ben je altijd net even iets scherper dan de gedoodverfde winnaar. Tikje minder bier, tikje meer testosteron, weet mijn vrouw.
Met mijn lawaaibak heb ik korte metten gemaakt door een Italiaanse versnellingsbak te monteren in AW-verzet en dat geeft een fluitend resultaat. Natuurlijk heb ik ‘m nog niet getest, maar op de rollenbank logen de cijfers er niet om. De tijden van weleer zullen herleven. Ik rijd al 40 jaar Renault, dat automerk dat heel slim wachtte tot de Britse rechter het team Lotus failliet verklaarde. Waarom? Dat drukt de prijs! Had zelfs een ANP-journalist kunnen  bedenken! Nog mooier: Redbull en Toro Rosso hebben in Parijs de deur hard dicht geslagen, maar ze vergaten dat zij nog geen andere leverancier hadden. Jammer dan! Ik voorspel dat wij van Amazingslotcarracing in 2016 met de Super F1 24-klasse aan de slag gaan. Met Italiaanse, Spaanse of Franse motoren. Komt dat zien!

zondag 8 november 2015

BMW Mclaren F1 GTR

Hein Tunnissen
BMW Mclaren F1 GTR

Ik heb mijn club, Amazingslotcarracing te TE voorgesteld om, in navolging van alle scholieren waar dan ook ter wereld, een Whatsapp-clubje te maken voor het broodnodige delen. Zo wilde ik laatst delen dat ik niet zou komen, maar die boodschap kwam niet door. Grote ongerustheid en Markus bedacht dat er wel iets ontzettend heel ernstigs gebeurd zou moeten als Hein niet zou komen opdagen. Correct, mijn vrouw was jarig! Gelukkig allemaal goed afgelopen en niet al te veel borden en glazen gesneuveld, want ik vind het persoonlijk nogal sneu om te doen of we hier in Griekenland zijn. Dan wel in Russia!
Enfin, ‘n week later even over het gedoe geklepmeijerd zoals mannen dat doen, ongeduldig om aan het echte werk te beginnen: Hij is er, dus wat moeten we zeggen? Om de boel maar meteen wat op te vrolijken zette ik een Ninco op de baan die met luid geraas de Solexbocht in dook. Het commentaar was nauwelijks verstaanbaar, maar toch wel enigszins geprikkeld gaf ik al snel baan drie vrij en ging met auto én regelaar terug naar de pits. Vooral het meenemen van de regelaar had een duidelijk signaal moeten zijn, maar de heren waren nog zo in de ban van hun gemopper op Ninco (met natuurlijk nog een beetje Witmarsumfrustratie) dat zij dat niet opmerkten.
Ruim een half uurtje later was ik terug en zette ik mijn BMW Mclaren F1 GTR in baan vier. Met een Mosler-AW-gezoem en dus bijna onhoorbaar schoot de BMW uit de startblokken, remde voorbeeldig voor de tunnel, ging haaks het hoekje om, klapte door de paperclip, schoof beheerst door de verste bocht van het circuit om vervolgens de terugweg te beginnen in een dusdanig moordend tempo dat ik er zelf ook versteld van stond. En dat alles met kinderlijk gemak. De Solexbocht bijna full speed, de tocht over het rechte eind langs de tribune met bijna adembenemende snelheid. Zou de coureur kans zien tijdig te remmen? Heel even het opflitsen van de remlichten en weg was hij alweer.
Markus trok vanachter de jurytafel van de weeromstuit veel te hard aan zijn digitale sigaret, terwijl hij probeerde te volgen wat er op de baan gebeurde. Hij besloot dat er wat flinkere maatregelen nodig waren, want was dit een zinsbegoocheling of raakte zijn brein de weg kwijt door deze Ninco? Ik gniffelde om mijn knutselsucces omdat ik het geluid van de BMW toch al gauw met zo’n 95 dB(A) had teruggebracht. “Hij heeft van de Ninco een Slot-it gemaakt,” riep onze chef enthousiast. De andere coureurs konden er maar ternauwernood enig plezier aan beleven, want de BMW had hen nu al op drie ronden gezet en wat nog veel erger was: het had er alle schijn van dat de auto nog maar met zijn opwarmrondjes bezig was. Kijk, daar heb je het al! Banden schoonmaken en een beetje olie druppelen! Kortstondig doorslaande wielen en meteen bij de eerste bocht ter hoogte van het circuitcafé en de hondenkennels, had de bolide de zaak alweer onder controle en ging het zo mogelijk nog harder. Wat gedraai aan de knopjes van die dekselse regelaar en de bochten nadien werden genomen met een volmaakt beheersbare drift, zodat de voet nauwelijks van het gas hoefde.
Ninco, het is natuurlijk kinderspul voor echte mannen. Plestic tandwieltjes, wat JeeWee van Capelleveen ook moge beweren. Natuurlijk, dat geven wij ook wel toe, de Pro Race-versie was inderdaad een stuk sneller dan die rammelende straatversie, maar het was en bleef kinderwerk. Helaas, voor deze gelijkhebbers heb ik ook zo mijn hobby’s en dat is dus racen met een slotcar die dat ogenschijnlijk niet kan. Ik vind de Ninco’s leuk vanwege de kapjes en hun bijzondere rijstijl. De Clio’s en de Meganes zijn vanwege hun vorm heel bijzonder om te rijden. Het zijn geen racewagens, maar wat een hoop plezier met die stuiterende rallywagens! Ondertussen sleutel ik dan wat. Kwestie van volhouden en opnieuw beginnen. Het geheim van mijn BMW verklap ik niet, maar één ding staat vast: de muziek is er nog lang niet uit. Op mijn werkbank thuis is de volgende operatie al gestart. Nog een paar nachtjes slapen en dan is het al weer vrijdag. Vvvvvrooeoeoemmmmm, Nincoday!

zondag 1 november 2015

Archimedes

Hein Tunnissen
Archimedes

Nadat de fanatieke Mosler-coureurs onder ons weer eens flink op hun lazer hadden gekregen van een of ander lullig modelletje in de 24-klasse, begon ik mij serieus af te vragen hoe dat mogelijk is. Serieus wil in dit geval zeggen: doorknagen tot er een bevredigend antwoord is. Ik vond het, net als Archimedes, in bad. Het punt is natuurlijk, uitzonderingen daargelaten, dat klein helemaal niet minder hoeft te zijn dan groot. Een shetlander bijvoorbeeld, is relatief veel sterker dan een paard en in verhouding zelfs nog sneller als het op een echte spurt aan komt. Ook zijn er tal van insecten te vinden die prestaties leveren die menig groot beest het schaamrood op de kaken jagen. Neem de kever die een mestbal naar zijn nest duwt. Reusachtige prestatie!
Om ergens te komen begon ik af te strepen: het interieurtje met het coureurtje en de brandblusser naast zijn stoel; twee, de stickers op de carrosserie; drie, de verlichting voor en/of achter; vier, de vorm van de auto. Bij dit laatste puntje heb ik wel even getwijfeld, want er bestaat natuurlijk ook nog zoiets als aerodynamica, maar we moeten aannemen dat een grotere auto relatief net zoveel weerstand ondervindt als een kleiner model. Of de inspanningen van de fabrikant in de windtunnel daarbij op schaal nog terug te vinden zijn, laat ik in het midden. Ik denk niet dat hier een kwestie van doorslaggevende aard ligt.
Komende we bij de wat meer interessante zaken zoals lagers, assen, pinions en kroonwielen of tandwielen al naar gelang de setting. Zeker, hier zijn verschillen, maar opnieuw de vraag of een holle as de doorslag kan geven als het om topsnelheid gaat, zodanig dat de Mosler volledig van de sokken wordt gereden door die bullebak uit de 24-klasse. Dacht het niet. Alzo de altijd delicate kwestie van de motoren en de kracht die zij kunnen leveren. Wordt hier het verschil gemaakt? Zeer zeker als er stringente klassevoorschriften zijn, maar dat was niet aan het handje! Integendeel! Op die bewuste avond reed met ik met een Mosler met 30K in het vooronder en die auto kan prima uit de voeten zowel qua acceleratie als qua topsnelheid en remmen. Het loeder dat mij desondanks van de sokken reed had een motortje van nog geen 25K. Dus wat te zeuren?
Blijft derhalve uiteindelijk de bodemplaat over. Het chassis, de ruggengraat, de basis, het uitgangspunt. En inderdaad, dat onderdeel maakt het verschil. Hoe ik dat weet? Ik zat zoals Archimedes in bad en omdat mijn tenen al schoon waren, borstelde ik met de nagelborstel het chassis van mijn Mosler schoon dat in de loop van de afgelopen maanden nogal vies was geworden door olie, vet en stofdeeltjes. Want wij hebben nog geen klimacontrol te TE, waarbij de lucht voortdurend wordt gefilterd. Sommige clubs zijn wat dat betreft verder en zij hopen daarmee te bereiken dat hun bandjes langer schoon blijven. Een innovatief idee, maar ons lijkt het onzin. In de Veenkoloniën is de lucht gewoon schoon!
Hoe dan ook, glad geworden van alle zeep, glipte het chassis uit mijn hand en plonsde in de badkuip. Het dreef! Weliswaar niet lang, maar ik zag duidelijk verschil met het chassis van Plafit dat ik later bewust in het water kieperde: zonk meteen als een baksteen. Omdat er voor plestic slotcars nauwelijks een metalen chassis te koop is, zocht ik naar een alternatief. Voor mijn Audi RT18 van NSR kocht ik vervolgens een wit chassis, het hardste (lees: het stijfste) dat NSR maakt en inderdaad het wonder voltrok zich: de auto vloog plotsklaps over de baan.
De conclusie moet dus zijn dat op een houten baan het chassis van metaal moet zijn en als dat niet voor handen is van het hardste plestic dat je maar kunt krijgen. Anders moet het chassis versterkt en gestabiliseerd worden met aluminium strips die als ribben vast gelijmd de gewenste & noodzakelijke stijfheid opleveren. Mijn vrouw, die ook in bad zat, knikte instemmend toen ik haar mijn bevindingen voorlegde.

zondag 25 oktober 2015

Racekist-3

Hein Tunnissen
Racekist-3
In de loop der jaren heb ik ontdekt dat persoonlijke kwesties in een racekist bij elkaar kunnen komen. Neem bijvoorbeeld mijn afschuw voor graffiti. Afgezien van het amateuristische gepruts vind ik het ronduit lelijk. Natuurlijk kun je twisten over de schoonheid van architectuur, maar graffiti maakt het ontwerp in ieder geval niet beter. Zo ook met stickers. Veel racekisten worden door de eigenaars opgefleurd met stickers. De randjes laten los en worden vies, ze zitten net scheef of nog erger met een vouw erin of een platgeduwde blaas. Vreselijk! Die stickers moeten kennelijk een link leggen met de werkelijkheid van het circuit. Een grotere misvatting is nauwelijks denkbaar!
Maar omdat ik niet van die smeerlapperij houd, wil dat niet zeggen dat een ander niet zijn hele kist vol mag kliederen. Tant pis! Evenmin kan ik hier verordonneren (hoewel ik het wel graag zou doen!) dat er eens wat meer opgeruimd moet worden. Juist door die half openstaande bakjes en laatjes, kun je goed zien dat de hele meuk er in is gedonderd en dan ook nog vooral alles door elkaar. Onderdelen en gereedschap, brokstukken die goed voor de prullenbak zijn, alles ligt door en op elkaar. Niet erg inspirerend. In mijn verhalen die ik voor de bouwnijverheid schreef, hamerde ik altijd op netheid. Een nette bouwplaats spaart geld, verhoogt de kwaliteit, is veiliger en maakt ook dat het werk op tijd af komt. Geen speld tussen te krijgen en voor de slotracerij geldt exact hetzelfde. De eigenaar met een racekist vol meuk, wordt nooit een winnaar.
Ondertussen moet ik wel toegeven dat mijn tic om op te ruimen aan het ziekelijke grenst. Ik begin bijvoorbeeld altijd met het openzetten van de Kliko en als ik mijn schuur opruim, koppel ik om te beginnen mijn aanhanger achter de auto. Die neiging heb ik al sinds mijn jongste jaren. Toen riep mijn moeder soms vertwijfeld: ‘Ga vlug kijken, Hein ruimt de garage op!’ Weliswaar had zij gelijk met haar opvatting dat je niet alles hoeft weg te smijten om een opgeruimd huis te bezitten, maar zij gaf mij ook wel gelijk in mijn overtuiging dat heel veel zooi tegen beter weten in wordt bewaard. Voor ooit, voor je weet maar nooit; ‘t kan nog wel eens van pas komen.
In principe is daar niks op tegen, mits je het zo opruimt dat je weet waar je het kunt vinden als je het nodig heb. Ik had ooit een vriend die zei dat je alle verhuisdozen die je een jaar later nog niet had uitgepakt, rustig ongezien kon wegsmijten. In de loop der tijd heb ik ervaren dat dit inderdaad zo is. Kennelijk is het belang van de inhoud verdwenen, kennelijk is de waarde uiteindelijk toch wat minder groot dan gedacht tijdens het inpakken. Het zorgzame gedrag van vrouwen (die daarbij hormonaal gestuurd worden zodat zij niet helemaal toerekeningsvatbaar zijn) komt extreem tot uitdrukking bij het bewaren van kleding. Soms worden er speciale zakken gekocht waarmee de kleding vacuüm opgeborgen kan worden, zodat er veel ruimte overblijft voor nog meer vacuüm getrokken kleding. Iedere vrouw weet natuurlijk dat die kleding nooit meer uit dat graf komt, omdat haar figuur dat niet toestaat.
Zo is het ook met racekisten die soms meer op een vuilnisbak lijken dan op de goed geoliede winkel van Klaas Bos, waar je op elk gewenst moment het juiste onderdeel tevoorschijn kunt toveren. Zie de moderne garage waar de magazijnmeester voor iedere auto die voor een grote beurt binnenkomt precies de juiste onderdelen voor de monteur klaar zet. Dat die man geen uren gaat zoeken waar hij wat heeft opgeborgen, moge duidelijk zijn. Iedereen die vindt dat de slotcarracerij niks meer te maken heeft met een kinderlijk spelletje, zal zich wat volwassener moeten gedragen om de beoogde en nagestreefde professionaliteit te bereiken. Tenzij je natuurlijk liever een amateur met racekist bent.

zondag 18 oktober 2015

Racekist-2

Hein Tunnissen
Racekist-2
Zoals vrouwen hele middagen wegkletsen achter een pot thee, zo kunnen mannen gezellig met elkaar zitten keuvelen achter de geborgenheid van hun racekist. Gaandeweg bouwde ik met Marcus Aurelius in korte tijd een vriendschappelijke band op, die vooral te danken was aan al die kapotte autootjes of aan die autootjes die wij sneller dan het geluid wensten te laten gaan. Min of meer gedempt mompelend overlegden wij hoe dat zou kunnen of spraken elkaar moed in als een project volledig dreigde te mislukken, hetgeen meestal verband hield met een afgebroken onderdeel. In between was er dan nog ruimte voor meer familiaire zaken (“Zijn jouw kinderen al de deur uit?”) of meer intiemere ontboezemingen zoals de geestelijke gesteldheid van een echtgenote vanwege een kat die al drie weken de hort op was, de reden waarom zij zelf ook op stap dreigde te gaan. Lastig voor mannen, die vrouwenlogica!
Tijdens die gesprekken, en dat is beroepsdeformatie, hield ik nog allerlei andere zaken in de gaten. Want je moet altijd kritisch blijven naar de inrichting van je racekist. Werkt dit in de praktijk, heb ik wel alles bij me of moet ik niet steeds heel veel rommelen voordat ik dat tangetje te pakken heb? Thuisgekomen zette ik vaak mijn racekist meteen op de werkbank in de schuur om op zaterdagmiddag wat ideetjes ter verbetering uit te werken. Zulks natuurlijk alleen als de klussenpot van mijn vrouw bijna leeg was.
Eén van mijn grote overwinningen op mijn kist is de catacombe die ik heb gemaakt voor mijn verzameling Moslers. Het zijn er vier en afgezien van de kleuren zijn alleen de kapjes hetzelfde. De bergruimte is precies afgestemd op hun vorm en dankzij enige vindingrijkheid van mijn kant zitten ze geweldig mooi in hun verpakking. Al flikkert die hele kist van de tafel, met mijn Moslers gebeurt helemaal niks! Kijk, now we’re talking!
Maar een racekist is meer dan een garage met een handvat. Minstens zo belangrijk is de resterende ruimte voor alle kleine onderdeeltjes die nodig zijn om een beetje behoorlijk te kunnen racen. Ook hier verzameldrift. Ik ken iemand die altijd een slag groter en een slag kleiner koopt. Dus hij wil een pignon tien en dan doet hij er meteen 9 en 11 bij. Nu werpt u tegen dat zulke kleine tandwieltjes het verschil niet maken, maar als ik daar tegenover zet dat er tientallen onderdeeltjes zijn met allemaal verschillende specificaties, dan moge duidelijk zijn dat het al snel uit de klauw loopt. Dat is dan ook meteen het nadeel van deze sport: het loopt geheid uit de klauw!
Bij mij was het een zaak van de frisse adem. Dat moet ik toelichten. Op een dag gaf ik mijn vrouw een zoen en dacht: Wat een lekkere frisse meid! Bleek dat ze tijdens het shoppen toevallig op een frissnoepje was gestuit volgens het principe één plus één gratis! Meteen gekocht en meteen verkocht, want ze waren lekker. Voor mij had dit grote gevolgen, want ik begon als een bezetene de blikjes te verzamelen waarin die snoepjes te koop werden aangeboden. Extreem geschikt voor het opbergen van kleine onderdeeltjes. Iedereen van mijn gezin die door mij met zo’n blikje werd gesignaleerd, kreeg een 24-uurs bewaking om te voorkomen dat het blikje achteloos weggegooid zou worden. Door volhardend te zijn en regelmatig complimentjes te maken (Wat ruik je toch lekker fris!) had ik in no time een gros blikjes voor van alles en nog voor de racebaan. Want dat werd in ons huis wel de staande uitdrukking van deze eeuw: “Voor de racebaan!”
Er is wel een opvoedkundig aspect dat niet uit het oog verloren mag worden. Mijn kinderen hebben spelenderwijs geleerd dat opruimen bijzonder praktisch is. Valt hun Iphone uit elkaar, komen ze meteen bedelen om een nieuw schroefje. Is hun bril in zes stukken, dan vermoeden ze dat de racekist wel de materialen bevat om de brokstukken te lijmen, sterker dan het origineel! Mijn vrouw maakt het helemaal bont: die denkt soms dat de inhoud van mijn racekist een soort Haarlemmerolie is waarmee zelfs een kapotte teenslipper gerepareerd kan worden. Nou nee, ik heb natuurlijk wel mijn trots als slotcarracer!
(Wordt vervolgd)

zondag 11 oktober 2015

Racekist

Hein Tunnissen
Racekist
Welbeschouwd is het praktisch onmogelijk een goede slotracer te zijn (of dat te willen worden) zonder in het bezit te zijn van een racekist, niet te verwarren met de vroeger bij jongens zo populaire zeepkist, die dan, zo wilde de traditie, des zondags na de kerkgang door een pijprokende vader in wit overhemd met mouwophouders en stropdas in elkaar werd gejast op basis van het oude onderstel van de kinderwagen. Nee, de racekist is een box die alle geheimen herbergt van de eigenaar, besloten in speciaal gereedschap en natuurlijk de automobielen zelf. Nu is er één probleem: is de kist eenmaal daar, dan gaat het verzamelen als vanzelf.
Kunnen de autootjes eerst nog ruimhartig opgeborgen worden volgens het systeem in iedere lade of bakje een auto, al snel slaat de flatneurose toe en moeten de autootjes op hun zijkant per lade worden gestapeld. Ook dat is grappig, want waar de automobilist in de 1:1-wereld bijna panisch is over krasjes en deukjes in de zijkant, zo laconiek zet de slotracer zijn auto’s gewoon op de portieren en wielkasten. Het schoonhouden van de banden ligt hieraan ten grondslag en wij, van Amazingslotcarracing te TE, zagen dit fenomeen voor het eerst op grote schaal en consequent doorgevoerd worden door Buurman & Buurman uit Delfzijl. Weer wat geleerd!
Een bepaald soort kist is erg populair onder slotracers en dat is de kist die je als een soort Berlijnse Muur tegenover je op tafel kunt zetten, waarbij je dan zelf het genoegen hebt achter een kast te zitten om de laden en bakjes naar believen te openen of te sluiten. Of om die halfopen te laten staan. Een raar fenomeen dat we terugzien bij hengelaars die altijd tijdens het gevis de klep van de kofferbak open laten staan. Mogelijk is het een soort bijgeloof en vergroot het de kans op winnen.
Zelf vond ik al vrij snel nadat ik door de ballotage van Amazingslotcarracing was gerold dat het tijd werd voor een kist. Niet gehinderd door enige kennis, rommelde ik wat door onze schuur en vond daar nog een aluminiumkoffer zoals die ooit door fotografen werd gebruikt om hun objectieven, paramenders en andere attributen in op te bergen. Maar toen ik nog eens goed keek zag ik dat het aluminium bestond uit hardboard met een pseudolaagje metaal, maar de hoeken waren versterkt zoals dat hoorde bij zo’n dure kist die ik overigens van mijn zwager Kees uit Castricum kreeg.
Ik stortte mij op één van de leukste projecten van de slotracerij: de inrichting van de kist. Om kort te gaan, het werd een enorm geknutsel en het leidde tot een fenomenale zoektocht naar passende assortimentsdozen en nog slimmere oplossingen voor het opbergen van de auto’s. De eerste klap was een daalder waard, want ik vond ook nog de wijnkist terug waarin de flessen Bourgogne hadden gezeten waarmee ik mijn vrouw definitief tot het krijgen van kinderen (2) heb verleid. Na wat gefiguurzaag stonden de eerste auto’s in hun garage, waarbij meteen opviel dat er geen sprake is van door de EU gestandaardiseerde afmetingen. Schaal één op circa tweeëndertig.
Op de club merkte ik wel dat mijn clubgenoten met toenemende nieuwsgierigheid in mijn kist probeerden te gluren, vooral omdat ik een apart, uitneembaar wit bakje had gemaakt waarin ik kon knutselen, zodat ik niet elke vijf, zes minuten als een halve randdebiel over de vloer hoefde te kruipen om dat gevallen schroefje terug te vinden. Daarbij kocht ik bij Action een hoofdledlamp op batterijtjes om mijn gepruts te verlichten, want de gezellige verlichting van onze Racebaanvertrekken heeft niet precies de allure van een tandartslamp, terwijl de precisie die wel vereist. Het was een goede hint, want een paar weken later stonden er vier fijne halogeenleeslampjes op tafel. Voor ieder lid één. Dat was precies op tijd want mijn kinderen hadden mijn hoofdledlamp al gejat (zij: geleend pap!), zodat ik op vrijdagavond vooral op de tast moest werken.
(Wordt vervolgd)

