zondag 6 mei 2018

Monitoring

Hein Tunnissen

Monitoring
In de jaren dat ik in Den Haag werkte, kwam het woord ‘monitoren’ op. Beleidsmakers en slippendragers gebruikten dat woord om de haverklap, wat ik bijzonder irritant vond. Om te beginnen is het echt ambtenarentaal: van een zelfstandig naamwoord een werkwoord maken. Nog erger is dat zo’n woord een soort panacee wordt. De bodem onder een fabriek bijvoorbeeld is zo vervuild, dat alleen al door wat rond te wandelen mannen en vrouwen volledig steriel worden. Men zegt dan dus: We moesten dit maar eens gaan monitoren! Ander voorbeeld. Defensie met de giftige verf op tanks en vliegtuigen. Meteen tegen de pers zeggen dat je het gaat monitoren. Kanker OK!, maar klaar!
Van de weeromstuit sprak ik altijd over een nieuw beeldscherm of wat dan ook. Niks monitor. Ik denk eigenlijk nu ik erover peins, dat ik zelfs een beetje aan PTSS leed. Maar ik ben erover heen sinds ik mocht nadenken over de plaatsing van enkele monitoren rond mijn racebaan. Die kwestie heeft wel iets weg van een pittig denkspelletje. En dat wordt niet altijd goed gespeeld! In Best bijvoorbeeld hebben ze een oude monitor van Aldi in kabouterformaat. Die hebben ze dan ook nog strak tegen het plafond opgehangen en de afstand tussen coureurs en beeldscherm is zo groot dat je minstens een Google Glass op je kersenpit moet zetten, wil je überhaupt nog iets kunnen zien. Nee, daar heb je helemaal niks aan.
Bij ons te TE, dat moet ik nu haastig zeggen, is het niet anders. Een rijtje seniele mannetjes en een regiment Variluxbrillen op de grootst mogelijke afstand van de monitor die ook hier weer het formaat heeft van een smartphonescherm. Althans zo zouden mijn kinderen dat vernietigend omschrijven. Die vinden trouwens alles onder 27 inch te idioot voor woorden. Waar ze met de huidige hardware prijzen wel gelijk in hebben. In de paar jaar dat ik lid ben van AS, heb ik de monitor al verschillende malen zien verkassen met evenzoveel discussies over de vraag of de kabel door de lucht moet, dan wel moet worden ingehakt in de bodem.
Ik begrijp het wel. Eerst is er de ruimte. Dan komt de baan en daarmee is de ruimte weg. Ergens staan nu de coureurs naast elkaar alsof zij in Londen op de bus staan te wachten en dan dient de monitor zich aan. Probleem!!! Bij verschillende clubs heb ik dit gezien en ik heb gezworen dat ik dit beter op zou lossen. Terwijl ik nota bene meteen had besloten tot monitoren! Maar ik bedoel dus meer dan één. Bij voorkeur drie. Het programma PCLapCounter waar ik erg gecharmeerd van ben, heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om verschillende schermen te openen. De coureurs krijgen iets anders te zien dan het publiek, althans als je dat wil. Ik vind dat reusachtig praktisch.
Een oplossing voor dit probleem bedenken, hangt een beetje samen met de manier waarop je tegen slotracen aankijkt. Tot mijn grote spijt is er bij vrijwel alle analoge banen nog steeds sprake van stenen tijdperk. Voeding, baantje, knijpertje anno 1960: that’s it! Akkoord, het knijpertje heeft de vorm van een pistooltje gekregen, maar voor de rest? Een geleider die over een spoel krast: het is niks anders dan een gruwelijk ouderwetse draadgewonden potmeter! Ik zal het anders stellen: De dieren rond ons huis hebben allemaal een chip en zijn daarmee een stuk digitaler dan de ‘moderne slotracer’ die naast mij staat!
Ik wil niet al te veel gaan zeuren over uw dure speelgoed, maar ik vind heden ten dage draadloos wel het minste. Drive by wire heeft zijn tijd echt wel gehad, hoor!  Rijd je draadloos, dan wordt het vraagstuk van de monitor een hele andere. Ik sta bijvoorbeeld op vrijdagavond nooit op de bus te wachten! Nee, allicht niet! Evenmin staat er ook maar iemand mij in de weg! Ik vind het dus raar dat na de race alle leesbrilletjes zich rond de monitor verdringen om iets te zien, waarbij de lange mannen echt in het voordeel zijn. Ik ben ongeveer de helft van Alphons P. zodat ik dan vooral zijn schouderbladen zie. Maar waarom roept nooit iemand: “Kzie niks!” Ik wijt het aan te weinig kritisch vermogen. Mijn vrouw wordt daar wel eens ibbel van, want ik de criticaster breek iets dat ik heb gemaakt onmiddellijk weer af als het me niet bevalt.
Rond mijn racebaan staan drie monitoren. Eentje dekt een smalle hoek van de baan af, maar dat manco heb ik opgevangen met een spiegel tegen de muur. Een tweede dekt een viaduct af, maar als de auto daar rijdt, zie je hem ook niet. En als u het echt hinderlijk vindt, plaats ik een camera in de tunnel met het beeld Picture in Picture op het scherm van de boosdoener. De derde dekt alleen een muur af. Het is dus gewoon een kwestie van kritisch monitoren. Ophangen!!


1 opmerking:

  1. Monitoren is zo 2017, dat kan echt niet meer, daarmee kweek je geen commitment aan de goals die jouw slotraceorganisatie nastreeft. In 2018 is het de beamer waarmee je gewenste beelden op een daarvoor geschikte muur projecteert, zodanig dat het vanuit iedere denkbare hoek zonder hulpmiddelen te lezen is. Beameren dus, of zoals captain Kirk zou zeggen: beamer aan Scotty!

    Hachelijk?

    BeantwoordenVerwijderen