Hein Tunnissen |
Je zou willen dat je ‘m had, zo’n zwager als Kees. Onbaatzuchtig en altijd iets in de kofferbak ‘waar jij nog wel wat aan zult hebben’. Het is dat wij een grote schuur hebben, althans voor Randstad-begrippen, want anders waren wij nog niet jarig met Kees. Of met Kees’ oog dat op rommelmarkten altijd op iets viel dat de moeite waard was. Hij had een bijpassende aankooptechniek. Zo schopte hij ooit tegen een leger plunjezak. “Zit zeker niks in, 5 euro?” Dramatische gebaren van de verkoper maar Kees werd teruggehaald en hij kreeg zijn plunjezak, barstens vol legergoederen, voor 5 euro. Zo bracht hij voor mij ooit een alukoffer mee. Die bouwde ik om tot racekist, maar omdat bij raceclubs de knutseltafeltjes altijd veel te smal en veel te krap zijn, werkt die kist van mij daar niet. Thuis wel natuurlijk, maar mijn werkbank is gerelateerd aan mijn schuur. Dus boven modaal.
Afijn, hoewel ik alleen al ter nagedachtenis van Kees die koffer nooit meer kwijt wil, moet ik toch wat anders wil ik aan die kleuterschoolbankjes nog wat zinnigs kunnen doen. De echte slotracekist, beter gezegd de naäapkist, is dus een Poly Butler. Van ABS, vijf bakken links, drie bakjes rechts en een klep die als smeerput dienst doet. Ik zag ‘m bij toeval op Marktplaats. Kist met inhoud en Slot.It-regelaar voor 225 euro. Geen geld! Ik heb P.N. niet gemaild, want dit was echt een riante aanbieding voor een enthousiaste instapper. Mijn Poly Butler werd aangeboden door Memphis, die er -zo bleek na wat over en weer mailen- drie onder zijn bureau had staan. Hij stopte ook al! We werden het eens, mits hij die verschrikkelijke stickers zou verwijderen. Later kwam ik terug op die eis, want dat kon ik zelf eigenlijk ook wel. Het was in feite een soort Kees-aanpak: Zeggen dat het niks is en stilletjes hopen dat de verkoper dat dan gaat beamen. Maar Memphis gaf geen krimp.
Nu heb ik dus twee kisten. Een lievelingskist en een kist om er helemaal bij te horen, afgezien dan van die stickers want die weiger ik pertinent. Vieze zooi! Met die twee kisten lijkt een probleem opgelost, namelijk ‘Wat neem ik mee en kan ik alles wel meenemen?’. Laatst onthulde Alphons P het gebruik van een voormalig viskistje als racekist tijdens een Classic Cup-wedstrijd. ‘Breng een kleine kist mee’, zo vroeg de organisatie dringend, ‘want we hebben geen ruimte voor die grote kisten.’ Ik begreep dat onmiddellijk, want dit knelpunt doet zich vrijwel overal voor. Van de andere kant moet je ook eerlijk zijn, omdat je altijd veel te veel meeneemt. Geen gruwelijker gedachte dan thuis een auto die het verschil had kunnen maken.
Een andere kwestie is de maat. Wij kennen het verschijnsel van de 24-klasse en deze coureurs hebben een racekist die in driedimensionale richting zeker zes keer zo groot is als de peuters van 32. Meestal blijven die kisten, sommigen zeggen container, noodgedwongen op de grond staan. Bij ons te TE wordt anders vrijwel al het daglicht weggenomen.
Zelf houd ik meer van een leuke mix. Zo had ik laatst een accent op de avond gelegd met verschillende Moslers, dat werd aangevuld met wat gooi- en smijtwerk (Megane, Clio, R5 Turbo, A110 en A310) op allerlei banden. Leuk spul om de avond af te sluiten als het allemaal niet meer zo heel serieus is. Het gekke is natuurlijk dat je voor zo’n keuze helemaal geen twee kisten hoeft te hebben. Een opmerking overigens, die ik inhoudelijk wel vind passen bij de wat bekrompen opmerking van mijn vrouw, namelijk dat je aan twee auto’s wel genoeg hebt. We hebben daar wel eens kortstondig over gediscussieerd, maar al gauw bleek dat dit een puntje binnen ons huwelijk is waarover wij het niet snel eens zullen worden.
Maar laatst had ik haar toch mooi te pakken. Ik zei: “Je moet het meer zien als Kees. Die vroeg zich ook nooit af of hij nog wel iets nodig had of dat iets echt wel nodig was. Kees huldigde het standpunt dat hij altijd nog wel iemand anders gelukkig kon maken als hij er zelf niks aan had. Of niks mee wilde.” En tegen dat onbaatzuchtige aspect kon ook mijn vrouw niet op, want juist daarom heeft Kees een heel bijzonder plekje in haar hart. “Stel je voor”, zei ik, “dat de Mosler van Fokko of Markus door een ongelukje stuk gaat of niet gerepareerd kan worden. Wat is er mooier dan: “Hé vriend, pak er maar eentje van mij!” Racen tegen je eigen auto! Amazing!
Jammer dat ik geen Kees in de familie heb, die zou ik iedere modelspoorbeurs meenemen, voor zijn aankopen zou ik dan graag wat ruimte op zolder inruimen! Ach, natuurlijk zou ik Kees ook meenemen naar Putten, en vervolgens naar het Boshuis in Drie om de aankopen te bewonderen! Misschien dat ik dan ook zo'n grote slotracekoffer moet aanschaffen, tot op heden heb ik maar 2 auto's nodig (om laatste te worden?). Hachelijk?
BeantwoordenVerwijderenFrank, stop die 2 autos in je broekzak, neem de trein naar Grunn en reis door naar Veendam. Stap dan over op de STAR en ik haal je op bij het station. Te TE gaan we de baan op, geen verliezers bij onze club. Niet hachelijk, maar AMAZING!!!!
BeantwoordenVerwijderen