Hein Tunnissen |
Beurs-II
De SLN-beurs in Houten is
een halfjaarlijks fenomeen, georganiseerd door Scalextric-jongens die samen een
cluppie hebben. Geen idee of het nog goed loopt, want het nieuws op hun site
dateert van 2004 en dat is meestal een veeg teken. Misschien is het ook vooral
de beurs die hen bindt, wie zal het zeggen. Het grote verschil tussen hullie en
ons (Marcus, Raymon, Robin, Fokko, Erik en ik) zit ‘m in de hang naar snelheid.
Scalextric is tegenwoordig vooral erg mooi en nog maar een beetje snel. Het
oude Britse merk van weleer wordt vandaag de dag links en rechts ingehaald door
veel snellere bolides.
Onze Erik had zo een
afspraakje met Klaas Bos die ik, van de gelegenheid gebruikmakend, even een
hand ging geven. Klaas die in november steevast in Sinterklaas verandert, had
voor Fokko een Black Arrow meegebracht. Vel ah’s en oh’s van onze kant, zoals
je dat doet als een clublid een nieuwe bolide aanschaft met een enigszins
agressief voorkomen. Taxerende blik onderwijl: het is geen Mosler. Lijkt er nog
niet op. Gerustgesteld staken wij de dwarsgang over om bij Frank Slot te
pauzeren. Marcus heeft een brilletje en het verschaft hem arendsogen. Zo
ontdekte hij twee brikjes uit de stal van Circuit 24, een oud Frans merk dat de
strijd aan bond met belmotoren. Ik kreeg even een brok in mijn keel. Mijn
jeugd!
Iets eerder een stand met
een wonderschone DS, het strijkijzer. Mijn hele jeugd heb ik in die auto
doorgebracht die mijn vader kocht omdat mijn moeder dat wilde. Jaja, mijn
moeder is me er eentje! En mijn vader wist dat zij helemaal gelijk had gehad
toen hij het stuur van zijn VW-kever inruilde voor het eenspakige stuur van de
DS. Christenemeziele, die auto reed in zijn twee al harder dan die hele kever
in vier met wind mee. De verkoper blufte
niet: Dit is de meest opgepakte auto van de hele beurs en daar had hij
vermoedelijk gelijk in. Terwijl ik nog stond te rikraaien, zal ik wel, zal ik
niet, schoof er een man langszij die ‘m stante pede kocht. En zijn vrouw
betaalde! Ik zag dat de geschiedenis zich herhaalde.
Afgetroefd schoven wij
verder en al grabbelend ontdekten Marcus en ik hele leuke wrakken in de 5
eurobakken. Soms met een spiegeltje, soms zonder spiegeltje, bumpertje,
ruitenwissertje of wat er nog maar meer af kan breken van een slot car. Omdat
wij eerder tijdens een clubuitje naar Drachten De Bunker leerden dat open
auto’s een klasse apart vormen, kochten wij allebei een Courage C60 van Hobby
Slot waarvan de spiegels op persicoop-hoogte zijn gemonteerd, zodat je je kunt
afvragen waarom die er niet zijn afgebroken. Marcus een witte en ik een blauwe.
In tegenstelling tot veel Ford Lotussen van Fleischmann in de ramsj hadden de
heren coureurs het hoofd nog weten te redden. Wij concludeerden dat dit dus wel
zeer slome auto’s moesten zijn die nodig een beetje opgetuned moesten worden.
Huppekee, in de rugzak en thuis zien we wel verder.
Na nog vijf kwartier
rondschuifelen, waarbij we ons zelfs even vergaapten aan een demo digitaal
racen, besloten wij het hazenpad te kiezen. Terug naar TE om de nieuwe
aanwinsten te testen. Erik en Fokko zouden nog effe naar Heesch blèren en dus
namen we afscheid met een ‘Tot vrijdag!’. Op weg naar Zwolle overwoog Marcus
dat we ze vermoedelijk nog wel zouden zien. Eenmaal in ons clubhuis waar de
kachel al enige tijd snorde om de baan lekker op te warmen, hadden wij
nauwelijks een paar rondjes gereden of de Polio van Fokko stond alweer voor het
huis. “Hallo allemaal! Hier zijn Fokko en Erik”, klonk het lachend!
Ik dacht: Amazing,
vrienden voor het leven! (Slot volgende week)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten