Hein Tunnissen |
Zen
Om de dieper gelegen waarden van de
kunst van het slotcarracen goed te kunnen doorgronden, las ik al op jonge
leeftijd ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’ (Zen and the Art of Motorcycle
Maintenance by Robert Pirsig) en dan niet als roadbook, maar als klassiek
filosofisch werk, dat vooral onderscheid maakt tussen romantisch begrip en
klassiek begrip. Met die kennis op zak sta ik dus iedere vrijdag een beetje te
twijfelen achter de knoppen van mijn Slot-It regelaar. Wat zal ik doen? Kies ik
voor de romantische invalshoek of wordt het toch meer klassiek racen?
Steeds vaker kies ik voor klassiek. Ik merk dat in
de loop der tijd mijn oog-hand coördinatie steeds beter is geworden zodat ik
vaak intuïtief rem om te voorkomen dat ik de bocht uitvlieg. Ik denk niet meer
en toch ben ik! Nu lijkt dat een eenvoudige uitleg, maar zo simpel is het niet.
Neem nu de Lola van Tineke. Een Slot-It LMP van de bovenste plank die door
Markus is uitgerust met een soort scheepskiel in plaats van een klein
gleufsnuffelaartje zoals veel van mijn auto’s hebben. Het contact is minimaal
in tegenstelling tot die gitzwarte Lola die hiermee rond raast alsof er
Bisonkit aan de banden zit.
Maar aan die keuze zit natuurlijk een risico zoals dat
zo fraai is beschreven in Zen etc. Want die enorme flapper tussen de voorwielen
kan zomaar in de gleuf beklemd raken en dan zijn de poppen aan het dansen. Dit
soort risico’s komen ook in het boek voortdurend aan de orde binnen de
vader-zoon relatie. Je doet wat voor de ander om hem te helpen, maar het keert
zich tegen je.
Ik geef een ander voorbeeld. De slotcar waarmee je
rijdt heeft een probleem en je weet niet welk probleem, laat staan dat je het
kunt oplossen. Uiteindelijk roep je dan: “Ik word gek van die kar!” en dat is
dus precies waar het in het boek omgaat. De vader wordt helemaal gek en dat zie
je langs de baan ook terug. Wij hebben er om beurten allemaal wel eens last
van. Een niet te stoppen stuiterende auto, een motor die voortdurend uit zijn
motorpod springt, een Fly die zelfs met een raketmotor niet vooruit te branden
is of een kek autootje van Ninco dat zoveel geraas produceert, dat de anderen
hopen dat je met dat hele klere ding snel ophoepelt.
Motoronderhoud is fascinerend en afstotend
tegelijk. Soms lijkt het wel of de materie een heel eigen leven begint te
leiden dat niet meer te volgen is. Om weer een beetje met beide benen op de
grond te komen is herlezen van het boek de slechtst denkbare optie. Ik deed dat
omdat mijn zoon elf is geworden en dat is ook de leeftijd van de zoon in het
boek. Omdat je met een slotcar niet door de VS kunt reizen zoals je dat met een
Harley kunt doen, las ik het boek staande achter de racebaan, waarbij de
controller de gashandle van de motor verbeeldde.
Daarna uren nagedacht over de filosofie van het
slotcarracen en ik kwam eigenlijk uit op wat ik al lang wist. Net als de
overige leden van onze club. Je kunt er over zwetsen wat je wilt, het gaat
gewoon om de lol, de kick van winnen, de teleurstelling van een fatale
de-slotter, het overleggen met elkaar over een ieniemienie probleempje. Zelfs
het tevreden thuiskomen na een avond slotracen hoort bij het plezier. Maar ik
begrijp dat u deze filosofie niet kunt volgen omdat u het slotracen nog niet
heeft ervaren. Helaas heeft Pirsig ook geen antwoord op
deze vreemde patstelling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten