zondag 13 november 2016

Vliegen

Hein Tunnissen
Vliegen

Tijdens een feestje moest ik iemand uitleggen waarom slotracen leuk is. Ik had me er vanaf kunnen maken met een gestameld: ‘Ja, uh, uh, gewoon leuk. Cool!!’ of nog meer van dat soort onzinnige trendytaal (“Absoluut!”), maar ik koos voor de wat langere toelichting. Te beginnen met de film Pat Garrett & Billy The Kid. De laatste kennen we natuurlijk allemaal uit de prachtige strips van Morris, het gelijknamige album dus. Pat is een echte outlaw die vermoedelijk net zo vlug met de colts is als Billy en daarom als sheriff wordt aangesteld. Opdracht: Kill Billy.

In de film zien we Pat met glanzende ster, we herinneren ons dat nog allemaal als de dag van gisteren, met wat geboefte op de veranda voor een vervallen ranch zitten, als de camera naar een paar vliegen boven de tafel zwenkt die zich daar bijzonder irritant ophouden. De hand van Garrett flitst door de lucht en als de vuist zich opent, ontsnappen er vier vliegen. Zegt de held: “Vroeger zou ik ze alle vijf hebben gehad!”

Het lijkt een wat onbenullige scene, maar we moeten daar veel meer achter zoeken omdat hij namelijk volledig van toepassing is op slotcarracen: Reactievermogen dat wordt aangewend op een beweging die sneller is dan onze ogen via de hersenen, onze hand kunnen aansturen. Dat is de fascinatie. Vliegen zijn dankzij hun typische ogen zo snel dat een mens in feite machteloos staat. Een vlieg doodslaan is gewoon een gelukstreffer. De crux is namelijk dat een vlieg tijd anders ervaart dan u.

Laatst had ik in die zin ontzettend veel plezier van de trainingen die ik mijzelf te TE opleg. Ik neem een bepaalde slotcar, stel vast in welke bocht het tricky is en leg me daar dan volledig op toe. De rest van het circuit interesseert me die avond eigenlijk geen ene pindabal. Ik gebruik de baan meer als aanloop naar het probleem. In slowmotion: de auto komt met ca 245-283 km/u aanstuiven, de schoen zoekt de zijkant van het slot, ik rem een fractietje later dan noodzakelijk en met een tikje drift nog net door de bocht. Het verschil tussen een fractie en een fractietje is niet te meten en geestelijk niet meer te bevatten. Qua tijd liggen die zó dicht bij elkaar dat de aansturing van de hand de hersenen overslaat en dus rechtstreeks via de ruggengraat loopt. We praten hier over duizendsten van een millieseconden in reactietijd. Een fractie later is dus een uitvlieger.

Dat je snel reageren kunt leren, heb ik ook ervaren. Tegen het eind van de middag als de voedertijd van onze kinderen in zicht komt en zij luid knorrend door het huis beginnen te stommelen, kook ik vaak in afwachting van mijn vrouw. Ik heb de keuken voor mij alleen en heb er lol in om alles snel, goed en efficiënt te doen. Soms mislukt dat tot mijn grote plezier. Zo veegde ik laatst een flinke berg groenteafval met een snelle zwieper van mijn arm in de vullisbak, toen ik het schilmesje weg zag zweven. De hand die de vullisbak schuin hield, was kansloos, dus ik had alleen de zwiephand. Nog voordat het mesje in de bak belandde, had ik het te pakken. Bij het handvat en dus geen druppeltje bloed! Kijk! Dat leer je dus van slotracen.

Ofwel je zit aan tafel en je gebaart wat. Klets, glas valt om, wijnfles staat een pirouette te wankelen. Wat te doen? Mes en vork rustig neerleggen, glas opvangen (geen druppel gemorst!), fles afremmen en neerzetten. Niks aan de handa! Niet-slotracers raken in paniek, slaan het glas tegen de vloer en de fles helemaal omver die eenmaal op het laminaat, doorschuift tot tegen de radiator en daar in stukken uiteenbarst. De schuimende wijn komt merendeels tegen het hagelwitte stucwerk tot stilstand. Zegt je vrouw: “Wat doe je nou?”
Enfin, mijn fascinatie voor de F1 is ook reactiesnelheid. Er komt een tijd dat de auto te snel is en de mens altijd te laat is met zijn reactie. Hooguit mensen als Alonso die hun hersenen kunnen splitten, zullen dan overleven. Zij reserveren gewoon een deel van hun breinrekenkracht voor het rijden en met het resterende deel voeren zij een vrolijk gesprek met de mecanicien over de slijtage van de banden. Opdracht: rijdt een slotracewedstrijd en vertel ondertussen aan je maten een leuke anekdote, voorgevallen tijdens je laatste vakantie. Niet leuk? Doe mee aan een slotracewedstrijd en bel ondertussen je vrouw (but don’t try this at home!).

                                                                                                        

2 opmerkingen:

  1. Ha ha, multietasken met telefonisch slotracen gaat bij mij niet goed. Of het is hilarisch door de vreemde moves, of er wordt geërgerd omdat mijn vliegkunsten de andere slotcars ook laat vliegen.
    Nee, ik ben geen Alonso maar Alphonso :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Sterke opmerking Alphonso! En wees gerust: er zijn over de hele wereld maar een paar mensen (minder dan 5) die twee dingen tegelijk kunnen doen. Wat vrouwen ook over zichzelf zeggen: Onzin! Lariekoek! Alonso is door wetenschappers onderzocht op dit fenomeen en hij bleek dat idd te kunnen. Waarom, wordt nog steeds niet begrepen. Het is eigenlijk een ernstige afwijking want hersenhelften horen samen te werken! Vrachtautos vallen vrijwel altijd om omdat de chauffeur ook iets anders aan het doen was. Bellen bijvoorbeeld.

    BeantwoordenVerwijderen