zondag 31 juli 2016

Dag niet

Hein Tunnissen
Dag niet
Mijn vrouw heeft veel respect voor het werk dat ik doe, maar ze wil graag positieve verhaaltjes. Dat zure gekanker, dat afbranden op niks, dat altijd weer zoeken naar de zwakke plek en immer uit zijn op de val van de minister, dat is niet echt haar ding. Ik kan dat begrijpen, want ik ben journalist en zij niet. Zo ontdekte ik laatst dat hoogleraar slotcarracen JeeWee van Capelleveen mij omschreef als een ‘topracebaanblogger’ (racebaaninfo.blogspot.nl). “Zie je,” sprak mijn vrouw meteen, “dat zijn nou leuke positieve verhaaltjes. Daar houden mensen van!” Waarmee dus bewezen is dat ze er geen klap van begrijpt, want je kunt mensen natuurlijk niet iedere week lastig vallen met dit soort gebeuzel. Bloggen is gewoon hard werken en de ene keer lukt het beter dan de andere keer.
Ik kan bijvoorbeeld niet iedere week in deze blog schrijven dat Marcus Aurelius behalve Zwitser en heel aardig, ook de beste slotcarracer van onze club is. Nee, allicht niet! De eerste die zwaar gaat protesteren, is zijn vrouw die zal zeggen: “Hij heeft ook zijn mindere dagen, hoor Hein!” Secundo nemen de andere leden van de club meteen een schep testosteron met als insteek ‘Dat zullen we dan nog wel eens zien!’ Daarbij houden mannen als Fokko en Patrick niet van dit op het schild hijsen. Laatst nog reed Marcus nog met een of ander raar autootje dat hij langs de baan had gevonden en hij vloog er in de Solexbocht keer op keer uit. De vergelijking met die steenezel dringt zich nu op, maar dat mag ik van mijn vrouw dus niet schrijven.
Daarom zal ik het wat meer algemeen houden. Tineke, de vrouw van Marcus, loopt regelmatig door ons clublokaal en dan merk je aan alles dat zij een scherp oog voor de situatie heeft. Stel ze heeft mij op de korrel, dan zal zij het beslist opmerken als ik mijn dag niet heb. Dat kan ons allemaal overkomen en soms moet je je daar ook gewoon bij neerleggen. Neem Fokko die na een paar wedstrijden buitengaats, weer op het nest terugkwam en eigenlijk meteen met zijn neus in de boter viel. Vier kornuiten langs een 4-sporenbaan en een loeischerp afgestelde tijdwaarneming. “Wedstrijdje, heren?”
En toen begon het drama. Werkelijk niet te filmen wat er zich toen afspeelde te TE! De ene uitvlieger na de andere; een auto die zichzelf uit het slot accelereerde of die in de meest flauwe bocht die wij in ons circuit hebben domweg omviel(!) waardoor onze Fokko óók nog Auf Deutsch zu hören krieg, wieviel Runden er hinter der Marcus Goetz war. Heeft die tijdwaarneming het godbetert ook nog steeds over ‘Fok!’
Der Fok hat seinen Tag nicht! Omdat wij vriendschap belangrijker vinden dan iemand moreel vernietigen, boden de overige coureurs Fok aan dat hij van wagen mocht wisselen. De achterstand bedroeg toen al zowat 34 ronden en wij vonden het onderhand zo gruwelijk pijnlijk worden dat dit het enige bruikbare Panacee leek te zijn. En hoe afgrijselijk het aanvoelde bleek wel uit de houding van Patrick die zijn bolide gewoon midden op de baan stil zette in afwachting van de terugkeer van Fok! met een betere bolide. Sjok, sjok, sjok!
Woorden schieten te kort. Als er al een god is, dan was hij die avond beslist op vakantie want het werd zo mogelijk nog erger. Patrick probeerde nu achter Fok! te blijven rijden, in de hoop diens gemoed weer een beetje in evenwicht te trekken, want dat de balans ver te zoeken was, moge duidelijk zijn. Tineke schichtte weer even door het clublokaal, fronste de wenkbrauwen en dacht er het hare van. Dat was wel de doodklap voor die arme Fok!
Markus ondertussen, aardige man daar niet van, reed onbekommerd zijn rondjes en lag nu inmiddels 128 runden voor. Mijn achterstand op onze Cancellara was iets kleiner (min 69) omdat ik vooral vóór Fok! uitreed, waardoor ik voornamelijk pas achterstand opliep als ik hem inhaalde en tegen zijn omgevallen bolide botste. Meestal probeerde ik hem vol gas weg te bulldozeren, maar dat lukte helaas niet altijd. Na vier keer baan wisselen, dapper volhouden en veel lachen als boeren met ontzettende kiespijn was het gemartel over.
Dus toch nog een positief einde. Marcus, die behalve een groot fan van Fabian Cancellara, minstens zo goed in tijdrijden is, won de wedstrijd zoals iedereen van te voren had gedacht. Helemaal in de Cancellara-stijl. Op de pedalen, voorsprong nemen en die niet meer afstaan. Het goede nieuws is nu dat verleden jaar aan de hegemonie van Cancellara plotsklaps een eind kwam.
Geduld mannen!

zondag 24 juli 2016

Krr-krr-krr!

Hein Tunnissen
Krr-krr-krr!
Onder slotcarracers tref je eigenlijk maar twee soorten aan: aardige jongens en hele aardige jongens. Alphons van Meerendonk is van de laatste categorie. Niet alleen heeft hij in zijn vrije tijd avonden zitten ploeteren om een Ford Lotus van Fleischmann om te bouwen naar een volwaardige raceauto (touring klasse) voor de Classic Cup in de sprankelende kleuren rood-wit met op de portieren het dreigement ‘AS-Racing’; hij heeft óók een 4-sporenbaan van Fleischmann gekocht om de boer op te gaan. Om de sport om niet uit te dragen tijdens braderieën, feesten, partijen en andere volksoploopjes in stad en ommeland. Gewoon omdat hij slotcarracing een warm hart toedraagt en omdat hij eenieder de gelegenheid wil schenken. Mooi hè?
Het gebeurt niet vaak, maar ik werd er wel even stil van. Neem nu de lengte van die baan. Uitgedokterd op 12 meter rond, zodat het geheel nog precies in zijn auto past, mits in drie stukken gezaagd. Hoe groot is 12 meter? Welnu, dat is zowat een platje vol. Dat weet ik omdat er op internet foto’s circuleren van de eerste zondagmiddagbaantest achter het huis van buurman JB Good. Die daarvoor dus weer helemaal belangeloos zijn tuin beschikbaar had gesteld en ook nog bereidwillig poseerde voor de camera, want je hebt natuurlijk altijd weer van die zuurpruimen die denken dat het hele handel bij elkaar is geshopt! Niks daarvan!
Ik vind dat wel ontroerend, zoiets. Als ik mijn ogen een beetje dichtknijp zie ik heel helder dat Circus Renz ook ooit zo is begonnen. Alphons de nijvere kleine marskramer die ieders hart steelt omdat hij zo aardig is. Zo herinner ik me dat onze weergaloos snelle jonge vriend Raymon (de Senna) zijn van spaarcentjes gekochte NSR Mosler naar de Filistijnen reed omdat hij zo ongelooflijk agressief op het gas ging dat de tandwielen ons om de oren vlogen. Totdat hij dus tot stilstand kwam en zijn bolide alleen nog maar krrr-krr-krrr deed. En daar was toen Alphons, die onmiddellijk begreep dat een goed coureur niet per se een handig sleutelaar hoeft te zijn. Ons ventje had wat hulp nodig en die kreeg hij dus. Ook moreel, want Raymond zat er even helemaal doorheen en met zijn ogen als stuiters kon hij alleen maar verbijsterd naar die enorme berg vijlsel in zijn autootje kijken.
Er gebeuren dus veel leuke dingen in slotraceland en er zijn ook erg veel leuke initiatieven om het geloof verder uit te dragen, maar ik voel persoonlijk nog het meeste voor de methode Alphons-P. Zo zeer zelfs dat je je kunt afvragen ‘Wie is het meest bijzonder:  de roodwitte Fleischmann Ford Lotus AS-Racing Anglewinder (!) of de architect-constructeur achter deze machine?’ Dat dit een moeilijke keus is kan ik verduidelijken aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Waar het namelijk omgaat is dat je gebruik maakt van zaken die je direct onder handbereik hebt, maar waar je misschien niet meteen aan denkt als oplossing. Buurman JB Good ontdekte zo dat de broodsluiting van Appie Happie zeer bruikbaar is voor het vergrendelen, in casu het opsluiten van opspringende motoren. Dat is inderdaad zo, maar je moet er maar opkomen. Ik kan me voorstellen dat de heer Good zich op zaterdagochtend voor de kassa stond te verbijten, toen zijn oog plots op de sluiting van het wittebrood viel dat hij beliefde te kopen. “Krijg nou de tering!” Kassière direct overstuur, maar onze slotracer liet terecht het domme wicht aan haar lot over, want er waren nu toch echt belangrijkere zaken aan de orde.
Zo kent ieder van ons ook het probleem dat je soms een kapje wilt monteren dat niet helemaal of helemaal niet bij het chassis past. Je hebt bijvoorbeeld een Ninco-modelletje (prachtig, prachtig, rijden ho maar!) en een subliem spaghettichassis maar kale tor. En nee, daar mag je geen wedstrijdjes mee rijden, want er moet wel een sukkeltje achter het stuurtje zitten. De heer Alphons-P heeft dus in het verre Delfzijl een methode ontwikkeld om die twee samen te voegen. Als een goed huwelijk. Je moet het gezien hebben om het te geloven, maar hij gebruikt daar wegwerp-injectiespuiten voor. Die schijnen een onderdeeltje te hebben dat het busje kan vervangen waar je normaal je houtschroefje (Stumper!) dan wel je metric screw (Hero!) indraait. Het is niet aan mij om hier de details van dit geniale geknutsel met de wereld te delen, maar ik heb het met eigen ogen gezien en het is subliem. Laat ik een klein compliment maken: beter dan Slot-It! Daarom mag het nu wel eens gezegd worden: Alphons’ Passie!

zondag 17 juli 2016

Wankel

Hein Tunnissen
Wankel
Blog opgedragen aan de dodelijke slachtoffers in Nice, 14 juli 2016. Liberté, egalité, fraternité!
Tegen de tijd dat ik aan mijn eerste brommer begon te denken, rond 11 jaar vermoed ik, kwamen er verschillende bijzondere auto’s op de markt. Denk aan de aerodynamische Panhard of aan de even bijzonder gestroomlijnde RO80 van NSU met Wankelmotor. Tegenwoordig echt leuke modelletjes voor de Classic Cup van Heer Slot, maar veel zie je ze niet. In het echie trouwens ook niet. Maar soms zijn er clubs met diehards die dag in, dag uit tegen roest en afbraak opboksen; wat het ook kost! Zie daar de Panhard Automobielclub Nederland of NSU-RO80.com.
Maar laat ik nu zelf een lijk van een slotcar op de kop hebben getikt waarvoor géén club bestaat! De Mazda 787B, een in alle opzichten hele bijzondere bolide. Met een Rotatiemotor en ik ben dus bijzonder benieuwd hoe de technici van Slot.It dat fenomeen realistisch hebben opgelost, omdat bij een rotatiemotor de krukas stilstaat en de rest van de motor daar als het ware omheen slingert. Daarbij heeft die bolide (Groep C) aan de achterzijde een spoiler ter grootte van een tweepersoonsbed dat met een soort klimrek aan de auto is bevestigd. Weird!
Vanwege die idiote uitstekende spoiler zijn er nauwelijks slotcarracers gek genoeg om die tot leven gebrachte aerodynamische formule te kopen. Eén uitvliegertje en je halve auto breekt af. Slot.It voorzag dit en levert bij iedere nieuwe auto een reservespoiler van wat flexibeler materiaal mee, zodat de pret langer dan 10 minuten duurt. Wij van Amazingslotcarracing doen altijd bijzonder laconiek over die spoilers die in feite niks anders zijn dan een nabootsing van de werkelijkheid, die vooral belangrijk is voor de venten met een vitrine.
Toch heb ik ooit smadelijk moeten ervaren dat aerodynamica tot meer in staat is dan op het eerste gezicht lijkt. Een hele aardige directeur die van hard rijden hield maar altijd ruzie had met paaltjes, stenen, muurtjes of uit het niets opdoemende bomen, ging op een zonnige dag tanken. Kaart van de zaak, niks aan de hand. In de schaduw van het pompstation legde hij zijn zonnebril op de spoiler van zijn auto, een Renault 19 TSE. Bijzonder was dat die spoiler in de achterklep was geïntegreerd. Eenmaal thuis en twee paaltjes later realiseerde hij zich dat hij zijn brilletje kwijt was. Hetgeen niet zo was! Want na de rit Amsterdam-Leiden lag de bril nog steeds mooi op dat subtiele randje van de achterklep. Vastgedrukt door de aerodynamica.
Dus daarmee is wel bewezen dat het niet helemaal onzin is, hoe hard boeren ook moesten lachen om de Citroën CX, de tweeletter-aanduiding voor luchtweerstand. Nu is het grappige dat er indertijd ook hard werd gelachen om de Panhard en om de RO80 met zijn hoog opgesneden kont. Nee, dat was wat te veel revolutie voor de Nederlandse sigarenkistrijders, model Kadett.
Aerodynamica neem ik serieus, maar ik heb geen enkele ervaring met Wankel- of rotatiemotoren, laat staan met Mazda. Mijn broer had ooit zo’n Jap. Een leasebak waar hij met een föhn de typeaanduiding af sloopte, een trend van omgekeerde trots. Nog steeds geen idee waarom. Verder had ik dan nog een collega die helemaal gek was van de Mazda MX5, die altijd open reed en vermoedelijk vanwege de aerodynamica zijn hoofd helemaal had kaalgeschoren. Dat vond ik wel een dappere move want zijn achternaam luidt: Den Hoed. Maar die droeg hij ook nooit; hooguit een pet wat niet zo gek is als je het zonnetje het op je kale kop heeft gemunt.
Het is voor mij dan ook een enorm avontuur. Een Mazda in de eerste plaats, maar dan ook nog een rotatiemotor plus dat idiote aangehangen bed. Hoe ik dat ooit in balans moet krijgen, weet ik nog niet maar spannend zal het zeker worden. Ik zal om te beginnen maar eens mijn zonnebril op die klep leggen en kijken wat er gebeurt bij een beetje gasgeven.  Een mooie bijkomstigheid is dat de vorige eigenaar mij verzekerd heeft dat de auto eigenlijk spiksplinternieuw is. Nauwelijks gelopen, hooguit een enkel rondje om ‘m te horen. En daar kan ik me wel wat bij voorstellen, want het geluid van zo’n rotatiemotor is werkelijk bloedstollend. Een stuk rauwer, snerpender en woesthuilender dan die halve gare elektromotortjes die tegenwoordig de F1 aandrijven: Hakke, hakke, puf-puf, weg zijn wij!
Mooi, hè? Helemaal de vorige eeuw: een auto kopen die van een oud dametje is geweest, altijd binnen heeft gestaan, alleen op zondag voor naar de familie en nog helemaal puntgaaf. Ook onder de automatten! Alleen de achteruit is niet helemaal goed; daar moet ik wel even naar laten kijken. Kan niet erg zijn want ik kon alles prima zien door die achterruit!  Eigenaar van een spiksplinternieuwe tweedehandse Mazda en ik krijg er ook nog een extra setje ongebruikte banden bij! Bedankt Teun uit Grunn!

