Hein Tunnissen |
Schuld
Omdat ze gelukkig niet het eeuwige leven hebben, zie je ze
niet zoveel meer. De Volvo Stationdoos met die afschuwelijke uitlaat onder de
achterbumper. Een of andere zilverkleurige bus van een meter lengte die ze
kennelijk nergens anders meer kwijt konden. Of misschien waren ze hem gewoon
vergeten tijdens het ontwerpproces. Zeer wel mogelijk. Tegenwoordig is de
uitlaat ook weer erg in trek en dan vooral de dubbele uitlaat. Ik vind dat
vreemd in een tijd dat iedereen zich zorgen maakt over fijnstof en de hittegolf
op de Noordpool. Waarom benadrukken dat jij de oorzaak bent?
Het gaat te ver om het te beweren, maar het lijkt erop dat
ik mijn auto juist geselecteerd heb op een uitlaat die je niet ziet. Voel ik me
wat depresssief, dan zet ik mijn auto op mijn smeerput (dit is Groningen, hè?)
en ga ik lekker op mijn rug met een glas whisky in de hand naar de onderkant
van mijn auto kijken. Word ik helemaal blij van. Genieten! Zo prachtig
ontworpen, zo prachtig vormgegeven. Vooral de laatste pot, waar je zonder
problemen 150 kilogram heroïne in kunt smokkelen, zit zó knap weggewerkt dat je
je afvraagt waarom de onderkant van die auto niet is uitgeroepen tot cultureel
erfgoed. Industriële vormgeving is vaak om stil van te worden. Recht van
achteren zie je helemaal niks! Zelfs geen pijp!
Natuurlijk kan het ook qua vormgeving volkomen misgaan. Zie
de nieuwe serie Alfa Romeo’s (We’re Back, Again!), waarbij de directie bij de
presentatie van de eerste kleimodellen, zich hardop afvroeg: “Moet er aan de
voorzijde niet ergens een kentekenplaat op, dan?” Roest, helemaal vergeten! De
oplossing is tenenkrommend en iedere dag zichtbaar. Vre-se-lijk!! Wat maakt een
vrouw mooi? Perfecte symmetrie! Voor een auto geldt precies hetzelfde, sukkels!
Laatst kocht ik uit puur jeugdsentiment een wel heel
bijzonder slotkarretje dat, helemaal passend bij die tijd, twee uitlaten bezit.
Symmetrisch, aan weerszijden van de auto. Toen viel het me eigenlijk pas op dat
de moderne slotcar met allerlei details wordt uitgerust, behalve met uitlaten.
Wat natuurlijk ook volstrekt logisch is, want we praten wel over elektrische en
schone aandrijving. Maar afgezien daarvan, kennelijk is na - pakweg 1965 - op
de circuits de wens om te pronken met uitlaten, helemaal weggezakt. Een enkele
keer kun je met veel moeite in de buurt van de diffuser nog een enkel kort
pijpje ontdekken, maar veel stelt dat allemaal niet voor. Ik geef toe dat ik
zelf de uitlaat van een Audi LMP R18 TDI wat heb opgeleukt door de bij het
lichtsetje bijgeleverde ieniemienie-lampjes in die pijpjes in te bouwen. (Handleiding:
boor hiertoe in het pijpje een gaatje van 0,03 mm!)
Laat je nu je controllerhandle los, dan lichten die lampjes
even knipperend op, daarmee de suggestie van ‘backfire’ wekkend. Dat
verschijnsel treedt op als het mengsel wat aan de rijke kant is en daardoor in
de gloeiendhete uitlaat tot ontbranding komt. Na de energiecrisis, alweer ruim
40 jaar geleden, zag je die leukdoenerij eigenlijk niet meer.
De wereld is sindsdien een stuk efficiënter geworden. Neem
nu de auto’s in de dinosaurus-klasse Group C, waarmee wij iedere vrijdag de
grootste lol hebben. De firma Slot.It heeft zegge en schrijven één chassis met
motormount en torretje en daar hebben ze alle kapjes overgetrokken van de
auto’s die officieel deel uitmaakten van die klasse. Het is bijna net zo
efficiënt als de echte automotive van tegenwoordig. De Peugeot is een Fiat, is
een Citroën, is een… noem maar op. Ziehier de aanval van deze fabrikanten op de
Renault Espace. Het onderstel is steeds hetzelfde, alleen de jas is anders. En dan
hoor je toch van die zeveraars die beweren dat hun Peugeot beter rijdt. Veel
beter zelfs!
In onze Group C klasse is het helaas niet anders. Terwijl
wij natuurlijk als de echte kenners van de automotive toch beter zouden moeten
weten. We rijden met hetzelfde chassis, met dezelfde motormount, zelfs met
dezelfde oranje rookmotor, hetzelfde gele kroonwiel en pinion, op dezelfde
bandjes tegen elkaar in de hoop dat de ene auto net iets beter en sneller is
dan de andere. Beter getuned, beter geprepareerd. Wat zijn wij toch een
sukkkels!
Of niet? Er zijn clubs die helemaal stikken in de regels met
do’s and dont’s, wil je überhaupt nog met je karretje aan de start mogen
verschijnen. In de 24-klasse gaan ze zelfs zover dat de brandblussser tussen de
voorstoelen verplicht is, want er zijn namelijk van die snoodaards die daar een
aanzienlijke gewichtsbesparing weten te realiseren door die brandblusser weg te
dremelen. Doe als wij! Scheur Group C en alles is geregeld! De coureur bepaalt
de overwinning, niet de auto! Bij verlies is het de schuld van de auto. Dat dan
weer wel! Ontwerpfout!
Ergens op internet, Joost mag weten waar, stond dat het verliezen van de wedstrijd dan ligt aan het niet geheel recht zijn van de bodemplaat. Bij gebrek aan smeerput ziet de doorsnede slotracer natuurlijk niet in hoeverre de bodemplaat van zijn racebolide geheel recht is, maar sinds kort weet ik dat het daar zeer zeker aan kan liggen.
BeantwoordenVerwijderenWat betreft uitlaten beveel ik je graag de boss gp raceauto's aan, die zo nu en dan te zien zijn op Zandvoort. Eigenlijk zijn dit formule 1 auto's uit de prehistorie, waarbij de uitlaat misschien niet goed zichtbaar is, maar horen doe je die des te meer! Zo ongeveer de enige raceklasse waarbij oordopjes echt nodig zijn! Dat de Zandvoortse burgers zich dan negatief uitlaten over boss gp, dat lijkt mij voorspelbaar! Voor plaatjes verwijs ik graag naar een zeker blog.... https://frank103.blogspot.nl/2012/09/historische-auto-races-zandvoort-deel-8.html