zondag 21 oktober 2018

Aan den lezer !

Hein Tunnissen

Aan den lezer!
Hoewel je natuurlijk een blog schrijft om iets te vertellen of te beschrijven, kun je natuurlijk ook best eens wat achteroverleunen en de lezertjes een vraag stellen. Dat van die ´lezertjes´ is niet denigrerend bedoeld, maar ik krijg dat woord niet meer uit mijn kop sinds een collega (v) dat woord te pas en te onpas gebruikte voor degenen die ons magazine lazen. De lezertjes dus. Schreef je een gruwelijk lastig verhaal over de Miljoenennota vanwege de derde dinsdag in september (de lezertjes: ‘Oh, u bedoelt Prinsjesdag?’), en dan klepperde zij er meteen dwars overheen dat zij bang was dat diezelfde lezertjes het niet zouden snappen. Als zij het al zouden lezen, natuurlijk! Wat heb jij, zuchtte ik dan. “Een leuk verhaal over de vissen in de Hofvijver!” Daarmee had zij dan een diepte-interview gedaan. Leuuuuuukkkkkkkkk!
Enfin, ik heb van die samenwerking veel opgestoken. Daarom dus een vraag aan de lezertjes: “Welke slepers zijn het beste?” Het stellen van deze vraag is volgens mij gerechtvaardigd omdat dit blog 208 is en de snelle rekenaars onder de lezertjes weten nu meteen dat ik dit vier jaar doe. Vier maal 52, waarbij dat laatste getal staat voor het aantal weken per jaar. So far, so good! Een gek kan meer vragen dat zeven wijzen kunnen beantwoorden en dat geldt zeker voor deze eenvoudige vraag. Zijn het de gladde rvs-slepers van NSR, de roodkoperen van Slot.It, die hele dikke paardenstaarten van Carrera of die hele goedkope mikmak daar tussenin van allerlei andere merken? Je weet het niet! En voor zover ik weet is er ook nooit behoorlijk onderzoek gedaan naar deze kwestie.
En van het één, komt het ander! Is het bijvoorbeeld zinnig om de uiteinden schuin af te knippen en wat uit te rafelen? Moet je ze regelmatig schoonmaken door er wat WD40 op te spuiten of is een vriendelijke oliesoort een beter idee? En hoe zit het met de bevestiging van de draadjes? Met een schroefje of een busje? Solderen of gewoon door een gaatje schuiven en vast wurgen? Ik vind het raar dat niemand ooit de vraag stelt of met een antwoord komt. Die gewoon zegt: Ik vind de dunne rvs-slepers op rol het beste. Het meest kostenefficiënt, ze genereren het beste contact en de verbinding met de draad is in alle gevallen sterk en betrouwbaar. De slijtvastheid is enorm en ze nemen weinig vuil op. Daarnaast zijn deze slepers vriendelijk voor zowel Litze, kopertape als de metalen strips van de plestic banen. Eigenlijk heb je er na montage geen omkijken meer naar!
Ho, ho! Ik zeg niet dat het zo is! Moge dat duidelijk zijn? Het gaat om de vraag en waarom die eens gesteld zou moeten worden. Als slotcarracers naar beter streven, zo niet het beste voor ogen hebben, dan is het handig de inserts te laten voor wat ze zijn en te beginnen bij het punt waar het meteen pijn doet. Tijdens veel wedstrijden wordt tussentijds aan de slepers geprutst. Er is bijvoorbeeld een soort HEMA-kwaliteit die de neiging heeft om te klappen, zodat de slepertjes in kwestie als een soort gewei naar voren steken. Het kan niet anders of sommige lezertjes hebben dit wel eens ervaren.
In deze jubileumblog wil ik een lans breken voor de feiten. Vroeger, toen ik nog nieuwsgierig was naar alles, was ik lid van een clubje jongens dat modelbouw vliegtuigen bouwde. Het begon met een clubhuis. Op een zondag reed ik met een clubgenoot een beetje zenuwachtig richting de Udenseweg om bij een huis aan te bellen. Een man deed open en wij vroegen hem maar meteen of wij zijn  leegstaande garage in het dorp mochten betrekken als clubhuis. Dat mocht en hij pakte de sleutel van het rekje. Veel plezier, jongens! We kregen gadsamme niet eens een kopje koffie, realiseerden we ons toen we weer naar huis fietsten. Hoe dan ook: in het clubhuis werden vliegtuigen gebouwd op basis van wetmatigheid. Een toestel dat het niet deed, werd keihard op de pijnbank gelegd en nagemeten. Dit is het balanspunt en jouw balans ligt dáár! (Zes millimeter verderop!) Of: je hebt een spanwijdte van 1,60 meter en een gewicht van 1950 gram. Dat kan natuurlijk niet!
Omdat ik toen al argwanender was dan de duivel, bouwde ik ooit een miniatuur vliegtuigje volgens de wetmatigheden van onze club. De spanwijdte was maximaal 12 centimeter, denk ik. Het hele bouwproces duurde zowat anderhalf uur en meteen daarna gooide ik ‘m de lucht in. De rest van de avond cirkelde hij mooi rond op de thermiek van de gaskachel. Pas in de lente stortte hij neer.
Ik vind het dieptreurig  dat slotcarracers geen kernwaarden hebben, waaraan een goede slotcar moet voldoen. Ik laat spoilers, spiegels, inserts en brandblussers maar buiten beschouwing. De moraal van dit verhaal is dus dat de lezertjes nog niet van mij af zijn!  Nog heel veel te doen!  
  


2 opmerkingen:

  1. Leuke post, schrijvertje! Goed gedaan. 😃🤣🤣🤣🤣🤣

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Niet schoonmaken met rem reiniger want dan vliegt je slotcar in de fik 🤪 gebeurde mij laatst met die van Gert 🙈

    BeantwoordenVerwijderen