zondag 10 juli 2016

Eigenschap

Hein Tunnissen
Eigenschap
Van andere sporters heb ik het eigenlijk nooit zo gehoord, maar hoe betitel je nu eigenlijk de man of vrouw (zelden) met wie je aan de racebaan staat te knokken om de eerste plaats? Je vriend? Lastig! Collega? Misplaatste idiotie! De vijand? Tikje overdreven! Het woord clubgenoot doet meteen weer aan zo’n zompige homotent in de Eerste Van der Helststraat denken en past daarom ook wat minder goed, bij mijn voorstellingsvermogen althans. Kijk, want het is allemaal wel leuk en aardig, maar een uitvlieger voor hem, is de overwinning voor mij! En daar gaat het toch om? Voor slotcarracen moet er echt een winnaarsmentaliteit in je bloed zitten, want zonder dat kun je er maar beter niet aan beginnen. Dan verval je toch al gauw tot de bezitter van vele queenshelfies die daar vooral staan te wachten op niks.
Om een beetje slotcarracer van kaliber te zijn moet je een aantal eigenschappen hebben, waarvan ik zelf denk dat ze zelfs onontbeerlijk zijn. Ik som op: technisch onderlegd, visie uitstekend, onverschrokken, wedstrijdinzicht, verstandelijk niet gehandicapt, analytisch, groot incasseringsvermogen, geduld, geen Parkinson, kunnende staan, gevoel voor de baan, gevoel voor humor, doorzettingsvermogen, sluwheid icm slimheid, valsheid icm beperkte doofheid, vergevingsgezindheid en bij voorkeur enige sportiviteit. Geen gebruiker van Old Spice.
Laatst heb ik mijzelf objectief kunnen testen op het bezit van deze eigenschappen en met enige trots kan ik de sticker ‘Passed’ in mijn nek laten slaan. Hoe dat zo? Het was een clubavond met een wat rommelige start door uiteenlopende omstandigheden. Fokko, die tegenwoordig als een handelsreiziger door Nederland en Duitsland trekt om zich te meten in de 24-klasse zei min of meer verontschuldigend dat hij alleen maar 24-ers bij zich had, maar dat hadden wij al lang gezien aan het nachtkastje dat hij binnenzeulde. Zijn kompaan (Nee, da’s ook een omschrijving van niks!) Erik die een paar keer per week naar Zweden op en neer stampt, wist wat hem te doen stond en haalde een mooie knalrode 24-er uit de Groenewold-kist en dus moest ik even diep ademhalen. Had ik het plan om wat autootjes te testen; bij dit geweld werd het meer een race op leven en dood.
Die 24-ers namelijk, schuiven op topsnelheid niet mooi smooth door de bocht, maar zij klappen gewoon om alsof er een deur openwaait. Bij die auto’s gaat eigenlijk niks normaal. Ze slaan soms ook zó ver door, dat de geleideschoen haaks onder de fundatieplaat (je kunt moeilijk van een chassis spreken) komt te staan, waarna ze een partijtje met doorslaande wielen staan te loeien zonder een millimeter op te schuiven. Zit je als 32-er tussen dit geweld dan breekt je in de bochten het angstzweet uit, want als je door die sneeuwschuivers te grazen wordt genomen… Welnu, dan heb je pas echt een probleem. Dat dit niet overdreven is, blijkt wel uit de heilige 24-wedstrijdraceregel: In de bocht zult gij niet inhalen!
Hoe vreemd! In de grote mensenwedstrijd hanteert men al lang de van de 32-klasse afgekeken tactiek om juist wél in de bocht in te halen. Tikje later remmen, iets sneller het gas erop, hebbes! Zo doe je dat! Dat zat er toen voor mij dus niet in. In eerste instantie reed ik met een NSR-Clio in ING-uitdossing die loepzuiver is getuned. Hoewel het nog niet eens zo heel erg slecht ging - het kleine ding glipte er steeds mooi tussen door – was toch vrij snel duidelijk dat ik het af moest leggen tegen de Bisons. Op dat moment had ik al zeker zes eigenschappen kunnen afvinken, maar ik had wat beters nodig voor de rest. Zie daar: eigenschap Sportiviteit! Je moet zoiets wel toe kunnen geven! Ik kwam weer de baan op met mijn Audi R18, een gruwelijke proletenbak van NSR, door mijzelf naar Slot-It niveau getild. Met gebruikmaking van mijn nieuwe trackcontrololie op basis van zonnebrand  (factor xx), harkte ik het voort dobberende duo al snel naar mij toen. Wat kan die Audi gaan! Maar al snel liep het mij dun door de broek want zij hadden, tactisch gesproken, een slimme baanwissel doorgevoerd zodat ik in de tang zat.
Dan moet je weten waar je plaats is, aangezien je met een 32-er zonder klapschaats nooit een bocht kunt pareren zoals die strijkijzers dan doen. Dat betekende dus inhouden tot het rechte eind en dan met doodsverachting wegstormen, voor het gevaar uit. Ik sloeg eervol te pletter tegen de muur waarin sindsdien het Audi-logo als een fossiel staat afgedrukt. Laatste eigenschap ook bewezen: verstandelijk niet gehandicapt.
   

zondag 3 juli 2016

Losers

Hein Tunnissen
Losers
De opkomst van de elektrische auto is niet meer te stuiten, zo blijkt uit de verkoopcijfers. De hybride auto is al op zijn retour en veel consumenten hebben al besloten dat hun volgende auto een elektrisch exemplaar zal zijn. Ik constateer: We hebben dus gelijk gekregen! In Israël waar men terecht bang is dat de buren de oliekraan bij het minste griefje zullen dichtdraaien, wordt al veel langer elektrisch gereden, zodat je daar overal oplaadpunten langs het trottoir aantreft. Dat is in Finland en in Zweden ook zo, maar daar dienen de stopcontacten vooral om de benzinebolides in koude winternachten een beetje warm te houden. Ach ja, Volvo hè?
De kentering bracht mij op het idee om eens onder mijn racebaan te duiken en daar wat orde op zaken te stellen. Want nadat ik was overgestapt op de minicomputer Phidget was er een fenomenale hoeveelheid luidsprekersnoer bijgekomen en dat liep kriskras van hot naar her. Toen ik ooit besloot om die racebaan te bouwen, koos ik voor oersolide,  zodanig dat je overal kunt staan, behalve dan op de tribune of andere bouwseltjes om de boel wat op te fleuren. Daar heb ik geen spijt van gehad, want ik kan overal gemakkelijk bij. De dragende balken staan ver uit elkaar en de spanten die (vanuit de racebaan gezien) de aarde torsen, kunnen dat gemakkelijk aan. Zelfs als je er met je kop tegenaan knalt.
Nadat wij van Amazingslotcarracing te TE tijdens de Kerstperiode 2015 onze baan wat hadden opgeknapt, overwogen wij ook wat aanpassingen voor meer comfort en veiligheid. Zo verplaatsen wij de standplaatsen met stopcontact van de kop van de baan (nabij de Solexbocht) naar de zijkant. In Zandvoort zou je zeggen: langs de boulevard ofwel parallel met het strand. Dat was een goed idee, maar de draadjes moesten natuurlijk wel mee! Maar als een baan is opgebouwd op een enthousiaste verzameling schragen (32) met vier poten en twee dwarslatten het stuk, dan moet je wel bijna een anaconda zijn om die zooi erdoor te vlechten. Gelukkig heeft Minouck een leuk mannelijk type aan de haak geslagen die in zijn onderbroek nog het meest aan een spijker doet denken. Die ging dus klaar-voor-onderwater onder die tafel door en tot ieders opluchting kwam hij inderdaad aan de andere zijde weer tevoorschijn. Draden in de bek!  Zijn moeder enorm opgelucht, Minouck rete trots, wij meer dan blij en de racebaan gered! Hartelijk dank Paling Joshua!
Bij mij gaat dat wat anders. Met de twee oude skateborden van mijn kinderen heb ik een uiterst wendbaar ligbed gemaakt met hoofdsteun uit een oude Renault Safrane die ik nog in de schuur vond en met aan de zijkant een leuke gereedschapsbak van Hilti, zodat ik alles bij de hand heb. Plus, niet te vergeten, een grote emmer met tie wraps en een kniptangetje. Jaren geleden kreeg ik van mijn vrouw met Sinterklaas (ik had hem natuurlijk zelf gekocht) een koplampje met 8 onwaarschijnlijk heldere LEDjes op twee batterijtjes en met dat ding precies boven de wenkbrauwen had ik de klus in no time geklaard. Alles netjes gebundeld en met een viltstift tegen de onderkant van de aarde geschreven waar de draad of draadjes voor dienen, zodat bij calamiteiten de onderhoudsploeg geen uren hoeft te zoeken.
En ik ben niet de enige die een voorliefde heeft voor netjes & gebundeld en van overzicht houd. Tijdens de laatste Classic Cuprace in Drachten, maar vermoedelijk niet de laatste, sprak ik aan de bar met de Technicus van SRC De Bunker die zich ook helemaal kapot geschrokken was van die bende onder de prachtige scenery. Uit zijn woorden begreep ik de vergelijking met een prachtig geklede vrouw die een wrak blijkt als je onder haar rok koekeloert. Ik weet het: dat geeft geen pas, maar als het een soort medisch noodzakelijke inspectie is, is het wel heel erg raadzaam. Kies zelf maar! Feit is dat sindsdien in De Bunker alles feilloos werkt.
Wat ik wil zeggen is dit: onze jarenlange voorsprong als slotcarracers wordt op dit moment door de maatschappij in een moordend tempo ingelopen. Er wordt nog wel wat afgeklungeld met accupakketten en dergelijke, maar dat zal gauw verleden tijd zijn. Ik spreek uit ervaring, want mijn Slot-It Oxigen SCP 1.1-controller is al uitgerust met een piepkleine Li-Po batterij en daar rijd ik vlot zes uur mee! Daarom jongens, maak die boel onder tafel snel in orde voordat we de losers van de elektrieke mobiliteit zijn! Aan de slag! Vingers uit de neus en in het stopcontact gestoken!