De laatste tijd zit ik steeds vaker achter mijn bureau te
tekenen en te rekenen. Het is namelijk zo dat ik onderhand alle materialen bij
elkaar heb gesprokkeld om de replica van Drachten ‘De Bunker’ te bouwen. En
aangezien ik wel begrijp dat half slotcarminnend Nederland mee zit te gluren;
stiekem hopend dat ik de aangekondigde verbeteringen niet voor elkaar krijg
(hihihihi!), wil ik er alles aandoen om de wereld versteld te doen staan.
Zo was er deze winter maar kortstondig ijs, zodat er naar
rato ook maar vrij kort geschaatst kon worden. Wij schaatsen op de skeelerbaan
van Alteveer, die des winters ijsbaan wordt, mits het vriest. Rond die baan
staat een supergeluidsinstallatie en die bracht mij op het idee! Wat wil het
geval? Er is geen echo en je schaatst het geluid niet tegemoet of andersom
schaatsend, het geluid haalt je niet in. Dit staat zelfs helemaal los van de
snelheid waarmee je schaatst. Niet helemaal stomtoevallig ken ik de man die dit
systeem heeft ontworpen, electronically speaking. De kwestie is de afstand: hoe
verder weg van de versterker, hoe later het geluid hoorbaar. Soms is die
vertraging zo extreem, dat je niet meer kunt verstaan wat er wordt omgeroepen.
Knap dus, als je dat zo kunt rondsturen dat die echo achterwege blijft. Waar je
ook bent, hoe hard of zacht je ook schaatst.
Een slotracebaan lijkt in zijn meest eenvoudige vorm wel een
beetje op een ovaal, zoals de Jaap Edenbaan of de skeelerbaan in het Groningse
Alteveer. Dat er soms wat bochten in zijn gehaspeld, doet in wezen niet ter
zake. Feit is dat de aansturing op een bepaald punt begint (aansluiting van de
controller op de baan) en dat er dus ergens een maximale afstand is tussen
controller en auto. Rijdend verandert die afstand steeds. Anders gezegd: de
auto zal recht voor de neus van de coureur sneller & feller reageren dan in
de Tarzanbocht een eind verderop.
Terwijl het laatste ijs onder onze ijzers wegsmolt, reed ik
met de grote elektronicaspecialist van Alteveer een paar gezellige rondjes over
de skeelerbaan onder het genot van Marianne Rosenbergs ‘Ich bin wie du’. Hij
begreep mijn punt onmiddellijk, wat te verwachten was van zo’n genie. “Dus je
wilt voor die analoge rijders overal dezelfde reactietijd op de baan ongeacht
of ze met een knijpertje of een drukkertje rijden?” Ja, zei ik! Voor de meer
moderne racers speelt het niet, want die rijden digitaal en dan is de spanning
op de baan overal hetzelfde. De kwestie is dan alleen dat bij een opeenhoping
van auto’s voldoende stroom beschikbaar moet zijn, maar dat is een kwestie van
bekabelen.”
“Nou ja,” sprak hij, “er is natuurlijk wel sprake van
verlies. Kijk maar eens naar het hoogspanningsnetje van Nederland en hoeveel
verlies daar optreedt. Ik zou je in ieder geval aanraden om de vier trafo’s
niet bij elkaar te zetten maar netjes gelijkelijk te verdelen over de baan,
zoals de trafohuisjes van ons net. Dan zijn de afstanden al beduidend korter.”
Ik stond paf van zo’n helder inzicht!
“Over die analoge kwestie moet ik even nadenken. An sich is
het geen lastig probleem, maar een vertraging bij het aansluitpunt van de
controller van één duizendste seconde mag natuurlijk geen gevolgen hebben voor
de beschikbare stroomsterkte. Als zo’n autootje twee ampère nodig heeft, moet
die sterkte wel beschikbaar zijn. Daar moet ik even over nadenken.”
Niet zo heel lang daarna, ik was thuis al weer aan het
rekenen en tekenen, ging de telefoon. Ik heb een schakeling bedacht, maar ik
weet niet precies hoeveel koppelingen er zijn, met andere woorden om hoeveel
baandelen het per track gaat. Want als de baan helemaal zonder onderbreking zou
doorlopen zoals bij een houten baan met Litze, dan is er dus geen sprake van
eventjes een kleine weerstand bij een overgang. En daar is per definitie sprake
van want de stroom moet wel overspringen van het ene baandeel naar het andere.
Zie het maar als een hordenbaan in het stadion.” Tuurlijk, stom dat ik daar
niet aan heb gedacht!, verweet ik mij zelf. Het genie sprak: “Ik ga ervanuit
dat die verbindingen mechanisch sterk en maximaal zijn. Ik zal de weerstand per
verbinding berekenen en dan vervolgens het tijdverlies per verbinding om die
aldus in de schakeling te kunnen compenseren. Tel ze even, wil je?”
Om de 7 baanstukken,ongeacht hun lengte,is mij ooit verteld. Bij Carrera dan. Vanwege de bijzondere legering die men daar gebruikt. Met Fleischmann kan dit getal omhoog gebracht worden.
BeantwoordenVerwijderenInteressant gegeven John ! Ik ga het eens nameten bij ons. Hoe is het bij de Bunker, om de 8 baanstukken ?
BeantwoordenVerwijderen