Hein Tunnissen |
Gereedschapje
De Jeanette in mijn auto is soms behoorlijk irritant. Ze
zegt dan bijvoorbeeld dat de omtrekverlichting defect is. Sinds ik die heb
vervangen door LEDjes met Canbus, zijn de rapen helemaal gaar. Het
stroomverbruik is zo gering, dat de boordcomputer geen spanning signaleert en
dus Jeanette opdracht geeft mij te verwittigen dat die omtrekverlichting defect
is. Vooral op een wat langere rit is dat behoorlijk irri. Jeanette uitschakelen
is geen optie want dat krijg je de ding-dong van de Amsterdamse metro en dat is
nog veel erger. De LEDjes opgeven is ook geen optie, want die gloeilampjes van
Philips hebben een levensduur van minder dan zes weken en het vervangen is een
heidens karwei. Bumper eraf, halve front slopen, koplampunits uitbouwen,
oppassen met koplamphoogteverstelling, oppassen voor hoogspanning Xenon en dan
peertje vervangen. Toch gauw twee uur werk. De oplossing school in een kabeltje
van 50 cm met fitting waarin zo’n rottig lampje past. Die draad schakelde ik
parallel met de omtrekverlichting (stadsverlichting) en het lampje zette ik
vervolgens vast op de accubak. Hoppa! Computer belazerd en Jeanette hield haar
mond! Cool! Het vervangen van dat ene pielepeertje is een fluitje van een cent.
Zie hier de rampspoed van de moderne auto. Je kunt nergens
bij en de computer trekt om de haverklap de verkeerde conclusie. Was vroeger
het sleutelen aan auto’s vooral een kwestie van zwarte handen, vandaag de dag
is het een kwestie van nadenken. Eigenlijk wel zo leuk. Zo heb ik een vriend
die graag zwarte handen maakt nadat hij heeft nagedacht. Hij is dus keigoed.
Neem het vervangen van de distributieriem. Op een bepaald moment is één zijde
van de motor zo ver uit elkaar dat er alle reden is te veronderstellen dat het
nooit meer goed komt. Belangrijk is daarbij de positie van de krukas, die
alvorens verder te kunnen werken, in de positie van dat moment geblokkeerd moet
worden. Mijn vriend HJ heeft daar een handig gereedschapje voor bedacht. Hoe
belangrijk dat is? Zonder dat gereedschapje is de kans groot dat je de motor
nooit meer aan de praat krijgt, alle computers ten spijt!
Met slotcars is het precies zo. Laatst had ik een bolide in
de vingers en een bevriende medecoureur keek over mijn schouder aandachtig mee,
onder het mompelen van sussende woorden als ‘brede belangstelling’, ‘nooit te
oud om te leren’ en ‘spionage’. En dat het hem menens was, bleek wel uit het
feit dat hij de bolide gewoon uit mijn handen trok en vergoelijkend tot mij
sprak: ‘Hij draait wel wat zwaar, Hein!’ Even was er bij mij wat ergernis te
bespeuren (“Kakel op, vent!”), maar toen ik de bolide zelf weer vast mocht
houden, constateerde ik dat 007 helemaal gelijk had. De boel liep gewoon aan!
Sindsdien heb ik ook een handig gereedschapje in de racekist
in de vorm van een set voelermaatjes die ik ooit voor een paar stuivers bij
Ouke Baas in de Amsterdamse Van Ostadestraat kocht omdat ik zeker twee keer per
week de ontsteking van mijn VW-Kever 1200 moest afstellen. De Ninco look-a-like
schudde stationair lopend namelijk zo hevig, dat die mechanische tijdschakelaar
steeds weer verliep. Met een voelermaat was het secondewerk; ik kon het bij
wijze van spreken doen terwijl ik in de Rijnstraat voor het rode licht stond te
wachten. Later werd er handige lijm uitgevonden, die om die reden dan ook secondelijm
wordt genoemd.
Afijn, een set voelermaatjes uit een lang vervlogen
tijdperk, is fantastisch goed bruikbaar om de achteras van je slotkarretjes af
te stellen. Heel wat avonden hield ik mijn autootje vlak voor de TL-lamp in ons
clublokaal om te zien of er nog een klein streepje licht tussen achterwiel en
pignon viel te ontwaren, het teken dat het bandje niet aanloopt. Ik geef toe:
een methode van lik-me-vestje, want daarna heb je zeker een half uur tranende
ogen van het turen en gaan je maten weer bezorgd doen: Gaat het wel? Zal ik nog
een kopje koffie inschenken? Een betere manier van afzeiken is nauwelijks
denkbaar, geloof ik.
En gaat natuurlijk niet alleen om de scheiding pignon en
achterband, maar evenzeer om de horizontale beweging van de achteras, omdat je banden
en tandwielen niet dermate strak op moet sluiten dat daardoor de hele
aandrijving zwaar gaat lopen. Tikje speling, maar ook niet te veel. Ach, wat
een mooi stukje gereedschap is het toch. Nu nog iets verzinnen om snel de vier
lagers van een metalen chassis strokend en haaks te krijgen. Want uiteindelijk
gaat het om de exacte positie van de as hoewel zonder nokken. Toch HJ eens
polsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten