zondag 30 april 2017

TiTaTovenaar

Hein Tunnissen
TiTaTovenaar
Toen ik echt nog de ballen verstand van slotcarracen had, dat wil zeggen van de techniek achter deze af en toe best aardige sport, kocht ik vlakbij de Duitse grens twee Carrera’s in de 24-uitvoering. Zoals gebruikelijk bij dit Autobahn-merk krijg je echt waar voor je geld want beide auto’s wegen een ton per stuk. Er zit van alles in, op en aan, waarvan je je af kunt vragen of dat belangrijk is. Evenwel, onze buren willen niet anders en die zien dan ook het liefste een slotcar als een volmaakte TiTaTovenaar-  verkleining van de werkelijkheid. Ik was niet verrast, want eerder kocht ik voor mijn Fleischmannbaan voor een paar stuivers twee F1-bolides (Williams en Red Bull - 1:32) van hetzelfde degelijke merk. Die bleken zelfs een schakelaartje te hebben voor achteruitrijden, pardon, de baan andersom nemen. De magneten in deze beide bolides waren zo krachtig dat je de auto moeilijk op de baan kon zetten: ze klikken gewoon al vanaf enige hoogte in het slot!
Na een uurtje sleutelen waren beide rollators er een stuk beter aan toe, maar het bleven lachwekkende vertoningen ten opzichte van de racers van Hornby. Enfin, leuk voor de kinderen. Mij was de ervaring meer waard. En bij de twee 24-ers kwam die goed van pas. Eerst alle elektronica van Siemens en Blaupunkt eruit gesloopt en daarna iets verzonnen om de motor zonder die techniek weer aan de praat te krijgen. Vervolgens de boel een beetje recht afgesteld en vooral veel overbodig interieur weggegooid. Inclusief het canvasrolletje met gereedschap voor het reservewiel. Daarna was er nog een heikel puntje, want de beide Bisons komen pas tot leven bij 18 Volt en onze club doet het met 12 (was ooit 14). Vol gas rijdend moeiteloos met staar te volgen natuurlijk, maar nauwelijks enig remmend vermogen. Na een paar avonden gesukkel, het knoopje doorgehakt. De Ferrari 575 GTC Giesse kreeg een Plafit-onderstel op banden van Scaleauto en de Aston Martin DBR9 Gulf een vergelijkbaar Scaleauto-chassis dat net voldoende opgerekt kon worden om de banden passend in de wielkasten te krijgen.
Met zoiets beland je in een volkomen nieuwe wereld. De cracks vertellen je onmiddellijk dat je nieuwe chassis helemaal krom is en dus helemaal opnieuw gemonteerd moet worden om alles precies recht en haaks op elkaar af te kunnen stellen. Hetgeen inderdaad waar is. Vanwege dit slordige feit ben je wel een paar clubavondjes verder voordat je body en onderstel kunt samenvoegen, er vanuit gaande dat je al eerder zo slim was irgendwo passende banden te bestellen, want als we het dan toch over een afgrijselijke ramp hebben, dan zijn het die banden wel. Je voelt je toch een beetje als Alonso die in zijn schuurtje naar het reservewiel van de caravan zoekt om die zondag nog een wedstrijdje te kunnen rijden. Eerlijk gezegd heb ik toen wel een paar keer een andere sport overwogen!
Nog erger dan de niet-verkrijgbaarheid van banden is de voorraad Moosgummi in Holland. Niet dus! Wij hebben ons suf gepiekerd over een goede vertaling, want die is van groot belang om überhaupt te kunnen informeren. Schuimrubber, maar dan anders. Open polyvinyl is het ook niet. Maar wat dan wel? Het is stevig, buigzaam, sterk en het laat zich uitstekend verlijmen zonder op te lossen. Zonder Moosgummi geen kap op het chassis. Een uiterst precies karweitje met twee componentenlijm dat, mits goed voorbereid, tot een geweldig huwelijk leidt. Omdat de open tijd van de lijm zeer beperkt is, heb je maar weinig tijd voor correcties. En er is maar één stand goed! Ik heb een paar keer droog geoefend om te weten hoe ik de beide delen het beste kon samenvoegen, zonder alles onder de lijm te smeren en de meeste kans te hebben op een goed resultaat. Belangrijk is dat de bodemplaat van het chassis precies gelijk valt met de onderkant van de body. Overal!
Gelijktijdig moet je met vier ogen de banden in de gaten houden, want die moeten precies op de juiste plek in de wielkasten komen zodat later de speling van het chassis in bochten niet tot afgrijselijke schuurpartijen leidt. Al dat opgehoopte slijpsel achter de banden ziet er misschien wel cool uit, maar is niks anders dan bewijs van gekluns. Ja, het klinkt hard, maar het is wel de waarheid. Uithuilen en opnieuw beginnen! Of een andere sport kiezen. Met die Aston ben ik nog niet klaar, maar die Ferrari loopt inmiddels werkelijk als een zonnetje. De verlichting brandt en de balans nadert zijn optimum. Dat maakt het dan toch wel weer erg mooi, dat verdomde slotcarracengedoe!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten