zondag 1 januari 2017

Facebook

Hein Tunnissen
Facebook
Ik moet Paul van den Hurk eens bellen! U kent hem? Ik niet, althans nooit ontmoet. Hij is de founding father van SRC Eindhoven, een springlevende club die ooit achter zijn huis begon, later naar Best verhuisde en nu sinds enige tijd naar weer een andere locatie is overgegaan. Het lijkt het bedrijfsleven wel, want als ik zijn Facebook-pagina goed interpreteer hebben ze zonder slag of stoot Fastlane in Everdingen overgenomen. In ieder geval de 6-spoors Carrerabaan van die club. Die komt in die nieuwe ruimte naast de 6-spoors Slot.It Oxygen Nincobaan die de club al had. Reken er nog een toiletgroepje bij, wat ruimte om wat sleuteltafels weer te zetten, en een flinke enigszins verhoogde hoek voor de wedstrijdleiding om alles in goede banen te leiden en je hebt het over een flinke supermarkt. Niks benauwd gedoe: 350 vierkante meter! Schrijft Roel Bozon over die Carrerabaan: “Een mooie opstap naar een houten baan te zijner tijd!”
Ik denk dat die opmerking in Everdingen als een beste dreun is vervaren. Komen er een paar gabbers uit Eindhoven op een zaterdagmiddag je hele baan opvouwen en inpakken, zegt een of ander typje opgewekt bij wijze van compliment dat het een leuk opstapje is! Met andere woorden; het is nog even behelpen, maar het komt goed! Zo erg zal het toch wel niet zijn? Ik denk dat ze in Eindhoven (Lees: Best) heel blij mogen zijn, want tot nu toe hadden ze niks anders dan Ninco, de bandenvreter. Ofwel Ninco de Hobbelmaarlaan. Wel gebouwd volgens de opzet van het Japanse Suzuka, een baan met een viaduct en een lekker lang recht stuk. Geen slechte keuze als je het mij vraagt, zeker niet als de ruimte die je tot je beschikking hebt een pijpenla is.
Maar het allermooiste van die baan is toch wel de mogelijkheid om digitaal te rijden, met Slot.It Oxygen. ‘Bridging the gap’ zeggen de Italianen niet zonder trots, want met het systeem kun je echt alle kanten op. Het past ook op Carrerabanen en het zou me niks verbazen als onze Hurk ook die oude baan uit Everdingen ombouwt tot een hypermoderne digitale slotracebaan.
Op de Facebook-pagina van Paul kun je het allemaal zo’n beetje volgen. Weinig tekst, veel foto’s. Ik heb bijvoorbeeld nog geen idee waar ze nu ergens aan het timmeren en knutselen zijn. Wel weer in Best (Lees: Eindhoven), geloof ik. Ergens lees ik: vijftig meter verderop. De ruimte wordt gehuurd! Aha! Daar kun je uit afleiden dat die luitjes alle vertrouwen in de toekomst hebben en dus helemaal niks doemdenken over onze sport! Gewoon een flinke club, twee dikke banen en rustgevend laminaat op de vloer. Dat alleen al! Dat je het lef hebt om tweehonderd pak laminaat te kopen voor een gehuurde ruimte! Enig idee hoeveel doorsnee woonkamers je daarmee vol kunt leggen?
Ik houd daar wel van, de zaken een beetje flink aanpakken. Maar goed, daarom wilde ik niet bellen. Ik wil er vooral naar toe en ik hoop dat er dan iemand is die mij wat kan vertellen over dat Oxygen-systeem. Kijk, dat je zelf het wiel uit moeten, dat is me onderhand wel duidelijk. Maar ik verbaas me er altijd over dat ervaring, goed of fout, niet wordt gedeeld! Voor een beter begrip: ik bouw een Fleischmannbaan (The best you can get!) om naar een digitale variant met Ninco-baanwissels. Het is niet anders, want Fleischmann is nooit verder gekomen dan zo’n volstrekt belachelijke chicane. Of nog erger: een kruising! Ik zal u niet vervelen over het aanpassen van die wissels en nog minder over de kunst om Fleischmann aan Ninco te koppelen.
Wel gaat het om de vraag wáár je die wissels plaatst en waarom dáár? Ik ben benieuwd of SRC Eindhoven daarover heeft nagedacht. Of dat men later tot de conclusie is gekomen dat een bepaalde plek minder gunstig is dan indertijd gedacht. Het zou zelfs zomaar kunnen dat een bepaalde wissel in de wedstrijd uiteindelijk nauwelijks wordt gebruikt, omdat de wissel de heren coureurs weinig voordeel biedt. Kan zomaar. Wie zal het zeggen?
Bij mij begon de digitalisering toen ik mijn controller draadloos maakte. Je weet niet wat je overkomt als coureur zijnde. Ineens is er geen enkele noodzaak meer om tussen de anderen te staan. Je kunt gewoon anywhere staan. Daarbij is tegenwoordig alles draadloos, waarom onze racerij dan niet? Kortom, ik ga die Van de Hurk eens mooi uitwringen. En dan wil ik ook weten waarom zij nog steeds zestiger jaren-banaanstekkers gebruiken. Misschien zit daar ook wel een hele diepe & mooie gedachte achter. Heel hard lachen kan altijd nog!


zondag 25 december 2016

Aftunen

Hein Tunnissen
Aftunen
Sinds kort hebben wij, de vrienden van Amazingslotcarracing, een besloten Facebook-pagina om tussen de bedrijven door van alles naar elkaar te kunnen toeteren. Lief en leed, maar ook verstandige dingen om de sport naar een hoger niveau te tillen. Zo was er laatst een lid dat de zaken wel heel erg serieus opvat, zo aardig om een tooltje te posten, waarmee je de effecten cq resultaten van een ander tandwieltje kunt bekijken. Wat je met een simpele computer al niet kunt doen! Het kwam mij echt verrekte goed uit, want ik had een week eerder besloten om de hele meuk tandwielen en alle verheven gedachten die ik daarover heb ontwikkeld, in de prullenbak te gooien. Waarom?
Kijk, ik rijd sinds jaar en dag met de Slot.It haardrogercontroller die door menigeen wordt verguisd en daarom is vervangen door een nog veel duurdere controller die ‘dus’ veel beter is. Moge zo zijn, ik lig er niet wakker van. Natuurlijk is er wel wat met die Slot.It aan de hand en dat wil ik hier wel verklappen. Dat is het gevoel op het gas. De meeste controllers hebben een veersysteem waarbij een of andere yoghurtflessenschraper over een weerstand krast, om aldus meer of minder spanning naar het torretje te voeren. Resultaat: harder of zachter. Omdat het een volslagen mechanisch systeem is, is er ook een voelbare weerstand. Dat heeft zo zijn nadelen, maar er is ook een voordeel: de agressie valt mee. En dat is nu net de kwestie bij de haardroger: de gashandle maakt geen mechanisch contact. Een magneetje schuift op een hele korte afstand langs een sensor en je voelt dus niks.
Sinds wij iedere avond minstens één wedstrijd rijden, moest ik daarom hard omschakelen. Net als in de F1 is een wedstrijd rijden heel iets anders dan kwalificeren. Ik reed mijn eerste wedstrijd met een Mosler in kwalificatiestand. Waardeloos! Nog erger was dat de haardroger ook in die stand stond. Pas tegen de tijd dat ik de vierde heat reed, had ik de knoppen op mijn SCP-1.1 zover teruggedraaid dat de Mosler een beetje begon te presteren. Met name bij het uitkomen van de bochten was de agressie veel te groot. Nog weer een paar wedstrijden later, kwam ik tot de conclusie dat ik nog een stap moest zetten. De tandwielen. Even pratend over Slot.It: er is inderdaad een enorm verschil tussen een geel, een groen, een zwart of een blauw kroonwiel. Dat zijn de kleuren die ik links en recht heb ingezet en mijn conclusie is nu dat tijdens de wedstrijd er maar één kleur van toepassing is. De gele.
Mentaal vergt dat een enorme omschakeling. Uren, avonden, weekenden bezig geweest met allerlei theorietjes over welke combi tandwielen nou het beste is, in combinatie met welke motor en met welke banden, welke vering (zacht, middel of hard) en hoeveel slagen je de metrische schroeven van je kapje terug moet draaien om de juiste speling te krijgen tussen chassis en kap. Om gek van te worden eigenlijk! Tegelijkertijd verlost de standaard-combinatie van Slot.It je van een enorme hoop gezeik en gepruts, omdat in de wedstrijd natuurlijk de snelheid wel belangrijk is, maar in het slot blijven gewoon doorslaggevend is.
Ik noem onze Zwitserse maestro Markus Goetz, CEO van onze club. Als hij de zaak onder controle heeft, staat hij wiebelend van het ene been op het andere, het hoofd dertig graden gekanteld en de controller op borsthoogte stoïcijns zijn rondjes te draaien. Waarbij hij dus in no time gruwelijk op ons uitloopt. Ronde na ronde. Je ziet gewoon: alles is in balans. Maar laatst ging het mis. In zeker drie heats kreeg hij de slag niet te pakken en vloog zijn zwarte bolide om de haverklap uit het slot. Op een bepaald moment was de auto zelfs niet meer van plan verder te rijden. Ja, ja, dat was voor ons wel een gniffel-momentje! Zelf merkte ik dat ik (met beduidend lagere snelheid in het bochtige deel van ons circuit) in no time op hem begon in te lopen.
In de wedstrijd ligt de rondetijd te TE op 8,7 tot 9,1 seconden. Vlieg je eruit dat kost je dat al gauw het dubbele, reken maar op 20 seconden. De zorgvuldig opgebouwde voorsprong smelt dus als sneeuw voor de zon. Daarmee is snelheid niet alles, want het risico van uitvliegen neemt exponentieel toe. Onze Zwitser die nog niet bang is voor de duivel en zijn mallemoer, werd toch wel een beetje penuwachtig en deed er een schepje bovenop. En hoppa! Daar lag hij weer op zijn dakje! Moraal van het verhaal: met dat tooltje ga ik mijn auto aftunen en wedstrijden winnen. Zeker en vast!


zondag 18 december 2016

Manipuleren

Hein Tunnissen
Manipuleren
De Mosler-competitie die wij in clubverband rijden, is ongekend spannend. Vooral voor mij want ik moet het om de haverklap opnemen tegen mijn eigen auto’s. Dat zit zo. Ooit toen ik begon met dat hele slotcarrace-gedoe, kreeg ik kennis aan JeeWee van Capelleveen die mij op een vriendelijke wijze te verstaan gaf dat de Mosler de enige auto was. Altijd tuk om wat te leren, knoopte ik dat goed in mijn oren en begon een kleine verzameling van het aanbevolen type. Omdat onze hoogleraar niks had gezegd over de setup, besloot ik zelf tot een eenvoudige verdeling: AW, SW en Inline.
In de tijd die volgde, zocht ik naar verschillende setups die bij verschillende banen zouden passen. Mijn thuisbaan van pakweg 50 meter, exclusief pitstraat, fabrikaat Fleischmann, is toch wel heel andere koek dan de MDF-baan van Amazingslotcarracing te TE. Daar heb je gewoon heel ander materiaal voor nodig. Mijn anglewinder rijdt thuis de sterren van de hemel, maar presteert bij de club maar heel matig. Omdat andere leden kennelijk nog nooit van Jee Wee hebben gehoord, hebben zij andere voorkeuren. De één heeft een Porsche van Fly, de andere is juist dolgelukkig met een of ander Fordje van Scaleauto. Allemaal leuk, maar je schiet er natuurlijk geen f*ck mee op als je wordt uitgenodigd voor een Mosler-wedstrijd. Kijk, en dan ben ik niet te beroerd om effe een Moslertje uit te lenen, zodat ik ronde na rond kan zien hoe mijn auto’s presteren als zij achter een andere controller hangen. Zeer leerzaam.
Zo ben ik tot de conclusie gekomen dat de Inline-Mosler veel beter presteert, dan ik dacht. Die auto leende ik uit aan collega Paul, die er met zijn Slot.It SCP 1.0 volkomen op zijn gemak zijn rondjes meedraaide. Maar zijn tempo lag zo laag, dat ik er zeker vijf uitvliegers aan heb te danken, want dan lette ik meer op zijnmijn Inline Mosler, dan op mijn eigen SW waarmee ik op dat moment in de wedstrijd zat. Hoe kan dat?, vroeg ik mij vertwijfeld af.  Daar kwam nog bij dat ik mij zeker wist te herinneren dat Markus op een avond toen wij met zijn tweetjes wat langs het circuit stonden te dollen ongevraagd zei: ‘Die rijdt ook goed!’ en een goed verstaander weet dan dat hij daarmee een zeer fors compliment uitdeelt. Ik herinner me dat nog zo goed omdat ik die week het kapje had overgespoten in fris rood en toen ook dacht ’Hij gaat als een speer en dat kan niet aan de verf liggen!’.
Maar bij Paul ging hij dus niet. Om de vergelijking met een rollator te trekken, is niet fair maar gezapig mag ik het toch wel noemen. Enfin! Een week later, Paul was afwezig voor een wedstrijd in BRD, trok ik meteen die Mosler uit de kist om te weten waarom dat ding zo sukkelde. Wat dus helemaal niet zo bleek te zijn. Sterker nog, hij ging als een raket en ik durf er wat onder te verwedden dat het mijn best uitgebalanceerde Mosler is. Zelfs punten beter dan de AW die in bepaalde kringen toch geldt als het onverslaanbare Monster.
Toen bekroop mij een hele gemene gedachte. Sinds een jaar of wat heb ik ook twee Audi’s R18 TDI van NSR. Eén met licht, de andere zonder. Ook die Audi’s hebben het aureool tot de snelste auto’s van de slotcarracerij te behoren, wat ik niet onderschrijf. Aardige LMP’s, maar gruwelijke kwispelaars in welke setup dan ook. Doen nog het meeste denken aan de oude VW-kever die ook nogal graag wilde uitbreken vanwege die boxermotor helemaal achter de achterwielen. Bijna verveeld rondtoerend met die snelle Inline-Mosler van NSR, bedacht ik kwaadaardig dat ik (natuurlijk zonder iemand iets te zeggen) de setup van de Mosler zomaar kon kopiëren naar de Audi. Zou dat wat zijn? De uitdrukking zegt ‘Never change a winning horse’, maar over klonen heb ik in negatieve zin nog nooit iets gehoord, anders dan bij het schaap Dolly.
Thuisgekomen dook ik achter mijn kleine slotcarracewerkbankje en inventariseerde mijn spulletjes. Ik had geluk! Exact een half uur later stonden er twee NSR-chassis naast elkaar. Met dezelfde motormount qua kleur (lees: stijfheid) en hetzelfde chassis qua idem. Twee inlinemotoren, zelfde tandwielen. Een beetje zenuwachtig zette ik de Audi op de baan. U gelooft het niet! Ik ook niet, maar het is wel waar! Die Audi van NSR is weliswaar door mij genetisch gemanipuleerd, maar wat een bloedstollend monster! De les is dat je moet eerst kijken om het te zien (Vrij naar JC: Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren)!


zaterdag 10 december 2016

Paans benauwd

Hein Tunnissen
Paans benauwd
Soms denk ik weleens: ik lijk wel gek om zoveel geld aan die slotcars uit te geven en dan heb ik het bijvoorbeeld over een paar nieuwe softbandjes van Scaleauto voor net geen tientje. Ik had ook een motor van Ninco kunnen noemen of een nieuw lichtgewicht lexan interieurtje van NSR. Maar als ik dan naar de tweedehands handel kijk, valt het allemaal nogal mee. Te koop op MP van Carrera: 61 digitale auto’s voor €2.770,- en dat komt dan neer op circa 45 euro per stuk. Geen onredelijke prijs, gelet op de nieuwstaat volgens verkoper.
Kun je je afvragen wat een mens met 61 auto’s van het merk Carrera moet? Niks kennelijk, want de meeste zijn (zie advertentie) alleen maar getest. Als klap op de vuurpijl schrijft verkoper dan ook nog dat hij er maar vijf keer mee heeft gespeeld. Ik veronderstel dat verkoper Paans hiermee ook zijn racebaan bedoelt, die voor €1.200,- te koop staat. Laten we nou eens voor het gemak aannemen dat de vraagprijs inderdaad de helft is van de aankoopprijs, dan kom ik voor autootjes en baan vlot op €8.000 euro. Gedeeld door vijf is het wel een hele dure hobby, sodeknetter, € 1.600,- per keer. De verkoper gaat zelf uit van een nieuwprijs die nog eens €4.000 hoger ligt en dan wordt het helemaal absurd: met de racebaan spelen kost dan zo’n €2.400 per keer.
De Nederlandse Belastingdienst, die u altijd zo leuk afzeikt met een door u te betalen marktconform rentepercentage van 4,8 procent op het moment dat je bij de bank al moet betalen voor het gebruik van een spaarrekening en die zonder blikken of blozen 70 miljoen euro voor eigen gebruik uit de staatskas rooft, zou er bijna van gaan blozen. Nu weet ik ook wel dat het gewoon verdomd lastig is te bepalen in hoeveel tijd je een slotcar van Carrera moet afschrijven, maar dit gaat wel erg ver. Paans had ook vijf keer lekker op vakantie kunnen gaan.
Hier zit dus iets achter. Hier is wat aan de hand. Daarom tik ik fluks een briefje: Beste Paans, mag ik komen kijken? (Blub, sprong in de tijd) Nee! Want hij schrijft kort en krachtig: Geen zin in! Later blijkt dat hij denkt dat het om een interview gaat en dat is niet zo: Je moet daarvoor wel wat te vertellen hebben, Paans!
Goed kan niet schelen, want zonder hem gesproken te hebben kan ik Paans rustig indelen in de categorie dwangmatige verzamelaars. Vermoedelijk is hij dus nu een Kenau van een vrouw tegen het lijf gelopen die bloedeloos sommeert: “Weg met die handel, verkopen en babykamer timmeren!”  Het verzamelen van auto’s is onder ons een bekend verschijnsel zoals er ook slotcarracers zijn die liever knutselen dan racen. Die stoppen hun hele ziel en zaligheid in de bouw van tribunes, pitstraten aanpalende bebouwing en natuurgetrouwe kopieën van de natuur met bergen, watervallen en soms, voor het plezier van het mannelijk oog, langs de track een heus zwembad met zonnedek voor topless zonnende dames.
Daarnaast heb je natuurlijk de racers en de rallyrijders. Deze laatste categorie combineert vaak de hobby modelbouw met het rijden, wat niet zo raar is want om een beetje leuke rally te kunnen rijden moet er wel wat geknutseld worden. Vooral Nincobanen zijn dan bijzonder in trek omdat je de baandelen moeiteloos kunt vervormen, vol kunt smeren met pindakaas en meel (modderige sneeuw) of vrij eenvoudig kunt suggereren dat je in ruig terrein rijdt, off road dus, vanwege de fabrieksklare staat van het plestic asphalt van dit product. Met een beetje föhn van Bosch of Black & Decker maak je er in no time een berg onbegaanbaar terrein van waarvoor je werkelijk een dikke Landrover met flink wat bodemspeling nodig hebt.
Maar wat zou het mooi zijn als we elkaar binnen onze sport eens wat meer zouden kunnen vinden! Ik noem als voorbeeld de voorgenomen bouw van twee spiksplinternieuwe racebanen te TE ten behoeve van de raceclub Amazingslotcarracing. Wat zou het mooi zijn als knutselaars pur sang ons daarbij zouden willen helpen! Krijgen wij (iedereen eigenlijk) een mooie racebaan met passende bebouwing en zij hebben een project van allure waarmee zij eer kunnen inleggen. Ik zou wel ergens een streep willen trekken qua realiteit. Kijk op www.grootspoor.com onder Scenery, Figuren, pagina 9. En kijk vooral niet op pagina 29. Onwaarschijnlijk gênant! Slotcarracen? Vieze oude mannetjes-sport!




zondag 4 december 2016

Project

Hein Tunnissen
Project
Gisteravond weer een wonder gezien. Een vrachtwagen om mee te racen, waarmee je dus ook echt kunt racen! Natuurlijk was de eigenaar, in alle bescheidenheid, nog niet helemaal tevreden over het resultaat. Dat kan natuurlijk ook niet als je een NSR Mosler naar de kroon steekt, terwijl je van plan was die helemaal plat te rijden.
De grappen waren natuurlijk niet van de lucht. “Wat vinden jullie van mijn Fly, opgebouwd uit Slot.It-onderdelen?”,  of: “Mijn Ninco is op de spiegels na helemaal NSR. Leuk hè?” Iets vergelijkbaars was er natuurlijk ook aan de hand met deze snelle vrachtwagen. Vraag me nou niet om het merk of de leverancier. Laten we zeggen dat het een DAF uit de stal van Scalextric was. Ooit, natuurlijk. Want met satanisch genoegen sloopte de eigenaar het hele binnenwerk eruit en monteerde daarvoor in de plaats een chassis van Plafit, waarmee het zwaartepunt in theorie onder de baan komt te liggen. Nu is de montage en vooral het afmonteren van zo’n stukje techniek geen kattendrek en je bent dan ook echt niet in een half uurtje klaar.
Allereerst gaat het hele door de fabrikant voorgemonteerde chassis ganz aus einander. Vanwege alle schroefjes en raar gevormde plaatjes waaruit zo’n chassis is opgebouwd, beginnen enkele van onze clubleden alléén al bij het idee spontaan te zweten. Maar wij zeggen: trouwen is enger! Nodig: een grote keukentafel, een flinke lamp erboven, een pot koffie en de vrouw naar de tweejaarlijkse Bingoavond van de Parochieraad. Alle losgeschroefde plaatjes moeten met een zoetvijl rondom worden ontdaan van braampjes en oneffenheden. Daarna is het tijd om de lagers na te lopen. Kunnen de assen er wel moeiteloos in ronddraaien? Als alles zo onder het kritisch oog is doorgegaan, is het tijd voor de reconstructie. Inderdaad, het valt niet mee om alles weer op zijn plek te krijgen, te meer er tijdens het schuren zeker al een paar schroefjes van de tafel zijn gerold, of met het ijzervijlsel in de prullenbak zijn beland.
Zet alles los vast, want nadat het chassis compleet is, moet het worden gericht. Trek hier zeker anderhalf uur voor uit en wees vooral niet te snel tevreden. Is dat wel het geval, dan kunt u zich gaan storten op het monteren en uitrichten van de lagers en assen. Zo mogelijk is dit nog veel lastiger! Gelukkig is er een prima hulpmiddel voor dat nog het meest lijkt op het staketsel dat je soms wel eens uit iemands arm of been ziet steken na een vervelende breuk. Met behulp van een digitale schuifmaat en heel veel geduld, prutst u net zo lang tot de driehoek (hoh) links-vooras, center draaipunt schoen, rechts-vooras volmaakt gelijk is. Desgewenst kunt u de stelling a2 + b2 = c2 van Pythagoras (Samos, 500 v Chr.) inzetten, al dan niet met van een grafische rekenmachine zoals die tegenwoordig verplicht is op havo en vwo. Zet wel het rode lampje uit als u voor het raam zit!
Is de vooras eenmaal recht gesteld ten opzichte van het chassis, dan is het vrij eenvoudig om met behulp van het eerder genoemde staketsel van assen en doorvoerblokjes met afstelschroeven de achteras precies parallel te monteren aan de vooras, zodanig natuurlijk dat de achteras ook weer precies haaks op het chassis staat, hetgeen u desgewenst weer kunt controleren met eerder genoemde stelling van Pythagoras (driehoek rechterachterwiel, linkervoorwiel, linker achterwiel) waarna u dit nog een keer uitvoert voor de driehoek linkerachterwiel, rechtervoorwiel, rechterachterwiel. Maar strikt noodzakelijk is dat niet. Het moet echter wel zo zijn dat de c2 van de ene driehoek exact gelijk is aan de c2 van de andere driehoek. Deze zijde, ook wel de schuine zijde of hypothenusa genoemd wat niet zo vreemd is als je in Griekenland bent geboren, hoort op zijn beurt weer exact parallel te lopen met de denkbeeldige diagonaal van het chassis, allicht corresponderend met de driehoek die u aan het controleren bent.

Als u denkt dat het allemaal klopt, kunt u de rest van de onderdelen gaan inbouwen. De motor komt meestal achterin en ligt soms dwars, maar meestal onder een kleine hoek met de achteras. Als u denkt dat dit niet correct is, dan kunt u proberen om met behulp van een flinke waterpomptang de zaak wat te fatsoeneren totdat de motor mooi strokend met de achteras ligt. U heeft er nu een sidewinder van gemaakt. Pas nu het kapje op het chassis en kijk of de vier wielen mooi in de daarvoor bestemde uitsparingen vallen. Als dat niet zo is, kunt uw twee dingen doen. Of u slijpt de wielkasten zo ver op met behulp van een Dremel dat ze wel passen, of u begint weer van voor af aan.  U legt dan dit project terzijde en wacht geduldig tot er weer een Bingoavond is.

zondag 27 november 2016

Koekenpan

Hein Tunnissen
Koekenpan

Omdat ik jaren achtereen de enige milieujournalist van Nederland was, was ik ook als enige niet verbaasd over de verontrusting die chemiereus Dupont in Dordrecht over de omwonenden deed uitwaaien. Chemische fabrieken en mensen gaan niet zo goed samen. Dat weet iedereen wel en zeker de overheid, maar men hoopt altijd op een beetje sympathie. DuPont maakt in Dord onder andere polytetrafluoretheen (PTFE), ook wel bekend als Teflon en nog meer van de Tefal-koekenpan! De niet aanbakpan! De zonder boter-pan! Zie hier de sympathie die alles glad wreef!

PFTE is een plastic met een laag wrijvingscoëfficient en dankzij de ruimtevaart werd het waanzinnig populair, vergelijkbaar met Gore-Tex als het om isolerende eigenschappen gaat. Toen ik las over Dordrecht, moest ik meteen aan slotcarracing denken, dat onderhand ook weleens een innovatieve oppepper uit de Lage Landen kan gebruiken. Teflon is een Dupont-uitvinding en dus kan het niet echt ingewikkeld zijn om onze non-frictielagers (“Hear, hear!”) van Slot.It en de ultrageharde kampioensassen van NSR in Dordrecht van een laagje Teflon te laten voorzien. Zo ook de tandwielen. Het materiaal is slijtvast en het maakt dat alles veel soepeler loopt. Beter dan olie of vet, zeggen velen.

Ook beter voor het milieu zeg ik dan, want de hoeveelheid olie en vet die slotcarracers door het jaar heen de bermen van de circuits in slingeren, is bepaald verontrustend. Vooral ook omdat iedereen er zo laconiek over doet!

Slotcarracen heeft twee facetten: grip en geen grip. Onder de achterbanden grip en verder nergens. Hadden we vroeger de bekende hardplestic lagers van Fleischmann in bijvoorbeeld de Ford Lotus, later kwamen Scalextric, NSR en vooral Slot.It met verbeteringen van die ronde geleiders, die beslist een sprong voorwaarts genoemd mochten worden. Daarna volgden de non-frictielagers die min of meer te vergelijken zijn met de zichzelf instellende lagers in uw hybride auto. De kwestie is natuurlijk dat alles exact op één lijn gebracht moet worden en moet blijven voor een zo soepel mogelijke loop. Die valt nog verder te verbeteren door de lagers te bekleden met Teflon.

Het idee is overigens niet nieuw want bij de gespecialiseerde lagerzaak, zijn vrijwel alle voorkomende lagers te vervangen door lagers met een laagje PFTE, die niet gesmeerd hoeven te worden en de weerstand drastisch terugbrengen. Alleen de lagers die wij gebruiken, hebben ze dan natuurlijk weer net niet! Zul je altijd zien! Daarom de stoute schoenen aangetrokken en Dupont gebeld. Dat werd een beetje een teleurstelling, want ook na lang en stevig aandringen, bleek men niet bereid een productielijn voor kleine lagertjes op te zetten of desnoods in een klein tuinhuisje achter de fabriek slotracers op zaterdag de gelegenheid te geven de eigen lagers in een bad met Teflon te dopen. Dat viel me wel verschrikkelijk tegen van die vieze vervuilers! Wel Dord helemaal onder de Teflon smeren, maar niet onze lagertjes willen behandelen!

Gelukkig brengt ook hier Google uitkomst. Het is niet gemakkelijk verkrijgbaar, maar er zijn leveranciers van vloeibare Teflon die je dus kunt verspuiten. Ik heb het geprobeerd en ik moet zeggen dat het resultaat geweldig is. Maar het valt om de drommel niet meer om dat spul precies in dat lagertje te prutsen. Omdat ik te laat had bedacht dat een paar plestic handschoenen nuttig zouden kunnen zijn, was ik tijdens het eten zes dagen op mijn vrouw aangewezen. Auto van opa, hap! Auto van Oom Henk, hap! De hele familie stak een beetje de draak met mij, want ik kon nog geen lepel meer vasthouden, zo glad was ik! We aten ook verdacht veel stamppot met voor mij speciaal een vijvertje met visjes.

Tegen de tijd dat ik weer kon typen, las ik een mailtje van Umpfi’s SlotBox: “Häufig Zusätze sind Silikon und TFT (Teflon). TFT beschichtete Lager benötigen z. B. überhaupt kein Schmiermittel. Gibt man einem TFT-Lager trotzdem etwas Öl, dann werden TFT-Lager extrem leichtgänging (leichtgängig, red.). Die Lagerflächen gleiten wie nasses Eis aufeinander. Gegen solche High-Performance-Schmiermittel sieht Nähmaschinenöl ganz schön alt aus!”

Helemaal tevreden, want met mijn uitglijder heb ik de sport toch maar weer mooi een dienst bewezen. En nog gelijk gekregen ook! Made in Germany, da’s nogal glad!


DryFluid Gear Lube 10 ml, € 16,90

zondag 20 november 2016

Reclame

Hein Tunnissen
Reclame

Hoe vaak hoor je mensen, vooral vrouwen, niet zeggen: “Oh, maar dat wist ik helemaal niet!” Ik heb het al duizenden keren gehoord, maar ik weet nog steeds niet of die zin dan als een verwijt of als een excuus is bedoeld. Wellicht maakt dat ook niet zo heel veel uit, maar het is wel een dingetje waar wij als slotcarracers eens over na moeten denken. In de echte wereld is het heel eenvoudig: je maakt reclame totdat de ergernis als snot uit de ogen van de consument komt en zie: Het product wordt vroeg of laat gekocht. Je moet het er gewoon meedogenloos instampen.

Je kunt ook andere dingen verzinnen, bijvoorbeeld door een markt of festiviteit te bezoeken en dan het product in zijn geheel onder te dompelen in leuke kittige jonge meisjes met korte rokjes & lange benen die folders uitdelen en de consument vooral bekoorlijk toelachen. Dat systeem is gebaseerd op het snelle geheugen dat wordt gevoed door een onwaarschijnlijke combinatie. Die gemakkelijk te onthouden is. Pak melk kopen? Verbindt het pak melk in gedachte met de schoen van je vrouw. Sta je nu voor de kassa en zie je dan de schoen van de caissière, dan weet je meteen: Verrek, melk!

Veel slotcarracers maken zich diepe zorgen over de vergrijzing, het uitsterven van de sport, het overlijden van Ninco en de financiële zorgen van de penningmeester die jaarlijks structureel een enorm gat moet wegpoetsen, omdat er te weinig leden zijn. Onze energierekening is fors, vergeleken met tal van andere sporten. Ik heb me laten vertellen dan bandenwarmers voor de 24-klasse soms wel 1000 Watt wegslobberen. Per stuk! Wordt dan de wedstrijd wegens een haperend koffiezetapparaat (Dank je de koekoek!) tien minuten uitgesteld, dan is dat geheid financieel een enorme tegenvaller.

Nu hoeven we dit soort gedoe publiekelijk niet allemaal breed uit te meten, laat staan uit te venten, maar we moeten ons wel realiseren dat ‘het-niet-weten’, ons de kop gaat kosten. Ik zeg reclame! Zet als club een advertentie in het plaatselijke blaadje, hang advertenties op in de Supermarkt, organiseer een open dag en hang posters in het dorp op, bel de regionale radio en zeg dat je een leuk item hebt, of doe zoals Alphons P en reis stad en ommeland af met een opvouwbare baan en zes accu’s. Bezoek braderieën, maak een stand, doe een demo, zet een workshop op, organiseer een lezing voor de plattelandsvrouwen en verkoop je baan voor een middag aan het plaatselijke bedrijfsleven als uitje.

Wij, van Amazingslotcarracing te TE, krijgen zo binnenkort een hele zwik oude sukkeltjes op bezoek die lekker komen racen. Voor dat doel hebben wij een nog een paar flutcars van Carrera, Fly en Ninco die wel een peut kunnen hebben. De middag begint met koffiekoek en een korte uitleg. Zo moet je bijvoorbeeld niet vergeten uit te leggen wat de rijrichting is en die ook controleren. Er zijn altijd van die seniele typjes die het verschil tussen de voor- en de achterkant (Ninco!) niet zien, zodat het dáár dus al fout gaat.

Een ander belangrijk punt is de inzet van regelbare trafo’s. Wij schroeven de spanning direct met 25 procent terug, zodat de wedstrijd overzichtelijk begint en ook na de eerste bocht nog steeds is. Tijdens de wedstrijd zelf kun je dan de coureurs een beetje bij elkaar houden door de spanning wat te verhogen of te verlagen, al naar gelang. Hoe senieler, hoe eenvoudiger dat is. Maar wel met een bijzonder leuk effect, want zelfs de grootste klojo komt daarmee moeiteloos over de streep. Is dat belangrijk? Wel zeker, want we willen er nieuwe clubleden aan overhouden. En wij hebben het wel meegemaakt (en andere clubs natuurlijk ook) dat een nieuwkomer door de geroutineerde clubleden binnen een half uur op 162 ronden werd gezet en dat kan (het hoeft niet, natuurlijk), dan voor hem de reden zijn om nooit weer terug te keren.

Het is ook erg handig als één clublid zich bijzonder behulpzaam naar de gasten opstelt en voortdurend zegt dat de slotcar in kwestie nog niet goed is afgesteld en dat dit soms (“Geen zorgen!”) wel een half jaar prutsen kan vergen, voordat er sprake is van een bolide die top presteert op de clubbaan en dan ook alleen op de clubbaan. Desnoods schroeft hij het hele ding ter plekke uit elkaar om vervolgens te roepen: “Volgende week zullen we hem eens prachtig af gaan stellen! Tot dan, vriend!”