zondag 31 december 2017

Beste wensen

Hein Tunnissen
Beste wensen
Eén van de aardige dingen (er zijn er meer) van het in een straf tempo rijden van wedstrijden tijdens clubavonden, is het alleraardigste verschijnsel dat tussen die wedstrijden de meest extravagante bolides op de baan komen. Het blijkt dat menig clublid nog wel ergens iets aparts heeft staan, waarvan hij dan plotsklaps wil weten of dat vehikel überhaupt nog rijdt. Ik heb ook wel een beetje het idee dat die beer echt los is gegaan, sinds wij besloten hebben in 2018 met F1-bolides te gaan rijden. Nu zijn dat hele stoere wagens natuurlijk, maar ze gaan ook nogal gauw stuk. Eigenlijk betekent een crash vrijwel altijd crematie. Dientengevolge is eenieder naarstig op zoek naar een soort wegwerpauto.
Alphons P had die meteen te pakken: Bij Action voor €1,37 ps. Ik kan me een paar cent vergissen, maar meer dan 39 of minder dan 34 was het niet. Tegen de tijd dat Sinterklaas voorbij galoppeerde, gooide hij (Alphons dus) een hele zwik van die bolides langs de baan bij wijze van traktatie. Toe maar! De bedoeling was dat wij onze tanden erin zouden zetten zoals hij al eerder deed. Voor pakweg 80 euro Slot.It-onderdelen kopen om er al knutselend een rijdend geheel van te maken. Sommigen gooiden meteen de handdoek in de ring en ik moet zeggen dat ik ook sterk de neiging had even naar Best te rijden om bij SRC Eindhoven een occasie te klauwen. Ze hebben daar de F1-race goed aangepakt met een geprint chassis en daarop kapjes die een beuk kunnen hebben. Op Facebook zag je de resultaten! Waar wij al heel blij zijn dat zo’n ding rijdt, gaan die Brabo’s ook nog hele nachten zitten schilderen en plakken zodat die auto’s er nog echter uitzien dan de echte. Echt verschrikkelijk als je het al helemaal Spaans benauwd krijgt van één simpele Fleischmann decal (cijfer 8).
Ik dwaal af. Rare auto’s dus. Voordat wij het goed en wel in de peiling hadden, reed de één met Scalextric (krr-krrrr-kr) rond, een ander nota bene met Carrera (grg-rrg-rgr) , een naam die wij eigenlijk niet uit kunnen spreken zonder een verschrikkelijke, alles afstraffende hoestbui te krijgen. Ondertussen gebeurde het wel. En wat je dan ziet is dit: het wordt steeds gekker!  Alphons P., die blij verrast was dat hij niet met zijn hele illegale handel Action-auto’s het clubhok was uitgedonderd, bestond het om met een VW-bus met caravan op de proppen te komen en de grootste Ninco-hater van Nederland, de heer JB Good, kocht zelfs een Renault Clio voor de rallycup en hij wekte bij ons de indruk dat hij met dat speelgoed  (godbetert door de vorige eigenaar ook nog eens verdomd goed geprepareerd) van NSR eigenlijk veel liever reed dan met een fatsoenlijke Slot.It. Waar nog eens bij komt dat die auto vóór nagellakbanden heeft waar je helemaal gek van wordt. Een rolkoffer is er heilig bij!
Nu hoeft niemand meteen in paniek te raken, want we moeten dit verschijnsel aan het eind van het jaar zien als de ongecontroleerde opmaat naar de Oliebollenrace. Niks geen gedoe met achteruitrijdende caravans, ook geen race volgens het principe ‘uit is uit’, maar een heerlijk ontspannen festijn waarvoor iedereen is uitgenodigd die langer dan drie minuten rechtop kan staan en een knijper kan vasthouden. De oudste deelnemer was 103. Nu denkt u dat ik een geintje maak, maar dat is niet zo. Wis en waarachtig niet! Ik noem dit feit namelijk vooral om aan te tonen deze sport, hoe ongelooflijk soms ook, de kinderschoenen echt is ontgroeid.
Zelf ben ik er nog niet helemaal uit. Tussen de laatste zakelijke dingetjes die een mens zoal moet doen voordat het Oudjaar is door, trok ik twee wagens (een andere benaming heb ik er niet voor) uit de mottenballen. Ooit namelijk kocht ik op Koninginnedag per ongeluk een Scalextric racebaan, helemaal compleet. Ik stond er net iets te lang peinzend naar te kijken, toen de verkoopster riep: “Vijf euro! Voor vijf mag je ‘m hebben!” Iedereen keek mij jaloers aan, zodat ik vond dat ik niet terug kon. De rest van de dag als een idioot met die stomme doos rondgesjouwd, zoals dat gaat. Nog een keer achteloos op een brug gezet, maar er riep meteen iemand: “Hé, je doos!” Nu, negen jaar later, de gele Promarkt Mercedes en de witte Mobil 1 Opel op de baan gezet. Fantastisch auto’s, niet vooruit te branden en slingeren als een oudwijf. Helemaal geschikt voor de oliebollenrace tegen de VW-bus met caravan en de rode vrachtwagen van de heer JB Good. Louis zal zijn begrafenisauto met kerstkrans op de motorkap wel weer inzetten en Evert heeft ongetwijfeld nog een onbekende Drentse dijenkletser bij de hand. Waar Markus mee komt, zullen we moeten afwachten, maar ik sluit een fourwheel Trabby niet uit. Of een Toyota Prius. Kortom, helemaal klaar voor 2018! Nog een paar oliebollenraces en we zijn allemaal met pensioen. Kunnen we mooi gaan biljarten en vissen! Beste wensen, beste lezer!


zondag 24 december 2017

EU

Hein Tunnissen
EU
Wie weet het nog? Als je vroeger op de fiets naar België op vakantie ging, bijvoorbeeld naar het plaatsje Balen zoals ik deed, dan mocht je vooral niet vergeten een verloopstekker mee te nemen, want anders kwam je na twee weken terug met een babyface vol wegwaaiend schaamhaar. Was je zo dapper door te fietsen naar Lille, zoals ik deed, dan moest er weer een andere mogelijkheid zijn om het Franse stroomnetje te enteren. Godzijdank was Spanje voor mijn stalen Batavus te ver, want anders had je weer een ander dingetje nodig uit je ANWB-setje. De EU zou het allemaal gemakkelijker maken met standaardisering. Dat werd de blauwgrijze CEE-stekker die het eigenlijk nooit verder heeft geschopt dan Nederland en tot door Nederlanders gedreven campings in Frankrijk.
Deze volstrekte mislukking, want zo mogen we dit krachtige optreden wel noemen, raakt ook de slotcarracerij. Wederom als eenling is Nederland op eigen initiatief omgeschakeld van de banaanstekker anno 1922 naar de XLR-plug. De Duitsers met Siemens, BASF en Bayer in hun kielzog houden natuurlijk vast aan de simpele pinvoering omdat ze hun vlag in de gaten kunnen prikken. Als ik Duitser was, zou ik dat ook willen. Overal meteen en direct duidelijk maken dat het de Heimat betreft die aan het stuur zit. Enfin, ik heb vanwege de ligging van Musselkanaal, mijn nieuwe racebaan ook uitgerust met de contrabanaan, want persoonlijk heb ik niks tegen Duitsers en als er straks een paar komen aanwaaien, dan is een sip gezichtje wel het laatste wat je wilt.
Goed, maar wij te TE hebben de Zwitserse vlag als middelpunt en dus piekert Marcus Aurelius er niet over om naast de XLR-aansluitingen ook nog contrabananen te monteren. Ze brengen maar een verloopstekkertje mee, die oosterburen zal hij wel denken. Lastig is wel dat die standaardisering van de EU ook hier ontbreekt. Ik koop die prachtig vormgegeven oer solide roestvaststalen stekkers bij de BAX Music in Goes. Een enorm assortiment voor musici die uiteraard de ballen verstand van dit soort zaken hebben en daarom is het aan Bax Music om te zorgen dat alles in alles past. Omdat voor mij dat hele XLR-gedoe bijna een gelopen race is (digitaal Oxygen is direct draadloos communiceren met de slotcar), heb ik een hele mooie XLR-stekker gekocht voor mijn voorschakelapparaatje (CRI) tussen analoog en digitaal.
Nu blijkt dat deze hele mooie XLR-stekker niet helemaal lekker past in de aansluiting van track 3. Maar aangezien die stekker van RVS is en dus beresterk, is het gewoon een kwestie van effe doorduwen. Bleek dat ik het hele binnenwerk richting het tapijt douwde. En wat dan weer zo laf is: ik kreeg meteen de schuld! Het was mijn stekker die dit deed. Hou toch op zeg! Nu wel effe nadenken: in de drie andere past hij wel! Marcus heeft dus gewoon in een of andere goedkope Zwitserse koekoeksklokwinkel een paar van die plestic XLR-stopcontactjes à 50 rappen gekocht die gewoon niet aan NEN 7510 voldoen.
En dat kan ik bewijzen. Iedereen weet dat een CEE-stekker in een blauwgrijs CEE-stopcontact met enige geweld losgetrokken moet worden. De kans dat u beide voeten tegen de muur moet zetten, is aannemelijk. Zo ook de echte XLR-aansluitingen, want musici zijn allergisch voor ruisch, rumble, wow and flutter. Omdat het hun muziekje verstoort; dat kunt u zich wel voorstellen natuurlijk! Daarom zijn de XLR-aansluitingen zó precies passend gemaakt, dat je ze ook kaarsrecht in moet steken of moet loshalen. Dat laten die plestic ondingen gewoon niet toe. Dat heb ik met mijn precisie-aansluitmateriaal wel aangetoond.

Hieruit blijkt dus dat het niet alleen om een goed afgestelde slotcar gaat, maar ook om de ieniemienie details in de periferie. Het valt mij bijvoorbeeld op dat slotcarracers met een enorme boog om de geheimen van de elektriciteit, de eerste stap na XLR, lopen. Dat is nooit een gespreksonderwerp, terwijl nota bene het hele festijn toch daar begint. Iedereen vindt zich een hele held met vier sporen en evenzoveel power supplies (trafo – Noord-Nederland: travo). Maar niemand maakt zich druk om het gegeven dat zelfs de beste voeding een paar tienden daalt, als het autootje begint te rijden. Per trafo/travo kan dat fors schelen. Het is dus zomaar mogelijk dat uw club op track drie stelselmatig de beschikking heeft voor 11,6 volt, tegen baan 2 met 11,9 volt. Nee, daar wordt niet over nagedacht. Wij krabben overtuigd en zelfgenoegzaam de kleine spikkeltjes van de plestic velgjes om het best mogelijke resultaat te halen, maar we vergeten om onze stroomvoorziening per baan te normeren. Kwaad lullen over de EU is prima, maar kijk ook eens in je eigen onderbroek!  

zondag 17 december 2017

Sportje

Hein Tunnissen
Sportje
Het Amazing Slotracing Clubforum op FB is besloten. Soms is dat erg prettig, om niet te zeggen gewenst, in andere gevallen is het een regelrechte handicap. Nu is het een gegeven dat Facebook vooral een platform is voor ouderen waarop zij zich binnen het virtuele geweld met stok en rollator staande kunnen houden, maar een feit is wel dat Facebook een geweldige discussie-mogelijkheid biedt, naast alle onzin. Ik noem Foodporn. Mensen die geen ruk te vertellen hebben, geen langere hartelijke zin dan ‘Gefeliciteerd’ kunnen schrijven en bij wijze van afwisseling dan maar in arren moede hun bordje bij de Wok fotograferen.
Nu moet ik mij haasten te schrijven dat op Amazing Slotracing Clubforum ook echt hele flauwe voorvalletjes worden verspreid die dan door de verschillende leden dan torenhoog worden opgeblazen met allerlei leuke, snaakse en ondeugende opmerkingen, die dan op hun beurt weer worden gevolgd door duimpjes, glimbekkken en andere woordeloze goedkeuringen. Er gaat wat tijd mee verloren om aan te tonen dat je de lolligste bent. Ik doe daar zelf om het hardst aan mee en ik moet bekennen dat het ook steeds leuker wordt naarmate je je kompanen beter kent. Zo hebben wij een bijzonder aimabel lid dat sterk doen denken aan één van de zeven dwergen: Grumpy. Precies zoals in het verhaal van Sneeuwwitje veranderde hij van een ietwat norse dwerg in een lieve meegaande metgezel, toen hij eenmaal een kus van de kleuter pin-up had gekregen. Dat moet bij ons nog gebeuren, maar de zorgen van Tineke, haar koekjes en haar snedige opmerkingen, hebben hem al helemaal ontdooid.
Het is nu deze man die dag en nacht iedereen helpt met adviezen over afstellingen, kortom het scherp tjoenen van een autootje. Deze pensionado heeft ook de zorgeloosheid van de jeugd, want hij denkt namelijk dat iedere innovatie meteen tot seconden verschil zal leiden en desnoods bedenkt hij er zelf de theorie bij. Dat leidt op Amazing Slotracing Clubforum tot interessante discussies en vooral duidelijke tegenstellingen. Ik put mij vooral uit in het stellen van vragen en het rondtoeteren van diepe argwaan jegens degenen die de markt van de slotcars in handen hebben. Ik bedoel NSR en Slot.It. Ik zou werkelijk een waardeloze journalist zijn als ik voetstoots aan zou nemen dat zij het beste met de slotcarracer voor hebben. Welnee! Het gaat om de poen. Wil je mee blijven doen als fabrikant, dat zal je moeten innoveren.
Zelf tuinde ik er onlangs met boter en suiker in. Van een zekere Bianca (ik heb eerder over haar geschreven) kocht ik een SW-Mosler van NSR. Nu heeft dit merk het bestaan om een volslagen achterhaald model (de Mosler dus) nog weer een keer op te poetsen met een nieuw chassis (Phase -8) met een frishelder groene kleur. In combinatie met de vlaflipgele carrosserie een prachtig beeld. Nu zit de meerwaarde niet in de kleur natuurlijk, hoewel enige aandacht voor het milieu ook nooit weg is, maar in de stijfheid van het geheel. Die schijnt van een nog nooit eerder niveau te zijn. In combinatie met een harde gladde baan zoals te TE, een werelduitvinding! Records sneuvelen per half uur en aan het eind van de avond zeker drie seconden gewonnen op een snel rondje van 7,562 seconden. Kijk, now we’re talking! Helaas, je merkt er geen ruk van! Maar verkocht is verkocht!
Ter voorkoming van ruzie dan maar meteen een soortgelijk gevalletje van Slot.It boven water getoverd, op dit moment de topic van ons clubforum. Een nog jong en dus bijzonder kritisch lid van onze club zette vraagtekens achter het nut van de zes schroeven waarmee Slot.It sinds een paar jaar zijn allerbeste motormounts uitrust. Ik ben de tel kwijtgeraakt om welke EVO het nu weer gaat, maar het ligt ergens tussen zes en tien. Laten we het daar maar op houden. Criticaster zegt: Waarom beter als de motormount nog minder bewegingsvrijheid krijgt? Reden de vierschroevers dan zo slecht? Enfin, de rapen waren gaar, want de goedgelovigen die zelfs bij Sinterklaas speciaal om dit soort motormounts bedelen, klommen direct in de pen om de techniek met vlammenwerpers en klewang te verdedigen. Aan mij natuurlijk weer de ondankbare taak om de verhitte discussie wat af te koelen met enige sarcastische opmerkingen.

Daartoe heb ik het hele handwerkboek voor de Slotcarracer van JeeWee van Capelleveen uit mijn hoofd geleerd, zodat ik overal direct met feiten op in kan springen of als een schriftgeleerde kan verwijzen naar een bepaalde pagina, cq hoofdstuk waarin de bedoelde paragraaf met de gewraakte alinea zich bevindt. Maar enige hulp kan ik daarbij wel gebruiken. Waarom niet in het openbaar de Italiaanse rovers bestreden? Van beslotenheid wordt niemand een steekje wijzer. Daarbij: dan kunt u nog eens lachen om uw sportje! 

zondag 10 december 2017

Slop

Hein Tunnissen
Slop
Nieuw elan, zo mag je het wel noemen! Onze club raakte een beetje in het slop. Het was allemaal een beetje modderig rond onze racetafel en er viel soms wel eens een onvertogen woord. Meestal betrof dat het acteren van een dienstknecht langs de baan die stond te suffen en als de beste man al helemaal geen blaam trof, dan kreeg hij door de opgelopen spanning toch de volle laag. Verklaarbaar is dat natuurlijk wel, want de coureurs die stijf staan van de adrenaline en andere masculine stoffen kunnen maar weinig van anderen verdragen als zij zich richten op het leveren van een topprestatie.
Wat dan wel opvalt is, dat het snel van kwaad tot erger gaat. Zo besloot Marcus Aurelius al enige maanden geleden dat hij niet meer mee zou rijden, aangezien er rond het huis en ook bedrijfsmatig te veel te doen was. Dit gaat een paar maanden duren jongens! Wij waren niet direct verontrust, want met zijn drietjes (zeg maar: de harde kern!) hadden wij elk een baan zonder daarover ruzie te hoeven maken en het kon ons dan ook geen ene pindabal schelen dat de tijdmeting van één van de tracks niet werkte. Reden we daar toch gewoon niet op!
Kwam er allengs weer een akkevietje bij. De schoenkwestie. Aangespoord door anderen flikkeren wij alle originele schoenen van NSR, Slot.IT, Ninco en zeker die van Fly meteen in de prullenbak om een kiel van Scaleauto te monteren. In de wijde omtrek rond TE geen rooie schoen meer te krijgen. Maar wat bleek? Sommige rooie schoenen zijn te bleek en dat pikt de tijdmeting niet. Die moet je dus - en dat weten we sinds kort - met een Permanent Marker zwart verven. Want anders gebeuren er de gekste dingen. Voorbeeldje. Alphons P. die godsgruwelijk knetterhard kan rijden met de meest lawaaierige bakken ooit, had zijn momentum niet en vloog keer op keer uit de bocht. De inspanningen van de dienstdoende baanknecht ten spijt, raakte hij in een rap tempo ver achterop en ik wil het hier niet al te pijnlijk maken, maar dit ging dus echt om rondes!
Met nog dertig seconden te gaan, stond Alphons op plus zes of zeven. Waarmee dus gek genoeg de achterstand wordt aangeduid. Zegt die tuthola nadat de laatste seconde was weggetikt, ‘Alphons von den Mehrendonck hat gewonnen und ist der Sieger!’ Sommigen onder ons, waaronder ik, lagen meteen flauw van het lachen, maar er waren er ook onder ons (we waren met zijn drietjes, geloof ik) die dat helemaal geen goede grap vonden. Daar was ook wel wat voor te zeggen, maar als Witz was de situatie best te pruimen. Knagend puntje was echter de foto van het scorebord die volgens de regels op Facebook moet worden gepubliceerd. “Ja, ho, hee! Dat had je gedacht! Dat gaat niet gebeuren. Echt nie!”
Ruzietje. Lekker koekje op de zere plek gelegd. Kwam weer goed, maar het begon onderhand toch allemaal een beetje door te tellen. En toen kwam Louis. En daarmee lag het wedstrijdprobleem riant op tafel. En nog weer wat later stonden er ineens twee nieuwe mannen op de stoep, nog afgezien van Paul die soms als een Phoenix weer op het oude nest neerstrijkt. In dat soort situaties moet de boel dus werken. Technisch oké zijn.
Omdat wij uiteindelijk toch allemaal zeer volwassen en dus zeer verstandige en reële mannen zijn, besloten wij tot een ledenvergadering, waarin aan de hand van een agenda de boel flink werd opgeschud. Baan repareren, buiten roken, wedstrijdreglement maken, raceagenda met F1, tweede clubavond, voorbeschouwing 2018, oliebollenrace en de kwestie van de rooie schoen natuurlijk. Over die oliebollenrace zijn we op de Amazing Slotracing Clubforum-pagina op Facebook nog flink aan het discussiëren, maar daar zullen we binnenkort wel uit zijn, want het is al gauw 29 december, de dag van de waarheid.

Meteen na die toch wel ietwat roerige ledenvergadering, toog Markus Goetz aan het werk (“De bouw van het appartement moet maar even wachten!”) om de onwillige sensoren van baan één aan te pakken. Een uitermate lastig en tijdrovend karweitje, waaronder het bestellen. Want je hebt van die websites die alles op voorraad hebben, totdat je moet afrekenen. Levertijd volgend jaar! Rot toch op! Onze club staat op het spel! Tineke naar Assen gestuurd in de Audi (VVVRRoeeeeemmmmmmm!) en dus alles op pootjes terecht gekomen. Met nieuwe leden, alles werkend, en alles in Ordnung is er nog één dingetje dat opgelost moet worden. Dikke buiken die het uitzicht v.l.n.r. belemmeren. Oplossingen gaarne insturen naar Amazing Slotcar Racing op Facebook. 

zondag 3 december 2017

Wereldvent

Hein Tunnissen
Wereldvent
Op het grootste reclamebillboard van de slotcarracerij, Slotforum International, heb ik de firma Slot.It een keer de oren gewassen met een gratis communicatieadvies. Niet de directeur moet zich bezighouden met de beantwoording van de vragen van wanhopige slotracers, maar iemand die daarvoor is aangesteld. De directeur moet vooral beleid ontwikkelen om betere producten te leveren. Het ging toen om de kwestie van de koplampen en achterlichten. Een ieniemienie printje kun je aansluiten op de digitale chip voor het systeem Slot.It Oxygen. Helaas klein vergissinkje: in de beschrijving werden 12 en 5 volt door elkaar gehaald, met het grote risico dat de chip het loodje zou leggen. Exit Oxygen!
Ik schreef toen zoiets als: de directeur moet niet tijdens de regenbui het dak opkruipen om de lekkage te herstellen, maar hij moet gewoon een gekwalificeerd bedrijf bellen om dat te laten doen. De boodschap kwam wel aan, maar de meeste slotcarracers zijn zo onwaarschijnlijk dolverliefd op Maurizio Ferrari, dat mij die kritiek niet in dank werd afgenomen. En nog minder de toonaard waarin ik dit schreef.
Maar wat schetst mijn verbazing? Er zit iemand in Reggio Emilia die heel rustig overspannen slotcarracers opvangt, te woord staat en adviseert. Eén van de meest grappige dingen daarbij is het gebruik van Windows 10 (600 miljoen pc’s, aldus Microsoft) in combinatie met de software van Slot.It die net Windows XP Home is ontgroeid. Met Windows 7 Ultimate gaat het dan nog wel, maar met Home Premium ga je al snel omzien naar een nieuwe vrijetijdsbesteding. Om nog maar te zwijgen over het aan de praat krijgen van drivers voor de Live Timing Box of de Dongle die je in een USB-bus moet steken. Win 10 accepteert namelijk alleen drivers die door Microsoft gecertificeerd zijn. Op de het Forum lees ik allemaal reacties van vooral Amerikanen die zich gewoon niet kunnen voorstellen dat er nog iemand met Windows 7 werkt. Als zij zich al kunnen herinneren dat dit programma ooit ook op hun pc stond.
Galileo Engineering, het moederbedrijf van Slot.It, is niet bang en al helemaal niet voor die Amerikanen of Microsoft. Ze hebben dus een (legaal!) trucje om de certificaat-sores te omzeilen. Staat ergens verstopt in een handleiding, die niemand leest. De Windows 10-gebruiker is echter simpel. USB? Hoppa, insteken! Wat kan er moeilijker zijn? Over de rampen die zich dan voltrekken, lees je alles op dat Forum, waarbij ik eerlijk moet bekennen dat de meeste slotracers in geschrifte veel beleefder blijven dan ik. Mijn aanpak leidde er wel toe dat ik op mijn korzelige vraag direct antwoord kreeg van direttore. Hij zou het ook ontzettend prettig vinden om een paar mensen te hebben die de wereld zouden kunnen helpen. Want zo moet je dit wel zien: dit gaat niet om de klantenservicedesk van Blokker in Zutphen, hè?
Omdat ik mezelf dapper voorhoud dat ik een technisch genie ben, experimenteer ik er vrolijk oplos. Een consequentie is dat dingen soms niet werken. Tegen die tijd ben ik helemaal in mijn element en nopjes: niks mooiers dan probleemoplossing. Zo reed ik op een goede vrijdag (onze clubdag) nog maar weer eens met in mijn Slot.It-regelaar de high current cartridge, waar ik eerst gruwelijk veel problemen mee had. Zelfs een Daffodil 33 zonder motor hield ik niet in de gleuf. Om te beginnen ontdekte ik dat de high current minimaal 10 A nodig heeft om behoorlijk te werken. Ten tweede ontdekte ik dat de home cartridge veel verfijnder reageert als het amperage pakweg op 5 of 6 blijft steken. Hoe dan ook, het was clubavond, en ik had in de kop dat ik er die avond eens lekker tegenaan zou gaan. Bij de eerste de beste bocht ging het op het nippertje goed. Op twee wielen door de bocht door de tunnel. “Ietsje kalmer, Teun!”, zeide ik tot mijzelf. Maar een paar angstige rondjes later wist ik: NUL REM! Daarmee viel niet te rijden.
Thuisgekomen rende ik meteen naar mijn eigen baantje en schakelde ik de zwaarste power supply in die ik daar heb. (25 A - thuisbaantje, hè?) Helemaal niks, nul rem! Ik voorzag een lange zaterdag, want dit was toch wel heel erg raar. Na een verkwikkende nachtrust startte ik de testdag. Na een uurtje prutsen, meten en wat rekenwerk, mailde ik Slot.IT:
DOET HET NIET!
Dear Hein, from my understanding, the electronic components of the cartridge which acts the brake action is broken. We can repair it, please return the cartridge to us directly or through your shop/dealer.
Kind regards, Cristian Anceschi.

Onthoud die naam! Wereldvent!

zondag 26 november 2017

Pats!

Hein Tunnissen
Pats!
Dat ik in het dagelijks leven een Renault rijd, willen mijn slotcarconcullega’s mij nog wel vergeven, maar dat roestige gedoe op de baan, is een ander verhaal! “Grow up! Wees een vent! Kom eens achter die kinderwagen vandaan!”, en meer van dit soort stoere taal krijg ik regelmatig naar de kop geslingerd. Nu hebben wij gelukkig één heel intelligente kerel in onze club die door de rook van zijn sigretje achter zijn bakje koffie met verbazing naar de verrichtingen van mijn NSR Clio met ING-livery keek.
‘Wat een leuke auto!’, riep hij, wetende dat dit hem het voorzitterschap zou kunnen kosten! En hij legde nog meer lef aan de dag door dit grappige autootje op de website te laten zien! En enige tijd later een nieuwe profielfoto met een grappige Renault, ditmaal de Megane Bedelco. Deze bolide uit de Ninco-stal, tergde mij echter tot het uiterste. Tot groot genoegen van onze voorzitter die kennelijk dacht: Hoe meer dat Ninco-autootje hem treitert, hoe grappiger die blogjes zijn.
Zit wat in natuurlijk, maar het ging mij er vooral om te bewijzen dat zelfs een Ninco met het geluid van een sloophamer snelle rondjes kan draaien. De Clio deed dat al, maar een voiture van NSR is natuurlijk van een heel andere klasse dan dat Sinterklaasautootje van Ninco, waarvan je bijna zeker weet dat het in handen van kinderen hooguit in brokstukken de Jaarwisseling haalt. Wat een puinbak! De Bedelco was wat dat betreft iets beter, want Ninco noemt die opgepoetste versie Trophy & Lightning. Dat laatste staat voor ‘weerlicht’.  Maar u begrijpt dat dit autootje naast veel lawaai af fabriek geen bliksem oplevert. Heel duur kinderspeelgoed dus!
Het gekke is nu dat dit allemaal speelde ten tijde van het overlijden van Ninco. Niemand wist er het fijne van, maar dat er iets stond te gebeuren, was zeker. Het merk was toen al de Heintje Davids van de slotcarracerij, want ook hartstikke dood meer dan springlevend! Op de website (www.ninco.com) worden zelfs nog slotcars verkocht en wel voor fancyprijzen. Je koopt zomaar een Renault RS (huh?) Green of Blue voor 25 euro! Geen geld! Maar omdat ik nog nooit van het model RS had gehoord, klikte ik meteen (nieuwsgierig als ik ben) op het plaatje en zag toen iets verbazingwekkends. In de carrosserie, achter het voorwiel en vóór het achterwiel zitten twee dikke zwarte stippen. Dit vond ik als Renault-kenner een wat ongelukkig Design. Bij nader inzien bleken echter alle auto’s (9!!)  die stippen te hebben.
Dit is de laatste Ninco-innovatie: je knijpt op de stippen en het chassis flikkert onder de stoelen vandaan. Wat een uitvinding! Het ziet er niet uit, maar dan kan natuurlijk ook niet voor dat geld! Nu is het wel een dingetje dat mij onmiddellijk aansprak, want één van mijn Ninco’s heb ik zo vaak open en dicht moeten schroeven, dat de busjes voor de metrische schroeven helemaal verpulverd en gebarsten zijn. Wat een kwaliteit! Om dit probleem op te lossen (in een boze bui lijmde ik de kap rondom met secondelijm vast) kocht ik bij Tavecbor een sloopautootje. Ook bij hem afbrokkelende busjes, maar hij loste dat op door er alu-buisjes over te lijmen. Zeg maar als een jacket over de ruïne van je kies.
Toch wel frappant dat Ninco op het sterfbed nog probeerde dit manco op te lossen. Veel research zullen ze er niet voor gedaan hebben, hooguit zijn ze even naar Toys ’R’ us geweest om ze kijken hoe anderen het deden. Eisen: snel, betrouwbaar, geen schroevendraaier, standaard systeem en intuïtief. Ik zal niet zeggen dat het niet werkt, maar het is natuurlijk wel vreemd dat hele hordes slotcarracers kap en chassis losvast verbinden en dat Ninco dan weer kiest voor stormvast. Bizar! Het komt op mij een beetje over als jezelf een kogel door de kop jagen als je ligt te verdrinken. Daarbij komt dan nog dat de beruchte Nincorammelgammel goeddeels bestaat uit het gruwelijk irritant resoneren van de kap en apart daarvan een interieur dat op die cadans meegonst als een foekepot.
Gelukkig voor Ninco kan het altijd nog erger. Fly! In mijn beginnersverzameling die echt helemaal niks voorstelt, heb ik een Panoz van Fly. Een ander merk kan niet, want alleen Fly durft de motor voorin te leggen om de achteras met een cardan aan te drijven. In rust een prachtige voiture. Rijdend moet je vrezen voor permanente gehoorschade of traumatisch stress syndroom. Ninco-verkopend Nederland vreest niet! Vanaf nu schrijf ik slechts over Fly! Tot de dood erop volgt natuurlijk!
Pats! Raak! Hebbes!



zaterdag 18 november 2017

Knijpertje

Knijpertje
Hein Tunnissen
Mijn eerste Fleischmannracebaan bouwde ik voor mijn zoon die er absoluut niks in zag. Ik dacht dat het aardig paste bij zijn belangstelling voor Lego Technic, maar hij zei doei en ging naar buiten voor moderner tijdverdrijf. Gelukkig was ik net voldoende door het virus geraakt dat ik de moed op kon brengen desondanks de baan uit te breiden tot er een recht eind van tien meter lag. Een must, omdat ik weleens wilde weten wat de topsnelheid van die autootjes was.
Van een bevriende gelijkgestemde sukkelaar had ik al begrepen dat je daarvoor een Parma-regelaar nodig had. Om überhaupt iets te kunnen bereiken. Dat leverde daarom allengs een doos met knijpertjes op in alle soorten en maten. Dwalend over Marktplaats, verbaas ik me er vaak over dat die zooi niet alleen nog gewenst is, maar ook nog voor stevige prijzen wordt verkocht. Zo gezien heb ik voor een kapitaal in de kast liggen. De meesten komen uit dozen die ik kocht van pas gescheiden vrouwen. Ik begreep al snel dat zij met bloeddoorlopen ogen de hobby van de meest gehate man ter wereld bij voorkeur voor een spotprijs de deur uit wilden doen. Hoe goedkoper, hoe groter het leedvermaak.
Zo was ik ooit in Emmen, waar een hele wijk gescheiden vrouwen woont. De transactie draaide om een doos Fleischmann Rallye Monte Carlo 8000 en die moest ik zelf (“Hoe krijg ik hem de trap op?”) van de zolder halen. Achter een enorme berg spullen die ik in één oogopslag taxeerde als het eigendom van ‘die vent’, zag ik nog drie dozen Fleischmann en nog wat los waardeloos spul in de vorm van trafo’s, scenery, boxjes, autootjes en wat vakjesdozen van Gamma met onderdelen. Ik maakte een wankele stapel en liep de trap af. Wat wilt u hiervoor hebben? Een tientje?  Ze zag dat mijn belangstelling voor de raceautootjes groter was dan voor haar en maakte er vragend vijftien van. OK, sprak ik ruimhartig! Na een kop koffie en een goed gesprek, stapte ik maar weer eens op.
Knijpertjes zijn uit de tijd. De moderne controller (sic!) immers, lijkt in beginsel wel wat op het geavanceerde stuur van de F1. Veel knopjes voor veel instellingen. Nadat ik met behulp van Jeroen den Broeder van SRC Eindhoven mijn Parma’s (cherchez les femmes!) had voorzien van één knopje voor instelbare remkracht, werd het tijd voor iets anders. Ik kwam uit bij Slot.It en ik weet niet meer precies waarom, want zo’n godsgruwelijke knopjesfetisjist ben ik nou ook weer niet. Wel ben ik erg van ‘stick to the plan’ en ik weet uit ervaring dat heel veel slotcarracers bij enigszins tegenvallende resultaten hun elektronische drukkertje meteen met het predicaat ‘waardeloos’ terzijde schuiven.
Nu is er aanbod genoeg op de markt die interessant begint te worden rond 100 euro en vrolijk doorkachelt naar driehonderd of meer. Spreek ik nog niet over de prijs van de updates die later aangebracht kunnen worden. Het gekke is vooral dat de aankoopoverwegingen meestal zijn gebaseerd op hebzucht en het gezwets van anderen. Ik bedoel: met een auto ga je proefrijden, waarom zou je een regelaar van dik tweehonderd euro niet eerst eens uitproberen? Dat is toch raar? Nog veel gekker is dat ik nooit ergens lees dat een slotboer een zaterdagmiddag organiseert met een demo van de verschillende regelaars, een workshop waarin iemand iets zinnigs vertelt over het ding en een crack demonstreert hoe groot de verschillen zijn tussen die controllers. Wedden dat er aan het eind van de middag zes van die peperdure dingen worden verkocht, waar je anders zes jaar tegen aan zit te kijken als de domste winkelvoorraad ooit?
Eén slotboer timmert wat dat betreft goed aan de weg: Umpfi’s Slotbox (Axel Umpfenbach). Op heel veel plaatsen op de website staat extra informatie om beter te kunnen beslissen. Dat is een enorme winst, want de meesten van ons geven zonder blikken of blozen honderdtachtig euro uit aan de hand van een afbeelding ter grootte van een postzegel. Info nul. Blinde gok. Dat zijn dan meestal die mannen die vroeger naar de Firato in Amsterdam gingen en met twee plestic tassen vol folders terugkwamen en dan zes maanden gingen studeren op de aankoop van een nieuwe audio installatie. Waarvan zij meteen dacht: als we ooit gaan scheiden gaat die ook het huis uit!
In mijn slotracersleven kan ik moeiteloos een paar flinke up’s and downs aangeven. Zo is er een forse periode geweest dat ik gruwelijk ruzie met mijn Slot.It controller had. Hij ligt mij goed in de hand, hij is betrouwbaar, hij is slim, hij kan tegen een stootje en je kunt er zelf aan prutsen als je wilt. Heel belangrijk dat laatste. Toch boterde het enige tijd niet. Dankzij mijn troostende vrouw ben ik die periode te boven gekomen en ik heb het idee dat het nog steeds beter gaat. Vermoedelijk is dat de reden waarom ik het nog leuk vind. De opgaande lijn is leuker dan verdwalen aan de top.


zaterdag 11 november 2017

Blondje

Hein Tunnissen
Blondje
Veel brieven krijgen wij naar aanleiding van opmerkingen in deze blog dat wij steeds zo verschrikkelijk hard moeten lachen tijdens een clubavond. Gewoon een potje racen, bakkie koffie, koekies, pinda’s bij, glas Fanta en wat sigretjes paffen. Door overigens een kleine minderheid en de niet-rokers denken gewoon: “Het zal wel niet lang meer duren of we zijn van jullie en je vieze sigretjes af! Maar ik dwaal af.
Het lachen is kennelijk een kwestie die buiten ons clubhuis vragen oproept. Waarom dan toch? Ik geef u twee voorbeelden van vrolijke pret die stomtoevallig om één en hetzelfde lid draaien. Hij is namelijk degene die van het slotcarracen zijn beroep heeft gemaakt. En dat is bepaald geen grap! Hij rijdt ons echt allemaal naar huis en het wordt ook gewoon iedere week erger, want behalve dat hij heel goed kan rijden, kan hij ook heel erg goed sleutelen en zijn auto’s zijn zonder uitzondering knetter snel. Om van hem te winnen, moeten wij dus een trucje toepassen. Zo ontdekten wij tijdens een endurance-race dat hij zeldzaam gevoelig is voor blondjesmoppen. Door nu halverwege de race een leuke blondjesmop te vertellen is de kans groot dat hij pardoes het bochtje uitvliegt en daarna niet meer in zijn racepace komt. YESSS!!!
Wij namen de proef op de som met de blondjesmop “You’ve got mail!” U begrijpt het al, het blondje in kwestie vliegt steeds naar de groene brievenbus in de tuin als die mededeling op haar scherm verschijnt. Andere lachsalvo bij het dobbelen. ‘Wie het hoogst gooit, mag beginnen!’, waarop zij dus die stenen tegen het plafond keilt. Sommigen onder ons zijn zo desperaat dat zij driekwart van hun werktijd gebruiken om weer nieuwe moppen te verzamelen. En het moet gezegd: het werkt. En het keereffect is dat wij ons weer een kriek lachen om onze snelle slotracer, die helemaal van het padje raakt.
Zit de gein er eenmaal in, dan zijn wij onbegrensd. Zo hebben wij een klein technisch probleem met track één. De tijdwaarneming is van slag, vermoedelijk door een onwillige sensor. Wij racen daarom met de banen twee, drie en vier. Passend binnen de wedstrijd wordt baan twee daarom aangeduid als baan één. U begrijpt het al: de lichten gaan uit en onze held ziet tot zijn stomme verbazing dat zijn slotcar als enige blijft staan. Hij kijkt naar zijn regelaar, hij kijkt naar zijn XLR-aansluiting die hij vrolijk in baan één heeft geklikt. Zijn companen, die dat al helemaal aan hadden zien komen, moeten zo verschrikkelijk hard lachen om hun beteuterd kijkende concurrent, dat ook zij prompt het bochtje uitvliegen. Maar dat kon natuurlijk geen zak schelen. De rest van de avond wordt steeds opnieuw gelachen om onze supersnelle coureur die niet weg kon komen bij de start. Zegt ie ook nog tot overmaat van ramp tegen zijn maat: ‘He, ik rijd straks met jou mee!” waarop er direct een uiterst gevat antwoord komt: “Als je maar aan de goede kant gaat zitten!”
De moraal van het verhaal is dat wij onlangs een nieuw wedstrijdreglement hebben opgesteld, waarin alleen het hoognodige staat. We zijn dus geen regels gaan verzinnen om een beetje lollig te doen. Iets wat veel clubs doen, terwijl daar nota bene helemaal niet zo veel gelachen wordt. Om niet te zeggen: helemaal niet! Want dat is natuurlijk wel een beetje de kwestie van al die regels: je zou bijna vergeten dat het om een leuk tijdverdrijf gaat.
En dat staat bij ons voorop. Zo stapte er enige tijd geleden een nog jongeman ons clubhol binnen die eens kwam kijken. Aan het eind van de avond was hij super tevreden en wij kregen allemaal een hand en dat was zelfs voor ons wel een beetje nieuw. Maar wat nog veel mooier is, is dat hij qua humor en sarcasme naadloos bij ons aansluit. Nieuw bloed, doet weer meer lachen natuurlijk.
Op dit moment zijn we een beetje af van de blondjesmoppen, maar de dreiging van een nieuwe dijenkletser hangt wel voortdurend in de lucht natuurlijk. We lijken nu een andere kant op te gaan, namelijk die van de idiotie. Eén onzer, hij is sinds een jaar opa wat hem niet aan te zien is, toog naar de Action om een verjaardagscadeau te kopen. Of dat ook gelukt is, vertelt het verhaal niet, maar hij vond wel een F1-bolide voor de prijs van €1,37. Als je erop duwt, hoor je F1-geluiden en het rode staartlichtje begint te knipperen. Het plan is nu dat eenieder zo’n auto koopt (huilen van het lachen) en die ombouwt voor de openwielklasse die wij in januari 2018 zullen gaan rijden. Onze FB-pagina Amazing Slotracing Clubforum is daardoor wel de lolligste FB-pagina van het moment. Besloten (wat wel jammer is voor u), maar erg verstandig gelet op de teksten die erop los worden gelaten. “Komt een blondje bij Action!” Nee, die is te grof!

  

zondag 5 november 2017

Reparatie

Hein Tunnissen
Reparatie
Chemie is een schone zaak. Je kunt er vaak kleine dingetjes mee repareren, waarbij je later soms ook nog kunt zeggen: beter dan het origineel! Kijk, als je een beetje slotracer bent die zijn gezicht langs de baan durft te laten zien, dan krijg je vroeg of laat schade. Is het niet door je eigen schuld, dan komt het wel door een andermans rijkunsten. Of door de constructie van de baan, want dat kan natuurlijk ook nog. Zo hebben wij te TE (geen kwaad woord over deze fantastische baan overigens) een boarding van kunststof ofwel een muur van plestic. Als ik het goed weet zijn het Luxaflex® lamellen. Uiteraard van de zaak met een beperkte hoogte, sterk, buigzaam en zo scherp als een mes.
Natuurlijk is het prettig als je autootje na een inschattingsfout of door domme overmoed niet pardoes het ravijn in schiet, maar ternauwernood blijft hangen op overmaatse vangrail. Poeh!, dat scheelde maar een haartje. Maar kom je dan later thuis en weer tot bezinning, dan zie je dat er aan de achterzijde, net achter het achterwiel een forse carrosserieschade is ontstaan. Juist Moslers zijn enorm gevoelig voor dit soort crashes. Misschien omdat ze zo laag zijn en mogelijk ook doordat ze meestal hard rijden. Hoe dan ook, er wil nogal eens een stukje van het spatbord afbreken omdat de boarding zich tussen kap en wiel wringt.
Dergelijke reparaties zijn niet eenvoudig, tenzij je de chemie te hulp roept. Ik doe dat steeds vaker dankzij mijn vrouw. Die doet namelijk boodschappen in de vorm van een tweetrapsraket. Ze koopt wat nodig is en speurt ondertussen ook de winkel af naar leuke dingetjes, gadgets heet dat tegenwoordig, handige hebbedingetjes of uiterst praktische zaken, de zogenaamde ‘must haves’. Zoals tiewraps. Die zijn bijvoorbeeld regelmatig bij Aldi in de aanbieding en strijk en zet brengt ze dan voor mij een bus mee. Of ze vindt een aanbieding WD40® bij Action. Hoppa, een hele doos inslaan voor de racebaan! Of ze koopt ettelijke giga voorraadflessen Dasty® bij Wibra die zowel thuis als in de buurt van de racebaan goed van pas komen. Je hebt van die figuren die alles ontvetten met remmenreiniger, maar ik prefereer Dasty®.
Ik had het over chemie en Dasty is pure chemie, precies zoals WD40® dat is. Laatst kwam mijn vrouw terug met alweer iets nieuws: epoxy  kneedpasta van Tesa. Wat Lidl bezielt omdat spul in het assortiment op te nemen, weet ik niet maar het is echt iets voor de kleine knutselaar. Zelf komt de fabrikant met nogal wat idiote voorbeelden (gaatje in de muur opvullen bij wijze van plug, schroef vastzetten) en daarmee wordt geen recht gedaan aan dit wonderlijke spul. Je kunt bijvoorbeeld ook een klein bolletje kneden, plat duwen en daarmee dat kleine stukje carrosserie van de Mosler dat afbrak, weer vastzetten. Onzichtbaar, sterk en snel. Uitgehard kan het spul zelfs met de Dremel® bewerkt worden. Voorbewerken met Dasty, natuurlijk voor maximale hechting.
Ik vind dat één van de mooie dingen van deze tijd. Eenzelfde soort euforie herinner ik me na de eerste Apollo-vluchten. We kregen plotsklaps handschoenen waarin niet na tien minuten de vingers waren afgevroren dankzij Thinsulate®. En ik herinner me nog opperbest dat mijn vader helemaal in zijn nopjes was met de reddingsdeken, waarmee hij uit elkaar gerukte verkeersslachtoffers warm kon houden. “Want ze gaan niet dood aan hun verwondingen, maar door shock!” Stond mijn moeder ondertussen in de keuken fluitend eitjes te bakken in haar Tefal®-pannetje. Een golf van nieuw elan over de wereld.
Enige tijd geleden hadden wij op de club een workshop die was gericht op de fabricage van onafhankelijk draaiende voorwielen. Of dit een verbetering is, kan ik niet bewijzen maar ik geloof er wel in. Chemie laat alles samenwerken, maar voorwielen moeten dat vooral niet doen. En onze docent van die avond roept altijd: “Het gaat om gelijkmatig rijden en balans. Remmen is in alle opzichten verlies.” Kijk, daar heb je wat aan! Het was een gedenkwaardige avond, waar ik met veel plezier aan terugdenk. Omdat je er wat van opsteekt! Stapje verder.
Zo las ik laatst in een blad voor onze oosterburen de aankondiging van een workshop metaalbouw. Die duurde de hele dag (09.30-17.00 uur) voor de luttele somma van €18,- en voor dat bedrag kreeg je dan ook nog een ontbijtsnack, een lunch, onbeperkt frisdrank, koffie en/of thee. Ik noem alles maar, om te voorkomen dat u denkt: “Tjee, da’s ook duur!”

Hoe bouw je eigenlijk een metalen chassis en hoe stel je dat af? Dat is slotcarracerschemie waar ik stik jaloers op ben. Dat maakt dat die Duitsers veel beter zijn. Ze hebben de chemie in hun vingers, letterlijk en figuurlijk!   

zaterdag 28 oktober 2017

Hachelijk

Hein Tunnissen
Hachelijk
Zojuist las ik het commentaar van Frank103 op mijn blog ‘Krachten’. Ik heb hem toegezegd dat mijn volgende project een spoorbaan betreft. Een soort Railaway, maar dan in het echt. Nu, nauwelijks 5 minuten later, heb ik een beetje spijt van die toezegging. Niet omdat dit project te moeilijk zou zijn of omdat treintjes mij helemaal niks zeggen, maar gewoon vanwege het simpele feit dat ik überhaupt niet van plan ben om ooit zo’n baan te bouwen. Dat heeft een achtergrond uit mijn jeugd.
In het katholieke Brabant had je net als in zoveel andere plaatsen in Nederland de roestige gewoonte van de benoeming van een peter en een meter. Ik heb me laten vertellen dat die vooral tot taak hadden te controleren of de ouders de snotaap in de wieg wel godsvruchtig en -vrezend op lieten groeien. Welaan, dat is bij mij volledig mislukt. Ik kreeg de Hompie’s toegewezen. Hem heb ik helemaal nooit gezien en zij bestond het om mij achttien jaar lang bij wijze van verjaarscadeautje een bosje fresia’s te geven, een zo godsgruwelijk pinnige actie dat mijn vader zich verplicht voelde de zure zuinigheid van zijn zus zesvoudig goed te maken met evenzovele cadeaus door het jaar heen. Op een dag zaten mijn vader en ik samen aan de eettafel. De geur van Keuls Water van de zojuist vertrokken tante Miesje hing nog in de lucht en tussen ons in stond een vaasje met 7 fresia’s. Zo oud was ik die dag geworden. Nadat we ons eerst helemaal suf hadden gelachen, zei mij vader: “Het is toch bij de wilde spinnen af!”, en ik begreep uit deze uitdrukking dat er wat in de lucht hing.
Enige tijd later gingen mijn ouders bij de Hompie’s op bezoek en naar het schijnt heeft mijn vader toen de fresia-kwestie aanhangig gemaakt. Hij deed dat in de keuken, buiten het gehoor van de andere gasten en naar het schijnt heeft hij toen zijn zus net zo lang met haar gezicht in de spoelbak geduwd tot zij beloofde dat mijn broer en ik de spoorbaan van haar zoons Hans en Harry, ook aangeduid met ‘de Hompies’, zouden krijgen. De grote overdracht zou plaats vinden als ik de plechtige communie zou doen. Hoewel ik op die leeftijd al helemaal klaar was met de RK Kerk, zegde ik mijn moeder toe braaf op de knietjes te gaan zitten om de duivel te verzaken, mits die vermaledijde trein na de feestmis in de kamer zou staan.
Inderdaad, die was er bij thuiskomst dus niet. Mijn vader heeft zijn zus toen gedreigd haar in de Maas te verzuipen en hij vloekte daarbij zo godsliederlijk dat tante Miesje ter plekke besloot, tot twaalf novenes (A novena - from Latin: novem, "nine" - is an ancient tradition of devotional praying in Christianity, consisting of private or public prayers repeated for nine successive days or weeks. During a novena, the devotees make petitions, implore favors, or obtain graces by worshiping Jesus Christ, and asking for intercessions of the Virgin Mary or the saints of the faith. Individuals may express love and honor by kneeling, burning candles or placing flowers before for the person represented by a statue) en zij richtte in de woonkamer een soort van altaar rond een gipsen beeld van de Heilige Anthonius op, want daar had ze wat mee.
Tegen de tijd dat ik zestien werd, was ik er geestelijk wel overheen, maar riep ik wel te pas en te onpas ‘Fuck the train’ waaruit mijn vrienden begrepen dat het heel diep zat. Onder dat trauma werd nog weer eens een hele dikke streep gezet door twee neefjes die daar in de buurt woonden, namelijk in Helmond. Hun vader was tandarts en dus onze tandarts. Wij spraken nooit anders over hen als ‘Hel Mond’; misschien wisten we niet eens dat zij Rooijackers heten. Hoe het ook zij, tijdens een van de halfjaarlijkse bezoekjes, mijn moeder lag nog in de stoel te schreeuwen, werden mijn broer en ik mee naar boven getroond om de elektrische trein te bezichtigen. Ze hadden daar een aparte kamer voor en wat wij zagen was adembenemend. Tientallen treinen, huisjes, lampjes, spoorbomen, perrons en enorme rangeerterreinen. De broers drukten ergens op wat knoppen en alles begon te bewegen. Soms stopte een trein om een andere voor te laten. De oudste vertelde dat alles automatisch ging (dat vonden wij een beetje sloom) en dat alles beveiligd was (dat wilden wij wel eens zien).
Maar niks daarvan. Dat bleek geheim te zijn. Geheim!!, en er werd door de twee neefjes uiterst mysterieus geglimlacht. Mijn broer en ik stonden op en trokken de deur hard achter ons dicht. Halverwege de trap wisten we onafhankelijk van elkaar dat we hier een boek definitief dicht hadden geslagen. Fuck the train! Ofwel: Hachelijk*)!


*) Hachelijk is een uitdrukking die met treinen is verbonden. Wikipedia heeft hiervoor geen verklaring. De uitdrukking betekent zoveel als: Ik weet het ook niet meer, de trein valt niet te missen, liever een loc op de baan dan een vrouw in bed, iedere verjaardag is een nieuwe kans, er zijn meer treinen door de mens dan door God geschapen. Etc. 

zondag 22 oktober 2017

Opnieuw

Hein Tunnissen
Opnieuw
Dank voor alle felicitaties! Mijn vrouw was er vanochtend al vroeg bij: Je publiceert vandaag blog 156 lieverd, je bent drie jaar goedbezig! Ik moest erom lachen, want ze leest mijn blogs niet altijd. Terecht, want ze zou er een dagtaak aan hebben om alles te lezen wat ik schrijf. En het meeste is voor haar echt niet interessant. Het gaat vaak over hele onbegrijpelijke dingen, dus waarom zou je dat lezen?
Toen ik ermee begon, was dat vooral om de website van onze club een boost te geven. Je kunt kritiek hebben, maar het is beter om met wat positiefs te komen. U begrijpt: ik heb in het bedrijfsleven voldoende dagen op de hei doorgebracht met het opslurpen van allerlei nieuwe technieken en gedachten waarmee de productie omhoog en de kosten omlaag gaan. Die website is ondertussen ter ziele (Under Construction) en ik verwacht niet dat die nog ooit weer overeind wordt gezet.
Tegenwoordig hebben we Facebook. De leden zijn het meest actief op Amazing Slotracing Clubforum (besloten) en daarnaast hebben we nog Amazing Slotcar Racing, een FB-pagina die nog het meest doet denken aan een bejaardentehuis. Er gebeurt werkelijk helemaal niks op die pagina. Behalve dan de wekelijkse aankondiging van mijn blog. Maar om nou te zeggen dat dit een aansporing is, die kop van mij 18 keer achter elkaar?
In mijn kringetje zaten ze daar al helemaal niet op te wachten en men sprak dan ook hardop zijn twijfel uit of het haalbaar zou zijn om iedere week een blog over slotcarracen te publiceren. Dat gaat jou niet lukken!, hoorde ik om de haverklap. Ik zou niet weten waarom niet. Ik ben van de ouderwetse school (als je maar lang genoeg leeft, wordt iedere opleiding als vanzelf achterhaald) waarin je vooral ingepeperd kreeg dat schrijven gewoon buffelen is. Werk! Niet lollig! Aanpakken en aanpoten. Dat was wel juist want werken bij een krant was beduidend minder romantisch dan vaak wordt gedacht. Een chef die een waardeloos persbericht op je bureau gooit en zegt: Zes minuten! Dat was dan de tijd om te checken en te schrijven. Mijn docent zei altijd: Zes seconden is ook tijd waarin je iets kunt doen!
Sindsdien ken ik geen stress meer. Ik heb zo vaak bij iemand een persbericht op zijn desk gegooid met de toevoeging ‘Zes seconden!’ dat ik er niet meer warm of koud van word. Daarbij is dankzij al die moderne opleidingen waarin bijvoorbeeld leerlingen groep 6 Basisschool vooral moeten nadenken over de richting en de bedoeling van het onderwijs, de kunst van het spellen en correct schrijven een beetje naar de achtergrond gedrukt. Tel daarbij alweer een prostaatcommissie van Taalvernieuwers, aangesteld door een minister die zelfs het zetten van zijn handtekening heeft uitbesteed, die na maanden nadenken (sic!) opnieuw met een lijst van onzinnige veranderingen komt waar niemand een touw aan vast kan knopen. Gelijktijdig is dankzij Microsoft Word iedereen journalist, public relations medewerker, communicatiespecialist en/of tekstschrijver. Of wordt verondersteld dat te zijn.
Al die huppelkutjes die zo graag een swingende baan in de wereld van de media willen, komen van een koude kermis thuis als zijn hun eerste persbericht moeten schrijven en daarna een blaffende journalist aan de telefoon krijgen (23.15 uur) met de startmededeling wat hij in godsnaam aan moet met dat kutpersbericht?! “Mijnheer, weet u wel hoe laat het is?” Jawel trut en jouw naam staat eronder en ik ben aan het werk!
Ze willen dus vooral leuke bijeenkomsten organiseren en kletsen dan een hele middag weg over de vraag of er op het glaasje rose champagne bij binnenkomst een cerise moet of gewoon een kers?! Kijk, dat is communicatie! GTW! RTO! Uit diezelfde hoek komt ook de gevleugelde vraag: Schrijf jij dan een leuk verhaaltje? Dat is het niveau. Leuk verhaaltje; daarmee is het intellectuele denkvermogen wel afgebakend. Mijn docenten maakten daar korte metten mee. Ze trainden ons op een barbaarse wijze in het snel, direct en krachtig formuleren van wat er aan de knikker was. Je tikte een persbericht. Zij gooiden het weg en brulden: Opnieuw! Na tien of twaalf keer riepen ze: “Ok, goed verhaal!”, zonder dat ze het gelezen hadden. Ging recht de krant in. De eerste nacht heb ik er niet van geslapen, bang dat er nog een foutje in zat. Deze blog heb ik in 25 minuten geschreven. Dat tempo hou ik nog wel een paar jaar vol!




zondag 15 oktober 2017

Krachten

Hein Tunnissen
Krachten
Veel mensen die graag wat laatdunkend over slotcarracen doen, maken beslist één grote fout! Zij denken namelijk (en zij weten dit verrekte zeker) dat het rijden met een slotcar erg eenvoudig is omdat die niet uit de bocht vliegt dankzij de geleideschoen. Dat dit pertinente onzin is, is eenvoudig aantoonbaar: de auto’s vliegen zelfs bij zeer ervaren coureurs regelmatig uit het slot. Met geleideschoen en al! Ondertussen vraagt niemand van onze eigenwijze sceptici zich af hoe dat dan überhaupt mogelijk is. Nog minder vraagt men zich af waartoe die geleideschoen dan eigenlijk wel dient. De conclusie moet dan ook zijn dat iemand die een beetje spottend over slotcarracen praat om te beginnen heel erg dom is en ten tweede in de natuurkundeles vooral met de passer heeft zitten spelen.
Het antwoord op de vraag is echter simpel. Om te sturen! Niks meer, niks minder! De geleideschoen volgt het sleufje en daarmee volgt de slotcar de baan. Dit is overigens het enige aspect waarover de coureur geen zeggenschap heeft. Om duidelijk te maken dat deze theorie helemaal niet zo vreemd is, neem ik even een andere sport onder de loep. Waarom slaat een zeilboot niet om? Antwoord: omdat het schip is uitgerust met een kiel. Nee, nee, nee en nog eens nee! Dat is fout dus, helemaal fout, want er slaan regelmatig schepen om. De kiel biedt weliswaar de mogelijkheid om het zwaartepunt te verplaatsen, maar heeft als belangrijkste taak het schip vooruit te laten gaan. Wablief? Zonder kiel zou het schip namelijk dwars wegdrijven. En dat is niet de bedoeling.
De kiel van een zeilschip heeft exact dezelfde functie als de geleideschoen van een slotcar. Het gaat me echt te ver om hier van alles over het lateraalpunt, het zeilpunt, krachten, koppels, lij- en loefgierigheid te debiteren. Dan had u maar beter op moeten letten toen in de les Newton ter sprake kwam. Onthoud voor nu: romp en kiel staat tot geleideschoen en banden. Een stapje verder leert dat een kracht een tegenkracht oproept. Bij onbalans tussen die twee vliegt de slotcar uit de bocht. Maar net zoals de zeiler kan sturen met de zeilen (neem dit nu maar even aan), kan ook de echte slotcarracer sturen met zijn controller en dus de motor.
Wij naderen een scherpe bocht en onze snelheid is hoog. U roept angstig: veel te hoog! Nee, let op, vlak voor de bocht gaan wij rap van het gas en de wagen remt, hetgeen veroorzaakt wordt door een bewuste kortsluiting in de motor. Meteen daarna (en dit is heel belangrijk en daarom ontzettend moeilijk) geven wij heel agressief gas, waardoor er tussen de krachten enige onbalans ontstaat. Je kunt ook zeggen dat de banden die grap niet aan hadden zien komen. Ze slippen even weg voor zij weer grip vinden en dat is net voldoende om in samenwerking met de geleideschoen de auto bijna dwars weg te zetten. Wij noemen dat ook wel ‘schouder erveur’, wat vooral van toepassing is als de buurman in de naastgelegen track hierdoor uit de baan wordt getikt.
Als de hiervoor beschreven tactiek niet met uiterste precisie wordt uitgevoerd is het effect omgekeerd. Niet alleen de auto, maar ook de coureur gaat op zijn muil. Alleen heel veel oefenen brengt je tot dit ongelooflijke hoge niveau van slotcarracen.  Het bijna haaks omzetten van de racewagen met behulp van de handrem, in feite. De techniek is trouwens nog vrij nieuw, want in de tijd van het magneetracen, was dit natuurlijk helemaal niet mogelijk. Toen was het zelfs zo dat sommige auto’s zo heftig bemagneet waren dat zij aan de baan vastklikten. Vlogen zij dan desondanks uit de bocht (Ja, en dat gebeurde echt!) dan betrof het meestal meteen een fatale crash. De onbalans tussen middenpuntvliedende kracht en magneet ontstond zo plotseling dat de auto als een veldkei werd gekatapulteerd en meestal gebeurde vrij dicht bij de muur. Zo heb ik een keer per ongeluk een Audi tegen de muur gedrukt die daar in het stucwerk bleef hangen alsof het een plat geslagen stuk kauwgum was. De afdruk van de ringen van het merk staan nog steeds als een fossiel in die muur.
Slotcarracen is gewoon heel erg moeilijk. Misschien nog wel moeilijker dan tennis, want dat kent nauwelijks bochten en het speelveld is altijd even groot. De vergelijking met golf is ook lastig, want bij die sport mag je net zo lang slaan totdat het balletje in het holletje ligt. Slotcarracen is wat dat betreft veel harder: je hebt pas gewonnen als je gewonnen hebt.

Best geniaal geformuleerd, Teun!    

zaterdag 7 oktober 2017

Slot Devil

Hein Tunnissen
Slot Devil
Sommige slotcarracers worden wel aangeduid met de term ‘tapijtracer’. Dat klinkt denigrerend en zo is het ook bedoeld. Want om een beetje op je knieën onder de tafel door te kruipen, omdat je autootje uit het bochtje is gevlogen, dáár raakt geen vrouw opgewonden van! Nee, allicht niet! Ik moest aan deze geradicaliseerde slotracers denken toen ik laatst mijn Mosler openschroefde. Die was beslist toe aan een onderhoudsbeurt, want in plaats van een stil zoemende machine leek het warempel wel een Nincoschuit. Toen de kap op de tafel viel, zag ik het meteen. Veel haren en menselijke resten rond de lagers en het achterasje. De tandwielen zagen er nog wel goed uit, maar ze lagen beslist niet meer zo mooi in lijn als ik ze indertijd had vastgezet toen ik de King verving door een Apache. Kennelijk was de kracht van de laatste zo orkanig dat zelfs de tandwielen niet op hun plaats bleven.
Vanwege het stof en alle katten- en hondenharen begon ik gezellig in mezelf te mopperen: Ze mogen daar te TE weleens wat vaker de stofzuiger hanteren! Dat homo-gedoe met een Swiffer is echt niet voldoende! “Ja”, zegt mijn vrouw dan wijsgerig, “daarmee lijkt het schoon, maar dat is het niet. Je veegt het stof en vuil gewoon een beetje in het rond!” Wie ben ik om haar tegen te spreken?
Omdat er bij ons (#Muska) ook weleens wat door de kamer dwarrelt, hebben mijn vrouw en ik een strak stofzuigregime opgezet, waarbinnen onze kinderen beslist niet worden ontzien. Sterker nog, een beetje kinderarbeid doet hen beseffen dat het de moeite waard is bij binnenkomst de schoenen te vegen. Desondanks ligt er af en toe een vlokje of een vliegje. Dood natuurlijk, maar toch! En toen ik zo dus gezellig aan mijn Mosler aan het prutsen was, bedacht ik hoe praktisch een robotstofzuiger zou kunnen zijn. Je sleutelt wat en ondertussen doet de elektromechanische knecht het werk. Meteen daarna kreeg ik een nog veel genialere inval: een robotstofzuiger als de Dirt Devil Spider kun je eenvoudig van een geleideschoen voorzien, waarna onze held in alle rust de tracks veegt. Dat kan een uurtje voor de raceavond zijn, maar natuurlijk net zo goed tijdens een pauze. Misschien, zo mijmerde ik, kan ik hem wel programmeren voor mijn Slot.It-regelaar zodat ik met gebruikmaking van modus 4, de snelheid van deze overmaatse slotcar zelf kan instellen.
Met mijn Mosler was het veel erger gesteld dan gedacht zodat ik de stofzuiger-philosophie even laat voor wat ie waard is. Misschien kunt u er zelf eens een gedachte over laten gaan, terwijl u rustig verder leest. Nadat ik al die zwarte katten uit mijn autootje had gejaagd, zag ik tot mijn niet geringe verbazing dat de onverwoestbare NSR-motormount van die onbekende triple world champion, helegaar in tweeën was gebroken. Precies onder de motoras. Vriend Good had daar enige tijd geleden ook mee te kampen en die was behoorlijk gepikeerd, dat kan ik u wel vertellen! Ik niet minder! Ninco-kwaliteit, kraste ik in mezelf en zocht de twee componentenlijm, uitvoering plastic. Enige minuten later had ik een leuk snothapje in het mengschaaltje en dat smeerde ik royaal op de breuklijn. Effe wuiven, effe geduld en muurvast. Beter dan het origineel.
De conclusie moet zijn dat die Apache zo ligt te bonken, dat het materiaal het begeeft. Want dit was beslist niet het gevolg van een simpele aanrijding of zo. Toen ik de motor weer vastklikte, besloot ik de motor met twee schroefjes vast te zetten, waarmee ik gelijktijdig voorkwam dat de gelijmde breuk het opnieuw zou begeven. Hoe slim! Nadat ik de tandwielen weer volgens de regels der kunst had vastgezet, liet ik de Mosler even een stukje rennen op mijn thuisbaan. Ja, hier kan ik wel spreken van een succesje! Snaarstrak en oerend hard, zoals alleen een Mosler dat kan. Maar omdat de plicht riep, pakte ik al na 67 rondjes mijn rooie held van de baan. Oh, oh! Allemaal stof en haren aan de slepers en in de buurt van de achteras. Natuurlijk alles knetter statisch, zodat het niet eens meeviel die viezigheid eraf te peuteren.

De kogel was door de kerk: ik bestelde meteen online een Dirt Devil Spider voor de verjaardag van mijn vrouw en voor mijzelf maar meteen twee. Daarna begon het lange wachten. De volgende dag echter, het klokje had net twee aangetikt, ging de bel. Dat was onze pakjesman!  En ja hoor! Drie dirty devils in disguise! Na tergend lang opladen zette ik de twee mooiste op mijn racebaan met de opdracht ‘volg de plint’. Ach, ach, wat was dat een leuk gezicht! Ik had mezelf niet gelukkiger kunnen maken, denk ik!  

zondag 1 oktober 2017

Hoek

Hein Tunnissen
Hoek
Het gebeurt niet vaak, maar kortgeleden gebeurde het! In één klap raak! Precies goed! Ik zei meteen: Niks meer aan doen! Wat was het geval? Het was een vrijdagavond en een belangrijke delegatie van onze club was op uitnodiging in Canada. Degenen die niet op deze dienstreis mee mochten, zoals ik, zaten in ons clubhonk wat in de koffie te roeren en ondertussen wat te ouwehoeren. Niveau nul, als ik eerlijk ben. We bereikten bijna de vrouwelijke equivalent van belangstelling voor elkaar: Doe jij nog suiker in de koffie, dan? Met zo’n lijntje????
Enfin, voordat het al te gruwelijk werd, gingen we met controller en banden aan de slag. Onze twee snelste helden deden samen een potje deslotten en ikzelf dook achter een roodzwart sleuteltafeltje en knipte daarbij nogal dreigend alle halogeenspotjes aan die er maar waren alsof ik daarmee pottenkijkers kon tegenhouden. Genius at work! Mijn Renault 8 Gordini op Plafit-onderstel was enige weken daarvoor zonder enige waarschuwing vooraf, gierend tot stilstand gekomen en mijn conclusie was dat het pignon op de motoras slipte. Collega Fokko had mij al aangeraden om het oppervlak van die as met een ruige vijl flink te bekrassen om er daarna met secondelijm het tandwieltje op te lijmen.
Secondelijm en slotcarracers, het is een ongelukkige combinatie! Je gebruikt minder dan een drupje en meteen daarna zit het hele kapje vol met vlekken, zijn de ruiten ondoorzichtig geworden en heb je een krabbende wijsvinger achter je oor geplakt. Hoe kan dat toch? Daarom had ik mij diepste concentratie voorgenomen en vooral een zeer gestructureerde aanpak. Benodigd gereedschap netjes op een rijtje, het kapje veiligheidshalve onder een doekje op een andere tafel, de schroefjes ordelijk in een klein plastic bakje en een tandenstoker bij de hand om de lijm super gedoseerd aan te kunnen brengen, om te voorkomen dat even later niet alleen het pignon, maar ook het motorlager met de as versmolten zou zijn. Voordat ik de operatie No Return in gang zette, bestudeerde ik nogmaals de reden van het gegier. In het helse halogeenlicht zag ik dat het pignon het kroonwiel niet eens raakte! Het motortje draaide gewoon doelloos rond, zoals een half doodgespoten vlieg dat op zijn rug op de vloer van de keuken ook kan doen. Aha! Andere kwestie dus!
De AW-kwestie in optima forma zelfs want wat is de meest wenselijke hoek bij een AW-opstelling? De firma Slot.It en concurrent NSR hebben daar volstrekt verschillende theorieën over en daar komen dan nog de opvattingen van zo’n slordige 10.000 Duitse 24-coureurs bij. Wij in Nederland zijn hierbij overigens meestal dociel volgend. Zo ik! Nu had ik van Fokko gehoord dat de ideale hoek alleen te bepalen valt met heel veel geduld, door het motortje stelselmatig minder dan een haardikte van hoek te laten veranderen, totdat er geen geluid meer hoorbaar was. Volmaakte stilte duidt op perfectie!
Omdat Plafit een ruime Duitse markt bedient, heeft deze fabrikant in het chassis maar meteen vier gaatjes geboord, zodat er wat te kiezen valt. In de gebruiksaanwijzing wordt hierover na het Dankwoord met geen woord gerept. Omdat het ding in ieder geval gelopen had, besloot ik hetzelfde gat aan te houden. Schroefje tikje lossen, verstellen en vast! Het wrong verschrikkelijk en na nog acht pogingen, gaf ik het op. Ander gat! Maar het losdraaien ging moeizaam. Ik bekeek het schroefje eens goed en kon eigenlijk niet meer vaststellen of ik Torx nodig had of een Philipsschroevendraaiertje. Zuchtend stond ik op en slofte ik naar mijn kist wat verderop. Dat waren de eerste stappen naar succes, want onderweg herinnerde ik mij dat ik ooit een zakje schroefjes-meuk van de firma Plafit had gekocht evenals een vergelijkbaar stel gekriebel van de firma Scaleauto. Ik dacht spontaan: Wat ben ik toch goed!
Ik vond het setje schroefjes, moertjes, plaatjes en ringetjes onmiddellijk en terwijl ik terugliep naar de sleutelplek besloot ik in plaats van een schroefje in het tapgat te draaien, een schroefje met een moertje te gebruiken. Dat lijkt een subtiel en dus te verwaarlozen detail te zijn, maar dit zijn nu juist de dingen waarmee de wedstrijd uiteindelijk wordt gewonnen. Ik bracht de motor in stelling en zocht ruwweg naar de beste hoek. Het werd gat drie en daar duwde ik het schroefje door. Het was toen slechts nog een kwestie van een half uur prutsen om het spanringetje en het moertje op hun plaats te krijgen, maar daarna was het dan ook meteen helemaal klaar. Ik draaide voorzichtig aan de achteras en ontdekte tot mijn verbazing dat beide tandwielen praktisch zonder wrijving, geknars en gewrik tegen elkaar draaiden. Ik wist meteen: Once in a lifetime!, wat enorm fijn is want nu hoef ik daar nooit meer op te rekenen. Wat veel rust geeft!


  

zondag 24 september 2017

Vangrails

Hein Tunnissen
Vangrails
In de tijd van de zure regen (in Polen stierven hele bossen uit, heremetijd!) werkte ik in Den Haag en op een dag zat ik in een vergadering waar die regen ter sprake kwam. Als ik me goed herinner, was iedereen er een beetje stil van. Alsof de klimaatproblematiek als een donderwolk (met zure regen) boven onze vergadertafel hing. Even verderop hoorden wij een zestal secretaressen schateren van het lachen; die hadden kennelijk geen weet van deze milieukwestie en anders kon het hen blijkbaar geen bal schelen. Eén onzer opperde, out of the blue, de mogelijkheid dat die zure regen weleens de vangrails in Nederland zou kunnen aantasten en dat dan het aflekkende regenwater de grond zou vervuilen met zink (Zn – 30)! Onze voorzitter barstte daarop uit in een homerisch gelach en vroeg de verschrikte man in kwestie of hij vroeger als kleine jongen wellicht een scheikundedoos had gehad? Dat bleek niet het geval. Collega had de mogelijkheid slechts geopperd omdat TNO de zaak aan het doorrekenen was, op jaarbasis welteverstaan. En het zag er niet goed uit. Nu lachte niemand meer, want met zijn achten waren wij eigenlijk wel verantwoordelijk voor het milieu in Nederland, althans zo voelden wij dat.
Met het naar de bodem afdruipende zink bleek het uiteindelijk dik mee te vallen en opgelucht smeten wij allen het vuistdikke TNO-rapport in de sarcofaaglade van onze bureaus.  Maar omdat ik als journalist nooit iets echt weggooi, diepte ik het weer op toen het moment van ‘vangrails langs de racebaan plaatsen’ was aangebroken. Wat wist ik eigenlijk van vangrails? De angst van iedere motorrijder, de redder van de automobilist. En dat ze verzinkt zijn. Slechts een paar mu, maar toch! Als slotcarracer moet je van veel markten thuis zijn!
Nu heeft de firma Fleischmann bij leven veel goede dingen gedaan, zoals het fabriceren van vangrails die bijzonder goed lijken op de exemplaren langs de Autobahn. Eerst waren die van te hard plastic, en dus braken ze om de haverklap af. Daarbij leken ze verdacht veel op Oostenrijkse koeienhekjes. Dus men kwam met rollen vangrail van zacht en soepel plastic. Van dat oprollen kreeg ik bijkans zelfmoordneigingen, om eerlijk te zijn. Had je het ene uiteinde vastgezet, dan vloog dat weer los als je het andere uiteinde probeerde vast te prutsen. Daarbij leek de rol in de verste verte niet op die mooie en duurzaam verzinkte vangrail uit de BRD. Later begreep ik dat juist het Fleischmann-achtje met chicane bijzonder veel baat bij die zelfontspannende vangrail had. Hoe dan ook, ik besloot om de vangrails grondig te verbeteren. Allereerst benaderde ik de heer M. Pool met de vraag of bij hem wellicht vangrails de aanbieding van de week vormden. Dat was meteen het geval.
Nauwelijks een dag later kreeg ik een pakket vangrails dat zeer zorgvuldig in allerlei plastic zakken was verpakt, die op hun beurt weer helemaal waren omwikkeld met de meest gemeen plakkende tape die je maar kunt voorstellen. Maar met een Stanley tapijtmes bleek het klusje toch nog binnen een kwartiertje geklaard. Bedankt Martin! Zorgzaam als je bent! Om te kunnen komen tot deze pakketkunst waren alle stukjes strak opgerold en dat bleek een voorkeurshouding van het materiaal. Ik schatte meteen in dat het onmogelijk was om die vangrails effectief te spuiten met een spuitbus zilverkleurige verf van Action. Wat te doen? Ik wachtte tot mijn vrouw voor enige boodschappen het pand had verlaten, greep toen haar grote spaghettipan en liet die voor driekwart vol met water stromen.
Ik wist meteen dat ik twee, misschien wel drie vliegen in één klap zou slaan, want het kinderspeelgoed van weleer zat nog helemaal vol met aangekoekte vliegenstront, kleverige snoekjes, stukjes uitgehoeste lolly en wat WD40-sporen. De stukken die daar naar roken, kwamen kennelijk van mijn eigen oude baan. Dat spul fungeert namelijk een beetje als mijn handtekening; ik spuit het overal op. En vrijwel altijd met succes.

Afijn, het zag eruit als een lekkere pan spaghetti en toen het water eenmaal aan de kook was, gingen alle slierten er net als echte spaghetti eens lekker relaxt bijliggen. Een beetje wraakzuchtig liet ik het water nog vijf minuten flink doorkoken, maar strikt noodzakelijk was dat niet.  Met de pan onder de arm rende ik naar de schuur waar ik een oud steigerdeel op bokjes had klaar staan waarop ik de slierten mooi kon uitleggen. Strak en recht. Na afkoeling had ik bijna twaalf meter snaarstrakke schone Duitse vangrails. Afkoelen en spuiten maar! Jaja, het Souterrain kan nog wel iets van mij leren!

zondag 17 september 2017

Putten

Hein Tunnissen
Putten
Laatst hoorde ik van iemand dat de jongens van ‘De Bunker’ in Drachten eigenlijk vooral een motorclub vormen. Beetje mooi weer-rijders dus, want van oktober-november tot eind april gaat de motor in het vet en rijden de heren dus verder als slotraceclub. Dat was voor mij welkome informatie, want toen begreep ik meteen waarom die jongens eind april al met het zomerreces beginnen als het om de slotracerij gaat. Ik vond die lange lentevakantie, overlopend in een hele grote zomervakantie en uitlopend in een hele grote herfstvakantie wel een beetje overdreven. Toen ze dan ook de huur niet meer konden ophoesten, vond ik dat wel zielig, maar ik dacht ook meteen: wie wil er nou lid zijn van een club die zeker de helft van het jaar gesloten is?
Het blijkt dat Klaas Bos zich het lot van die Friese knapen heeft aangetrokken, want hij heeft de heropening van zijn winkel precies aan de vooravond van het seizoen 2017-2018 gepland. Wat is het idee? De mannetjes van ‘Die Bunker’ zetten op zaterdagochtend 7 oktober allemaal de helm op de kop of trekken die over de oren en dan rijden ze in optocht naar Putten. Dat is een niet al te grote afstand, dus dat moet lukken. Ik vind het een prachtig idee: de combinatie van twee liefhebberijen op één dag en een leuk ritje van Drachten naar Putten. Is, afhankelijk van de gekozen route iets meer of iets minder dan 130 kilometer. Moet kunnen. Want dat rijden wij op vrijdagavond namelijk al met een slotcar!  Kunnen ze op zondag mooi de warmgedraaide motor oppoetsen en volsmeren met zuurvrije vaseline voor de winterslaap. Niet vergeten de accu aan de druppelaar te hangen!
Wij, de vrienden van Amazingslotcarracing te TE hebben voor dit soort gedoe een speciaal VW-busje in stemmig diepzwart. Eigenlijk is het een stretched keverlimo. Daarmee kunnen we dus lekker naar Putten tuffen en onderwijl babbelen we dan wat over zaken die ons zoal interesseren, maar meestal over slotcars. Ik denk ook dat er dan in Ermelo nog een tussenstopje wordt gemaakt om wat poen te pinnen. Er zijn er namelijk onder ons die met de bankpas niet helemaal te vertrouwen zijn (zegt hun vrouw) en dat is natuurlijk een dingetje waar die Klaas Bos in ruil voor een zak patat handig gebruik van maakt. Maar goed, die wijven hebben daar wel punt!
Je koopt tien kleine zakjes met feestkorting en je rekent zomaar €84,50 af. Dan moet je nog die nieuwe auto hebben, want daarmee spaar je de porto uit, zes setjes Scaleauto schuimbandjes want anders kun je niet rijden, laat staan een beetje meekomen en als je dan toch aan het tjoenen bent, moeten er ook nog maar een paar rechte asjes bij inclusief die poepdure world champion naaldlagers van NSR, zodat je uiteindelijk met rode wangen bijna €300 hebt betaald voor je zak patat en dan laat ik de kwestie van de kosten van het carpoolen nog maar even buiten beschouwing.
Nu staat daar wel heel wat tegenover. Natuurlijk een leuke & gezellige clubdag en de ontmoeting van talloze gelijkgestemden, sommige zelfs BN-er! JeeWee van Capelleveen zit in een apart hoekje exemplaren van zijn nieuwe Racebaanboek te signeren, die hij daarna gratis weggeeft. Now we’re talking! Fleischmannparadijs en Fleischmann Zutphen hebben buiten op de stoep een kraampje ingericht met allemaal vintage. Deze antiekmarkt geeft de feestelijke heropening van de moderne slotcarzaak nog meer glans.
Noorderling Fokko Zoutman geeft ’s middags twee workshops. De volgorde is nog niet helemaal duidelijk, maar de onderwerpen wel. Hij zal zeker uitgebreid spreken over de al dan niet beleefde omgang met Duitsers in relatie tot slotcarracen in Duitsland op Carrerabanen en hij zal een boekje opendoen over alle nadelen van auto’s op een Scaleauto-chassis, namelijk het gebrek aan handleidingen en de bittere noodzaak om ieder chassis om de zes weken weer helemaal recht te trekken met een richtbank dankzij talloze loslopende bouten en moeren.
Wat ook zeker aardig is, is de kunst van het herkennen, want ongetwijfeld staat er straks een onopvallend autootje met Fries kenteken in een zijstraat wat verderop geparkeerd waaruit een capuchon met zonnebril stapt ter spionage. Herkennen wij daar de eigenaar van Slotracing2Go? En horen wij daar achterin, achter die stellingkast een onvervalst Brabants accent? Mogelijk de charmante eigenaresse van SRHW.com uit Oirschot? Als dat zo is, dan zal die boomlange Tom Peters ook wel ergens staan, want dat is een netwerker in optima forma.
Het is niet aan mij om alles te verklappen, maar ik raad eenieder dringend aan zaterdag 7 oktober vrij te houden. Zeg desnoods tegen je vrouw dat je moet overwerken en dat het echt niet anders kan. In zekere zin is dat nog waar ook! Zeker voor Alphons P., want die demonstreert zijn mobiele 3-spoorsdemobaan op accu’s! Een primeur! CU!

    

zondag 10 september 2017

Spijkertje

Hein Tunnissen
Spijkertje
In het leven van een slotcarracer leven een paar vragen die in feite dat leven domineren: Waarom rijdt een slotcar goed en wat moet ik doen om mijn slotcar beter te laten rijden? Een goed verstaander begrijpt hieruit meteen dat goed en beter natuurlijk synoniem zijn met hard en harder, maar ook linken aan wegligging en rijgedrag. Een stuiterkont is niet bepaald een wenselijk type, terwijl ook een staartglijder niet echt op applaus hoeft te rekenen. Nu geef ik even een voorbeeld van hoe secuur iemand te werk moet gaan om de status ‘goed’ te bereiken. Het uitgangspunt is een nagelnieuwe slotcar: Verwijder de banden en kijk de velgjes na op plestic spikkels die soms achterblijven. Verwijder die. Verwijder ook de motormount en kijk die ook na op van die spikkels. Hetzelfde doen we met het chassis.
Ik bedoel: als zo’n ding van tachtig euro al niet rijdt vanwege een paar achtergebleven plestic hutseflutjes, wat is dit dan in godsnaam voor een sport? Zwijg ik nog maar over de controle van de assen (Zijn ze recht?), het vastlijmen van de lagers met hotmelt, het nauwkeurig afstellen van de tandwielen en de achteras en het onmiddellijk vervangen van de geleideschoen die af fabriek echt recht de prullenbak in kan, inclusief de slepers die minstens zo waardeloos zijn. Opgeteld is dit de standaard donderpreek op internet om uw slotcar ‘goed’ te laten rijden.
Wij, de professionals van Amazingslotcarracing te TE, hanteren de eenvoudige vuistregel ‘een stille kar is een goeie kar’, hetgeen meestal wel waar is. Heb je bijvoorbeeld een leuke Ninco, dat blijkt dat ding op de baan een klereherrie te maken dat je moet vrezen dat ieder moment de tandwielen door het dak naar buiten zullen komen. Maar dat valt mee. Slechts een enkele keer vliegt zo’n product in de hens, maar in de vitrine is dat voor zover wij weten nog nooit gebeurd.
Een dingetje dat veel meer onze aandacht zou moeten hebben dan dat braampjes-gedoe is het gegeven binnenwiel versus buitenwiel. Het laatste draait of moet sneller draaien dan het binnenwiel om wringen te voorkomen. Zo is het in het echt, zo is het op onze baan. Aannemelijk is nu dat naarmate de grip beter is, het fenomeen zich des te ernstiger zal voor doen. Op internet hebben wij vaak gelezen over de zero-grip banden voor, maar als dat een oplossing is, dan is het de vraag hoe het achterop gaat, waar wij alles, maar dan ook werkelijk alles doen om de band met de baan te doen verkleven. Max-grip bij voorkeur.
Bij grote auto’s draaien de aangedreven voorwielen onafhankelijk van elkaar. Als het buitenwiel sneller wil draaien, ga je gang! Bij aangedreven achterwielen zag je vroeger altijd een differentieel, een mechaniekje om dat mogelijk te maken. Er waren zelfs slotcars die dat hadden, maar zij die zich deze techniek nog weten te herinneren, weten ook dat de tandwieltjes in het bolletje oneindig kwetsbaar waren. Geen oplossing dus. Wij te TE gingen echter niet bij de pakken neerzitten en vroegen een expert zijn visie te geven op onafhankelijk draaiende voorwielen, juist omdat het probleem zich daar nog ernstiger lijkt voor te doen.
Zo kon het gebeuren dat wij allen gezellig rond de tafel zaten met koffie, koek, koekjes, muffins, cup cakes, speculaas, donuts, marshmallows en een flinke bak M&M’s voor een echte & gezellige workshop. Nodig een holle as dia drie millimeter (Krikke), secondelijm van Pattex, één wattenstaafje van Kruidvat, WD40 (Action) of een of andere niet geparfumeerde olie (Aldi) en een paar kleine spijkertjes (C. van der Meulen’s IJzerhandel, Amsterdam) met zo’n mooi koppie. Sommige spijkerkoppen hebben een leuk profiel dat soms zelfs een beetje doet denken aan de wielmoer van zo’n oude groene MG. Heel geschikt dus, meteen een pond kopen!
Na de inleiding zaten wij even later allemaal een eigen auto van de vooras te ontdoen, waarbij onze docent kritisch toekeek of wij geen materiaal verspilden. Wat ogenschijnlijk nutteloos lijkt, kan later nog altijd van pas komen. Dus voorzichtig zijn met weggooien!  Wij waren in onze nopjes: de investering die wij hadden gedaan voor deze cursus bracht zijn geld wel op! Nadien zaagden wij allemaal een voorasje op maat, waarbij wij heel goed op moesten letten het asje niet te knakken of allerlei braampjes naar binnen te duwen. Om te voorkomen dat de secondelijm alles aan alles plakt, moet er met het wattenstaafje royaal WD40 of olie opgebracht worden waar geen lijm mag komen. Vergeet de naaf niet! Vergeet de lager niet! Nadat het eerste wiel is bevestigd, kan het tweede erop worden geschoven. Is het tweede spijkertje eenmaal in het asje gelijmd dat zit de boel mooi vast. De wieltjes draaien nu onafhankelijk. Waar wij ooit met 14 seconden begonnen, rijden wij nu tegen de zes aan. Mooi met een Hollands Spijkertje!