Hein Tunnissen |
Life delen
Onze Marcus Aurelius, ook zwaar aangetast door het F-virus,
kocht aldus bij Klaas Bos een motormount van Slot-It plus een dikke motor, een
zogenaamde longcan. Dat is een motor type beschuitbus. De Markus in hem wil
namelijk wel winnen. Helaas vergat hij dat het kapje deze innovatie niet
toestond. “Gewoon achterbank eruit zagen”, opperden Bassie en Adriaan. Lachen!
Moet je voorstellen: sommigen kopen die oude Ford Lotussen op rommelmarkten om
ze opgepoetst en blinkend in de vitrine te zetten, anderen zagen gewoon het
achterbankje er uit! Het is me wel een stel hoor, onze Bassie en Adriaan!
Goed, ik steek er een beetje de draak mee, maar ik moet me
wel haasten om te zeggen dat het verdomd slimme knapen zijn die heel goed weten
wat zij doen. Er is bijvoorbeeld een mal gemaakt om de motormount van Slot-It
zuiver haaks in het uitgezaagde (alweer!) gat van de bodemplaat te krijgen.
Want dat bleek in het begin wel het allermoeilijkst, de beide assen precies
parallel krijgen. De eerste exemplaren hadden wat dat betreft wel wat weg van
een parallellepipedum en reden dus navenant. Ofwel als een krab over het
strand, vooral dwars uit.
Alle begin is moeilijk en alleen de volhouders zullen
scoren! Zo ook hier. Nu wordt de bodemplaat in tweeën gezaagd, waarbij in het
voorste deel de eigenlijke uitsparing komt. Min of meer passend, want eenmaal
in de mal wordt de naad tussen motormount en bodemplaat volgegoten met een
tweecomponentenlijm (geheim recept), waarbij een vinger volstaat om het geheel
op zijn plaats te houden tot na uitharding. Dat kost circa één glas bier.
Vergeet daarbij niet dat het om een FORD Lotus gaat en dat vooral die eerste
ondernemer nog steeds bezig is het wiel uit te vinden, waarmee ik maar wil
zeggen dat enig doorzettingsvermogen noodzakelijk is. Kijk, een terugroepactie
is natuurlijk heel vervelend, maar ten overstaan van je kornuiten op de
racebaan je banden alle kanten op zien vliegeren, is natuurlijk veel
afgrijselijker.
Om het allemaal draaglijk te maken, delen Bassie &
Adriaan hun kennis, zodat wij medeverantwoordelijk worden voor mislukkingen.
Kijk, dat is slim! En dus ouwehoeren wij ook gezellig over de vraag of je nu
bij Klaas Bos een offset motormount 0,5 of 0,75 mm moet kopen voor dat taaie
rotplestic van Fleischmann dat wel uit bruinkool lijkt te zijn gestookt.
Gelukkig biedt ook hier weer het life delen de oplossing. Zo hebben wij
wetenschappelijk en dus proefondervindelijk vastgesteld dat de kleur van de
autootjes er geen ene donder toe doet. De groene rijden net zo hard als de
oranje brikjes. Doe er uw voordeel mee!
Eén dezer dagen ben ik ook aan de beurt om onder het
toeziend oog van Bassie & Adriaan een auto uit het antiquariaat aan stukken
te zagen en ik heb mij vast voorgenomen de ultieme Fleischmann te maken die ook
visueel historisch onverantwoord is. Hij zal namelijk lichtblauw worden
gespoten met als enige kenmerk het cijfer acht, de auto waarmee Michel Vaillant
in het decennium waarin Fleischmann als kinderspeelgoed furore maakte, triomfen
vierde. Dat die oude Fleischmann desondanks volhardde in groen, oranje (Jawohl,
für die Holländer!) of Brits blauw en kennelijk niet één Lotus de Franse
lichtblauwe kleur wilde meegeven, is vermoedelijk nog te danken aan de diepe
vernedering in die treinwagon in het bos bij Compiègne na de Eerste
Wereldoorlog. Dat kan bijna niet anders! Ik verheug me nu al op dit toekomstige
rechtzetten van die historische wraak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten