Hein Tunnissen |
Banden
Het was vrijdagavond en
ik reed fluitend naar TE. Buiten floot de wind nog harder. Door niks en niemand
gehinderd knetterde ik in zes met dik 120 over de Drentse Mondenweg en
verbaasde ik mij opnieuw over de fenomenale wegligging van mijn auto en vooral de
techniek. Een venijnige rukwind wordt, nog voordat ik die aan het stuur voel,
door de auto zelf gecorrigeerd. Dat is toch geweldig! Soms zie je bordjes
‘Zachte berm’ langs de weg en ik moet me dan altijd beheersen om niet even met
één voorwiel te gaan voelen of dat ook echt zo is. Doe je dat met een auto
zonder computer, dan hap je waarschijnlijk nog voordat je met je ogen hebt
kunnen knipperen in je stuur, tol je drie keer in het rond, om op kop en
uitgeteld in de sloot te belanden. Logisch, want drie wielen hebben maximale
grip, terwijl het vierde wiel in de blub wordt geremd. Nog erger wordt het als
je wel kunt corrigeren en het modderwiel komt weer op het wegdek. Je schiet
subiet de weg over om aan de andere kant in de sloot te duiken.
Mijn auto doet dat niet.
Die rijdt beter dan ik en hij reageert binnen één duizendste milliseconde om
mijn fout of overmoed te compenseren. Mijn dealer zei altijd: “Heel mooi, maar
ga niet rijden met de gedachte dat het weer goed komt.” Wijs man, die dealer!
Enfin, eenmaal langs de slotracebaan waar ik gelukkig wat harder mocht rijden
dan die armzalige 120 km per uur, besloot ik de theorie van het slippen en de
bocht uitvliegen overboord te gooien en wat praktischer te werk te gaan. Ik
reed met het onderstel van een Ninco Lamborghini Murcielago en ik was verre van
tevreden over die pizza. Ik probeerde NSR-bandjes. Waardeloze pasta! Een
grotere stuiterbal moest nog uitgevonden worden en de acceleratie was super
pet. Vlug de pits is voor siliconen bandjes. Tikje beter, maar nog steeds een
rammelende Italiaanse brik. Dan maar Ortmann-bandjes geprobeerd. Vanaf de
eerste meters was ik werkelijk verbijsterd en ik niet alleen. Van achter de
grote tafel zat Markus geïnteresseerd te kijken wat deze praktijkproef zou
opleveren: hoongelach!
De Ortmannen maakten hun
reputatie niet waar en hierbij moet ik vlug verklaren dat de grip op onze
racebaan die avond uitstekend te noemen was. Opnieuw in de pits monteerde ik
vol rubber sloffen die ik, alvorens ik mij op het rechte stuk waagde, nog sleep
met behulp van een stukje schuurpapier. Zoals ik al bijna wist: het was
helemaal niks. Als een dronken lor over de Drentse Mondenweg met zijwind. Geen
porem en ik kwam geen bocht behoorlijk door. Dat was geen driften meer; dat was
zachte berm-angst! Het grappige van dit alles is, dat deze praktijkproef wel een
stuk leuker is dan het lezen van een bandentest op internet.
Omdat de Lamborghini een
product is uit mijn rommelkist met de meest uiteenlopende onderdelen
(waardeloos, maar zonde om weg te gooien), is de Lambo uitgerust met plestic
velgen. Dat is natuurlijk lachwekkend, want het doet denken aan een Fiat
Vlaflip met LM-velgen die bij nader inzien bestaan uit plestic wieldoppen van
Halfords. Maar ik had ze mooi glad geschuurd en daarom kon ik er zonder enig
probleem een stel schuimbandjes op Slot-It opleggen. Sodeknetter, wat reed dat
ding ineens hard. Moraal van dit verhaal: niet te veel theoretiseren. Want op
een dag komt het goed. Nu nog een deksel voor dat stomme
chassis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten