zondag 29 mei 2016

Décapotable

Hein Tunnissen
Décapotable
Ik zou liegen als ik zou beweren dat ik het merk ken: Minialuxe. Werkelijk nog nooit van gehoord. In het licht debiele dorp waar ik ben geboren, aan de rand van de Peel, kenden we alleen Dinky Toy waarmee je letterlijk werd doodgegooid. Heilige Communie? Doe ‘m maar een Dinky Toy cadeau en dan zat je weer de godganselijke zondagmiddag broem-broem te doen. Geen wonder dus dat die Brabantse jongens vanaf hun negende hele weekenden in het café doorbrachten.
Op een avond dartelde ik wat rond over Marktplaats. Ik doe dat omdat ik journalist ben en dus weet dat trends zich daar manifesteren. Of je bespeurt juist het tegendeel: een bepaald ding valt nog niet aan de straatstenen te slijten. Om wat ordening in die onwaarschijnlijke zooi te brengen (Wat zitten die mannen op leeftijd eigenlijk voortdurend in het hoofdstuk ‘Kinderen en baby’s’ te snuffelen? Weird!) schakel ik de zoekfunctie in met logische sleutels als Peugeot, Ferrari, Jaguar, Renault of Porsche. Een enkele keer zelfs Ford, maar dan krijg je meteen die hele meuk van Fleischmann over je heen dus dat werkt ook niet echt.
Ditmaal tikte ik bij gebrek aan inspiratie ‘Citroën’ in en het was meteen Bingo! Ik keek verbijsterd naar een Citroën DS 19 Décapotable en even later bleken er behalve die prachtige rode auto ook nog een blauwe en een gele DS in de aanbieding te zijn. Alle drie zonder kap, maar dat had u natuurlijk al begrepen, de Franse vertaling van Cabrio ofwel ‘de kap die je kunt demonteren’. Mijn vader versleet een stuk of zes Déessen, maar hij kocht nimmer een Décapotable. Het grappige van deze keuze is dat mijn moeder meteen na de lancering in 1955 zei: “Dat wordt onze volgende auto!” Mijn vader hield zielsveel van haar en dacht, “Ok, dan gaan we maar in een strijkijzer rijden!” Pas veel later leerde hij de benaming Snoek, waar hij vreselijk om moest lachen want hij was toen al zo verknocht aan zijn tweede Godin dat hij zich niks stommers kon voorstellen.
Mijn broer en ik hadden ook allebei een rode DS van Dinky Toy, waarbij ik in het midden wil laten of het een verjaardagscadeautje was of een geschenk dat meer paste bij de Eerste Heilige Communie. Feit is wel dat wij beide later echte Citroën-adepten werden en – zo vader, zo zoon – ook nog enige tijd in een DS zoefden. Tegen de tijd dat de halve Amsterdamse grachtengordel zo’n voiture wenste, was voor ons de lol er wel af.
De Décapotable brengt je in shock. Ineens is het een tweezitter die druipt van romantiek, op het sensuele af. Het waren zeldzame verschijningen en ik weet dat ik me een keer verschrikkelijk heb moeten bedwingen om niet spoorslags naar de Postbank te rennen voor een Persoonlijke Lening, want er stond een onwaarschijnlijk gaaf exemplaar in Wassenaar te koop in de nog veel onwaarschijnlijkere kleur Grachtengroen. Het was toen dat ik begreep dat er mensen zijn die hun auto slechts willen bezitten om hem te poetsen.
Die schok voelde ik weer toen ik op Marktplaats naar de foto’s van aanbieder Scuderia Alberto keek. Handmade stond erbij. Niet veel later kreeg ik per email antwoord op mijn vragen. Hij schreef:
Beste Hein, deze Citroëns zijn door mijzelf gebouwd van een serie oude 1:32 Minialuxe-modellen  uit Frankrijk, de body bewerkt voor een cabrio-versie, mallen gemaakt voor de voorruit en chroomlijst etc. Ze rijden, maar ik moet  ze wel een ‘afleverbeurt ‘geven, smeren etc. Auto's hebben aluminium velgen en een aandrijfas in tunnelbak. De  DS19 Break  van Racing Team Holland, schaal 1:32 is inmiddels naar Madrid verkocht, evenals nog 3 andere Citroën-modellen. In de collectie  zijn nog meer Citroën-modellen, maar dat zou ik per mail moeten laten zien.
Het Brabantse worstenbroodje staat op de Nationale Erfgoedlijst, wat ik ongelooflijk stupide vind. Waarom de Asperge niet, Haagse Bluf, Stroopwafels, Kantkoek, Kniepertjes (niet te vreten koeken uit Grunn) of Opperdoezers? Nee, dan moet deze vorm van Slotcarliefde eerder een plaatsje krijgen. En terecht, want de Fransen hebben de DS altijd een beetje links laten liggen als het om onthoofden ging. Er waren slechts enkele fabrieksversies (Cabriolet Usine, atelier Chapron). De meeste Décapotables kwamen uit andere hoeken en gaten van de wereld. Knap natuurlijk, maar dat kunstje flikken op slotcarschaal is ongekend geniaal. Grappig is dat de motor inderdaad voorin ligt, maar dat de achterwielen worden aangedreven. Uit diep respect en omdat wij als slotcarracers dit technisch kunnen duiden, zullen wij dit Scuderia Alberto ruimhartig moeten vergeven!
Scuderio Alberto: bartsluimer@msn.com

2 opmerkingen:

  1. Slechts één keer heb ik 5 minuten in een snoek gezeten, echt geweldig! Ik heb zelf alleen ooit in een citroën bx gereden, ook een leuke ervaring, maar niet vergelijkbaar met de ds of cx, als ik dat in de media lees en hoor.
    Mijn ega is een paar jaar geleden meegereden met de buren in hun citroën picassa. Bij het eerste stoplicht is ze uit de auto gesprongen en naar huis gelopen. Ze was zeeziek geworden en dacht dat die auto om zou slaan op een hobbelige weg. Een citroën is hier dus niet bespreekbaar, het blijft bij automobielen van het merk Ford, waarvan de Mustang cabrio ook het aanzien waard is. Maar die zullen nooit zo'n mooie naam krijgen als decapotable.
    (Nb: Eau non potable is niet drinkbaar water, dat deca doet denken aan iets zonder cafeïne. Wat is dan decapotable?)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Er gaat toch niks boven google: http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/FR/NL/d%C3%A9capotable
    Met afneembaar dak. Maar dat is wel décapotable, let op de é. Hachelijk, of håchélįjk?

    BeantwoordenVerwijderen