zondag 10 september 2017

Spijkertje

Hein Tunnissen
Spijkertje
In het leven van een slotcarracer leven een paar vragen die in feite dat leven domineren: Waarom rijdt een slotcar goed en wat moet ik doen om mijn slotcar beter te laten rijden? Een goed verstaander begrijpt hieruit meteen dat goed en beter natuurlijk synoniem zijn met hard en harder, maar ook linken aan wegligging en rijgedrag. Een stuiterkont is niet bepaald een wenselijk type, terwijl ook een staartglijder niet echt op applaus hoeft te rekenen. Nu geef ik even een voorbeeld van hoe secuur iemand te werk moet gaan om de status ‘goed’ te bereiken. Het uitgangspunt is een nagelnieuwe slotcar: Verwijder de banden en kijk de velgjes na op plestic spikkels die soms achterblijven. Verwijder die. Verwijder ook de motormount en kijk die ook na op van die spikkels. Hetzelfde doen we met het chassis.
Ik bedoel: als zo’n ding van tachtig euro al niet rijdt vanwege een paar achtergebleven plestic hutseflutjes, wat is dit dan in godsnaam voor een sport? Zwijg ik nog maar over de controle van de assen (Zijn ze recht?), het vastlijmen van de lagers met hotmelt, het nauwkeurig afstellen van de tandwielen en de achteras en het onmiddellijk vervangen van de geleideschoen die af fabriek echt recht de prullenbak in kan, inclusief de slepers die minstens zo waardeloos zijn. Opgeteld is dit de standaard donderpreek op internet om uw slotcar ‘goed’ te laten rijden.
Wij, de professionals van Amazingslotcarracing te TE, hanteren de eenvoudige vuistregel ‘een stille kar is een goeie kar’, hetgeen meestal wel waar is. Heb je bijvoorbeeld een leuke Ninco, dat blijkt dat ding op de baan een klereherrie te maken dat je moet vrezen dat ieder moment de tandwielen door het dak naar buiten zullen komen. Maar dat valt mee. Slechts een enkele keer vliegt zo’n product in de hens, maar in de vitrine is dat voor zover wij weten nog nooit gebeurd.
Een dingetje dat veel meer onze aandacht zou moeten hebben dan dat braampjes-gedoe is het gegeven binnenwiel versus buitenwiel. Het laatste draait of moet sneller draaien dan het binnenwiel om wringen te voorkomen. Zo is het in het echt, zo is het op onze baan. Aannemelijk is nu dat naarmate de grip beter is, het fenomeen zich des te ernstiger zal voor doen. Op internet hebben wij vaak gelezen over de zero-grip banden voor, maar als dat een oplossing is, dan is het de vraag hoe het achterop gaat, waar wij alles, maar dan ook werkelijk alles doen om de band met de baan te doen verkleven. Max-grip bij voorkeur.
Bij grote auto’s draaien de aangedreven voorwielen onafhankelijk van elkaar. Als het buitenwiel sneller wil draaien, ga je gang! Bij aangedreven achterwielen zag je vroeger altijd een differentieel, een mechaniekje om dat mogelijk te maken. Er waren zelfs slotcars die dat hadden, maar zij die zich deze techniek nog weten te herinneren, weten ook dat de tandwieltjes in het bolletje oneindig kwetsbaar waren. Geen oplossing dus. Wij te TE gingen echter niet bij de pakken neerzitten en vroegen een expert zijn visie te geven op onafhankelijk draaiende voorwielen, juist omdat het probleem zich daar nog ernstiger lijkt voor te doen.
Zo kon het gebeuren dat wij allen gezellig rond de tafel zaten met koffie, koek, koekjes, muffins, cup cakes, speculaas, donuts, marshmallows en een flinke bak M&M’s voor een echte & gezellige workshop. Nodig een holle as dia drie millimeter (Krikke), secondelijm van Pattex, één wattenstaafje van Kruidvat, WD40 (Action) of een of andere niet geparfumeerde olie (Aldi) en een paar kleine spijkertjes (C. van der Meulen’s IJzerhandel, Amsterdam) met zo’n mooi koppie. Sommige spijkerkoppen hebben een leuk profiel dat soms zelfs een beetje doet denken aan de wielmoer van zo’n oude groene MG. Heel geschikt dus, meteen een pond kopen!
Na de inleiding zaten wij even later allemaal een eigen auto van de vooras te ontdoen, waarbij onze docent kritisch toekeek of wij geen materiaal verspilden. Wat ogenschijnlijk nutteloos lijkt, kan later nog altijd van pas komen. Dus voorzichtig zijn met weggooien!  Wij waren in onze nopjes: de investering die wij hadden gedaan voor deze cursus bracht zijn geld wel op! Nadien zaagden wij allemaal een voorasje op maat, waarbij wij heel goed op moesten letten het asje niet te knakken of allerlei braampjes naar binnen te duwen. Om te voorkomen dat de secondelijm alles aan alles plakt, moet er met het wattenstaafje royaal WD40 of olie opgebracht worden waar geen lijm mag komen. Vergeet de naaf niet! Vergeet de lager niet! Nadat het eerste wiel is bevestigd, kan het tweede erop worden geschoven. Is het tweede spijkertje eenmaal in het asje gelijmd dat zit de boel mooi vast. De wieltjes draaien nu onafhankelijk. Waar wij ooit met 14 seconden begonnen, rijden wij nu tegen de zes aan. Mooi met een Hollands Spijkertje!
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten