maandag 20 april 2015

Plafit


Hein Tunnissen

Plafit
De eerste avond dat Fokko, ons nieuwe clublid dat zomaar aan kwam waaien, over onze baan reed was hij natuurlijk ontzettend benieuwd of hij als rookie ons de achterlichten kon laten zien. Lichtelijk geïntimideerd waren wij wel want deze coureur met ervaring in de superkarts, zette met een armgebaar dat veel ervaring verried een Plafit-chassis boven de sleuf en dat is toch wel wat anders dan dat overwegend Italiaanse plestic gedoe van ons. Godzijdank werd het een drama!
Opgewekt reden wij onze opwarmrondjes, onderwijl Fokko weer oprapend, in de baan zettend of bemoedigend toesprekend. “Het is altijd even wennen, zo’n nieuwe baan!” Tja, dat moge zo zijn, maar dit was toch wel erg veel Apeldoorn bellen. Gelukkig trok Fokko na een half uurtje gepruts zelf de conclusie dat die 40k motor van hem wat veel van het goede was. “Ik zal er een kleiner motortje inzetten”, en wij reden na die mededeling glimlachend verder. Opgeruimd staat netjes!
Maar hij had wel gelijk! Twee weken later kwam de Plafit weer de baan op en toen ging het helemaal los. Met een 25k motortje behoorde Fokko ineens tot de snelsten van de avond en wat nog veel erger was: ogenschijnlijk reed hij heel nonchalant alsof het hem eigenlijk niet echt interesseerde. Soms stond hij gewoon naar mijn knijpertje te kijken, terwijl zijn auto aan het eind van de baan vrolijk verder raasde. Hoe hij het flikte weet ik niet, maar precies op het juiste moment was hij weer bij de les. Amazing! Wat later bleek dat er iets mis was in zijn knijpertje, waardoor de auto niet zo reageerde zoals het eigenlijk moest. Ook dat nog! Reed die nieuwkomer ons bijna helemaal tot havermout met een halfrot knijpertje dat hij noodgedwongen moest gebruiken omdat onze baan zijn hightech-regelaar niet kon volgen.
Wat een drama! Van de andere kant was het wel een geweldige ervaring die leert dat hoe groter niet altijd zoveel beter is. Die opvatting geldt natuurlijk ook voor andere aspecten in de humane wereld, maar het is bekend dat mannen regelmatig twijfelen aan die stelling. Het wachten is nu op de finetuning van die Plafit, want als Fokko besluit op zoek te gaan naar de ideale tandwielverhouding voor onze baan, dan kunnen wij maar beter in de pits blijven om nog een paar stukken taart van Minouck te eten. Bij wijze van troost.
Plafit is voor mij nog heel ver weg. Ik heb nog niet eens met alle modellen van Slot-It en NSR gereden, dus waarom zou ik dan al de overstap willen maken naar de metalen wereld van de Duitsers? Wat mij wel intrigeert is de gelijkenis met Meccano, het oude jongensspeelgoed met plaatjes, stripjes, schroefjes en moertjes. Ik was er jaren helemaal wild van en bouwde met mijn buurjongen ingewikkelde landbouwmachines waarvan de boeren bij ons in de buurt behoorlijk stonden te kijken. Ik weet nog dat wij op basis van een zwartwitfoto van combines (Ohio, USA), een roodgroene tarwesnijder bouwden die binnen een kwartier het hele gazon om zeep hielp en dit alles met twee platte batterijen van 4,5 volt van Witte Kat.
Ik ben er kennelijk nooit echt van losgekomen, want hoewel Meccano werd verslagen door de EE-bouwdozen van Philips (Electronic Engineer) en in iets mindere mate door de ME-bouwdozen (Mechanical Engineer) van dezelfde peertjesfabrikant, stak het merk als Hornby weer de kop op en beleefde vervolgens opnieuw gloriedagen als Scalextric.  Wat een mooi historisch besef! Wat zeg ik? The Circle of Life!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten