Mijn eerste Fleischmannracebaan bouwde ik voor mijn zoon die
er absoluut niks in zag. Ik dacht dat het aardig paste bij zijn belangstelling
voor Lego Technic, maar hij zei doei en ging naar buiten voor moderner
tijdverdrijf. Gelukkig was ik net voldoende door het virus geraakt dat ik de
moed op kon brengen desondanks de baan uit te breiden tot er een recht eind van
tien meter lag. Een must, omdat ik weleens wilde weten wat de topsnelheid van
die autootjes was.
Van een bevriende gelijkgestemde sukkelaar had ik al
begrepen dat je daarvoor een Parma-regelaar nodig had. Om überhaupt iets te
kunnen bereiken. Dat leverde daarom allengs een doos met knijpertjes op in alle
soorten en maten. Dwalend over Marktplaats, verbaas ik me er vaak over dat die
zooi niet alleen nog gewenst is, maar ook nog voor stevige prijzen wordt
verkocht. Zo gezien heb ik voor een kapitaal in de kast liggen. De meesten
komen uit dozen die ik kocht van pas gescheiden vrouwen. Ik begreep al snel dat
zij met bloeddoorlopen ogen de hobby van de meest gehate man ter wereld bij
voorkeur voor een spotprijs de deur uit wilden doen. Hoe goedkoper, hoe groter
het leedvermaak.
Zo was ik ooit in Emmen, waar een hele wijk gescheiden
vrouwen woont. De transactie draaide om een doos Fleischmann Rallye Monte Carlo
8000 en die moest ik zelf (“Hoe krijg ik hem de trap op?”) van de zolder halen.
Achter een enorme berg spullen die ik in één oogopslag taxeerde als het
eigendom van ‘die vent’, zag ik nog drie dozen Fleischmann en nog wat los waardeloos
spul in de vorm van trafo’s, scenery, boxjes, autootjes en wat vakjesdozen van
Gamma met onderdelen. Ik maakte een wankele stapel en liep de trap af. Wat wilt
u hiervoor hebben? Een tientje? Ze zag
dat mijn belangstelling voor de raceautootjes groter was dan voor haar en
maakte er vragend vijftien van. OK, sprak ik ruimhartig! Na een kop koffie en
een goed gesprek, stapte ik maar weer eens op.
Knijpertjes zijn uit de tijd. De moderne controller (sic!)
immers, lijkt in beginsel wel wat op het geavanceerde stuur van de F1. Veel
knopjes voor veel instellingen. Nadat ik met behulp van Jeroen den Broeder van
SRC Eindhoven mijn Parma’s (cherchez les femmes!) had voorzien van één knopje
voor instelbare remkracht, werd het tijd voor iets anders. Ik kwam uit bij
Slot.It en ik weet niet meer precies waarom, want zo’n godsgruwelijke
knopjesfetisjist ben ik nou ook weer niet. Wel ben ik erg van ‘stick to the
plan’ en ik weet uit ervaring dat heel veel slotcarracers bij enigszins
tegenvallende resultaten hun elektronische drukkertje meteen met het predicaat ‘waardeloos’
terzijde schuiven.
Nu is er aanbod genoeg op de markt die interessant begint te
worden rond 100 euro en vrolijk doorkachelt naar driehonderd of meer. Spreek ik
nog niet over de prijs van de updates die later aangebracht kunnen worden. Het
gekke is vooral dat de aankoopoverwegingen meestal zijn gebaseerd op hebzucht
en het gezwets van anderen. Ik bedoel: met een auto ga je proefrijden, waarom
zou je een regelaar van dik tweehonderd euro niet eerst eens uitproberen? Dat
is toch raar? Nog veel gekker is dat ik nooit ergens lees dat een slotboer een
zaterdagmiddag organiseert met een demo van de verschillende regelaars, een
workshop waarin iemand iets zinnigs vertelt over het ding en een crack
demonstreert hoe groot de verschillen zijn tussen die controllers. Wedden dat
er aan het eind van de middag zes van die peperdure dingen worden verkocht,
waar je anders zes jaar tegen aan zit te kijken als de domste winkelvoorraad
ooit?
Eén slotboer timmert wat dat betreft goed aan de weg:
Umpfi’s Slotbox (Axel Umpfenbach). Op heel veel plaatsen op de website staat
extra informatie om beter te kunnen beslissen. Dat is een enorme winst, want de
meesten van ons geven zonder blikken of blozen honderdtachtig euro uit aan de
hand van een afbeelding ter grootte van een postzegel. Info nul. Blinde gok.
Dat zijn dan meestal die mannen die vroeger naar de Firato in Amsterdam gingen
en met twee plestic tassen vol folders terugkwamen en dan zes maanden gingen
studeren op de aankoop van een nieuwe audio installatie. Waarvan zij meteen
dacht: als we ooit gaan scheiden gaat die ook het huis uit!
In mijn slotracersleven kan ik moeiteloos een paar flinke
up’s and downs aangeven. Zo is er een forse periode geweest dat ik gruwelijk
ruzie met mijn Slot.It controller had. Hij ligt mij goed in de hand, hij is
betrouwbaar, hij is slim, hij kan tegen een stootje en je kunt er zelf aan
prutsen als je wilt. Heel belangrijk dat laatste. Toch boterde het enige tijd niet.
Dankzij mijn troostende vrouw ben ik die periode te boven gekomen en ik heb het
idee dat het nog steeds beter gaat. Vermoedelijk is dat de reden waarom ik het
nog leuk vind. De opgaande lijn is leuker dan verdwalen aan de top.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten