Hein Tunnissen |
Magnetisme
Enkele jaren geleden was
ik in Nieuwe Pekela bij een verzameljunkie. Normale mensen kunnen zich zoiets
niet voorstellen: kisten en grote verhuisdozen vol met slotcars. Honderden,
misschien wel duizenden. ‘t Grappige is dat deze man ook echte auto’s verzamelt
van een beroemd Italiaans merk. U denkt nu aan Fiat of Ferrari, aan Lamborghini
of Maserati, Lancia of Autobianchi. Nee, Alfa Romeo! Hij verkeert daarmee in
goed gezelschap want de CEO van onze slotraceclub, Marcus Aurelius Goetz, heeft
ook een niet te temmen liefde voor die roestbakken. Hij had zelfs ooit zo’n
Alfasud (1972-1983), waarvan werd gezegd dat je ‘m kon horen roesten. Hoe dan
ook, ik landde met mijn auto op het erf van een ietwat vervallen Groningse
boerderij en daar stond hij al in de deuropening. Op zijn verzoek had ik op de
oprit eenmaal geclaxonneerd, want dat scheelt een bel bij de achterdeur.
De schuur helemaal vol
met knisperende en mummelende Alfa’s, het huis helemaal vol met slotcars. ’s
Mans woonkamer lijkt het meest op Intertoys for Old Boys en als je dan door een
steenkoud gangetje schuifelt, kom je in een kamer die helemaal nokvol dozen
staat. Ik dacht dat dit het restant van een verhuizing was, maar het bleek het
magazijn. Geen model ooit gebouwd, of het is daar te vinden. Ook nog een enorme
hoeveelheid baanstukken, waarmee je vlot een zesbaans clubbaan van pakweg 50
meter kunt bouwen. Ga ik nog ooit doen, denkt de eigenaar en wij schuifelden
terug naar de woonkamer. Daar, tussen de torenhoge vitrines met slotcars, een
oud dressoir helemaal volgepakt met slotcars, dozen met slotcars onder de
crapauds en de laatste aanwinsten blinkend in het gelid in het zonnetje op het
lage salontafeltje, dronken wij een kopje koffie en vertelde hij over Klaas Bos
die hem zijn overdreven magnetisme had verweten. Zoveel magneetkracht is
gekkenwerk had de goeroe gezegd en daar moest mijn gastheer zo hard om lachen
dat hij alsnog een bijna fatale hoestbui kreeg.
Met Marcus, Tineke en
Raymond (spreek uit: Raymon) was ik in Drachten. Wie wil daar nou zijn, vraagt
u zich af? Correct! Maar wij waren daar in De Bunker, een onheilspellende ondergrondse
betonnen kist met een knoerthard laag plafond onder onwaarschijnlijk lelijke
hoogbouw, waar in weerwil van deze H. Potter-feiten een leuke slotraceclub is
gevestigd. Aardige mannen die de gasten verwelkomden met honderd
wegwijzerbordjes: Hierheen, Rechtdoor, Linksaf, Hiero, Je bent er bijna, Om de
hoek, Ga hier rechts, etc. SRC De Bunker organiseerde die dag een soort Classic
Race, naar een idee van Frank Slot. Mij viel meteen op dat de 4-sporen
Fleischmannbaan glom als ZOAB en ook dat die net zo zwart was. Voor mij werk
aan de winkel was, want mijn baan is dof zwart en oogt daarmee dus bijzonder
sleets.
Nu heeft De Bunker onlangs
het magnetisme afgeschaft. Dat was een nogal tricky besluit, zo begrepen wij
van het bestuur. Gelukkig knallen de auto’s sindsdien niet direct tegen het beton,
omdat het circuit bewerkt is met een mengsel van wasbenzine (1 liter) op één
flesje Parmaplaksel dat je (wanhopig?) op je achterbanden kunt smeren voor meer
grip. De baan zelf insmeren is een hersenspinsel van Dikke Leo. Tot onze
verbijstering was het vroeger én magnetisme én Parmaplak. Wij, houten
baanracers uit Drenthe, stonden daar raar van te kijken
en wij gaan dit idee niet adopteren. Rijkswaterstaat smeert ook geen Bisonkit
op de A10! Wel zal ik het idee overbrengen als mogelijk bruikbaar voor onze
slotracecarjunk uit Pekela. Kan hij zijn baan aan het plafond hangen. Daar is
nog wel ruimte.
Ha, als het zover is laat het mij weten. Zet dan wel een helm op met racebril. Je weet nooit of zo een auto besluit om te gaan laagvliegen.
BeantwoordenVerwijderenIk ken een club in Drenthe die de baan behandelt met WD40.
BeantwoordenVerwijderenJa klopt, maar WD 40 glijdt als de pest en wordt uitsluitend gebruikt om de baan helemaal stofvrij te maken.
Verwijderen