Max
Hein Tunnissen |
Op Tweede
Kerstdag reden wij voor de grap naar Lauwersoog om aldaar scheep te gaan
richting Schiermonnikoog. Eenmaal daar bleek dat Bert Visser ons was gevolgd,
want hij fietste met rode schoenen gezellig door het dorp. Mijn vrouw schrok
zich een hoedje, want die wist wat ik had geschreven nadat zij wat over deze
komiek had gezegd. Enfin, dat was de tweede schrik want eerder die ochtend
verlieten wij in potdichte mist de N33 en de beschaving richting Roodeschool
en, jawel, wij waren meteen in Poetin-Siberië. Sneeuw en ijs op de weg of het
een ijstaart was! Tammo*), je kon het asfalt nauwelijks meer kon
zien!
Nu is een
beetje slotbaancarracer daar natuurlijk niet van onder de indruk, want wij
(lees: Markus) poetsen onze baan altijd alsof het een herfstappeltje is dat je
toe moet glimmen in de late avondzon. Wat glad? Flauwekul dus en terwijl mijn
vrouw het portier nog steviger vastgreep, probeerde ik het ritme te pakken te
krijgen dat ik soms ook op onze baan te TE ineens in de vingers heb. Iets gas
terug en licht slippend door de bocht en dat meteen weer het gas vol er op
zodat de auto gripzoekend ietsje achterover komt door het
acceleratiegeweld om er daarna als een speer over het rechte stuk vandoor te
gaan. Mijn vrouw vond dat het veel te hard ging. Maar dat viel nogal mee, want
de turbo kwam er eigenlijk nauwelijks aan te pas toen we na Usquert en Warffum
richting Baflo zoefden. Mooi hoor, relaxt in zes en dan flinke rooie cijfers op
de klokken op het dashboard. En dat in Baflo of all places!
Omdat ik
toch niks beters te doen had (dat heb je met die moderne auto’s) zat ik wat te
mijmeren over de Speedchecker annex Testbaan die ik zou gaan bouwen. Een paar
voltmeters erop want het oog wil ook wat, een draadgewonden potmeter om de
spanning traploos te kunnen regelen en natuurlijk een oud knijpertje van
Fleischmann om een vluggertje te kunnen doen. De trafo opgeborgen in een
wijnkistje uit de Bordeauxstreek dat bij wijze van deksel een recht stuk van
mijn Fleischmannbaan zou krijgen. Eén spoor te bedienen door het knijpertje,
het andere door de potmeter. Opzij een aansluiting in rood en zwart voor
banaanstekkers om de Tamiya Mini 4 WD Speed Checker (info bij Klaas Bos) te
voeden. Drie in de pan, als je het mij vraagt. Als eerste probeerde ik later mijn
nieuwe Spaanse bolide (sponsor: Dommo) die ik net had voorzien van een nieuw
kroonwiel; WWWHHHRRROOAAAAHHHHHH! Rijdt dat karretje ineens op zijn sloffen 41
kilometer per uur. Joepie!
Wedden dat
de clubleden vanavond hun autootjes willen testen? Kom maar kijken en breng
vooral je vrouw mee. In Tweede Mond geldt een maximum snelheid van 50
kilometer, behalve voor de auto’s van Amazingslotcarracing. En dankzij mijn
voortreffelijke racekunsten kwamen wij na Kerst weer veilig thuis. Zegt mijn
vrouw: “Goed gedaan, Max!” Maar of dat nu een compliment is?
Naschrift:
Tammo Tachtig
(Tammo Eighty) is de fictieve Wubboïstische god van Tachtig kilometer per uur.
Tammo is snel in populariteit aan het groeien in de Internetfolklore en is
reeds opgedoken op sites als 4chan en 7chan en de Oncyclopedie. Het is
aannemelijk dat 'Tammo Tachtig' ontstaan is door een Groningse campagne om het
'tachtig rijden' te promoten. Tammo is een
typisch Groningse naam.
Naschrift bij het
naschrift: Ik zal nog uitzoeken of Tammo en Tamiya met elkaar verwant zijn. HT.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten