Hein Tunnissen |
Plafit
De eerste avond dat
Fokko, ons nieuwe clublid dat zomaar aan kwam waaien, over onze baan reed was
hij natuurlijk ontzettend benieuwd of hij als rookie ons de achterlichten kon
laten zien. Lichtelijk geïntimideerd waren wij wel want deze coureur met
ervaring in de superkarts, zette met een armgebaar dat veel ervaring verried
een Plafit-chassis boven de sleuf en dat is toch wel wat anders dan dat overwegend
Italiaanse plestic gedoe van ons. Godzijdank werd het een drama!
Opgewekt reden wij onze
opwarmrondjes, onderwijl Fokko weer oprapend, in de baan zettend of bemoedigend
toesprekend. “Het is altijd even wennen, zo’n nieuwe baan!” Tja, dat moge zo
zijn, maar dit was toch wel erg veel Apeldoorn bellen. Gelukkig trok Fokko na
een half uurtje gepruts zelf de conclusie dat die 40k motor van hem wat veel
van het goede was. “Ik zal er een kleiner motortje inzetten”, en wij reden na
die mededeling glimlachend verder. Opgeruimd staat netjes!
Maar hij had wel gelijk!
Twee weken later kwam de Plafit weer de baan op en toen ging het helemaal los.
Met een 25k motortje behoorde Fokko ineens tot de snelsten van de avond en wat
nog veel erger was: ogenschijnlijk reed hij heel nonchalant alsof het hem
eigenlijk niet echt interesseerde. Soms stond hij gewoon naar mijn knijpertje
te kijken, terwijl zijn auto aan het eind van de baan vrolijk verder raasde.
Hoe hij het flikte weet ik niet, maar precies op het juiste moment was hij weer
bij de les. Amazing! Wat later bleek dat er iets mis was in zijn knijpertje,
waardoor de auto niet zo reageerde zoals het eigenlijk moest. Ook dat nog! Reed
die nieuwkomer ons bijna helemaal tot havermout met een halfrot knijpertje dat
hij noodgedwongen moest gebruiken omdat onze baan zijn hightech-regelaar niet
kon volgen.
Wat een drama! Van de
andere kant was het wel een geweldige ervaring die leert dat hoe groter niet
altijd zoveel beter is. Die opvatting geldt natuurlijk ook voor andere aspecten
in de humane wereld, maar het is bekend dat mannen regelmatig twijfelen aan die
stelling. Het wachten is nu op de finetuning van die Plafit, want als Fokko
besluit op zoek te gaan naar de ideale tandwielverhouding voor onze baan, dan
kunnen wij maar beter in de pits blijven om nog een paar stukken taart van
Minouck te eten. Bij wijze van troost.
Plafit is voor mij nog
heel ver weg. Ik heb nog niet eens met alle modellen van Slot-It en NSR
gereden, dus waarom zou ik dan al de overstap willen maken naar de metalen
wereld van de Duitsers? Wat mij wel intrigeert is de gelijkenis met Meccano,
het oude jongensspeelgoed met plaatjes, stripjes, schroefjes en moertjes. Ik
was er jaren helemaal wild van en bouwde met mijn buurjongen ingewikkelde
landbouwmachines waarvan de boeren bij ons in de buurt behoorlijk stonden te
kijken. Ik weet nog dat wij op basis van een zwartwitfoto van combines (Ohio, USA),
een roodgroene tarwesnijder bouwden die binnen een kwartier het hele gazon om
zeep hielp en dit alles met twee platte batterijen van 4,5 volt van Witte Kat.
Ik ben er kennelijk nooit
echt van losgekomen, want hoewel Meccano werd verslagen door de EE-bouwdozen
van Philips (Electronic Engineer) en in iets mindere mate door de ME-bouwdozen
(Mechanical Engineer) van dezelfde peertjesfabrikant, stak het merk als Hornby
weer de kop op en beleefde vervolgens opnieuw gloriedagen als Scalextric. Wat een mooi historisch besef! Wat zeg ik? The Circle of Life!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten