zondag 30 juli 2017

Jordi

Hein Tunnissen
Jordi
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus was het weer zo ver: op Marktplaats stond een Mosler van NSR. In Gulf-jas, altijd leuk. De onderkant was bijzonder en het chassis, maar vooral het subchassis, verraadde dat het om een al wat ouder model-sidewinder ging. Maar uitgerust met een Shark 22 kon het best een leuk autootje zijn. Of worden. De eigenaar was eerlijk over de staat waarin het geheel verkeerde en ik zei dapper dat ik die ene spiegel best kon missen, omdat ik er toch nooit in kijk. Na wat gezeik over en weer van mijn kant, hadden we een deal.
Na een onwaarschijnlijk lange tijd (ik was de aankoop nog net niet vergeten), kreeg ik een mailtje van Kiala dat men het pakje had afgeworpen. Poeh! Toen ik later Jordi liet weten dat de transactie tot een goed eind gekomen was, schreef hij me terug: ‘Goed om te horen dat hij heel gearriveerd is. Ik doe altijd goed m'n best met inpakken, zeker bij Kiala, om problemen te voorkomen!’ Daar kun je het mee doen, pakketboer! Dat zal je leren om met onze kostbare pakketjes te smijten.
Die avond pakte het zo uit, dat ik zonder iemand te hinderen rustig even in de Mosler kon gaan zitten en natuurlijk keek ik ook even onder de motorkap. Oei, daar moest wel even een bietje gepoetst worden. Het subchassis ter hoogte van de magneetverstelstrook was dichtgeplakt met een stukje plakband en doordat weg te trekken, schoot het meteen lekker op want er hing van alles aan. De Mosler was duidelijk getuned: lood onder de vooras, kleine stukjes lood links en rechts voor de voorwielen en wat grotere stripjes erachter. Met een stukje tape was vóór de magneetverstelstrook een kleine, maar sterke magneet vastgezet. Kennelijk een pittige auto!
Ik besloot ‘m meteen op de baan te zetten om te kijken wat er zou gebeuren. Dat viel tegen: niks! Tot mijn verbazing ging de auto met gierende banden als de slinger van een klok naar links en rechts. De grip was zo gering, dat de magneet zonder enig probleem de auto surplace hield. Roest! Dat had ik nog nooit meegemaakt! Met de magneet in het bakje van niet meer te gebruiken magneten, ging het een stuk beter. Wel nogal wat overstuur in de bochten, maar de Gulf reed beslist niet slecht. Op de Tamiya klokte ik 36 km/u. Dat was geen verrassing, want ik had al gezien dat mijn standaard Moslerspeed er nog niet in zat, maar dat kon ook niet met zo weinig grip.
Op de werkbank ging het lood eruit, het subchassis maakte ik schoon met Dasty, de lagers met WD40 en de as wreef ik op met chromepolish. Aan de uiteinden, onmiskenbaar, wat braampjes. Eenmaal schoon en soepel, zette ik de Mosler weer in elkaar en in plaats van de Scaleauto-schuimbanden, monteerde ik air-velgen van NSR met SlotAngels.
En daar ging ie! Altijd weer leuk om te zien als wat simpele ingrepen de snelheid en de wegligging zo verbeteren. Eigenlijk is dat (afgezien van het contact met de verkoper) wel het leukste van zo’n Marktplaats-aankoop. In dit geval ging het lekker snel en dat is niet altijd het geval. Zo heb ik ook een Inline Mosler op MP gekocht en daar ben ik maanden mee bezig geweest voordat het kreng een beetje uit de startblokken wilde komen. Daarbij, en dat maakt het nog veel gruwelijker, snapte ik niet waar het ‘m inzat. Tot ik op een dag bij Klaas in Putten was en daar een blauw Mosler-chassis zag. Zo soepel als een afgeragd stuk kauwgum. Klaas wilde mij natuurlijk niet tegenspreken (blog!), maar zijn ogen zeiden: ‘Wat moet jij met dat superzachte chassis op die keiharde baan van jullie te TE?’
De rest is historie. De Inline-Mosler rijdt sindsdien met zijn blauwe chassis als een kogel. Theorie is prima, maar de praktijk is soms anders. Jordi’s Mosler ging na wat rondjes op de Tamiya en ik las 42 km/u. Nicht schlecht! Ook vind ik dat die blauwe SlotAngels wel heel erg mooi bij het lichtblauw van de Gulf-kleuren passen. Natuurlijk heb ik de velgjes iets verder naar buitengezet, zodat ze mooi zonder inkijk in de wielkasten passen. Ik zit nog wel een beetje in dubio over de wieldoppen. Er zijn slotracers die zonder inserts weigeren ook maar een meter te rijden, maar ik ben ze liever kwijt dan rijk. Ik vind ze een vitrine-detail dat je vooral kunt zien als de auto erg stil staat. En dat is niet de bedoeling. Tijdens de komende clubavond zal ik de Gulf eens lekker laten zoeven. Wedden dat ik er zo een paar kilometer per uur meer uitpers als ik zeventig rondjes verder ben? Wis en waarachtig! Tunen is vooral rijden!


  

zondag 23 juli 2017

Chaos

Hein Tunnissen
Chaos
Dit moet ik u vertellen! In dat grote land naast ons (met een katapult schiet je vlot een Drentse kei over de grens) zijn ze dol op slotcarracen en ze geven er gruwelijk veel geld aan uit. Soms komen er verzamelingen op de markt waarvan ik denk: zoveel auto’s hebben wij in Nederland samen nog niet eens! Allemachtig, die lui kunnen er wat van. Kijk, je hebt van die figuren die zich toeleggen op het per se willen hebben van een bepaald type slotcar. Zeg de Mclaren F1 GTR. Om zoiets lachen ze zich in Duitsland helemaal suf. Daar verzamelen ze minimaal alle Porsches van alle merken en dan in beide toegestane klassen: 32 en 24 en dat weer in alle mogelijke voorkomende uitvoeringen en kleuren. Dat gaat om duizenden auto’s.
En het allerergste is nog wel dat die auto’s er allemaal piekfijn uitzien. Een krasje op het dak en de eigenaar is ontroostbaar. Maar als hij zich herpakt heeft, gaat hij schuren, plamuren, voorlakken en nat inschuren, waarna de nieuwe toplaag wordt opgebracht en dan -na minstens een week uitharden- de finish in de vorm van een hoogglanzende laag vernis. Daarna nieuwe striping en die wordt met een dodelijke precisie opgebracht. Mij zijn voorbeelden bekend van raceauto’s die natuurgetrouwer uit het schuurtje kwamen dan indertijd uit de Chinese fabriek. Dan blijkt bijvoorbeeld dat er helemaal verkeerde spiegels zijn gebruikt. Op een pootje in plaats van aan een stengeltje. Wordt meteen gecorrigeerd!
Het rijden met die auto’s is een hartverzakking.  Bij iedere bocht breekt het angstzweet je uit. Ter voorkoming daarvan liggen ze dan ook net als echte Duitse auto’s tot de nok toe vol met lood. En…, de Duitsers hebben de CHAOS-knop! En dat is echt een dingetje. Toen wij te TE voor het eerst van dit fenomeen hoorden, hebben wij het ons vier keer achtereen laten uitleggen. Nu ja, de laatste keer hoorden wij eigenlijk helemaal niet meer wat er werd gezegd, zo hard moesten wij lachen om die uitvinding.
Stel u een wedstrijd voor. De auto’s zijn na de start Gott sei Dank door de eerste bocht gekomen en dan ontstaat er op het rechte stuk een aanrijding. Voor de analogen onder ons: op een digitale baan kunnen net als op de Autobahn gemene en onverwachte kettingbotsingen ontstaan, omdat er meerdere auto’s op één track kunnen rijden. Bengs! Als het gebeurt, wordt onmiddellijk de Chaos-knop gedrückt. Alles staat stil! Zowel de veroorzaker als de aangereden auto gaan voor straf twintig meter terug! Bij ons is dat bijna een halve ronde! Dat gieren van de pret wat wij doen als wij horen over dit systeem horen praten, is natuurlijk ook leedvermaak dat onstuitbaar opborrelt omdat óók het slachtoffer terug wordt gezet. En alsof dat nog niet genoeg is: alle andere coureurs staan vrolijk een beetje uit de neus te eten totdat alles weer geregeld is.
En geloof het of niet, de Autobahn is nog niet vrijgegeven of er is alweer een nieuwe Unfall en het hele feest herhaalt zich. Er zijn auto’s die zonder enige schuld meer achteruit dan vooruitrijden en begrijpelijk duurt zo’n raceavond wat langer dan bij ons. Nu bedenk ik me echter weleens dat wij eigenlijk als beesten te keer gaan. Slechts een enkeling moppert daarover, maar meestal lachen we ons een staart. Spoiler! Spoiler! Spoiler!, hoor je dan roepen. En wat blijkt? Terwijl het hele veld vrolijk verder davert, ligt er achter de Solexbocht gewoon een complete spoiler op het asphalt. Geen idee hoe die daar terecht is gekomen. Geen idee van wie!
Een ander fenomeen dat bij ons goed zou zijn voor het hard inslaan van de Chaos-knop, is de focus op de auto. Je kijkt zo gespannen en intens naar je eigen autootje dat het je helemaal ontgaat dat ergens midden op de baan buurman op zijn plaat is gegaan. Met een enorme klap kom je daarachter. Tja, op een circuit verwacht je geen verkeerslichten en ook geen omgevallen auto’s. Gelet op de snelheid die wij nastreven, is zoiets natuurlijk niks bijzonders, maar het kan je lelijk verrassen.
Tegen de tijd dat wij de functie van de Chaos-knop helemaal tot onze kleine hersenen hadden laten doordringen, bespraken wij heel serieus en ernstig de wenselijkheid van zo’n dictatoriale safetycar. Want zo moet je het toch wel zien: de wedstrijd wordt steeds dood gelegd. Voordat je dan eens een keer je racepace te pakken hebt! Hahahaha! Voor Hollanders heeft dit wel voordelen: Duitse slotcars hebben weinig kilometers in de benen en zijn nog mooier dan Hollandse nieuwe!  



zondag 16 juli 2017

Hans Alders

Hein Tunnissen
Hans Alders
‘Bouw vordert gestaag’. Wie kent deze kop uit de krant niet? Het zijn projecten als de bouw van een nieuw stadhuis, ziekenhuis of een megalomaan plan als de Fries Congrescentrum Drachten. Van origine was die immense verzameling hallen en aanpalende gebouwen bedoeld voor liefhebbers van het Friese paard. Dus men schreef in het clubblad Phryso maanden achtereen dapper: ‘Bouw vordert gestaag’. Direct na oplevering ging de hele tent op de fles. Maar dat gebeurt wel vaker in het land van heit en mem.
Amazingslotcarracing te TE heeft niet eens een clubblad om zoiets in te schrijven, laat staan een digitale Nieuwsbrief. Gelukkig maar, want anders zouden wij ook iedere keer moeten schrijven ‘Bouw vordert gestaag’! Maar niet met die wat negatieve, uiteindelijk ietwat sarcastische ondertoon die onlosmakelijk met die kop is verbonden. Nee, ik zou opgewekt schrijven: ‘Het schiet al lekker op!’ of ‘Wat wordt het mooi!’ Omdat dit een blog is en geen vlog, zal ik Markus Aurelius vragen een leuk videootje te maken van onze aanstaande uitbreiding. Dat kan hij dan posten op onze Facebookpagina (AS Racing Slotcarclub – Bouw vordert gestaag).
De feiten. Direct naast onze racebaanruimte ligt een enorme schuur en dat overdrijf ik niet. Nadat eerst de allerdappersten onder ons hun halve vakantie hadden opgeofferd om allerlei oude meuk (van anderen) in opslag te schiften, weg te smijten of in brand te steken, kon de aannemer aan de slag. Dus is in de afgelopen maanden een nieuwe zolder gemaakt (Bouw vordert gestaag), waarna de oude schuurdeuren en kozijnen op de begane grond eruit zijn gesloopt. De zijwand met de buren is opnieuw gevoegd, de voorgevel is gepotdekseld, voorzien van grote ramen met bloembakken, zoals Zwitserse balkonnetjes (!) dat hebben en er kwam een nieuwe toegangsdeur (Bouw vordert gestaag).
Binnen werd een nieuwe, brede luie trap gebouwd om de zolder te kunnen bereiken. En passant is die zolder puik geïsoleerd en werden balken van de kap die in de weg zaten, doorgezaagd zodat je nu ongehinderd over de nieuwe zoldervloer kunt lopen. Links en rechts komen over de volle lengte knieschotten met schuifdeuren voor opslag. Daartussen past vlot een nieuwe racebaan. Beneden wordt nu vooral opgeruimd; bouwen geeft nu eenmaal veel rotzooi en troep. Als de container weg is, kunnen we meteen weer schrijven: Bouw vordert gestaag.
Terwijl de aannemer zich over de afwerking buigt, is aan de grote clubtafel het grote plan geboren, namelijk de bouw van het Circuit van Spa-Francorchamps met de daarbij behorende hoogteverschillen. Vier sporen waarschijnlijk. Of zes, maar in ieder geval zo natuurgetrouw mogelijk.  Van dit project kan ik nog niet zeggen ‘Bouw vordert gestaag’, maar u kunt rustig aannemen dat de bedenker van dit alles deze blauwdruk niet meer uit zijn hoofd krijgt. En zo klonk het nog niet zo lang geleden op een vrijdagavond, na de clubavond toen de klok richting middernacht kroop, opgewekt: “Ik heb het allemaal doorgerekend en het kan!”
‘t Aardige is van dit hele verhaal op weg naar de mooiste racebaan van Nederland, dat onze Oosterburen er al Luft van hebben gekregen en dat zij hun 24-bolides al aan het inpakken zijn. Persoonlijk moet ik daar verschrikkelijk om lachen, want het doet mij denken aan Hans Alders, ooit Cdk van Groningen. Zeiden ze in Den Haag: “Nou Hans, ik weet niet of wij dat wel zien zitten!” dan zei hij opgewekt: “Heb ik jullie wat gevraagd? Welnee, wij overleggen wel met Hamburg, Bremen, Münster en Hannover!  Samen goed voor bijna 4 miljoen inwoners! Wij kijken niet naar de Randstad, wij kijken de andere kant op!”
Zo’n vaart zal het niet lopen te TE, maar laten we wel wezen, het slotracen laat in de BRD toch wel wat andere cijfers zien. Veel Randstedelingen nemen zich voor om eens te TE komen rijden en om de geweldige sfeer te proeven, maar daar blijft het dan wel bij. Want ook hier geldt de ijzersterke wet dat de afstand Amsterdam-TE veel groter is dan omgekeerd. Maar anders dan Alders sluiten wij de Randstad niet uit. Altijd welkom, hoor jongens! En we hebben ook nog wel een paar boerderijen in de buurt waar jullie een slaapzakje uit kunnen rollen als jullie zo lang van huis mogen!
Enfin, bouw vordert gestaag. Omdat de ruimte L-vormig is, is er al een hoek gereserveerd waar een bar komt. Met alles wat jullie maar lekker vinden. Tosti’s met echte kaas! Hamburgers (oder Bockwurst) met biologische ijsbergsla, tomaat en knisperende uienringen. Drankjes nul-punt-nul voor degenen die nog moeten rijden, klein of groot. En voor degenen die hun gezondheid serieus nemen is er nog onze kok Joshua. Daarmee zijn al die andere clubs wel mooi uitgeluld. Wie heeft dat nou?   




zaterdag 8 juli 2017

Uitbesteden

Hein Tunnissen
Uitbesteden
Als een vrouw tegen je zegt: “Kijk maar even in mijn handtas!”, dan weten alle omstanders dat jij de hoogste sport van vertrouwen bij haar hebt bereikt. Griezelig wordt het zelfs als een vrouw naar je toekomt en zegt: Zou jij mijn auto willen prepareren? Die vraag overstijgt het niveau van de handtas nog wel met vijftig graden Celsius! Het overkwam mij, dat moge duidelijk zijn.
Wijs geworden (ik had natuurlijk staande naast de auto geen zin in een jetser op mijn muil), informeerde ik nog wel even bij haar man of hij dat wel een beetje OK! vond en dat was gelukkig het geval. Zo kon het gebeuren dat ik op een avond een vreemde auto openschroefde en daarin een heel leven aantrof. Olie, vet, rubber, afgebroken weke delen, slijpsel, een halve kat en vastgekoekte & stinkende resten WD40. Ik floot maar eens tussen de tanden en nam een hele beste slok wijn. Drie uur later, de kap was weer mooi droog en glimmend uit de vaatwasser gekomen, was ik zo ver om het chassis opnieuw te monteren. Daar waar noodzakelijk, verving ik maar meteen onderdelen zonder dit echt met de eigenaresse te overleggen. Ik heb nog even overwogen om een reparatielijst te appen, maar zag daar toch vanaf. Het was al laat en het geeft maar nachtelijke onrust. En uiteindelijk schiet niemand er iets mee op. Racen kost nu eenmaal geld, onontkoombaar.
De belangrijkste verbetering die ik aanbracht, betrof de achteras. De Firma Slot.It heeft nog steeds het idee dat een vliegwiel van aluminium met daarin zo’n klein en heidens schroefje, in staat is die achteras te fixeren. Allicht niet! Nee, dan de firma NSR. Die brengt prachtige messingbusjes op de markt waarmee je de zaak heel fijn kunt uitrichten. Ik schat de prestatieverbetering op zeker 15 procent. Een ander ding dat ik zonder overleg heb gedaan is de montage van twee achterwielen. Die ontbraken namelijk. Is even een kostenpostje, maar dan heb je ook wat.
Enfin, nadat ik her en der nog wat loslopende schade had gerepareerd, zoals de haaienvin die als een malloot in de wind heen en weer wapperde, kwam ik tot een eindmontage. Auto rijdt weer prima; verbetering is nog mogelijk door een zwarte Flat 6RS te monteren in plaats van die nogal tamme gele flat. Enfin, die keuze moeten man en vrouw zelf maar maken. Ik kan niet in hun portemonnee kijken!
Laat ik nu allereerst vooropstellen dat ik het erg leuk vond om voor iemand anders een auto te beknutselen, maar wist u dat er een speciaal adresje is waar je gewoon een opdrachtje weg kunt zetten. Maak effe een auto voor me! De brains achter dit idee is Henri Van Gool en hij presenteert zich via de Slotcar Factory. Met wat geGoogle kwam ik er vrij snel achter dat Henri banden heeft met Carreraclub Nederland en in clubblad 74 (2014) valt wat te lezen over de bouw van Spykers in 2013, schaal 1:24. Kennelijk beviel dat goed, want de Spyker-foto’s komen ook terug op de website. Gelukkig ook het verhaal van iemand die met een opdracht naar de Slotcar Factory kwam.
Ik las het allemaal met verbazing. Eigenlijk vind ik het al vervelend om mijn 1:1-auto voor onderhoud de deur uit te doen, maar een slotcar? Dus ik typte: Huh? Vrij snel kreeg ik antwoord:
“Ik ben een ervaren slotcar racer en heb in harde competitie veel ervaring opgedaan. Die kennis stel ik ter beschikking. Op het gebied van bouw en afstellen. Overigens bij het afstellen van een slotcar gelden dezelfde principes als waar Max Verstappen mee te maken heeft! Daarom verschilt de afstelling ook per baan (omstandigheid). Maar dat terzijde. Mijn slotcars staan bekend als "gemakkelijk te rijden" (als gevolg van de goede afstelling). Nico Kroon van Slotcargarage 't Gooi heeft diverse van mijn auto's gekocht en is daar zeer content mee.”
Helaas kan ik geen mededelingen doen over de prijs van zo’n slotcar en Henri zei ook niets op mijn vraag hoe de zaken lopen. Ik weet het, dat is natuurlijk journalistiek gezeik, maar ik had het aardig gevonden als ik er iets over had kunnen zeggen. Ik reken even voor een standaard analoge Carrera met metalen chassis (Scaleauto of Plafit) zo’n honderdtwintig euro. Ik ga niet voorbij aan de specialiteit, het schilderen en beplakken van de kap. Is Henri toch wel een paar uurtjes zoet mee, om nog maar te zwijgen van de prijs van het materiaal. Op mijn scherm verschijnen nu de letters: Dure Grap!


zondag 2 juli 2017

Idioot

Hein Tunnissen
Idioot
Sinds wij met onze club per clubavond minstens twee wedstrijden rijden (2 x vier heats), is het testen en het sleutelen danig in het slop geraakt. Hooguit wordt er nog haastig wat geprutst aan de auto die ingezet zal worden, maar sleutelen kun je dat nauwelijks noemen. Eerder een haastige wanhoopspoging. De kern van echt sleutelen is iets doen en daarna testen. Dat kan behoorlijk tijdrovend zijn. Tja, en dat is wat ons ontbreekt: tijd!
Nu begon mij dat op verschillende manieren op te breken. Laten we zeggen dat ik een paar jaar geleden na wat oefening best aardig mee kon komen, maar met het verstrijken van de tijd en het oplopen van de snelheden van de auto’s door beter materiaal en een grotere deskundigheid, begon ik juist achter te lopen. Met een enkele auto wilde het dan nog wel iets worden, maar ik had er ook een paar bij die matig tot zeer matig presteerden. Terwijl zij eerder super over de baan vlogen.
Het is een dingetje waarvan ik zeg: ga testen! Kijk wat er gebeurt. Rij 75 rondjes en analyseer de resultaten. Maar ja, dat kwam er dus niet van. Dan kom je in een vicieuze cirkel terecht, waarbij het alleen maar minder wordt. Lastig dus. Gelukkig hebben wij een ontzettend leuke club, die minstens zo flexibel is en daarom stelde ik Markus voor om eens op donderdagochtend wat te gaan testen. “Prima!”, klonk het en even later reed ik in mijn eentje vrolijk mijn rondjes. Kladblokje erbij voor de aantekeningen. Het leverde wat op, hoewel dat even duurde natuurlijk!
Opdat u dit verhaal überhaupt kunt volgen, ga ik even terug in de tijd. John & Alphons P. kwamen uit Drachten. Daar reden zij lange tijd rond met 6 kilo magneet, loodzakken links en rechts en op max twaalf volt. Van de gladde baan te TE schrokken zij zich dood en dan was er ook nog een knul (ik) die op silly’s rond tufte. Good Lord! Omláág die spanning en zo zakten wij op bevel van 14 naar 12 volt. Wij lachten maar wat, want het is natuurlijk behoorlijk stom om nieuwkomers tegen te spreken.
Het was toen dat voor de mij de problemen begonnen. Niet dat ik de link meteen kon leggen, maar achteraf kon ik dat wel beredeneren. Namelijk toen het kwartje gevallen was. Ik ben behoorlijk verslingerd aan mijn Slot.It-haardroger omdat juist de elektronica zo fascinerend is. Veel knopjes, veel LED-jes en talloze uitbreidingsmogelijkheden. Gaat het niet lekker, dan ga je aan de knoppen draaien. Dat werkte altijd, maar gaandeweg kwam ik tot de conclusie dat het niet meer werkte. Soms was het zelfs een beetje lachwekkend! Op het rechte eind, gas, hop uit het slot! Als een steigerend paard! Zo waren er meer onverklaarbare deslotters.
Op een avond besloot ik alles op een rijtje te zetten, nadat ik ter club had gezegd dat ik mijn keuze voor de Slot.It-haardroger niet zomaar wenste op te geven. OK, wat hebben we? Auto, track, voeding, regelaar. Terwijl ik mijn opsomming bekeek, realiseerde ik mij iets over het hoofd te hebben gezien: de cartridge van de regelaar. De meeste regelaars bestaan uit een paar condensatoren, een paar veertjes, paperclips, elastiekjes en een draadgewonden weerstand. Dat is het dan wel! Niet de SCP! Die heeft naast wonderlijke elektronica met MOSFETS’s een aparte verwisselbare cartridge met thyristors (GTO) en ik gebruikte the top of the bill, de high current uitvoering. Maar was dat wel zo verstandig nu wij naar een bedenkelijk tapijtrace-niveau waren afgedaald?
Wat ik wel vaker doe, als ik een briljant idee heb, deed ik ook nu! Ik stel me op als een domme kip en stel mijn domme vraag op Slotcar Forum. Kennelijk had ik wat bij de kop want de reacties vlogen me om de oren. Ik vroeg: Zou er enig verschil kunnen zijn tussen de verschillende cartridges van Slot.It als het om gedrag en reactiegedrag van de auto gaat?  Twee antwoorden waren erg grappig. Gooi die high current weg en koop een analoge, positive wiring. Alle problemen opgelost! Reageerde ook nog iemand uit Nieuw-Zeeland met: Ok, thx!
Natuurlijk hoopte ik dat de grootvader aller Slotcarracers, Maurizio, zou reageren, maar dat deed hij wijselijk/weloverwogen/heel slim/ niet. Terwijl Forum het spoor al lang bijster was en er vooral werd doorgekletst over common ground, negative wiring, was ik al weer op een donderdagochtend aan het testen. Met een andere cartridge!

En YES! WE’RE BACK ON TRACK!  Het is technisch gesproken onwaarschijnlijk ingewikkeld, maar het komt erop neer dat de high current-cartridge zich bij gebrek aan high voltage volkomen idioot gaat gedragen. Dat stempel (dit begrijpt u wel) gaat moeiteloos over op de gebruiker. Op mij dus! Ik heb mijn lesje geleerd en wil dat graag delen. Tweede dingetje dat ik graag wil delen: Houd nieuwkomers in godsnaam weg bij de knoppen!