zondag 22 februari 2015

Baan



Hein Tunnissen

Baan
Zoals een bedrijf altijd minstens één oog op de toekomst moet richten met innovatie in het achterhoofd, zo moet ook een club als Amazingslotcarracing zichzelf voortdurend vernieuwen en verbeteren. Het is bij wijze van spreken voortdurend een punt op de agenda. Daarom is besloten om onze baan ingrijpend te vernieuwen. Niet eerder natuurlijk voordat wij een gedegen Plan van Aanpak (PvA) hebben opgesteld.
Je mist zoiets wel eens bij andere clubs. Bijvoorbeeld nadat iemand heeft geopperd om ergens een bochtje wat te verleggen. Als je daar maar vaak genoeg over piept, breekt vanzelf het moment aan waarop iemand zegt: “Ik hoor voortdurend geluiden over aanpassingen van de baan: gebeurt dat nog ooit?” Een soort self fulfilling prophecy.
Ik ken dit systeem uit Den Haag. Daar dropte iemand ooit de term “Light Rail’ en een jaar later droomde ieder Tweede Kamerlid van een land dat bezaaid was met Light Rail, zonder überhaupt enig idee te hebben wat dit voor een mal spoorbaantje was. Hetzelfde hebben we nu met burenhulp. Je moet toch wel ambtenaar zijn om te denken dat ‘de buren’ twaalf keer per dag staan te springen om de incontinente buurman in een schone broek te helpen. Nederlanders hebben eigenlijk niks met hun buren, zegt spuit elf SCP.
Ik ook niet. Mijn beste buren wonen in Tweede Exloërmond en dat is een knap eind van Musselkanaal vandaan. Ik bedoel: iemand die in Oud-Zuid woont gaat toch ook niet even op de fiets naar West om en zorgzame helpende hand toe te steken? Onnozelheid troef dus in Den Haag. Een Plan van Aanpak werkt beter en daar moet je dan ook niet al te veel over vergaderen. Wat gaan wij dus doen? Onze baan aanpassen voor de controllers (regelaars, knijpertjes) van anderen en/of nieuwe leden. Dat is echt een pijnpuntje bij onze club, want komt er een nieuw lid binnen dan kijken wij schielijk of hij in zijn racekoffer wellicht ook zo’n keidure regelaar heeft verstopt. En het is natuurlijk een kwestie van afwachten, maar tien tegen één dat die keidure regelaar het op onze baan niet doet. Dat is pijnlijk en gruwelijk frustrerend om het diplomatiek uit te drukken.
Wat is namelijk de kwestie? De Gast moet namelijk met één van onze goedgeoliede Parma’s aan de slag en die doen het nooit zoals hij of zij verwacht. Eerste bocht is dan ook een uitvliegertje. De tweede ook, en ditto de derde en bij de vierde bocht is de schade zelfs al duidelijk waarneembaar. Boven het hoofd van de Gast begint zich een klein donderwolkje af te tekenen en dat laat zich niet verjagen met een kopje koffie met taart. Daar komt nog bij, en dat is nog veel pijnlijker, dat de vaste leden al grappend of pratend over vrouwen de Gast op de ene ronde achterstand na de andere trakteren. “Leuk dat je er bent, gast!”
De eerste keer dat wij dit zo ervoeren, was toen we twee jonge gasten uit Delfzijl onwennig in de pits rond hadden lopen. Omdat Noorderlingen altijd een beetje bang zijn niet voor vol aangezien te worden, hadden zij beide ontzettend dure regelaars meegenomen, met nog eens aparte trafo’s en voorschakelapparatuur, hele dikke siliconenkabels en XLR-aansluitingen. Een daarmee ging het meteen al mis want wij boeren uit Drenthe gespen ons nog vast met banaanstekkers. Helemaal uit de tijd, maar het is toch minder gek dan misschien gedacht, want wij pikken de kleurenblinde coureurs er wel zo uit. Die halen zwart, geel en rood door elkaar. Precies zoals wij deden toen we de baan aanlegden. Beetje dom!

zondag 15 februari 2015

Circuit 24



Hein Tunnissen

Circuit 24
Dat hele gedoe van die slotracerij begon bij mij met een baantje van Circuit 24, een Frans merk en in die tijd al net zo vernieuwend als Citroën. Neem de hydropneumatische vering, het stuurwiel met één spaak en voorwielaandrijving.
Circuit 24 had nog geen voorwielaandrijving, maar het systeem was wel revolutie. De autootjes hadden namelijk belaandrijving! Schroef een oude elektrische deurbel open (niet het knopje, natuurlijk!) en zie hoe het werkt. Er komt spanning op een spoel die daardoor een staaf aantrekt en gelijktijdig een veer opspant. Als de veer het wint van de spoel, slaat de staaf weer terug, waarna het spelletje opnieuw begint. Die heen en weer gaande beweging wordt gebruikt om een knopje tegen die Zwitserse koeienbel te laten slaan. Drukt iemand bij de deur (meestal) op het knopje dan vliegt het staafje ca 100 keer per minuut heen en weer met ring-ring-ring tot gevolg!
Dit was het handelsmerk van Circuit 24. Het staafje was uitgebouwd tot een klauw en die hakte als een dolle in op een viervoudig tandwiel op de achteras. Het geheel doet ook wel denken aan een watermolen. Ik was toen tien en vond het onwaarschijnlijk dom. De autootjes waren rood en van het merk Ferrari. Zo mogelijk nog dommer! De slijtage van het tandwiel was Italiaans en Frans tegelijkertijd, want de klauw hakte het tandwiel in één middag volslagen tot puree.
Een paar jaar geleden vond ik op Marktplaats nog twee trafo’s van het Franse merk. Ze waren weliswaar geel en die van ons oranje, maar het principe was herkenbaar. Het stekkertje van de baan kon je op vier manieren inpluggen en daarmee steeg of daalde de spanning en de snelheid dan. Ondanks het verwoestende gehakketak, reden mijn broer en ik altijd op stand vier.
Ik herken daar wat van sinds ik te TE bij Amazingslotcarracing het spelletje speel. Altijd zo hard mogelijk totdat een ratelend geluid aangeeft dat de motor uit de motormount is gesprongen, de as de lagers uit hun houdertjes heeft getikt of omdat de pinion het 28-tands kroonwiel aan gort heeft geslagen. Soms als wij na een clubavond na enige uren flink op dreef raken waarbij het testosteron bij wijze van spreken over de tafel golft, kan het ook werkelijk niets meer bommen. De dood of de gladiolen! Er wordt dan direct na de bocht zó hard en venijnig geaccelereerd, dat de kunststof tandwieltjes de geest beginnen te geven. Later staan wij dan altijd een beetje troostend op de schouder van de ongelukkige coureur te kloppen die natuurlijk gemakkelijk had kunnen winnen, mits!
Mits zijn tandwieltje het niet hand begeven. In de tijd van Circuit 24 lag dat anders. Het was een dooie boel op de baan als je aan het sparen was voor een nieuw tandwiel en had je de poen eenmaal bij elkaar geschraapt, dan was het nog een eind bikkelen op de fiets naar de speelgoedwinkel. “Nee, die zijn op! Ik zal ze weer bestellen!” Wat een drama! Bij Amazingslotcarracing ligt het wel wat anders. De één heeft nog dit, de ander heeft weer dat. Voordat je het weet ben je alweer op de baan! Onze nieuwe clublid Fokko liet meteen een dikke plaat aluminium achter met uitsparing voor de geleider zodat je exact kun bepalen hoe groot de bodemspeling is en of je voorwieltjes wel een touchdown doen.
Groots gebaar van zo’n nieuw lid. Wij zijn heel erg trots op hem.

zondag 8 februari 2015

Panoz



Hein Tunnissen


Panoz
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat u naar aanleiding van deze blog allemaal lastige vragen gaat stellen. Voor deze ene keer zal ik een uitzondering maken en ingaan op een vraag die kennelijk overal in de wereld leeft sinds vorige week: Waarom dat lijk van een Panoz LMP-1 gekocht, als je al weet of zelfs gewaarschuwd bent dat dit wrak niet vooruit te branden is? Een begrijpelijke kwestie na de blog ‘Vitrine’ en ik beantwoord hem vooral omdat ik uit die vraag kan afleiden dat u mij niet helemaal voor achterlijk en nog erger houdt. Het antwoord is simpel: de techniek!
Vermoedelijk herinnert u zich nog van Google dat er ooit in de Formule 1, de koningsklasse van de racerij, een auto aan de start verscheen met zes banden. ZES! Waarvan vier sturend aan de voorzijde! Het was natuurlijk dat die motoren op de grid zo’n hels lawaai maakten, want anders had je een speld kunnen horen vallen. Het was een krankjorum idee, en dat was het dus ook, zo bleek halverwege het seizoen wel. De bolide Tyrell P34 (Project 34!!!) ging roemloos ten onder en nadat iedereen was uitgehinnikt, is er nooit meer van gehoord.
Het verhaal van de Panoz is ook zo’n bizar techniekverhaal. Liggen alle motoren van LMP’s (Le Mans Prototype) achterin, die bij de Panoz ligt voorin. Het beest heeft daarom een behoorlijke lange snoet en dientengevolge zit ons menneke met zijn kokpitje behoorlijk ver achterin. Het grappige is nu dat de sinds eeuwen begraven fabrikant Fly ook iets revolutionairs bedacht, namelijk de motor vóór in de slotcar. Dit moet gezien worden als een poging om balans te vinden en dat is gelukt. Fly’s met de motor voorin slingeren als slierten spaghetti over de baan, met daarnaast nog twee kleine zwakke puntjes die tot ergernis leiden: gebrek aan snelheid en gebrek aan acceleratie. Fly’s zijn wel perfect om buurman uit de baan te tikken na een bocht. Dat dan weer wel!
Ten faveure van dit onnozele merk moet nu worden gezegd dat Fly dankzij dit domme inzicht de enige fabrikant ter wereld was die de Panoz kon nabouwen. Alle andere leveranciers met hun Inline, Side- of Anglewinders, krijgen dat niet voor elkaar zonder vooral dat kokpitje geweld aan te doen. En dat zij zich daarvoor moeten wachten, is op menige site te lezen. Zie de fotootjes van Moslers van NSR vergelijkend naast die van Ninco: het getier, geblaat en geweeklaag is niet van de lucht!
Behalve dat ik dol ben op de gezelligheid van Amazingslotcarring te TE en het racen helemaal te gek of super vind, zo vind ik ook de techniek mateloos interessant. Met die Panoz kan ik twee dingen doen. Helemaal ombouwen met NSR- en Slot-it-spulletjes of met veel geduld en beleid proberen van niks iets te maken. En dat gaan we dus doen. Raymon, onze jongste die zojuist ten tweede male met Alphons de bloody 24uur van Zuidwending heeft gewonnen, spreekt dan van ‘optunen’. Geen idee waar dat bizarre woord vandaan komt, maar dat gaan we dus doen. En ik ben in goed gezelschap, want een nieuw lid dat is toegetreden tot onze club is ook helemaal wauw van techniek. Die is gewoon komen aanwaaien vanuit Musselkanaal, nota bene! Hiertoe voor het blok gezet, voel ik mij genoodzaakt vriend Henkjan Stulp te E ook nog maar eens nadrukkelijk uit te nodigen. HJ is namelijk zo’n wondermonteur met gouden handjes. Naar het schijnt doet hij nu iets in modeltreintjes. Een heilloze weg als je het mij vraagt; zelfs NS gaat in Emmen terug.     

maandag 2 februari 2015

Vitrine



Hein Tunnissen

Vitrine

Toen wij met ons clubje naar Drachten togen om een classic race (“Soort van!”) te rijden, leerden wij dat het geen pas geeft om met een gesloten auto tegen een open auto te rijden. Open auto’s vormen kennelijk een klasse apart, hetgeen niet meteen als een compliment opgevat moet worden. Niet lang na dit schrikbarende debâcle (wij werden helemaal van de sokken gereden op die Friese nagelkaasbaan met kantkoek), kocht ik een Panoz LMP-1, in elkaar geprutst door Fly. Helemaal in de traditie van deze terecht als een T-Rex uitgestorven fabrikant: het autootje rijdt voor geen meter! Dat had iedereen mij van tevoren  kunnen vertellen, want Fly’s zijn vooral prachtig. Minutieus nagemaakt met alle stickertjes en kleurtjes op de juiste plaats. Echt een auto om met box en al in de vitrine te zetten en ‘m daar nooit meer uit te halen. Een auto voor de gore heb derhalve.
Wij, de leden van Amazingslotcarracing te TE, hebben daar niet zoveel mee. Een mooie auto is lekker meegenomen, maar hij is vooral bedoeld en gekocht om te racen. Dit leidt tot ernst en luim. Ernst omdat wij ons niet zo goed kunnen voorstellen dat iemand een slotcar koopt voor de vitrine en luim omdat er kennelijk hordes mannen zijn die dat wel doen. “In de vitrine, hahahaha!”, en prompt vliegt er dan een auto op volle toeren ergens de bocht uit door begrijpelijke onoplettendheid waarbij de onderdelen in het rond spatten. U raadt het grapje al: “Nou, die hoeft niet meer de vitrine in, hahahaha!” Zo’n ongeval is immer een ernstige kwestie, want het geeft een hoop gedoe. Spiegeltjes zoeken, antennetje vastplakken en waar zou dit kleine blauwe stukje nou afgebroken zijn?
Maar als u zich nu behoorlijk in de kuif gepikt voelt, omdat wij platte grappen over uw glazen hobby maken, dan is dat ‘Jammer, maar helaas!’ Zo riep laatst iemand van onze club (misschien was ik het zelf wel) ‘Ik zet mijn vrouw die niet toevallig ook heel erg mooi is, toch ook niet in de vitrine? Die is ook om te gebruiken!’ En dus klonk niet lang daarna via de radio die de gezelligheid bij onze club zachtjes onderstreept, het ontroerende nummer ‘Handle with Care’ van The Travelling Wilburys. Die tekst staat meestal op dozen van de Mediamarkt en aanverwante oninteressante bedrijven en die vormde het uitgangspunt voor een lovesong door Bob Dylan die juist had beweerd dat je over alles een nummer kunt schrijven. En omdat er in de repetitieruimte een lege TV-doos stond, inspireerde die George Harrison tot de sarcastische opmerking: “Over alles? Hier! Schrijf daar dan maar eens een tekst over!” Twintig minuten later speelden Bob Dylan, George Harrison, Roy Orbison, Tom Petty en Jeff Lynne voor het eerst de zojuist geboren lyric ‘Handle with Care’, een ode aan het fenomeen vrouw.
De laatste tonen waren nog niet verstorven of Markus Aurelius, onze CEO en filosoof, greep de kap van een box die ergens nog lag te slingeren, plaatste hem met een wijds gebaar over zijn Zwitserse Lola (fabricaat Slot-It) waarmee hij op dat moment baan één onveilig maakte, en gaf vervolgens vol gas! Met auto’s in de vitrine kun je dus fantastisch goed rijden. Als je maar slim bent! En goed gehumeurd! Ik zou de waarheid geweld aandoen als ik nu zou boekstaven dat we werkelijk flauw van het lachen lagen, maar het werd wel weer een knettergezellige avond. Zoals gebruikelijk trouwens te TE.