zondag 4 oktober 2015

Reliant

Hein Tunnissen
Reliant
Mijn werk bestaat voor een groot deel uit het lezen van kranten. Dat maakt mensen wel eens jaloers. Dat is vreemd want steeds minder mensen lezen kranten, dus waarom jaloers op iets dat je toch al niet doet of wilt? Enfin, wat veel mensen niet weten is dat mijn vak soms nog veel leuker is door het bijwonen van zittingen van de Rechtbank. Wat je daar al niet hoort! Uiteindelijk moet ik daar een verhaaltje over schrijven natuurlijk en die gaan dan over niet met name genoemde figuren, bijvoorbeeld J.P. te Z. Dit ter bescherming, want tot er recht is gesproken ben je hooguit verdacht. Zo ook in onze club Amazingslotcarracing te TE. Iemand, verder niet aan te duiden dan met F. te M. trok een vergelijking tussen de legendarische automobielen van onze sport en het voertuig van Mr. Bean, de Reliant.
Je had zijn uitspraak, gewoon terloops gedaan, als denigrerend op kunnen vatten, maar ik denk dat het meer om de theorie ging. De wetenschappelijke kant van de driewieler wat de slotracecar natuurlijk is, maar je bent wel stapelgek als je dat zo definieert want dan is de lol er natuurlijk wel vanaf. Daar komt bij dat Reliant het voertuig de naam ‘Robin’ heeft meegegeven en een stommere naam is werkelijk niet denkbaar. Als je ouders je Robin noemen, dan zou ik maar een touw gaan zoeken. Johnny Cash zong met ‘A boy named Sue, how do you do?’, de Amerikaanse variant.
Maar goed, de avond was een eind op streek, alles was gezellig en leuk. Er werden wat autootjes opgetuned en er was wat vriendelijke discussie over de functie van de voortrein en de perikelen die je daarmee kunt hebben als slotracer. Komt F. dus binnenvallen met die vergelijking  van de Reliant, de Britse driewieler die volkomen terecht door het team van TopGear zó genadeloos is afgebrand, dat daags daarna de verkoop van dit idiote voertuig volledig tot stilstand kwam en sterker nog, de producenten van de grootste komiek van het eiland zich genoodzaakt zagen Bean himself in een Mini te plaatsen omdat er anders niemand meer naar de serie zou durven te kijken.
Kennelijk niet op de hoogte van dit leed aan de andere kant van het Kanaal, deed F. uit M. nog een extra duit in het zakje door nogmaals de naam Reliant hardop de noemen en daarbij te wijzen op het overhangen van het karretje in de bochten dankzij het ontbreken van een ondersteunend linker- of rechtervoorwiel. Aan de wat korzelige reactie van onze CEO Marcus Aurelius was wel te merken dat de boodschap luid en duidelijk was overgekomen en dat hij het gesar nu eigenlijk wel voldoende achtte. F., je hebt je punt gemaakt! Nu graag weer even terug naar de werkelijkheid. De overige twee leden hielden de adem is. Was hier een royement op handen?
Het liep met een sisser af, want de Reliant bleek alleen maar opgevoerd te worden om aan te tonen dat ook slotcars, hoe laag bij de grond ook, de neiging hebben in bochten wat over te hellen en dus steun zoeken op een voor- of achterwiel aan de linker- dan wel aan de rechterzijde. In theorie althans. Kijk, en dat is natuurlijk wel weer het mooie van zo’n mannensport: iedereen mag zeggen wat hij vindt zonder meteen bikkelhard tegengesproken te worden of zelfs verguisd. Iets wat vrouwen onderling wel altijd doen. Mannen branden elkaar niet af, zeker niet als zij verbroederd zijn in de sport.
Toen de lucht weer wat was opgeklaard en iedereen een achter een lekker glas Fanta zat, concludeerden wij dat de steun vóór verbeterd kan worden door de achterste vering van NSR-wagens losser dan wel juist wat strakker af te stellen en dat het heel zinnig kan zijn gelijktijdig de vooras wat op te tillen voor iets meer R-effect. Dat doet dan wel even denken aan InterToys, maar die gedachte moet vooral gezien worden als het slaan van een piketpaaltje. Het uitspreken van de R-naam was een kwestie van het uitzetten van de denkrichting zei F. opgelucht, toen alles helder was. Hij was even een verdachte, maar daarna gewoon weer onze Fokko uit Musselkanaal!



zondag 27 september 2015

Witmarsum (2)

Hein Tunnissen
Witmarsum (2)
Een beetje professioneel driften is dus absoluut uitgesloten. Ik herhaal: Absoluut! Banden slijten zó hard, dat bij Markus al tijdens de tweede heat het tandwiel over de baan kraste. Mijn Fleischmann, uitgerust met vuistdikke F22 banden, sprong als een blinde bronstige pad over de kiezels. Het werd dus een totale deceptie. Nu moet ik meteen erbij zeggen dat ik zelf voor die dikke banden koos, want in het ultra strenge regelement van de CC staat namelijk dat slijpen is toegestaan. Dus doe de dikke maar! Niet dus, want na montage werd mijn autootje gearresteerd en mocht ik er helemaal niets meer aan doen. Stond ie daar met zijn kont triomphantelijk de lucht in te wijzen. Ik voorzag dat er heel slecht weer op komst was…
Maar wel veel geleerd. Zagen wij verleden jaar in Drachten nog hoe er steeds na iedere heat baanstukken werden geteld waarna er met een afgrijselijk ingewikkelde formule werd berekend wie welke plaats in het klassement had bereikt, in Witmarsum schoven de auto’s simpelweg een baantje op (in de ontstekingsvolgorde van een 4-cilinder – conclusie Fokko) met een nieuw nummertje dat correspondeerde met die nieuwe baan, zodat de baancommissarissen effectiever hun werk konden doen. Afgezien van die ene sukkel die steeds naar andere bochten keek dan de zijne! Desondanks, hulde voor dat systeem!
Omdat het toch een leuke dag moest worden, gingen Markus en ik oude autootjes kijken die overal stonden uitgestald. Schappen vol. Veel shit, maar ook hele leuke modelletjes zoals warempel een heel rijtje Deux Chevaux-tjes. Af en toe om ons heen kijkend ontwaarden wij Fokko in de winkel van Slotracing2Go en na verloop van tijd was zijn gezicht helemaal opgeklaard. Hij had een nieuwe bolide gekocht en daarmee kroop hij achter zijn racekist. Zonder enige vorm van beleefdheid schroefde hij de nagelnieuwe slotcar uit en nadien weer in elkaar en toen hij daarmee klaar was, was de wedstrijd godzijdank wel afgelopen. Hij klikte zich vast aan die vermaledijde martelbaan, zette zijn full electronic controller een paar streepjes scherper en plaatste zonder mankeren glashard zijn handtekening op het Nincoasphalt in Witmarsum. Sodeknetter, wat liep dat ding meteen gruwelijk hard.
Jaja, dat is onze Fokko! Kwaad is kwaad en we gaan natuurlijk niet naar huis voordat iedereen heeft begrepen dat wij niet bang zijn voor zo’n Ninco-baantje met raar slingertje en op track drie zelfs een stuk zonder stroom. Wij, zijn clubgenoten, moesten er wel een beetje om lachen, want hij keek echt heel verbeten en ik maak me sterk dat hij in staat was die nagelnieuwe Ford desnoods in één klap rokend en met ontplofte motor over de meet te jagen als hij maar zijn visitekaartje kon afgeven: MET ONS VALT NIET TE SPOTTEN.
Op weg naar huis konden we alweer grapjes maken en we zeiden telkens om de beurt “Wat was het toch een leuke dag! Veel geleerd en aardige mensen ook!” Net na de grens met Friesland en weer op eigen bodem was het Markus die de oorlogsvlag hees door zich hardop af te vragen hoe we het een volgende keer aan zouden moeten pakken. Fokko schudde het hoofd. We gaan dit jaar niet naar Houten, maar wel naar Oberhausen. Da gibt es eine Messe van 12 vierkante kilometer of daaromtrent met alles op slotracebaangebied dat ooit door mensen is bedacht of gemaakt.
Het walhalla, het paradijs! Daar zouden wij onze slag slaan en een auto kopen om die hele vermaledijde Classic Cup naar het autokerkhof te jagen zodat alle andere deelnemers allemaal huilend en snotterend naar huis zouden gaan. Met uitzondering natuurlijk van onze goede vriend Alphons uit Delfzijl, die wij ook op het ereschavot zullen trekken met zijn rode Ferrari. Dat heeft hij nou onderhand wel eens verdiend, Frank! Er kon niet eens een medalje voor hem af. Alphons, vriend, in ons oergezellige clubhuis staat een BEKER voor je klaar!

zondag 20 september 2015

Witmarsum

Hein Tunnissen
Witmarsum
Voordat wij ons huis kochten, kwamen wij langs voor een uitgebreide bezichtiging zoals dat gaat. De dochter des huizes was juist met een vriendin aan het bellen en zij vond het niet beleefd daarmee door te gaan omdat wij waren gearriveerd. Met een vrolijk “Pijp ze!”, nam zij afscheid van naar vriendin. Wij slikten hoorbaar. Waren wij hier in de provincie? Dergelijke taal werd niet eens in Amsterdam uitgeslagen! Hoe dan ook, het bleek een alleraardigste meid van 18 die ons aankeek of wij niet uit Ouderkerk a/d Amstel maar van Mars kwamen. Bij de koffie bekende zij dat haar vakantie dit jaar naar Bergen (NH) zou gaan en triomfantelijk meldde zij daarbij: “Ja, en dat is over de Afsluitdijk!” We lachten om zoveel humor. In Groningen, nota bene!!!
Enige weken geleden togen Markus, Fokko en ik tot bij die Afsluitdijk. Allemachtig, die meid had wel gelijk: wat een klere eind rijden is dat als het einddoel Witmarsum is. Het ging natuurlijk allemaal om de Classic Cup waarvoor wij ons op het nippertje aangemeld hadden om daar de rest van Nederland eens flink de oren te wassen met onze, tot het uiterste getunede & getergde Fleischmann-bolides, de Lotussen, waarvan er in elk huis in Nederland dat ouder is dan 20 jaar nog wel een paar rondslingeren. Is het niet in het gootsteenkastje, dan is het wel achter die kist gematteerde Agio sigaren die opa in zijn crapaud op zondagmiddag behaaglijk wegstoomde.  U heeft geen idee? Ze zijn of groen, of oranje. Een enkeling blauw met Caltex-stickertjes. Veel coureurtjes zijn onthoofd.
De nacht voordat wij TE verlieten, had onze chef-monteur nog de hele setting omgegooid, omdat hij toch niet helemaal zeker van zijn zaak was. Andere voorassen, met min of meer speling, nieuwe voorbanden die waren gefabriceerd van afgekeurde oude achterbanden, maar waarvan wij dus zeker wisten dat wij daarmee aan het gruwelijk strenge regelement van de CC zouden voldoen. En zo snorden wij des zondags door Friesland met achter in mijn auto de racekist met drie Classic Cup-moordenaars.
Er was echter één klein puntje waarmee wij niet zo goed raad wisten en dat is die verdomde Ninco-baan die daar in Witmarsum ligt uitgestald als het met gras overgroeide circuit van Zandvoort. Wel een baan waar heel veel zorg aan is besteed, daar niet van. Bijvoorbeeld overal, maar dan ook werkelijk overal kerbstones. Hoe vreemd! Ook een paar uitgebrande wrakken tegen elkaar voor een meer levensechte circuitlook, wat wel een vreemde constatering is als je weet dat het coureurtje ligt te verbranden in zijn cockpitje. Maar afgezien daarvan: wat een baan! Op de aansluitingen van de baanstukken onderling voortdurend een wegversmallinkje, waardoor je je op een spoorbaan waant met karakteristiek kedeng-kedeng-kedeng. Ben je een houten baan gewend met ultra strakke lange sleuven zonder enige spikkeltje, dan denk je meteen aan de Middeleeuwen. Daarbij komt nog dat het plestic golft als onze pijlsnelle rijkswegen op Zuid-Hollands zompig veen. Zo’n cakewalk was ook al helemaal nieuw voor ons.
En dan het wegdek zelf! Puur Macadam! Ooit (1834) ontwikkeld door de Schot John McAdam. Ninco bestaat feitelijk uit drie lagen verschillende steenslag. Eerst grove steenkorrels voor de stabiliteit als basis, waarna de weg (??) wordt afgestrooid en ingewalst met twee kleinere types grind. Als je struikelt en je schiet met je gezicht over een Nincobaan dan is je hele gezicht ontveld.

zondag 13 september 2015

Reparaties

Hein Tunnissen
Reparaties
Eén van de dingen die wij, de clubleden van Amazingslotcarracing te TE gewoon leuk vinden, zijn de sporen op onze vier tracks. Zeg maar die zichtbare ideale lijn, de routing met de meeste grip en de minste marbles. Met name baan twee en drie staan in het hout geslepen. Op sommige plekken licht glimmend, op andere plaatsen dof glanzend op het matte af. Daar remmen wij alsof ons leven er vanaf hangt. En vaak is dat ook zo en anders wel dat van onze autootjes.
Nu zijn er heel veel clubbanen in Nederland, maar er is er niet één waar zo intensief mee wordt gespeeld als die van ons. Soms ook door regelrechte klunzen die dan op een onnavolgbare en totaal onbegrijpelijke manier te TE verzeild raken en dan hun onbetaalde aanwezigheid vaak verklaren met een binnensmonds gemompeld ‘familie’. Ja, ja, zo kennen wij er nog wel een paar.
Nu is het natuurlijk niet erg dat je eens een keer een paar gasten aan tafel hebt, maar er zit altijd wel een horkje bij. Eentje die het net wat bonter maakt dan je als familielid (al dan niet) zou mogen doen. En tja, dan krijg je toch schade! De laatste maanden bijvoorbeeld, hebben we nogal wat schade aan de koperen sporen. Markus heeft nog met NS gebeld, maar die kwam ook niet veel verder dan ’s nachts repareren. Een nogal dommig advies, vonden wij. Repareren is onzinnig als je de oorzaak niet weet! Die moet je aanpakken!
Aangezien de echte en betalende leden van Amazingslotcarracing te TE heel goed weten hoe duur alles is, rijden wij die schade dus niet! Blijven de familieleden over. En de vriendjes van Mynouk, want die kunnen er ook flink op losbeuken, zo heb ik me door haar laten vertellen. Fokko, die altijd onverstoorbaar is, opperde laatst een reparatiedagje. Op zondag, of nog beter gezegd op zondagochtend.

Markus en Tineke: Hahahahahahahahahahahahah!hahahahahahahahahahahahaaaa! Hahahahaaaaaaaahahahahahahahahaaaah! Hhhhhhahahahahaha; hahhaahahhhahah, ahahahaha! Haha! Haha! Hij keek wat beteuterd omdat Tineke meteen had begrepen dat het een kwestie van vlug plakken zou worden en vervolgens langdurig testen of de baan wel weer helemaal goed gerepareerd was! Ja, danku de koekoek, wij slapen uit op zondagochtend! Toch zal het er nog wel van komen want er ligt een reeks van herstelwerkzaamheden op ons te wachten. De pc draait nog op Windows for Workgroups (3.1) of zoiets en wij hebben regelmatig te kampen met een systeem dat spontaan uitvalt of blijft hangen. Dan staat die pop in de hoek die Michael Schumacher moet voorstellen, de godganselijke avond uit zijn onderbroek (daar zit de luidspreker) te blaten dat je 9 seconden nodig had om rond te komen. De laatste tijd is het zelfs zo erg met de storingen dat het wel lijkt of Michael opnieuw in coma is geraakt!
Een derde probleem zijn onze contacten. Soms sta je je helemaal blauw te knijpen en dan gebeurt er helemaal niks aan gene zijde van de baan. Dat is behoorlijk gênant, want er is dan kennelijk sprake van een los contactje. Tot groot vermaeck van iedereen duikt Markus dan onder het zwarte doek dat de baan als een rok omspant en wij luisteren naar zijn zachte gekreun om te kunnen vaststellen of hij alweer contact heeft kunnen maken. Soms is het extra grappig, want de onfortuinlijke coureur houdt in de hem meeslepende spanning het gaspedaal diep ingetrapt, zodat het succes van Markus direct zijn eigen doodvonnis wordt en het autootje aldus met volle snelheid tegen de muur te pletter slaat. Er is altijd iemand die net iets te enthousiast roept: “Ja, hij doet het weer!”
Het lijkt dus een kwestie van tijd of wij gaan aan de slag om de schade die door al die familieleden bij elkaar is gereden, te herstellen. In een moeite door geef ik ze nu ook maar de schuld van die ontregelde computer en van die losse contacten onder de baan. U zegt dat dit niet eerlijk is? Correct, maar daar denkt u anders over als ik u aan een Chinees wijsheid herinner: ‘Sla uw vrouw eenmaal per dag. Weet u niet waarom, dan weet zij het wel!’

zaterdag 5 september 2015

Schuim

Hein Tunnissen
Schuim
No hoof, no horse! Het is één van die aardige Britse uitdrukkingen waarmee de eilanders de spijker op zijn kop slaan. Een andere is bijvoorbeeld ‘Go backwards, to go forward’ en ik moet eerlijk bekennen dat ik van deze wijsheid vaak gebruik maak en vrijwel altijd met succes. Met de hoeven van de paarden stonden de Britten natuurlijk nog met twee voeten in het tijdwerk van William the Conqueror (some say: The Bastard), maar meer modern denken wij slotracers natuurlijk meteen aan de banden onder onze kleine voertuigen die uiteindelijk alles bepalend zijn voor roem, eer en glorie!
Wij, de echte diehards van Amazingslotcarracing te TE, hebben al heel lang geleden gekozen voor hoeven van schuim. Ondergetekende heeft het nog enige tijd geprobeerd met silly’s, maar uiteindelijk moest ook ik in het zand bijten: op onze MDF-baan zijn schuimbanden onverslaanbaar. De grip is marvelous, terwijl het ook nog mogelijk blijkt om met bepaalde, daarvoor ontworpen modellen, heel redelijk te driften om aldus op hogere snelheid de bocht door te komen. Grip, wegligging, acceleratie, remmend vermogen, souplesse bij toenemende warmte en slijtvast: wat er allemaal niet komt kijken bij zo’n klein bandje! En dat vier keer!
Nu gaat het te ver om te zeggen dat we maar wat deden, maar onmiskenbaar was er een sterke voorkeur voor de banden met een rode streep. Totdat een of andere sukkel (misschien was ik het zelf wel) op de site van Klaas Bos een cijfertje verkeerd intikte en daarmee prompt wielen met een gele streep ontving. Het zou zomaar ook heel anders gelopen kunnen zijn (dat vertellen de historie en de annalen van Amazingslotcarracing te TE niet), bijvoorbeeld dat de rode bandjes gewoon waren uitverkocht en dat die snoodaard van een Klaas toen voorzichtig de gele heeft gesuggereerd als minstens zo goed. Want de klant weet het natuurlijk altijd beter en zeker als het om slotcarraceklanten gaat.
Enfin! Helemaal begrijpelijk begon deze loser meteen te roepen dat zijn gele streep-bandjes van ScaleAuto veel beter waren dan de roodgestreepte nichten die de buurman kennelijk had gemonteerd. Over het gelijk van de één of de ander kunnen we het hier moeilijk hebben, maar een fact is dat de twijfel was geboren. En hoe!
Binnen die consternatie kwamen toen ook nog plotsklaps groengestreepte exemplaren op de baan en daarmee was de verwarring wel compleet. Nee, integendeel! Want no hoof, no horse, komt Markus Aurelius plotseling met een Mosler op bandjes met een witte streep, in Gulf-livery en daarom dus sowieso al een geduchte tegenstander die ontzag in boezemt. Daarbij komt nog dat de vorige eigenaar de vreemde gewoonte had deze auto met kracht in het slot te drukken, waardoor hij zeker 4 mm lager ligt dan een normale van fabriekswege verlaagde Mosler. Kortom, het valt te begrijpen, van enige eendrachtige samenwerking is geen sprake meer binnen ons cluppie omdat iedereen het beter denkt te weten.
Persoonlijk vind ik dat bijzonder jammer. Die klerebandjes kosten ex verzendkosten toch nog zo’n 9 euro nog wat en je koopt ze natuurlijk niet voor het binnenharken van de tweede prijs. Ongetwijfeld staat één kleur voor de beste band zodat we van die andere kunnen zeggen ‘no hoof, no horse’! Ooit verrasten de collega’s in Best (zij zeggen Eindhoven) ons met een bandentest die in de Consumentengids niet zou hebben misstaan. Het lijkt mij dat wij, de leden van de beste & leukste slotcarracebaanclub van Nederland het aan onze stand verplicht zijn definitief te bepalen met welke kleur je op MDF moet rijden om te winnen. Rood, geel, groen, wit of lichtblauw want die flauwe jongenskleur is er godbetert ook nog.
Ik heb hierover met ScaleAuto gebeld, want het is natuurlijk te gek voor woorden dat wij het wiel gaan uitvingen, terwijl het al lang bestaat. Leg ik het probleem voor en dan zegt die snuggle met een stalen gezicht: Als het regent of de baan is nat, dan zijn de rode beter! Ik doe het nooit, maar deze keer heb ik het echt gedaan: I threw the horn on the hook!, hetgeen sindsdien een typisch Brits gebaar is.
‘Threw the horn on the hook’: vrij naar Bob Dylan,  I threw it all away (Nashville Skyline, 1969)

zondag 30 augustus 2015

Lappenmand

Hein Tunnissen
Lappenmand

Hoe belangrijk de vrouw in het leven van een slotcarracer is, bleek ons, de leden van Amazingslotcarracing.nl te TE, maar weer eens toen 24-racer Fokko met ernstige verwondingen werd uitgeschakeld na een ongeval. Gelijktijdig werd Markus ook geraakt door een akkevietje, zodat er op een vrijdag ineens NIET werd geraced. Dat was in de hele historie van de club nog niet voorgekomen, zodat ook de reglementen en onze statuten geen uitsluitsel konden geven op de vraag: Wat nu? Moet het koffiezetapparaat om 20.00 uur uitgeschakeld worden of toch nog door laten asfalteren tot 22.00 uur? Melkpoederstaafjes terug in de koelkast of gewoon op tafel laten staan voor de snuivers onder ons? Tja, lastig!
Onze jongens uit Delfzijl zaten vermoedelijk nog aan het enige strandje van Groningen, rechts naast het Eemshotel, bij wijze van vakantie met hun tenen krabbetjes te vangen, terwijl Markus door drukke bouwwerkzaamheden was geveld, schrijver dezes op vakantie was en Erik weer eens onvindbaar, hoewel zijn Bassie&Adriaan bolide in Alteveer bij de speelgoedwinkel werd gesignaleerd, ditmaal zonder hulp van Burgernet. Kortom, het was een stille bedoening in het clubhuis van Amazingslotcarracing te TE. Maar dat Fokko er niet was, was achteraf beschouwd toch wel het ernstigste feit van deze samenloop van omstandigheden. Watske beurt?
Met een collega wilde hij een stalen paal naast een rotte hekpaal zetten, zulks ter ondersteuning van de laatste. Collega klimt op ladder, een blok van 6 ton met zich meesjouwend om die paal de kop in te slaan. Trap valt om, collega dondert van trede, heiblok valt op hand van Fokko die de paal vasthield. Ai,ai,ai! Nu vraagt iedereen die Fokko kent waarom hij niet met de blote vuist die stalen paal in één klap de Drentse oergrond in heeft gejaagd, maar vermoedelijk heeft hij de collega niet voor het leven willen frustreren. Enfin, tal van botjes gebroken, flinke ritsluiting en de hand in een soort zeugenband om het ellendige geheel wat te ondersteunen.
In het geniep van ons rovershol waagde hij het later wel te bekennen: hij durfde die vrijdagavond  met het kersverse verband rond zijn hand niet tegen zijn vrouw te zeggen ‘Kom, ik ga maar eens naar TE om effekes wat te racen!’ Dát zat er even niet in en wij wisten onmiddellijk dat onze onfortuinlijke coureur hier een zéér juiste beslissing had genomen.
Tegenover deze stille vrijdag stond een bezoekje van een coureur die wij eerder mochten verwelkomen. Hij testte indertijd, maar dat is alweer jaren geleden, onze baan op zijn merites en aangezien hij toevallig toch in Assen was wilde hij even langs komen. Het was zaterdagavond en het was zondagochtend toen hij weer vertrok. Markus in zijn nopjes en dat is wel begrijpelijk als een beroemd coureur dat hele takke eind naar TE aflegt om op jouw baan te komen racen. En dat het een hele snelle baan is, bleek maar weer eens want na een paar rondjes al werd er bijzonder agressief gereden en zakten de tijd rap naar 7 seconden en dat is op een 45 meterbaan een hele knappe prestatie. Daar kwam nog bij dat er een aparte rijstijl aan de dag werd gelegd, namelijk die van volgas naar vol in de remmen en daar dus niks tussen. De koning van deze scheurstijl is onze jonge vriend Raymon die aldus per avond vlot een versnellingsbak aan gort rijdt. Alles voor de overwinning, natuurlijk.
Inmiddels is het leed weer geleden. Onze vrouwen hebben ons weer opgelapt en vertroeteld en er is zelfs alweer een clubavond van Amazingslotcarracing te TE geweest, waarbij het gonsde van activiteit en gezelligheid. Het werd dan ook later en later, waarbij Markus goedmoedig een oogje dichtkneep, waarbij ik in het midden wil laten of dit een kwestie van gedogen was of een gevolg van de staalsplinter die hij uit zijn oog had moeten laten boren! Brrr, deden alle leden na het horen van dit griezelige verhaal. Dan nog liever met één fikse klap naar het hiernamaals. Je bent coureur of je bent het niet!

zondag 23 augustus 2015

Ik vertrek!

Hein Tunnissen
Ik vertrek!
Mijn vrouw die veel, zo niet alles in ons huis te zeggen heeft, opperde laatst het plan om na mijn pensioen in Spanje te gaan wonen. Het had net weer een paar dagen heftig gestormd en geregend rond ons huis ten gevolge van die vermaledijde Hondsrug, zodat ik het door haar opgeworpen balletje wel kon billijken. Er was ook werkelijk geen zak aan om naar buiten te gaan, nog afgezien van het feit dat je zeiknat werd. Toen zij haar opmerking richting de stoelen en banken plaatste, kwam ik net terug van onze warme zolder waar ik een paar slotcars had geprepareerd voor de aanstaande clubsessie van Amazingslotcarracing, want ik ben de mening toegedaan dat je ook wat voor je hobby over moet hebben.
Omdat ik mijn werk en voorbereidingen voor NSR succesvol had afgerond, had ik wel even tijd om naar haar te luisteren en desgewenst hardop met haar mee te denken. Ze vond ons aanstaande vertrek eigenlijk al geen discussiepunt meer; het was meer de vraag wat ik zou doen als zij dagen achtereen in de zon zou liggen. Goed punt, van haar! Maar omdat ik net was teruggekeerd van Circuit Zolder, wist ik meteen de oplossing: ik bouw tegen de achtergrond van de blauwpaarse contouren van de Sierra Nevada een buitenbaan voor mijn Slotracehobby waarop ik naar hartenlust kan racen zonder dat ik om de haverklap wordt gehinderd door een kind met alweer een lekke band of zoiets.
Ik zag het meteen helemaal zitten. Lekker autootjes repareren in de schaduw op de veranda, glas Ricard erbij en buiten onder de sinaasappelboom een machtige mooie houten baan in onze grote tuin waar gelukkig toch niks wil groeien anders dan wat grote rotsen, zodat je ook geen tijd hoeft te verdoen met onzinnig geschoffel en gehark.
Zegt mijn vrouw, die soms nog scherpzinniger is dan ik, onverwacht: “Je zou die baan ook kunnen bouwen op de nieuwe veranda van Markus en Tineke zodat jullie met de club ook een beetje in de buitenlucht kunnen racen, want die veranda is toch veel te groot om avond na avond met zijn tweetjes te zitten. En verdomd, daar had ze wel een punt. Mynouk (van de taarten) en haar broer Mike (7,2 seconden staande start) staan al regelmatig klaar op de rand van het ouderlijk nest om uit te vliegen en wat dan? De veranda in kwestie is zo groot als een gemiddelde etage in de Amsterdamse Pijp (of iets groter) en je kunt er vergif op in nemen dat Markus met de oude binnenbaan binnen handbereik niet avond na avond met Tineke op die immense houten vlonder gaat zitten knietje vrijen. Allicht niet.
Het plan is er dus. Dan kan de rest niet lang op zich laten wachten: Amazingslotcarracing Outdoor en daarmee zijn we in Nederland dan absoluut uniek. U werpt nu tegen dat dit zielig is voor Tineke? Welnee, ze hebben namelijk ook nog een hele grote witte pagodetent met een immens loungebankstel dat wordt bewaakt door geglazuurde hardstenen leeuwen (oid) waar zij zomaar kan gaan zitten zonder dat zij gestoord wordt als zij van ons gestoord wordt.
En als de directie van Amazingslotcarracing.nl deze blog toevallig niet leest, dan zal ik dit geweldige plannetje van mijn vrouw eens zachtjes op hun vergadertafel kieperen. Wat dachten jullie van dit geweldige idee? Helaas voor mijn vrouw natuurlijk als dit doorgaat, want dan ga ik niet mee naar Spanje. Tja, het leven is kiezen! Maar ik zal haar wel missen natuurlijk, na al die jaren van huwelijksgeluk. Misschien kan ik het goedmaken door te zeggen dat ik dan onze kinderen een beetje in het oog zal houden. Het lijkt mij een mooie toezegging die heel bruikbaar is voor meerdere leden van de slotcarracebranche, want je kunt pas echt racen als je vrouw achter je staat.
Sterker nog: anders is het snel afgelopen met die kleine macho-autootjes!

zondag 16 augustus 2015

Hella

Hein Tunnissen
Hella
Net teruggekomen van vakantie, waarbij ík natuurlijk weer dat hele stuk naar Centraal Frankrijk moest rijden en mijn vrouw alleen maar achteraf hoefde te zeggen wanneer ik in haar ogen rechtsaf had moeten slaan, kreeg ik via de Pakjesman een pakketje van onbekende herkomst. Vreemd! Ik had niks besteld en ik had voor mijn kinderen niks betaald. Het kwam van Hella.
Geachte heer, wij hebben uw blog gelezen en bijgaand sturen wij u voor uw Renault Alpine A310 een kaartleeslamp zoals die indertijd door rallyrijders werd gebruikt. Daarmee blijft uw wagen authentiek!
In de doos zat een lamp op een beweeglijke slang met aan de voet een handige schakelaar die kennelijk ook verlicht was zodat je hem in het donker gemakkelijk kon vinden. Typisch Hella! Minder praktisch was het formaat, want met de lamp kon je moeiteloos het bureau van Freddie Heineken verlichten en die inschatting kan ik maken want toevallig bezit ik die schrijftafel.
Hoe dan ook, de PR-gadget van Hella, hoe goed ook bedoeld, was wat groot voor mijn Gitane-karretje, schaal 1:32. Maar dat dondert niet, het is namelijk de bedoeling dat je als journalist vooral wat schrijft over dit soort ongevraagde toegezonden spullen. Hopelijk een beetje positief, bij voorkeur niet al te negatief. Wat zal ik er van zeggen? Het is een prachtig lampje en ik ben erg blij dat die blogspotterij dan toch eindelijk ook iets oplevert behalve applaus. Misschien monteer ik m wel naast mijn racebaan, als een bureaulampje bij het toetsenbord waarmee ik de computer bedien voor de tijdwaarneming. Dankjewel Hella!
Verlichting bij racebanen is overigens wel een heikele kwestie. Zo ook bij Amazingslotcarracing te TE. Laatst is een bocht die toch wel erg te lijden had onder invallend duister, opnieuw uitgelicht met behulp van een staande schemerlamp (Halo, geen Hella) uit de huiskamer, waardoor het aantal ongelukken met fatale afloop drastisch is afgenomen. Iets soortgelijks herinner ik mij van de baan in Drachten, waar ook wel enige punten zijn aan te wijzen die zwaar te lijden hebben onder onoverzichtelijkheid en schemering. En op YouTube is het beslist een zeer veel voorkomend euvel. Een soort brommende muis die in halfduister rondrent zonder dat je kunt zien waarnaar het beest op weg is. Vaak zijn die banen het resultaat van nijvere huisvlijt, veel analoog knip- en plakwerk en onwaarschijnlijk veel doorzettingsvermogen. De eigenaars zijn in mijn optiek onverbeterlijke Knutsel-Pimmetjes, die veel liever met hun figuurzaagje zitten te pielen dan knoerthard er op los racen met helemaal voor die baan geprepareerde autootjes.
Om die sukkels testauto’s te sturen (bij wijze van PR), hopend op een verkoopstimulerende recensie, is boter aan de galg gesmeerd. Nee, als je als leverancier van Slotcars echt iets wilt beleven, dan moet je een flinke doos met auto’s en voldoende reserveonderdelen, banden etc richting Tweede Mond (Zuiderdiep 240A, 9571 BN Tweede Exloërmond, 06-40557268, info@amazingslotcarracing.nl zenden. Gegarandeerd dat er op vrijdagavond een test wordt gereden waarbij dat sarcastische rondhobbelen van TopGear kleuterwerk zal blijken te zijn. Nadien verschijnt op blogspot.com een recensie die de verkoopcijfers naar ongekende hoogte zal opjagen, in ieder geval de naamsbekendheid van de leverancier tot ver over de landsgrenzen zal oprekken. Zo weten nu vrijwel alle Japanse liefhebbers van slotracen wie Klaas Bos in Putten is. Dit allemaal dankzij deze blog. Tel uit je winst!
Het testteam dat uw gewaardeerde pakje op de pijnbank zal leggen bestaat uit Markus, Erik, Fokko en scribent dezes. Daarnaast zullen wij altijd een gast uitnodigen, vergelijk TopGear, die met een Lada van Chinese makelij onze baan mag sarren. Die uitkomsten leggen we dan naast elkaar zodat er enige diepte in onze tests ontstaat waar de lezer ook wat aan heeft. Slotcars in de 24-klasse kunt het beste op een pallet meteen opsturen naar collega Fokko (zelfde adres).


zondag 9 augustus 2015

Racepace

Hein Tunnissen
Racepace
Alleen als je het ooit hebt meegemaakt, ken je de betekenis van het begrip. Grappig is dat het iets is waarmee zelfs Google nauwelijks uit de voeten kan. Tachtigduizend hits, maar nergens een adequate omschrijving of vertaling. Ik las ‘racesnelheid’ en dat is wel heel erg minimalistisch vertaald. Wel begrijpelijk want het begrip schuurt tegen het onderbewuste aan en een coureur die in zijn nopjes is met zijn racepace op een bepaalde dag, kan er evenmin de vinger opleggen waarom het op dat moment zo subliem gaat. Alles klopt! En dan bedoel ik ook werkelijk alles!
Vermoedelijk is het een toevalstreffer die je een heel eind kunt sturen door kunst en kunde, maar is er ook wat geluk nodig om een echte racepace te beleven. Het overkwam mij onlangs. Halverwege de avond vloog ik plotsklaps over de baan en alles ging super. Alsof uitvliegers niet bestonden. Achter mij en dankzij de racepace niet veel later vóór mij, vlogen mijn collega’s om het hardst uit de bochten, ook op plaatsen waar normaal gesproken niemand de vangrail opzoekt. Vriend Erik vloog zo ter hoogte van de kortste tunnel ter wereld bijna over de rand van de baan en de razendsnelle oranje Ford Lotus, fabricaat Fleischmann en opgetuned*) te Vledderveen (NL) bleef maar net met een achterwiel aan de vangrail hangen alvorens met een klap de diepte in te storten. In de verte wapperde de Zwitserse vlag in stilte en dat zegt wel wat over de diepte van de kloof waarin onze coureur dreigde te kukelen. Terwijl iedereen nog stil was van de schrik, reed ik onverdroten verder en ik zag in het voorbijgaan nog net kans om het lullige Vettel-vingertje op te steken waarvan ook nog nooit iemand begreep wat hij met dat gebaar bedoelt. Het viel mij op dat het ongeval mij niet raakte en dat mijn racepace bleef zoals die was.
Daarna had ik eigenlijk alleen maar met Fokko te maken die helemaal in love is met de 24-klasse en die er een heidens genoegen in schept  om met zijn metalen onderstel plesticrijders zoals ik in het bochtje behendig uit de baan de tikken. Tikje gas op het juiste moment en het zwiepertje legt de Mosler gegarandeerd naast de slotbaan. Maar mijn racepace was zo goed dat ik het moment niet afwachtte en gewoon koelbloedig gas terugnam om hem vervolgens op het rechte eind vrolijk voorbij te spuiten. Markus die het tafereeltje vanwege een gekwetst oog vanuit de coffeecorner gadesloeg, riep dan opgewekt: “Nu op drie rondjes!”
Ik moest er wel een beetje om lachen, want ik had helemaal niet de bedoeling om iedereen de oren te wassen. Eigenlijk was ik de hele avond met verschillende auto’s aan het prutsen omdat ik, net teruggekomen van vakantie, nogal wat herstelwerkzaamheden had laten liggen. Die varieerden van een loslopende schuimband tot een stroef draaiende achteras door aangekoekt vuil in combinatie met opgedroogde cardanolie. Maar omdat ik ook wel even lekker wilde scheuren nam ik dus mijn oude Mosler uit de kist en zette hem plompverloren op de baan.
Toen klopte alles. Tussen mijn oren, de grip, de baan, de afstelling van de auto en de afstelling van mijn Slot-It regelaar. Gek genoeg wist ik het meteen: dit is mijn moment. Ik kon doen wat ik wilde. Soepel passeren zonder de daaropvolgende bocht (onvermijdelijk) er zelf uit te knallen. Welnee! Beheerst remmen en daarop weer voluit accelererend verder rijden. Eerlijk, je waant jezelf een held. Je hebt goud in je handen, je denkt dat je alles kunt. Dat je de oceaan kunt besturen, de maan kunt dirigeren of zelfs alles tegen je vrouw kunt zeggen zonder dat ze je om de oren slaat.
Racepace leidt tot euforie. Amazing! Iedereen gegund, dat zeg ik er meteen bij. De fine fleur van de slotbaanracerij; je moet het meegemaakt hebben om het begrip te kunnen doorgronden. Op zo’n avond mag je naast je schoenen staat en zelfs allerlei onzin uitkramen.
*) Uitdrukking van Raymond Senna te Ees